FB 2024
FB 2024
De laatste week voor de kerstvakantie begon nogal onverwacht. Qua school dan. Maar we hebben het allemaal weer overleefd. Bij wijze van dan.
Er zijn toetsen gemaakt en die heb ik lekker niet allemaal opgehaald. Maar ik heb ook mijn vitamine C-bommetje op school in mijn laatje laten liggen. Mijn nog verse appeltje zal er na de vakantie wel heel anders uitzien, vrees ik. Misschien dat er iemand van de schoonmaak in het gebouw komt, dus ik zal mijn contact daar eens een appje sturen. En anders is het jammer.
2024 is weer bijna voorbij. Benieuwd wat 2025 gaat brengen. Al mijn volgers wens ik toe dat ze mooie, betekenisvolle en gezellige feestdagen met dierbaren hebben en dat ze na oud en nieuw al hun vingers nog hebben. 6 januari gaat de tweede helft (klopt eigenlijk niet) van het schooljaar beginnen. De zesdeklassers gaan vanzelf harder lopen. Sorry, ineens lopen bedoel ik.
Ik hoorde gisteren iemand bij een toespraakje melden dat de leerlingen van tegenwoordig steeds minder bagage hebben. Intellectuele bagage. Ik denk dat dat wel meevalt. Ze hebben alleen andere prioriteiten, en bij het stellen daarvan moeten ze niet kiezen uit drie mogelijkheden, maar uit 23 mogelijkheden. En dat vinden ze lastig. En wij daardoor ook. Ach, het kabinet is zeer begaan met het onderwijs in ons land. Dus het komt wel goed. Ze snijden alleen ergens anders. En de CAo-VO is ook weer in the pocket. Zie je wel. Beetje geld erbij lost alles op. Werkdruk bestaat alleen in de hoofden van degenen die eronder denken te lijden. Ach joh. Nog anderhalf jaar. En een beetje. Ik wil de oktoberuitkering in 2026 eigenlijk ook nog wel hebben.
Fijne dagen, lieve volgers!
De vakantie lokt. De toetsen zijn ingeleverd en nog wel op tijd ook. Ik heb hulp gekregen van mijn jonge collega met de lange blonde manen, die vloeibaar Latijn en Grieks spreekt. Hij heeft drie toetsen over hetzelfde onderwerp gemaakt. Ja ja, toetsen maken, dat doen wij zo graag en met zoveel gevoel voor een evenredige verdeling van moeilijkheidsgraad en hoeveelheid dat we er meteen maar drie maken. Ik bespeur hier bij mezelf enig cynisme dus ik laat dit onderwerp over vermeende werkdrukvermindering maar rusten.
Afgelopen week heb ik heel prettige gesprekken gevoerd met de ouders van mijn schattige mentorleerlingen. Die van de minder schattige exemplaren waren er ook, dus we hadden wel echt goede gesprekken ook. In de zesde klas stormen de leerlingen op de eindstreep af en hebben ze alles goed genoeg onder controle. Komende dinsdag mogen ze hun profielwerkstukken nog presenteren en ook daar mag ik bij aanwezig zijn. Ik mag zelfs mee beoordelen! Groot voordeel vind ik dan weer dat ik op school mag mee eten. Dat was de afgelopen twee avonden met driehoeksgesprekken ook al zo. We verdelen het tussen pizza (allemaal een doos op schoot, deze keer niet seksistisch bedoeld) en chinees (lange rij langs de bami, witte rijst, babi pangpang, sateetjes, Foe Yong Hai en nog wat dingen met groenten erin, skippen die handel). Benieuwd wat de pot (ook weer niet seksistisch bedoeld) komende dinsdag schaft. Jammer genoeg is mijn lieve collega Sophie dan al met verlof. We zullen haar weer een tijdlang missen! Nou en dan is het nog hier en daar patrouilleren bij de toetsweek en gezellig naar het kerstfeest in Bibelot (braaf de eerste shift gekozen), uit eten met de collega's met ons au bain-marie eetclubje en dan is het vakantie! Jippie, toetsen nakijken, materiaal maken voor de volgende periode. Maar wel met m'n kerstmuts op dan. Moet je met me te doen hebben? Nee, hoor. Ik ben zelf zo'n pietje precies die graag alles af heeft voor ie begint. En ik zit graag achter de pc, eerlijk is eerlijk. @Jan van Ringelenstein Jan, sorry dat het zo'n lang stuk geworden is. Beterschap jongen!
Zo hee, vorige week had ik een goede week zeg. Goedgemutst gaf ik uitleg bij moeilijke stukken Latijn. Daar zit iets pleonastisch in, omdat Latijn sowieso moeilijk gevonden wordt. Hè, toch? Hét voorbeeld van de stijlfiguur pleonasme is "witte sneeuw". Waarom? Omdat sneeuw al wit is, dan is het vermelden ervan een tikkie overbodig. Nou, dat heb ik ook bij moeilijk Latijn. Even zo goedgemutst luisterde ik naar de leerlingen als die een mop kwamen vertellen. Zo was daar wederom Thijs. Hij had braaf gewacht tot het einde van de les en kwam me toen met een uitgestreken tronie vragen: "Meneer, mag ik een mopje vertellen?" Dus ik nog even van: "Is het een net mopje, Thijs?" Ja, zei hij, dat was het. Oké, kom maar op dan. "Meneer, weet u de overeenkomst tussen een eeneiïge tweeling en een massagraf?" Ja, die wist ik. Ik denk dat ik hem na de mop over Sinterklaas, over de krokodillen en over de glazenwassers maar eens vraag of hij gaat flippen bij gristelijk getinte moppen over de Bijbel en de spijkers van Van Leeuwen. Die van de vader die zijn zoon aanmeldt voor de luchtmobiele brigade ga ik hem pas vertellen als ie ooit slaagt. Ehm, geslaagd is.
Ik had ook een goede en zelfs milde bui bij het bespreken van de vertaaltoets in de vijfde. Bij twee leerlingen had ik maar heel weinig overtuigingskracht van hun kant nodig om er een puntje bij te doen. Zou ik dan op mijn oude dag toch nog soft worden? Popiejopie en seniel in mijn laatste lesjaren? Kinds, zoetsappig, buigzaam, inschikkelijk en lankmoedig nu het er niet meer toe doet? Of is dát nou een teken van diepgewortelde en dus nauwelijks vindbare menselijkheid? Komende week geef ik de toetsen in de zesde terug. Wie weet, hoe clement ik zal zijn.
Wie denkt dat ik de clou van de moppen of de moppen zelf ga prijsgeven, die denkt verkeerd.
Owww, dat klinkt dreigend. Toch zeggen we dat elke toets 15 minuten voor het einde van de toets. Op het examen doen we dat ook, maar daar zijn we natuurlijk zakelijk, gortdroog, to the point. Bij een toets kun je nog wel eens een grapje maken. Zo van: "Jullie hebben nog 15 minuten te gaan." Pauze. "Voor je toets, hè." Het is vreemd dat we op het bord een klok laten aftellen en dat we precies op het goede moment dan die mededeling doen. Beetje overbodig. Ik bedoel, dat kunnen ze toch gewoon zelf zien! Maar ja, gewoonte, regelgeving, afspraken, protocollen, je kunt ze wel schieten, maar je kunt ook niet helemaal zonder. Nee, niet die leerlingen bedoel ik.
We noteren sinds dit jaar ook de bijzonderheden die zich tijdens de toets voordoen. Zo had ik er dus van de week eentje, van wie het alarm van zijn mobieltje afging. Sja, mag niet. Mobieltje moet in de kluis, en als het toch in de tas zit moet het uit staan ("in de uit-stand"). Was niet zo. Opgeschreven als een bijzonderheid. Daar krijgt de eigenaar nog iets van te horen. Er was er eentje aan het niesen, maar die had overduidelijk geen zakdoekjes meegenomen. Snot zat overal, ook op haar toets (leuk voor degene die hem corrigeert: economie). Dus diepte meneer De Hoon (omnividens, he who sees everything) uit zijn broekzak een pakje zakdoekjes op en gaf dat aan de snotteraarster. Ze was blij. Dat heb ik maar niet genoteerd als een bijzonderheid. Hallo! Ik heb maar een half A4-tje of zo, hè.
Vandaag was er eentje aan het hoesten. Storend voor haarzelf, maar ook voor de anderen. Ha ha, dan zijn ze ineens geïrriteerd als ze gestoord worden. Vandaag speelden de basisschoolkindertjes buiten. Luidruchtig ook. Zo, wat die tegen elkaar zeggen! Daar schaamt de eerste de beste havenarbeider zich nog voor. Je kunt het allemaal letterlijk volgen. Als de juf dan corrigerend optreedt en zich daarna kennelijk met het volgende spelende kindje bezig moet houden hoor je boven "takkenbitch, kutwijf". Of je hoort ze tellen. Niet zachtjes of zo, nee loeihard. Dan spelen ze verstoppertje. De wijze leerlingen boven grinniken eens, alsof ze willen zeggen: ach, meneer, we zijn allemaal jong geweest he? En gaan dan noest door met hun werk. Totdat ze van de surveillant horen dat ze nog een kwartier hebben. Paniek in de tent soms. Nee hoor. Ik blijf gewoon heel rustig, sta tien seconden voor het tijdstip op en meld gortdroog, zakelijk, en super to the point: "Beste mensen. Jullie zijn lekker aan het werk. Dat vind ik leuk om te zien en dat zou bij mij vóór, tijdens en ná de les ook wel eens mogen. En ik wil jullie niet te lang storen met een korte mededeling, maar ik moet van de baas die mededeling wel doen. We denken dat jullie die klok op het digibord beschouwen als een soort van wandversiering, maar ik wil jullie er toch op wijzen dat die klok aangeeft hoe lang deze toets nog voor jullie gaat duren. Dat is namelijk 15 minuten, of, zoals ze ook wel zeggen, een kwartier. Als die 15, sorry dertien minuten voorbij zijn is ook de toets klaar en als die toets af is, moet je al je werk netjes verzamelen, opstapelen, organiseren, nieten, perforeren, enfin, wat jij denkt dat fijn is voor je leraar, en dan wachten tot de surveillant - dat ben ik dit keer, maar je kunt ook andere oppassers krijgen - je toets opgehaald heeft. Dan pas mag je weg en weer met je geliefde mobieltje knuffelen. Dus nogmaals, want in de herhaling toont zich de meester, o nee, In der Beschränkung zeigt sich der Meister is het, voor de tweede keer herhaal ik het even opnieuw en opnieuw, dat je over 11 minuten klaar moet zijn met je toets.
Nou, en als je dat rustig, kalm, en oersaai brengt, dan snapt iedereen in de zaal dat ie nog een minuut of tien heeft. Voor de toets.
Voor de toets kwam een leerling naar me toe. Jongen met gevoel voor humor. Hij zegt "meneer, ik zat te bedenken hoe ik u het beste kon omschrijven." Zo Thijs. En waar kwam je op uit? "Nou meneer, ik dacht aan amicaal, maar dan met een k. " En toen ging hij het uitleggen. Niet nodig Thijs. Ik snap best veel. Verder heb ik de leerlingen hun woordenboek aantekeningvrij laten maken. Toets Latijn. "Haal alle briefjes uit je woordenboek, mensen, ook die van tien." Zij humor, ik humor.
Kijk, het is vakantie. O nee, bijna vakantie. Nee, het is toetsweek. Ook een soort vakantie, alleen niet voor de leerlingen. Ik mag de mooie taak van surveillant op me nemen. Nou heb ik al eens uit de doeken gedaan hoe dat dan gaat, als je surveilleert. Wat je ziet en zo. Maar dat ging toen over examens. Vandaag mocht ik bij een toets zitten. Twee toetsen zelfs. Eerst bij Grieks in een vierde klas, daarna bij Frans in een vijfde klas. In de vierde hadden er 13 moeten zijn, maar er was er eentje niet. Twaalf koppies in de gaten te houden. In de vijfde waren alle zeventien de leerlingen er. Paar meter uit elkaar, want ja, die ruimte moet je dan wel optimaal gebruiken. Ik leg meestal ruim op tijd de opgaven klaar en leg daar de blaadjes waar ze de toets op moeten maken daar bovenop. Nou, dan komen ze zo'n vijf minuten voordat die toets begint binnen en dan moeten ze hun tas voorin leggen. Hun mobieltje moet in de kluis liggen, maar voor wie de avond ervoor zoveel gezopen heeft dat ie dat vergeten is, zeg ik dan dat dat ding in de "uit-stand" in de tas moet worden opgeborgen. Voor de rest moet ik in de gaten houden of ze niet meer spullen "consulteren" dan toegestaan. En of ze wel alles inleveren. Ja ja, je hebt er soms sneaky figuren bij die gewoon niks inleveren en dan volhouden dat de surveillant het werk kwijt gemaakt heeft. Nou ja, spieken mag dus ook niet, heb ik begrepen. Dus ik zeg vooraf dan "diagonaal kijken levert een verticaal cijfer op" en dat snappen ze. Meestal dan. Dan zet ik op het digibord een digitale aftelklok aan zodat ze zien hoeveel tijd ze nog hebben. Ehm, voor de toets dus. En dan gaan ze heel rustig aan het werk. Is er eentje klaar dan haal ik in alle rust dat werk alvast op. Ik sorteer braaf alles: opgaven links, gemaakt werk rechts en aan het eind van de toets alles bij elkaar in de envelop. Ik vul op die envelop ook in of er onregelmatigheden waren en wie er ontbraken. Daar was ik vanochtend snel klaar mee. Grijp ik wel eens in? Kordaat en zo? Nou, vrijwel nooit. Sommige leerlingen hebben er een handje van hun werk ver naar rechts te leggen. Dan kan de achterbuurman- of buurman eigenlijk vrij gemakkelijk zogenaamd gedachtenloos voor zich uitkijken en correct overkomende antwoord naar eigen inzicht overnemen op het eigen blaadje. Dus dan duw ik dat blaadje net zover terug tot het achter de omheining van de romp van de betreffende leerling ligt. Allemaal heel easy peasy. Mogen ze weg als ze klaar zijn? Hangt ervan af. Bij een korte toets, zeg eentje van 45 of 60 minuten, niet. Gangbaar is de examennorm en die houdt in dat een leerling het eerste uur niet weg mag en ook het laatste kwartier van een toets mag ie 'm niet splitten. Reden? Er moet onrust vermeden worden en als er eentje na 35 minuten weg mag (en er was er eentje na 35 minuten klaar vandaag), dan mag de rest dus ook. Dan wordt misschien het werk afgeraffeld en dan is het ook nog eens onrustig tijdens de toets. Vandaag had ik een toets van 75 minuten. Sja, die mogen dus helemaal niet weg. Het eerste volle uur niet en het laatste kwartier ook niet. Ideaal. Ga ik volgende keer ook doen. Als ze nog vijftien minuten mogen werken zeg ik dat ook hardop. En die aftelklok is echt gaaf joh. De laatste minuut tikt ie elke keer een blauw vlak van een minuut af, 60 keer. Dan zie je tijdens die laatste minuut bij sommige leerlingen de blik in de ogen komen van: ja, dit was het. Het onverbiddelijke einde is daar. Van de toets dus. Ik kan beter niks meer opschrijven en mijn werk inleveren. En wat kijkt die man eng! Ik kan maar beter even niet de smartass uithangen. Kijk, en dat moet ik nou hebben. Surveillance, het is niet moeilijk, het is geen zwaar beroep, het is gewoon een bepaalde tijd serieus rondkijken, met een nietszeggende blik in de ogen de gezichten en het werk daaronder scannen. Dat is het eigenlijk wel.
Hier bol ik uit. Op m'n andere account buik ik uit, hier bol ik uit. Het is bijna vakantie namelijk. Dat zeiden de leerlingen gisteren en eergisteren ook nog: fijne vakantie meneer! Sja, zij moeten nog een toetsweek doen, ik kan onderuit zakken. Ik heb nog wat surveillances te goed, en een vergaderingetje. Ik bol uit.
Zo! Ik ben er bijna, mensen! Nog 231 punten verdienen en dan krijg ik een badge. Dan ben ik topbijdrager aan de groep docenten klassieke talen! Kanone! Wie wil dat nou niet, een badge? Ik ga dit eerst eens even laten bezinken. En dan kom ik er later op terug. First things first zeg ik altijd. Of, in het Latijns, prima prima. Da's nog eens een tekst voor een tattoo hè? Gratis te gebruiken. Wie prima prima op zijn pik laat tatoeëren, allemaal prima, maar die kan dus vanaf nu uitleggen wat ie op zijn snikkel heeft staan. De eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat ik geen idee heb wat er aan tekst nog te lezen is als de erectie verdwenen is. Dat werkte anders in dat mopje, dat ik hier niet zal debiteren, maar waarin ook in niet gezwollen toestand het woord gup nog goed te lezen viel. Over mopjes gesproken, ik heb er afgelopen week twee verteld aan het eind van de les. In de vijfde klas, dus het waren keurige mopjes. Glazenwassers en krokodillen staan in ieder geval niet bekend als taboe onderwerpen. Ik oogstte er wel bewondering door in de klas. Zo van, hee, dat kan die ook al. Goed, over naar gisterenavond. Ik zal het kort houden, speciaal voor Ad van der Aa. Gisteravond was een select gezelschap te gast in huize Van der Linden. Zo rond vijf uur schoof de (ex) JDW-goegemeente aan. Dick en Ad waren er als oud-collega's bij en natuurlijk waren Maarten en Frank er van de huidige docentenlichting ook. En ikke dus. De onderwerpen waren, net als de hapjes, divers, pikant, boeiend. De 0.0 melk, met en zonder schuimkraag, met en zonder citroensmaak, stroomde er rijkelijk. En hetzelfde gold voor de zwaardere uitvoering van melk. Waar ik verwacht had zo rond 8, 9 uur thuis nog even aan te schuiven als in een alternatieve Mac, bleek ik uiteindelijk ongeveer om 1 uur in de nacht de weg naar huis gevonden te hebben. De fiets ging zonder krassen op de auto de garage in en ook de voordeur kende weinig geheimen meer voor mij. Zachtjes de schoenen uitdoen, mwah. Op één been staan is voor een mens wat lastiger dan voor een ooievaar. De kleding uittrekken is op zichzelf niet echt moeilijk, maar die dan in het donker van de slaapkamer op de juiste stoel deponeren, dat is andere koek. De tanden poetsen leek me een beter afleidingsmanoeuvre dan snel twintig pepermuntjes eten. Bovendien leek me dat na een paar dagen wel weer eens tijd worden. Kusje op het hoofd van vrouwlief merkte ik wel op, vanwege de wat gebrekkige oog-mond coördinatie, maar zijzelf niet. En vanochtend aan het ontbijt kon ik de vragen "Zo! Was het een beetje gezellig bij Pieter en Cissi? Hoe laat was je thuis?" volmondig met "keigezellig" beantwoorden. En op de tweede vraag zei ik gewoon, om te laten zien dat ik nog compos mentis was "Nou de grote wijzer stond op de 1 en de kleine wijzer zat eronder, dus die zag ik niet." En dat was ook zo. Sorry Ad! Toch iets langer geworden. En dan zou ik ook nog op die badge terugkomen, hè. Doe ik speciaal voor jou niet!
Kijk, wij hebben op school het mobieltje een soort van halt toegeroepen. Het ding mag alleen in de kantine - aula is Latijn voor kantine (mwah) en ik denk dat daar mogelijk een probleem zit - gebruikt worden. Dus wanneer wij op de gang of zelfs in een lokaal een leerling zien die het mobieltje in de broekzak heeft, dan dienen wij dat ding in te nemen, in een envelop te doen en in te leveren bij iemand die dat ding aan van de dag weer teruggeeft aan de rechtmatige eigenaar. Ja ja, ongewoon streng, JDW-matig dan.
En wat valt mij nu op? Heel veel meiden hebben die telefoon in de achterzak. Soms de linker, vaak de rechter achterzak. Kontzak. Oei oei oei. Hij zegt kontzak. Dan steekt dat ding half of voor meer dan de helft uit die achterzak en toch valt ie er dan niet uit. Geen idee hoe ze dat doen, maar bij mij zou ie er al tien keer uitgevallen zijn. Die meiden hebben ook allemaal een schooltas. Nou ja, niet zo eentje als ik vroeger had. Nee, een damestas formaatje hutkoffer. En die hangt over hun rechterschouder wanneer ze bij mij het lokaal binnenkomen. En die hangt zo laag dat ie me precies het uitzicht op die rechter achterzak ontneemt. Waar dus negen van de tien keer die telefoon toch in zit. Want ja, zonder kunnen ze niet. Ik ook niet, maar ik heb geen damestas. Nou ja, deze vergelijking is geen succes. En ik denk dus dat ze dat er om doen, die tas daar zo neer laten hangen. Beetje paranoia, o nee, paranoïde ben ik wel.
Ik geneer me soms dood dat ik, om goed te kunnen constateren of de leerling in zijn/haar broek een telefoon mee naar binnen smokkelt, mijn blik op kruishoogte moet richten en daar speurend naar moet kijken. Soms zie ik een afdruk van een telefoon in een broekzak, maar zit daar helemaal geen telefoon meer in! Sinds 30 seconden dan. En er komen leerlingen binnen die zelf met hun handen de fouillerende beweging maken langs voorzakken, achterzakken en wat al niet meer voor zakken. Kijk meneer! Clean!
Van de week hadden we een ontruimingsoefening. Je wil niet weten hoeveel achterzakken ik met telefoontjes gevuld heb gezien! Maar ja, op zo'n moment, met de hijgende slow whoob in je oren, ga je ze natuurlijk niet innemen. Sterker nog, je kunt ze niet eens begripvol vertellen dat ze dat mobieltje maar in hun tas moeten stoppen want die tas is achtergebleven in een lokaal!
Ik zie het misschien niet allemaal meer zo goed. Kan ook.
Ik waan mij in Rome, mensen. De temperaturen hier zijn min of meer vergelijkbaar met die in Rome en het uitzicht is dat op het Forum. Huh, Van Hoon. Uitzicht op het Forum, wat voor waan heb je gebruikt? Ben je aan de waantjes gegaan soms? Nee joh. Wanen, ze bekruipen mij naarmate ik ouder word vaker. Tot ik aan complete waanzin ga lijden. Paddo's, meneertje koekepeertje?
Nee, ik zit in de docentenwerkruimte hier op school. Eerste verdieping, dus inderdaad best een beetje high ja. Daar is behang op een muur geplakt met een afbeelding van het Forum. Beneden is er een afbeelding van een herfstachtig bos geplakt. Nou, dan heb ik liever dit. Prosecco erbij, pizzaatje, Italiëgevoel compleet.
De eerste weken van het nieuwe jaar vallen me, ondanks echt een prima rooster, een beetje zwaar. Nou, en dan zie ik zo'n behang en word ik weer wat blijer. Goed dat zo'n behang bestaat.
Morgen is het weer zover. Dan gaan de eerste lessen weer van start voor mijn collega's en dus ook voor mij. Ik heb meteen alle groepen in lokaal 117 te gast. Twee vijfde klassen en twee zesde klassen. Beetje warm draaien met veelal voor mij onbekende leerlingen in klas 5, en daarna het summum van Latijn. Vergilius, examenauteur voor het centraal examen in 2025. Vandaag heb ik er al een hoop gezien. En geloof het of niet, ze waren in het algemeen blij dat ze les gaan krijgen van me. Kijken of ze over een paar weken nog steeds zo positief zijn.
Ik verheug me op morgen. Beetje zenuwen, dat hoort er bij. Mijn 40e jaar in dienst, het zou een mooi en gedenkwaardig jaar moeten gaan worden. Hopelijk in positieve zin. Ik houd jullie zo af en toe wel weer op de hoogte.
Kijk, het einde van de vakantie nadert. Dat betekent vanaf volgende week weer een beetje gewoon doen. Half 7 gaat de wekker, tien minuten later staan we daadwerkelijk op, douchen, ontbijten en lunch klaarmaken. Kruiswoordpuzzel uit de Volkskrant en de sudoku uit de Volkskrant (in omgekeerde volgorde), tanden poetsen, spullen in de rugtas en hoppa, naar school. Nou kijk, in dat hoppa zit de kern van onze vakantie besloten. Twee en een halve week in Griekenland, waarvan de laatste week op Zakynthos. Waarom Zakynthos? Omdat daar zoonlief Xanthias met schoondochterlief Maud trouwde. En op het etentje na de plechtigheid werd voortdurend Hoppa geroepen. Door sommigen dan aangevuld met het fijnzinnig bedoelde "bitch". Dat schijnt uit een film te komen en dan mag het. Want dan is het cultuur. Zo werkt dat nou eenmaal en ik heb er verstand van.
Het einde van de vakantie betekent ook als een razende schoolwerk doen. Gelukkig heb ik collega's die me daarbij helpen. Vrijdag is er nog een feest voor vrienden en bekenden en - deo volente - oma de Hoon, de volgende ochtend is er nog een ontbijt. En dat is het weer over met de feestelijkheden. Oeps, ik vergeet Benjamins verjaardag. Hij wordt 9, dus dat is zaterdag het tweede feestje.
Nou, en dan gaat dus maandag aanstaande om half 7 die pleuriswekker weer. Weer naar school. Hoppa!
Vrij naar Cicero, de doperwt:
"Tot welk punt eigenlijk zul jij, school, ons geduld misbruiken? Hoe lang nog zal die waanzin van jou met ons de draak steken? Tot welk uiterste zal jouw teugelloze overmoed zich verheffen?" Nou, ik hoef niet eens zo veel aan te passen, zie ik nu.
Hoppa!
Een weldadige rust is over mij nedergedaald. Gisteren was het heel gezellig, ondanks dat we van een aantal collega's afscheid namen. De speeches zijn wel gelukt geloof ik. Het eten was inderdaad lekker, de sfeer was prima. In allerlei intermezzo's werd duidelijk hoeveel komisch en zangtalent wij op school onder de collega's hebben. Nadat alle feestelijkheden afgerond waren en ik van de meeste collega's en oud-collega's persoonlijk afscheid had genomen toog ik, zonder bloemen gelukkig, naar huis. Daar heb ik een tijdje lekker niks gedaan. Zo noem ik de hazenslaapjes op de bank maar even. Om kwart over 5 belde gadelief me (wakker) om afspraken te maken hoe we naar Zomerlust zouden gaan. Zomerlust in Zwijndrecht is een prima restaurant. We zouden er lekker gaan eten. Met de waterbus van de Hooikade naar de Zwijndrechtse kant en daar Zomerlust binnen rollen, het was een eitje. We hebben er echt fantastisch lekker gegeten. Heerlijk melkje ook. Uit 2021, Nebbiolo-melkje, licht, fruitig. Echt een aanrader. De buidel moet redelijk groot zijn, maar ach. Na het eten keerden we met de waterbus, nu via de Merwedekade, terug naar huis. Vakantie!
D'n laatsten dag. Klinkt een beetje Brabants, is het misschien ook wel. Maar het is ook een variatie op hoe mijn gewaardeerde buurman in Zwijndrecht, Jan Wessels, altijd aan 21 juni refereerde. Gesnoeid moest er voor, of nou juist na, d'n langsten dag. Maar goed, het gaat vandaag niet over snoeien.
Op school worden we vandaag om 11 uur verwacht, voor de slotvergadering. Dat is een alleszins schappelijke tijd. Veel wordt er niet meer besproken. Het zijn de laatste eindjes. Alles bij elkaar duurt het een uurtje. Tenzij iemand lastige vragen gaat stellen, kritische noten plaatst of zich anderszins vertragend profileert. Daarna is er een lunch. Kijk, dat zijn bij ons nooit broodjes kroket of spiegelei of omelet. Het zijn altijd luxe broodjes, met diverse typen beleg erop. Altijd prima. Bananen erbij en andere gezonde zooi. Sapje, watertje, thee, koffie.
En na de lunch is het dan tijd voor het afscheid. Afscheid van collega's. Er gaan er met pensioen, er gaan er met vervroegd pensioen, er gaat er eentje met sabbatical - goede keuze - er gaat er eentje naar Potsdam, er hebben er ander werk gevonden. Dus dat worden verschillende speeches. Ik mag zelf ook een duitje in het zakje doen. Of liever gezegd een duit in de zak. Een joekel van een duit in een keigrote zak.
En dan begint een lange zomervakantie. Hopelijk met lekkere temperaturen en veel ontspanning.
Op zo'n moment als dit pleeg ik te contempleren. Wat gaat de toekomst brengen? Wordt het vrede waar nu oorlog is? Het zou getuigen van het waarheidsgehalte van "Alle mensen deugen". Wat gaat de nieuwe regering ons brengen? Nog meer regen? Stagneert de ontwikkeling van AI? Of heeft AI dat zelf al bepaald.
Wat gaat mijn toekomst brengen? Ook niet onbelangrijk, al valt het belang volkomen weg tegen de echt belangrijke dingen in de wereld.
Ik heb vaak afgeteld en ook gedebiteerd dat het volgend jaar mijn laatste werkjaar zou worden. En dan zie ik de collega's, die afscheid nemen. Dan zie ik de pensionado's van over twee maanden. Dan zie ik onze beste vrienden die ineens een zee van ruimte hebben. Dan zie ik "We zijn er bijna" van omroep MAX. Sta ik daar over twee jaar in de Provence ook te kutten met een caravan, waarvan ik de pootjes niet uitgedraaid krijg? Sta ik dan ook te jeu de boulen met andere gepensioneerden? Sorry, niet met gepensioneerden, maar met ijzeren ballen natuurlijk. En dan kijk ik naar mijn leerlingen, naar mijn collega's, als het ware vanuit een drone naar mijzelf en dan weet ik het allemaal niet zo zeker. Dan kijk ik naar de Proclamatie eindexamens met diploma's voor geslaagde leerlingen, de CEO's en leiders van de toekomst. Dan kijk ik naar de Promotie, met de rapporten die ik uitdeel aan leerlingen die in het begin van het jaar niet gedacht hadden dat ze over zouden gaan naar de zesde klas. Dan kijk ik naar gezellige tot de nok toe met onderwijskundige opvattingen gevulde organisatiedagen die ik toch voor geen goud zou willen missen! Nouja, goed. Voor ik emotioneel word: ik weet het gewoon niet meer.
Waar ik wel mee begonnen ben is het maken van een lijst, in Excel tuurlijk, van mensen die op mijn pensioenborrel uitgenodigd worden. Je kunt daar niet vroeg genoeg mee starten. Je wilt geen mensen passeren, je wilt geen mensen uit een lang vervlogen verleden vergeten, je wilt ook niet dat er maar drie pipo's op de borrel komen, alle drie met een ziekelijke drang naar bittergarnituren, bier en gore moppen. Dus ja, afscheid van werken zit mij (dit is nou een dativus ethicus) volop in het hoofd.
Het is natuurlijk uiteindelijk wel zo dat ik er een keertje uitgegooid word, 64 of 67. Dat snap ik. Voor mij hangt het bepalen van het juiste moment sterk samen met wat mijn gevoel me zegt. Slaat de balans nog door naar de leuke mensen en dingen, dan kost het werken ook minder moeite. Slaat de balans door naar de vervelende dingen en mensen (classici hebben dit chiasme feilloos door) - en die zijn er zoals in elke organisatie zeker ook - dan wordt het tijd mijn jas aan te trekken en de deur achter mij dicht te doen. Nu nog niet. Nu is het gewoon d'n laatsten dag. Met lunch. Mjammie.
Gisteren was de Proclamatie eindexamens. Altijd een eenzaam hoogtepunt in het JDW-schooljaar, afgezien van de algemene beginvergadering in augustus natuurlijk. Ik mocht alleen Mees toespreken en dat is aardig gelukt. Ze was er in ieder geval blij mee en haar ouders, zus en vriend ook. En het mooie vond ik dat ze dat overtuigend liet merken ook. De omhelzingen waren talrijk en als ik heb gebloosd dan heeft niemand daar iets over gezegd. Het is altijd fijn - ik zal even to the point komen - al mensen jou waarderen en ervoor kiezen dat uit te spreken. Gisteren heb ik dat weer met een paar oud-leerlingen (snif...) ervaren en dat doet zelfs een week oudemannenhart, hardvochtig als leraar, (te) beschermend als mentor, erg goed. Dat zouden ze vaker mogen doen. In zo'n ceremonie als de Proclamatie doe je dat als mentor natuurlijk standaard, de geslaagden complimenteren. Dan staat het zelfs zwart op wit. De door een mentor uitgesproken tekst staat in een boekje dat de geslaagden die dag ook ontvangen, dus naast het diploma, de penning van de oudervereniging, het jaarboek, de cadeautjes, de blommen. Dan kunnen ze, als ze van de eerste emoties bekomen zijn, nog eens rustig nalezen wat die mentor nou eigenlijk gezegd heeft. Of voorgelezen. Daar staan de lofprijzingen zoals gezegd zwart op wit. Goed. De ceremonie zelf verliep prima. Mentoren uit het examenjaar zitten links van het spreekgestoelte. Nu ja, het kathederblad met de microfoon. De geslaagden worden naar voren geroepen in groepjes van 5, 6 personen. De mentor gaat klaar staan en roept dan de geslaagde mentorleerlingen een voor een naar voren. Ze zijn nooit zenuwachtig, behalve dan. En dat kun je vanaf de plaats waar je zit goed zien. De handen zijn het grootste probleem. Waar laat je, als je in vol ornaat, een prachtige jurk, een schitterend kostuum, je handen nou eigenlijk. Sommige jongens steken ze in de zakken, halen ze er weer uit, stoppen ze er weer in. Tot ze ze uiteindelijk slap langs het lichaam laten hangen. Anderen staan als het ware in een "muurtje", handen gevouwen voor de kroonjuwelen. Weer anderen vouwen hun armen voor hun borst/buik in elkaar: de "kom maar op met die speech" houding. Een aantal geslaagden staan met hun handen op hun rug. "De schaatsers die ineens rechtop zijn gaan staan"-houding. Ach, het is te begrijpen. Zo vaak doe je dit soort dingen niet. De volgende keer dat ze weer zo'n uitreiking hebben, hebben ze al een hele zooi berichten op LinkedIn geplaatst: "de tot mijn grote vreugde mag ik meedelen dat"-taferelen. De borrel in de tuin van het museum is altijd een uitdaging voor mij. Hoe a) krijg ik voldoende warme bitterballen binnen, b) vind ik alle geslaagden die nog een cadeautje van mij ontvangen, c) vermijd ik een aantal geslaagden die in, voor en na de les Latijn nooit enige interesse in mijn vak toonden maar nu ineens een Latijnse spreuk in hun jaarboek willen hebben en d) zorg ik ervoor dat ik als wandelend memorial monument nog met zoveel mogelijk leerlingen en hun (groot)ouders in gesprek kom? Gewoon uit belangstelling en omdat ik daar in vol ornaat, zelfs mét stropdas, de school toch ook vertegenwoordig. Gisteren zat er ook nog tijdsdruk op omdat we vanwege het voetballen een uur eerder in het restaurant moesten zijn. Dus ja, prima middagje gehad. Alles kwijt uit mijn speciaal daartoe meegenomen plastic tasje (ze bestaan nog!), alle twee de ontvangen cadeautjes in diezelfde plastic tas gedaan. Hier en daar in jaarboeken een Latijnse quote van Hannibal - oké, lichtelijk aangepast - geschreven. Soms zelfs een extra persoonlijke noot toegevoegd waardoor er een extra glimlach zichtbaar werd. Wie is nou niet blij met aandacht? Zelfs leraren ja. Het voetballen was het, afgezien van het mooie doelpunt van jankerdje Simons, niet waard om eerder te gaan eten. Nederland uitgeschakeld. De wereld wordt weer normaal. Zo. Deze bespiegeling kwam recht uit het hart.
Voorgenieten
Komende week is de laatste schoolweek. Daarna is het dus vakantie en in de vakantie dien je te genieten. Dat heb ik altijd geleerd. Nou, en nu ben ik dus aan het voorgenieten. Het meeste werk is gedaan. Alles is nagekeken, alle cijfers zijn vastgesteld, nog een paar vergaderingen daarover en dan is het tijd voor andere dingen. Diploma's uitreiken en daarbij een praatje houden. Eentje voor mij dit jaar. Mees is een kei, want ze is geslaagd. Ik ben twee jaar haar mentor geweest en dus mag ik haar nu toespreken in de Augustijnenkerk. Lang geleden was ik een jaar of 30 leerjaarcoördinator. Die functie bestaat niet meer. Maar ik was heel erg nauw bij de uitreiking van de diploma's betrokken, en ook bij de ceremonie zelf. In de Augustijnenkerk was Gert de koster en we konden het prima vinden. Nog steeds. Hij hielp me bij het uitvoeren van allerlei wensen van de school t.a.v. de proclamatie. Zo noemen wij de uitreiking van de gymnasiumdiploma's. Latijnse naam, tuurlijk! Wat ik me van ons eerste overleg het beste herinner is dat Gert zei: alles mag (bij wijze van spreken) maar er mag niet gesproken worden vanaf de kansel én pas een beetje op die grote kroonluchter daar. Nou, mijn collega's achter de examentafel overtuigde ik vrij gemakkelijk van de redelijkheid van het verbod om vanaf de kansel geslaagden toe te spreken. De geslaagden zelf waren een stuk lastiger te overtuigen van de redelijkheid van het tweede verzoek van Gert. Aan het eind van de ceremonie mogen de caps omhooggegooid worden. Ze mikten, die geslaagden, zoals ze als leerlingen op goede cijfers gemikt hadden. Nou, er bleven er een stuk of twintig hangen in de kroonluchter. Gert heeft ze er allemaal uit weten te krijgen. Sja, de Proclamatie. Ik zag voor het eerst niet in het programma staan dat ik het schoollied, het Eia, ten gehore mag brengen. De vorige jaren deed ik dat eerst een jaar of 25 alleen, daarna samen de rector. Die kent de tekst inmiddels al zo goed dat hij het Eia in zijn dappere uppie gaat zingen. Applausje waard. Na de uitreiking is er een borrel in de museumtuin, waar we de laatste jaren helemaal suf geluld worden met vragen of we iets in het jaarboek willen schrijven. Daar is een paar jaar geleden een of andere pipo geweest die daar speciaal ruimte voor in het jaarboek heeft opgenomen. Twee, drie pagina's wit. Niks, geen foto, geen tekst, noppes. Ja, straks het ene na het andere cliché. Roosjes verwelken, scheepjes vergaan, Van Hoon eet echt nooit een banaan. Ben je boos, pluk een roos. Roos zit in het haar van Van Hoon, zo, dat is pas verandering van toon! Nou, en zo meer. Ik ga een Latijnse spreuk bedenken. Wel actueel, dus uit het examenpensum van dit jaar. Was groot genoeg, dus moet lukken. Vrijdag afscheid nemen van een paar collega's. Na eerst een vergadering te hebben doorstaan en een lunch. Komt allemaal goed. Ik ga eens nadenken over mijn eigen toekomst.
Wat zijn die Griekjes braaf! Goh! Ik zit te surveilleren bij een groep Grieks. Die doen gewoon wat ze moeten doen! Nee, dan de Romeintjes. Die doen voor een groot gedeelte juist niet wat je zegt. Net zat ik in de grote gymzaal te patrouilleren bij een toets wiskunde. Keurig allemaal onderverdeeld: links de twee wiskunde C'ers, daarnaast een contingent wiskunde A'ers en rechts de wiskunde B'ers. Over nagedacht, want die toetsen moeten wel gesorteerd worden op docent. Niets is zo irritant als een stapel gemaakt werk terugkrijgen dat niet gesorteerd is. Hier, ze waren er allemaal. Dacht ik tenminste. Zoek je het verder uit?
Nou, ze gaan weliswaar braaf zitten waar je zegt dat ze moeten gaan zitten. Je roept nog om dat ze hun mobieltjes in de tas in de kleedkamer moet laten, in de UIT-stand. Mooi dat er halverwege ineens een super irritante ringtone te horen is, hè. Dan is er dus eentje die niet geluisterd heeft naar wat de baas vertelde. Diezelfde baas gaf ook de instructie dat de leerlingen de naam van hun docent, het liefst zijn docentcode, op het proefwerk moeten zetten. Dat doen ze. De meesten dan. En soms is het zoeken, want ja, de baas zei alleen dat de naam op het papier gezet moest worden. Wáár ik dat moest doen zei ie er niet bij. We vinden ze overal. Linksboven, rechtsboven, middenin boven, rechtsonder, alleen op het tweede blaadje, alleen op het derde - lege - blaadje. O ja, en eentje schreef helemaal onder aan de toets: beste meneer*, Ik hoop dat u me een voldoende geeft, want dan ben ik over. Het was echt een kuttoets, meneer. Maar ja, ik ben ook laat begonnen met leren. Vanochtend na het ontbijt.
*hier stond dan de naam, voornaam, tussenvoegsel én achternaam van de docent. Viel nog mee dat zijn bsn er niet bij stond.
Nee, dan deze Griekjes. Weet je wat? Ik ga Grieks geven! Krijg ik a) hogere CE-cijfers, b) gemotiveerdere leerlingen en c) super braverikjes in de les. Ik zeg: doen!
Iemand zei tegen mij dat ik vakantie serieus moest nemen. Ik vond dat wel een grappige, weliswaar van elke realiteitszin gespeende, maar wel lief bedoelde opmerking. Als je je nieuw te ontwikkelen werk niet vóór de eerste les in orde hebt loop je meteen achter de feiten aan. Dat is mijn ervaring van de laatste jaren en die gaat echt niet veranderen. Nou, dan moet je ergens vlak vóór de "echte" vakantie tijd en ruimte vinden alles te fabriceren. Gelukkig hebben we dan met zijn allen niets te doen, dus dat komt prima voor elkaar.
En toch heb ik het best naar mijn zin, zelfs op mijn werk. Net ben ik voor mijn werk een ijsje gaan eten met de mentorleerlingen die dat wilden. Het is de eerste dag van de toetsweek, het is bloedverzengend heet en dan lijkt een beetje verkoeling mij als mentor wel een waardevolle en verantwoorde tijdsbesteding. Bovendien is het vaak reuze gezellig en kun je, voor mij als oude zak nog prettig ook, het tempo van spreken van die gasten best bijhouden. En ze mogen op hun telefoontje, zonder dat ik er iets van hoef te zeggen, ik hoef niet de Telefoon-BOA uit te hangen. Nou ze waren er met zijn zessen hoor! Bij La Venezia, half 2, min of meer stipterig. De anderen, die waren na de eerste toetsen, aardrijkskunde (kortweg ak) en Duits (daar is geen kortweg, geen afko voor), meteen aan het werk gegaan voor de toetsen van morgen. Wiskunde en Grieks. Die mentorleerlingen van mij hebben geen Grieks, die hebben hun handjes al vol aan Latijn. Dus die hebben alleen maar wiskunde morgen. Nou, dan ga je thuis in de comfortabele koelte van de diverse airco's zeven uur lang aan wiskunde werken dan wel ploeteren. Dat helpt echt! Mij hielp het vroeger niet, maar ik had geen airco. Mijn moeder had ik geïnstrueerd mij als een ware koelie met een groot blad van een bananenboom koelte toe te wuiven. Ze moest wel, anders zou ik mijn toetsen verknallen. En dat was niet alleen een dreigement, maar zelfs een zeer realistisch scenario.
Nee dus. Niet zeven uur achtereen wiskunde doen. Latijn? Oké, maar wiskunde? Nee, niet doen. Want wat zegt die pseudowijze mentor? Herhaling is de "tool" van de kennis. Of, zoals we dat tegenwoordig formuleren: herhaling is de kracht van het eigenaarschap van het leerproces. Zoiets was het. Je kunt het het beste elke keer opnieuw voor de tweede keer nogmaals wederom frequent en veelvuldig herhalen. Maar dat doen ze niet. Tja, dan zit je zeven uur onder de airco te buffelen. Mams maakt het eten, paps brengt de ijsthee lemon met munt erin, de oortjes hebben ze in, zodat elk noise van buitenaf gecanceld wordt. Niet gek uitgevogeld zo! Nou, en dan komt het vast goed. 87 uur geen huiswerk doen los je gewoon op met zeven uur keihard werken. Worked last year, will work now! Altijd optimistisch blijven! Goed hè, die mentorleerlingen van mij. Ze nemen allemaal de adviezen van hun mentor ter harte.
Nou goed, het was gezellig met zijn zevenen. Ik hoorde allerlei verhalen, ik mag wel zeggen, best enge verhalen over vragen bij de toets ak. Het ging over Rotterdam, niet echt mijn stad, en over water in de Maas en verstedelijking, nou ja, de hele zooi. Ik reageer dan gewoon niet. Als een ware Stoïcijn nuttig ik mijn ijsje van drie bolletjes en word niet door enige emotie (mmm, dat is lekker, zeg. Zou dit nou goed zijn voor mijn nagestreefde apatheia of juist mijn hedonistische innerlijk voeden?) gehinderd. Zij wel. Zij zijn al zenuwachtig voor de toets Latijn. En zenuwen zijn niet bepaald goed voor het optimaal renderen van de ratio, van de rede, dat weet zelfs Lucilius. Nou, ik was in een extreem milde bui toen ik die maakte, dus dat komt met wat uurtjes werken best wel goed.
En over een week of twee is het jaar afgelopen. Wat vergaderingetjes hier en daar, wat speechjes afsteken voor deze en gene. En dan? Dan is er vrije tijd. Otium noemden ze dat vroeger. Nou, dat otium ga ik mij laten smaken. Met negotia dus. Ach, ik ben bijna 64. Met een paar jaar heb ik eeuwig vrije tijd. En dan bedoel ik pensioen. Pensioen kun je niet eten, vakantie ook niet.
Emoties overmannen mij. Nou ja, bij wijze van spreken. Vandaag was de uitslag van de examens. In de ochtend worden om 8 uur de zogenaamde N-termen bekendgemaakt. N staat voor normering. Bij een bepaalde score hoort niet bij alle vakken hetzelfde cijfer. Zo had Latijn een 1,7 als N-term en een vak als wiskunde 2,1. Zo krijg je bij Latijn bij 34 punten (van de 74) een 5,8 als cijfer, maar bij Grieks (N-term 1,6) krijg je bij 34 punten (ook van de 74) een 5,7. Nou, het pakte allemaal best positief uit. Ook voor mijn ene mentorleerling. Ze stond er wel goed voor, maar ja, je weet nooit. Ik heb in de vergadering ook lijsten langs zien komen met een 5,49 voor het centraal examen. En ja, dat mag dus niet. Mot 5,5 zijn. Mees bleek geslaagd en wat ik nog nooit gedaan heb - ik had altijd wel meerdere geslaagde leerlingen - deed ik nu wel. Ik ben naar de bloemist gegaan en heb daar een fraai boeketje gekocht en ben haar daar bij haar thuis mee gaan verrassen. Niet zozeer met de blommen, maar natuurlijk met name met de uitslag. Ze was geëmotioneerd. En ik snap dat wel. Nu ligt de wereld aan haar voeten, nu kan ze haar verdere leven zelf vormgeven zonder afhankelijk te zijn van cijfers voor toetsen, praktische opdrachten of presentaties. Nu is het feest, tijd om de dingen nog eens even goed te bezien. Maar ook tijd om toe te leven naar de diplomauitreiking, de Proclamatie Eindexamens, zoals dat op het JDW heet. Naar de speech van haar mentor. Ik ben er net aan begonnen.
Momenteel bevind ik me in een soort van niemandsland. Zo'n bufferzone, weet je wel? Het Latijn examen moest binnen 6 dag gecorrigeerd worden en dat heb ik vanochtend kant en klaar ingeleverd. Wolfje ingevuld, slijmbriefjes geschreven, nou ja getypt dan, aan mijn tweede correctoren, nog eens een keer langs alle discutabele vragen gegaan, met dank aan het superlate versturen van het correctieadvies Latijn. En na 11 uur, toen alles ingeleverd was, zakte ik als een plumpudding in elkaar. Er kwam geen zinnig woord meer uit bij mij. O ja! Plumpudding! Dat is eten! En daar krijg ik weer energie van! Hoppa! Naar beneden.
Zo. Vandaag is het examen Latijn geweest. Livius, altijd dikke fun! Voordat het examen begon mocht ik vban de baas de leerlingen nog moed inspreken. Ik kreeg na wat ik had gezegd applaus. Huh? Applaus? Wat zei ik dan? Met omfloerste, doch krachtige stem sprak ik de volgende tekst: "Ik ben Hannibal. Jullie zijn mijn manschappen en ik spreek jullie bemoedigend toe. Jullie hebben de listen van de gidsen van de bergbewoners doorzien, van jullie docenten dus. Jullie hebben de guerilla-aanvallen van de bergvolkeren overleefd. Jullie (ik vond de anafoor zelf wel sterk) zijn heelhuids door de Alpen gekomen (niet allemaal, maar dat zei ik er niet bij). Nu resten alleen nog de afdalingen naar Italië, en die zijn makkelijker dan de beklimmingen. Maar pas toch op, want die afdalingen zijn nog best steil hier en daar. Maar áls je dan beneden komt wachten de groene grazige weiden van Noord-Italië op je. En ... heel in de verte ... Rome. Ik wens jullie veel succes!" Ze stonden nog net niet op, maar ze klapten voor mij. Ik was geroerd. En nou hopen dat ze het een beetje Scipio-like gedaan hebben.
Vandaag zijn de eindexamens begonnen. Vanochtend was het Grieks, vanmiddag biologie. Ik was om 9 uur de eerste surveillant, zeg maar de capo de surveillantio, dus ik mocht aan de hoofdtafel zitten. Nika was mijn secondante vanochtend en dat deed ze hartstikke goed. Voor zo'n eerste examen wil iedereen altijd nog wat zeggen. Gewoon, belangrijke mededelingen doen, zoals Frank dat weer uitstekend deed. Ze mogen echt niet afkijken, anders hebben ze een probleem! Nee hoor. Etui in de kleedkamer, smartwatches en mobieltjes al meteen bij de claviger afgegeven. Vinger opsteken, het liefst de wijsvinger, wanneer er iets is. Voorbeelden: extra blaadje, pleebezoek, extra blaadje voor het pleebezoek, kan ook, te veel licht, te veel airco, allemaal dat soort praktische dingetjes. Nou toen mocht de rector natuurlijk ook het woord voeren en dat deed hij, zo twee voor negenen, heel kort. Ik mocht ook nog iets zeggen, maar maakte geen gebruik van mijn spreekrecht. Dus toen was er heel weinig tijd over. Of, zoals Frank het noemde: 1 minuut stilte. Omineus. Het feest kon beginnen. Natuurlijk sta je als surveillant op scherp, en als hoofdsurveillant al helemaal. Want ja, "when the shit hits the fan, you're the prick". Ik geef toe, geen geweldig Engels. Maar het gaat om de boodschap. Gaat er iets fout, dan heb je iets uit te leggen, met je bijna 40 jaar ervaring. Gelukkig ging alles goed. Mijn ogen gingen van rechts naar links en van links naar rechts. Af en toe een blik in de kleedkamer, waar er ook nog twee zaten te werken. En dan weer van links naar rechts etc. Ik heb het examen Grieks niet ingekeken, want ja, andere activiteiten zijn verboden tijdens het examen. Het wachten was op de eerste wijsvinger. Ruim drie kwartier gebeurde er niets bijzonders. Er heerste serene rust. Nika en ik hadden de boel compleet onder controle. En toen ging er een vinger omhoog. zesde rij, vijfde van voren (zo veel kandidaten Grieks hebben we nou ook weer niet). Een beetje schichtige jongen. Lichte paniek straalde uit zijn ogen. Ik ga staan en gebaar (dan blijft het rustiger) of ie een blaadje nodig heeft (twee wijsvingers op ooghoogte tegen elkaar, die uit elkaar bewegen en dan naar onderen gaan, zodat de denkbeeldige rechthoek van een examenblaadje ontstaat) of naar de plee moet (rechterhand met de rug naar de zaal, links naast en dus voor mijn gulp). Nee, dat was het niet. Dus ben ik maar naar hem toe gelopen. Hij had zoveel mededelingen en reglementen te horen gekregen, dat ie niet wist wat hij met een afwijkende situatie moest doen. Wat was het geval? Hij zat kauwgom te kauwen. Dat mag en schijnt zelfs goed te zijn, omdat die kauwende beweging de werking van je hersens zou stimuleren. Maar nou wilde hij een vers kauwgompie en wist hij niet waar hij het ouwe, smakeloze en uitgewerkte kauwgompie moest laten. "Waar moet ik mijn kauwgom in spugen, meneer?" Verreweg de meeste vreemde vraag die ik ooit op een examen gekregen heb. Nou ja, ik vergeet die vraag, ook van een jongen, die de druk op zijn darmsysteem wilde verminderen. Waar hij het beste die scheet kon laten. Nou ja, niet in de zaal, leek mij toen. Gewoon naar het toilet en dan als surveillant maar van de reglementen afwijken en niet helemaal mee lopen tot aan de toiletdeur. Dat leek me verre van verstandig en humaan toen. Goed, wij staan natuurlijk voor niets, dus ik zei: spuug je kauwgompie maar naar ome Marc hoor! Ik vang hem wel op en transporteer het ding dan wel naar de surveillantenprullenbak. Nee! Tuurlijk niet! Ik zeg tegen hem: spuug het maar uit op dat spiekbriefje daar, is dat probleem ook meteen opgelost. My lips are sealed. Nee!! Dûh! er lag gewoon een oude verpakking van plastic en daar dumpte zijn zijn kauwgompie in. De schoonmaak ruimt dat aan het eind van de sessie wel op. Tenzij hij het bij zijn examen heeft ingeleverd. Zal toch zeker niet! Het leven van een hoofdsurveillant, elke dag anders. Morgen mag ik bij Nederlands zitten. Na mijn lessen althans.
Rome, we kome. O nee, toch niet. Op deze dag, maar dan in 753 voor Christus, werd Rome gesticht. Sja, zo gaat het verhaal althans. Stichters waren ene Romulus en ene Remus. Van hen overleefde laatstgenoemde de arrogantie van zijn broertje niet. Volgens de mythe sprong Remus over een muurtje dat volgens Romulus de stadsmuur van hun stad zou voorstellen. En wat doet die oetlullus van een Remus? Hij neemt een aanloopje en springt met gemak over dat muurtje heen. Wilde deze Remus interessant doen? Wilde hij zien of hij nog een beetje kon hoogspringen, met de achterwaartse driedubbele flipflap met een salto mortale? Zag ie ineens binnen het muurtje zijn mobieltje liggen? We weten het niet hè. Had ie wellicht een pestpokkentyfushekel aan zijn broertje, omdat die van mama altijd het toetje mocht kiezen? Ehm, mama? Welke mama was dat ook alweer? Was het Acca Larentia, vrouw van Faustulus? Was het een wolvin, een lupa (moet je niet hardop zeggen als je in Italië aan iemand de weg vraagt), die haar tepels aanbood aan wie het maar wilde? Of was het misschien Rhea Silvia, de dochter van de brave Numitor, die bezwangerd was door Mars? En dan bedoel ik niet die reep chocola dus. Even voorstellen. Mars was net als Jupiter een god. En precies zoals good old Juup hem overal in hing, al was het een gat in een boom (men zegt wel eens dat Juup de uitvinder van het/de gloryhole is), zo was Mars ook aardig actief met zijn knuppeltje. Laten we zeggen dat ie die geregeld in het hoenderhok mikte. En daar was Rhea Silvia, die kinderloos had moeten blijven, als het aan haar oom Amulius gelegen had, de dupe van. Geen consent whatsoever. Nee, hoor. De arme Rhea werd Vestaalse maagd, maar slaagde er alleen in het eerste gedeelte van deze eervolle titel waar te maken. Boink. Kut! Twee streepjes op de Predictor. Ja hoor. Zwanger. Prompt, nou ja, negen maanden later, werd er een tweeling geboren. En niet eens één baby, maar twee. God straft onmiddellijk, zei mijn moeder vroeger wel eens. Dan had ik de tv in hun slaapkamer aangezet voor Top Pop, maar dan viel de antenne uit. Romulus en Remus werden ergens in een mandje in de Tiber gezet. Toch een redelijke safe methode ze te laten verdrinken. Maar nee hoor. Een wolvin vond hen en zoogde hen. Later kwamen ze bij hun stiefouders terecht en nog weer later namen ze wraak op Amulius en brachten Numitor weer aan de macht. Kijk, die Remus was dus een loser. Ook Catullus, de enige Romein mét humor na Martialis, laat zich vrij ongenuanceerd uit over Remus. In een sarcastisch gedichtje over zijn grote liefde Lesbia vertelt hij hoe zij - de verliefdheid is door allerlei affaires inmiddels danig bekoeld - op duistere kruispunten en in donkere hoekjes mannen bevredigt. Het maakt niet uit wie. Alleen Catullus niet. Ach gosjie! De verlopen types helpt ze graag uit de nood, deze Lesbia, die eigenlijk Claudia heette, maar zich volkser Clodia liet noemen. Catullus noemt hen de nazaten van de fiere Remus. "Fier" is sarcastisch op te vatten. Tuurlijk! Anders zou ik het niet noemen. Goed, per saldo had het dus maar een haar gescheeld of die prachtige stad in Italië had Reme geheten. En dan hadden we nooit uit kunnen roepen: Rome, we kome. Hooguit: Reme, we game. Maar dat slaat dan weer nergens op.
Een paar weken geleden had ik een schema gemaakt voor de laatste lessen in mijn examengroepen. Na de laatste toetsweek is het een beetje lastig de leerlingen nog te motiveren en de hele stof nog een keer doornemen, dát is net een beetje te veel. Dus ik bedacht ook een mooie afsluiting voor de woensdag. Dan heb ik de eerste twee uur de ene groep, het derde en vierde de andere groep. Voor de eerste uren had ik een ontbijt bedacht, voor de uren daarna een koffie/thee rondje met taart. Alles in een Excel gezet en aan de leerlingen gemaild. Nou lezen die hun mail nauwelijks en alleen als het uitkomt, maar deze hadden ze mee gekregen.
Ze waren er állemaal, afgelopen woensdag het eerste uur. Zelfs de notoire spijbelaars en laatkomers waren er. Ik was ontroerd en heb even iets officieels gezegd - voordat ze als hongerige leeuwen aanvielen op het ontbijt van broodjes, kaas, jam, chocoladepasta - over wat ik zo in ze gewaardeerd heb en waarom ik zo blij was dat ze er allemaal waren. Iemand had een tosti apparaat meegenomen en er werden volop tosti's gemaakt. Heerlijk. Sinasappelsap erbij, thee, het was echt heel gezellig. Ze spraken in de groepjes (ik had de tafeltjes in groepjes van vier laten zetten, en dat is echt een totaal andere opstelling dan die ik tijdens de lessen heb: oud-leerlingen weten dat, hè Thomas?) en ik wisselde één keer in de zoveel tijd van groepje. Ze namen geen blad voor de mond en ze prezen mijn gepassioneerde manier van lesgeven "af en toe", dus ik werd met de minuut trotser.
Nadat ieder zijns weegs gegaan was, naar de scheikundetraining of zo, ontving ik de volgende groep. Ook die waren er allemaal! Met zelfgebakken kwarktaart, koekjes, brownies en zo nog veel meer lekkers. Ik verzorgde de thee en de koffie en ook hier ontsponnen zich volop verhalen over de school, de lessen, de lessen Latijn, hoe lang ik al op school werkte, over mijn manier van lesgeven. Maar ook over de naderende examenreizen. Ja daar zat ik toch een beetje met de niet geringe oortjes te klapperen bij een groep meiden die een week een huis zouden gaan delen in Albu. Da's kort voor Albufeira, in Portugal. Wat die allemaal meenden in hun koffer te moeten stoppen, mamma mia! Speciale manieren van shirtjes en jurkjes opvouwen, en wel zodanig dat er voldoende schoenen, slippers, sneakers mee konden. O, hebben we ook nog handbagage? Hoe groot mag zo'n stuk handbagage eigenlijk zijn?
Het was oprecht supergezellig en ik ga die nog niet door de wol geverfde vijfdeklassers van mij eens lekker maken met de lessen Latijn volgend jaar. Heerlijk! Aan de ene kant Vergilius, mét scanderen ja, aan de andere kant een gezellige ochtend ontbijten en taart eten.
Nog één lange examentraining, nog een examen, nog nakijken, nog overleggen met een tweede corrector en dan op naar de Proclamatie eindexamens in de Augustijnenkerk. Ik hoop dat mijn mentorleerlinge slaagt. Moet zeker kunnen. Ze staat er goed voor en dat heeft ze zelf voor elkaar gebokst. Ik begin vast aan haar speech.
Ik was er niet bij, maar/dus het was echt keigaaf. Volgend jaar nieuwe kans. Ik leef van achter mijn schoolwerk natuurlijk wel enorm mee. Met de leerlingen, met mijn collega's, met de leerlingen uit andere leerjaren, met de bouwvakkers naast de school.
Misschien dat ik bij mijn afscheid van school ook wel iets kolderieks organiseer. Ik ga eens broeden op wat ludieke plannetjes. Daar heb ik nog wel even de tijd voor.
Zo. Nu een drankje (melk in mijn geval) en wat te knabbelen (gewoon lekkere chips). Wachten tot onze dierbare vrienden uit Hellevoetsluis komen eten. Ep en Vero gaan binnen nu en een half jaar met pensioen, dus we hebben genoeg om over te kletsen.
Onze zesdeklassers hadden een leuk idee bedacht. En gisterenavond voerden ze dat uit. Ze nodigden hun leraren van het examenjaar uit voor het eten. Nou heb ik niet veel extra aansporing nodig als het woord "eten" valt, dus ik was present. Met door mijn lieve gade gefabriceerde tiropita's en spanokopita's. Nou, die gingen erin als Gods woord in een ouderling. Binnen 10 minuten waren ze verleden tijd. Ik mag wel zeggen voltooid verleden tijd. Plusquamperfectum voor degene die intelligent wil overkomen ja.
De rest van het eten was gemaakt door groepjes leerlingen, eigenlijk net zoals dat ooit in het laatste jaar van de basisschool ging. De regie was in strakke handen van Roos, Suzanne en Ella. Wat een kanjers! Martin Ras hield een oogje in het zeil en stond af en toe in de keuken. Nou, dan komt het natuurlijk helemaal goed.
Er was ook een mogelijkheid om op de foto te gaan. Met elkaar of met een docent. Van velen was ik ineens de favoriete docent, dus ik sta er geregeld gekleurd op met een paar leerlingen, een loslopende leerling en met mijn volle baard. Sja, hoe ga je dan als mannelijke docent, niet gering uitgevallen bovendien, staan te midden van twee leerlingen? Kijk, die jongens willen dan nog wel eens gaan staan als op ene foto van een voetbalelftal. Armen om elkaar heen. Maar dat doe je met de meiden natuurlijk niet. Ook niet als ze noodgedwongen nogal dicht tegen je aan staan. Dus ik stond daar met mijn handen omlaag, zeg maar zoals in een muurtje. Kroonjuwelen beschermen hoefde nou ook weer niet, gisterenavond.
Ik werd ook nog uitgedaagd door een paar leerlingen, met name door Ole, om een potje te darten. Dus wij met een groepje naar 117, waar mijn dartbord hangt. Ole had een week getraind en daar pijn van aan zijn werparm. Zei hij. Enfin, hij begon zoals hij geoefend had. De trippels en dubbels vlogen me om de oren, aan het begin van dat ene potje. Maar ja, je moet eindigen met een dubbele. En daar had hij misschien wat minder op getraind. Met dubbel 2 ging hij eraan. Had ik toch nog een extra goede avond.
Zelfs het tafeltennisbatje heb ik ter hand genomen. Nou ja, een hele eenvoudige uitvoering daarvan. Dus mijn backhandspin ging niet echt zoals normaal. Laat staan de keiharde allesbeslissende smash. En ik geef toe, Martin Ras was wel iets beter. Half 9 was ik thuis. Op tijd voor Endeavour Morse. En Flikken Maastricht. De avond was goed geweest.
Donderdag was ik in een museum. Huh? Van Hoon in een museum? Ja. 's Avonds, ook dat nog. Meestal hang ik 's avonds vanaf half 9 op mijn leren stoel naar tv te loeren, maar nu niet. Ik was in het RMO. In Leiden? Yep, in Leiden. Ik was uitgenodigd om mee te doen met een pubquiz. Ze hadden niet genoeg mensen, ik was een ouwe zak met hopelijk veel oppervlakkige voetbalkennis en 1 en 1 was 2. Dus ikke met een paar jonkies naar mijn oude studentenstad.
Nou, die hele hal voor de Egyptische tempel daar was nokkievol. Ik geloof dat er 45 teams waren, met de meest exotische, humoristische namen, plus combinaties daarvan. Platoontje lager vond ik wel geestig gevonden, dus die was niet van ons. Wij hadden gewoon JDW en dan Χαίρε και ὑγίαινε erachter. Dat is het motto van onze school, vandaar. Nou goed, na allerlei listige vragen werden we uiteindelijk 19e. Linker rijtje, zoals mijn collega quasi voetbaltechnisch opmerkte. Ja, klopt. Linker rijtje, maar wel onderaan daar. Ach, het was gezellig. De voetbalvraag had ik fout. In welke wedstrijd in 2023 scoorde Virgil van Dijk uit een penalty (voor Rotterdammers een "pinantie") tegen Odysseas Vlachodimos? Het ging de makers van de quizvraag natuurlijk om de voornamen van de twee heren. Virgil naar Vergilius, Rome's hofdichter, en Odysseas naar Odysseus, de leperd van het paard van Troje. Nou, ik had het dus fout met m'n Olympiakos tegen Liverpool. Het was gewoon Griekenland-Nederland. Ach, ik kon ermee leven. Een paar andere vragen had ik dan weer goed.
Natuurlijk kwam ik weer veel bekenden tegen, die ik allemaal de groeten aan hun partner heb laten doen. Ik hoop dat ik de goede combinaties had.
Zelfde vertrok ik voor de prijsuitreiking richting Dordt. Dat hoogtepunt kon ik er echt niet bij hebben. Maar leuk was het zeker. Volgend jaar wat studeren op parate kennis en dan komt het wel goed.
Die Caesar toch! Het is toch werkelijk niet te geloven! Hij is net een dag dood en vandaag is het oversteken van de Rubicon (niet te verwarren met Rummikub) alweer in het nieuws! Arrogant, ik zei het toch? Opgestaan uit de dood. Na één dag dood zijn al. Nog vóór de Pasen. Dat kunnen er niet veel zeggen. O, wacht ff. Het is actueel omdat het over een beslissing met grote strategische én politieke gevolgen gaat. Ja ja. Waarop je niet meer kunt terugkomen. Zo! Dan is de Rubicon wel een mooie metafoor inderdaad. Nederland steekt in politiek en strategisch opzicht de Rubicon over, omdat het bij Frankrijk vier nieuwe <i> kanniesinkniebootjes <i> gekocht heeft, à een miljard per stuk. Nou, en Caesar stak in 49 voor Christus de rivier de Rubicon over met zijn troepen in zijn kielzog, toen hij op weg was Rome aan te vallen. Staatsgreep noemen we dat tegenwoordig. Hij sprak de gedenkwaardige woorden "Alea iacta est". De teerling, de dobbelsteen, is geworpen. Casino-taal voor: het is een 1, een 2, een 3, een 4, een 5 of een 6, maar daar blijft het dan ook bij. Ik lees één alinea met bijzondere belangstelling. Gaat over de oude onderzeeboten: "De torpedo's in de boegbuis van de Zr. Ms. Zeeleeuw zijn groen en er kunnen er vier tegelijk worden afgeschoten. Maar dan moet je ze dus niet verwarren met de gelijkvormige torpedobedden waar extra bemanningsleden in kunnen slapen - die zijn blauw." Je zal kleurenblind zijn! Moeite hebben met turquoise. Lig je net te pitten, wordt je onder water weggeschoten richting vijandelijk schip. Ook een soort van "alea iacta est" dus. Ben je wel snel wakker. Elk nadeel heb ze voordeel.
Eerst π, dan Caesar. Ja kijk, wij classici denken in maart niet zozeer aan 14 maart als wel aan 15 maart. Zelf denk ik dan ook nog aan 17 maart, omdat Roxane dan jarig is. En aan 25 maart omdat dan het loon weer wordt gestort. 31 maart, ook leuk. Zomertijd terug. Nou goed, even iets leuks dat ik vandaag hoorde over een school (niet die van mij), waar speciaal voor 14 maart een heerlijke taart gebakken was. Ja, en? Door de wiskundemensen! Valt het kwartje, sorry 20 centmuntje, nog steeds niet? 14 maart. 14-3. Nee? Draai eens om: 3-14! O! Op die fiets! 3,1415926535897932384626433 83279502884197169399 en nog een hele zooi decimalen meer. Pi! Die wiskundemensen hadden een taart in de vorm van de Griekse letter pi, π dus. Grappig! Origineel! En lekker veel! Kunnen wij talenmensen een puntje aan zuigen, of een komma. Trema, wat jij wil. Uitroepteken? Mij best. Wij hebben dan weer heel andere humor. Pi in het Engels klinkt als het Engelse woordje voor taart "pie". Taart, taart, en er wás taart. Tot zover de humor. Voor ons is 15 maart niet 15 maart, maar de Iden van maart. En op de Iden van maart werd C (Gaius, want het was echt gajes van de straat, tuig van de richel) Julius Caesar omgelegd. We hebben het laatst onze vierdeklassers aan durven doen, een stukje Suetonius laten lezen over de moord op Caesar. Man, wat sloeg die een hoop voortekens in de wind zeg, die Caesar! En aan voortekens hingen ze nogal daar in het Romeinse rijk. Zo was er een waarzegger, Spurinna. Vage babbels had de man, jointje gehad of zo, maar het kwam er op neer dat Caesar extra op moest passen voor de Iden van maart. Wat zegt die oetlullus tegen Spurinna op 15 maart? Kijk, Spuro, het is 15 maart en ik ben er nog. Spuro hield niet zo van grapjes en repliceerde: de dag is nog niet voorbij. En gelijk had ie. Want laten we wel wezen, waarzegger word je niet zo maar. En Caesar had, voordat ie om zeep geholpen werd, dromen. Ja ja, iedere man heeft dromen, so what? Nee, dat hij boven de wolken vloog en Jupiter een hand gaf. De planeet? Nee, de oppergod. Was ie high as a kite? Geen idee. Een dag eerder, π-dag dus, werd er een winterkoninkje verscheurd door iets meer dan 3 grote vogels. 3,14 grote vogels om precies te zijn. Het arme beestje had een lauriertakje in zijn snaveltje, meer niet. De vrouw van Caesar had ook al een droom. Ja ja, iedere vrouw heeft dromen, so what? Nee, dat haar gevel instortte, die van hun huis dus. En dat manlief lek geprikt werd terwijl hij - hoe zeg ik dat nou netjes - zijn hoofd op haar schoot had. Nou ja, als je dan nog steeds naar de senaatsvergadering gaat, dan ben je echt van het padje af. Hij wel. Of hij had toch cojones. Kan ook. Nou ja, de moordregie was voortreffelijk en er wordt gefluisterd dat Caesar tegen Brutus, toen die hem aan zijn satéprikker wilde jassen, onuitwisbare woorden heeft willen spreken. Zeg maar gerust gevleugelde woorden. En zo zijn ze ons ook ter ore gekomen: Tu quoque, Brute. Of, wat veel raadselachtiger klinkt, καὶ σὺ τέκνον; Waarbij de ; het Griekse teken voor een vraagteken is. Ook jij, kind? Wauw! De moord op Caesar, geweldig! Niet voor hem nee. Maar voor het nageslacht, voor al die schattige gymnasiasten die zo graag uren en uren aan Latijn besteden, die zo graag over de dood van die kalende, armluizige, arrogante bestuurder lezen? Zeker weten, voor hen wel! Het is wel jammer dat ik morgen niet op school ben op de Iden van maart. Het had mij wel leuk geleken ons setje keukenmessen in aardbeienjam te dopen en die in de les te presenteren. Instructiemateriaal. Of gewoon om Caesar salad te versnijden en te verorberen. Zo van, wiskunde doet taart, Latijn doet sla. Mwah, andere keer.
Zal ik je een geheim verklappen? Ik ga de komende week minder lesgeven! Yeah!! Jippie! Trainen voor mijn pensioen. Heb ik dan een interessante regeling weten te treffen? Nou nee. Was het maar zo'n feest. Betaal ik dit geheel uit eigen zak dan? Eigenlijk ook niet. Ben ik deels de laan uitgestuurd? Niet dat ik weet. Maar wat dan, Marc? Vertel het ons! Ik hoor het jullie vragen. Nou, de vijfde klas is al op vaka... ehm studiereis en de vierde gaat komende week. Wat een rust! Zesdeklassers smeken nog wel om mijn lessen, dat weer wel. Anderzijds, ook de collega's zijn weg, dus Latijn babbelen gaat ook niet door. Nee, ik mag dit wel.
Alleen maar een stuk of honderd vragen maken voor de laatste toets van de zesdeklassers. Honderd? Jazeker. Dan heb ik reservevragen voor wie zich bij de eerste versie ziek meldt en dus mag inhalen. En vragen voor wie er dan nog niet is - kan allemaal, hè - en dus wederom in mag halen. Nou, dan heb ik nog vragen nodig voor de herkansing van wie de eerste ronde wel is komen opdraven maar slecht gescoord heeft. En ook nog vragen voor de inhalers, want ook die hebben recht op een herkansing. Onderwijs, nooit saai. Nooit rust ook.
Je raadt het nooit! Ik heb net een poëziealbum ingevuld voor iemand! Vroeger zeiden wij in Brabant poezie album, dus zonder trema. Maar ja, dat was Brabant. En dat deed je voor basisschoolvriendinnetjes. En dan schreef je "Roosjes verwelken, scheepjes vergaan, maar onze vriendschap blijft altijd bestaan." Dat kon toen gewoon. Sterker nog, zo'n gedicht was toentertijd bijna relatiemateriaal. Als je dit nu opschrijft in een vriendenboekje - want zo heet het ding nu - krijg je meteen een veeg uit de pan dan wel onder uit de zak dan wel de wind van voren. Hûh, Roosjes verwelken, hoe weet jij nou het het er daar bij mij uitziet, joh? Gore Van Nieuwkerk, dat je d'r bent. En hoezo, scheepjes vergaan? Wil je me dood of zo, mafkees. Hoezo altijd vriendschap? Geef maar terug dat boekje. Ik wil helemaal geen vrienden met jou zijn. Randdebiel. Nou goed, die ellende begon vorig jaar ineens. De ene na de andere leerling die je na de les discreet, nog net niet in een bruine papieren zak, een vriendenboekje onder je neus kwam duwen. Hallo meneer! Wilt u iets voor mij doen? Nou, moet je net aan Marc - zegt vaker ja dan nee - de Hoon vragen. Tuurlijk! Vertel eens, waarmee kan ik je helpen. Ik verwacht een vraag over de AcI of de abl abs. Nee hoor. De meest beminnelijke lach wordt uit de hoge hoed getoverd. Nou, en dan komt de aap uit de mouw en het vriendenboekje uit de handtas. Wilt u in mijn vriendenboekje schrijven? Kijk, hier, meneer. Op deze bladzijde, eh bladzijden. Drie bladzijden maar. Gewoon wat standaardvraagjes. Mag u gerust een uurtje over doen hoor. Als ik het nou eind van de middag terug heb, dan kan ik uw collega x, y, z en a, b, c ook nog net vragen iets te schrijven. Ik kom straks terug, ja? Ja, en dan zit je dus in je tussenuur vragen te beantwoorden. Wie bent U? Op welk adres kan ik u mailen? Ha! Mailen, je kijkt al zes jaar niet naar je schoolmail! Wat zijn uw voornamen? Hebbie ff? Wat was uw meest saaie vak vroeger? Waar kunnen ze u 's nachts voor wakker maken? Voor grammatica, vul ik dan met droge ogen in. Welke hobby's heeft u? Behalve die ene, bedoel je? Wat wilt u later worden? Massamoordenaar. Is weer eens iets anders. Sinds wanneer kennen wij elkaar? 5 minuten? Wat was uw leukste herinnering, samen met mij dan? Toen je in het verkeerde lokaal zat en dus weer snel vertrok? Mag die erin? Ik bedoel "in je boekje". Wat is uw levensmotto? Jezus, ben ik toch weer bij de navigatorensecte beland! Ehm, aaien, naaien, paaien en vlaaien. Mag niet? Oké dan. Dan deze maar "Wie goed doet, goed ontmoet." Meneer, het moet wel lopend Nederlands zijn. O. De laatste vertaling die ik van jou zag bevatte anders ook weinig lopend Nederlands. maar goed. "Geniet van het leven, het duurt maar even." Die had meneer **** ook al, maar het is goed zo. Heeft u een fotootje van uzelf? Eh, ja. Makkelijke vraag tussendoor. Nou goed, even later had ik mijn SO'tje af. Ik denk dat het geen 10 wordt. En nu maar weer munitie verzinnen voor het jaarboek. Moet ik ook elk jaar teksten in schrijven die nog een beetje leeswaardig zijn. Kunnen ze niet gewoon het jaarboek tot de laatste bladzijde vullen met quasi-leuke herinneringen van geslaagden aan hun schooltje? Is toch veel leuker!
Na de voorjaarsvakantie begint de laatste periode van het jaar. Zo voelt het althans. De zesdeklassers hebben nog één toetsweek te gaan en daarna staat hun schoolexamencijfer vast. Ze worden langzaam wakker, die gastjes. Sommigen maken zich al totaal geen zorgen meer, anderen zouden dat wat meer moeten doen. In overleg met mijn collega Otto hebben we onze leerlingen maar vast voorzien van al het materiaal voor de laatste toetsen en het examen Latijn. Otto heeft al zijn ingesproken filmpjes weer staan op YouTube en ondergetekende heeft zijn examendocument gepubliceerd. Ze zijn er op hun eigen manier wel enthousiast over. Denk ik tenminste. Ze zitten in ieder geval achter hun device niet te slapen, maar naar filmpjes te kijken en het examendocument te lezen. Nou, da's geen gekke score dan.
Ik ben druk met schaken. Doe ik ook. Voor de voorjaarsvakantie een leuk toernooitje voor de laagste jaren. Er waren maar 8 deelnemers, dus ik kon keurig op tijd afreizen naar de Katjeskelder die vrijdag. Binnenkort schaken we weer tegen het Stedelijk Dalton Lyceum. We proberen revanche te nemen voor afgelopen jaar toen we nipt verloren daar. Nu spelen we thuis en gaat het vast beter. Als de spelers zich nog aanmelden dan. Ik heb er pas twee, dus dat lijkt weer een dikke overwinning voor de Daltons te worden.
Later dit jaar nog een toernooi van de leerjaren 2 en 3, en nog later eentje voor de leerjaren 4, 5 en 6. Kortom, ik kom mijn tijd prima door.
Dit bericht heb ik even geplaatst voor het geval dat mijn trouwe volgers eraan twijfelen of ik nog wel aan het werk ben. Ben ik dus.
Ik rust uit. Vandaag was het weer Open Dag. Van de week zei ik tegen leerlingen dat het mijn 39e Open Dag was. Helemaal zeker ben ik daar niet van, omdat ik niet meer weet hoe het in mijn beginjaren geregeld was. Wás er toen wel een Open Dag of zo?
Nou ja, ik schaak op de Open Dag sinds jaar en dag en dat doe ik simultaan. Ik schaak aan de binnenkant van een carré - sorry Maarten, het was met drie tafels aan de korte zijde en vier aan één lange zijde inderdaad eerder een rechthoek dan een carré - met wit tegen schakers die aan de buitenkant gaan zitten en zwart hebben. Normaal moet ik een vreselijk goed geheugen hebben wil ik onthouden wat de diverse schakertjes op de borden allemaal voor fratsen uithalen. Kijk, dat ze hun zet al doen als ik mijn hielen gelicht heb om er als ik weer aankom nog eentje te doen, die "vergissing" heb ik al menigeen onder het aanstaande JDW-neusje gewreven. Dat er eentje - JDW-debattechnisch volkomen ontspoord - mij op wijst dat ik een aangeraakt stuk moet spelen, daarvan heb ik er in de loop van de jaren al velen gezien. En aan hun verstand gepeuterd dat een simultaangever het recht heeft met een ander stuk te spelen dan hij als eerste aangeraakt heeft. Dat hij, zelfs als hij bij het volgende bord nog geen zet gedaan heeft, op het vorige bord nog een zet mag veranderen. Quod licet Iovi non licet bovi, ach, ik kan het wel zeggen, maar ze begrijpen het nog niet. Is Latijns. Dus? Ben ik super lief voor de aanstaande JDW-ertjes? Vraagt u het Stan maar. Of Sara. Of Oscar, of zijn broertje Fabian. Ze waren er vandaag. Op Stan paste ik ook nog eens, terwijl zijn zusje met hun ouders proeflessen wiskunde en biologie ging volgen. Kun je toch nog beter bij mij van het bord geveegd worden. Aldus Stan.
Nee, ik sta ze niet alles maar lukraak toe in de hoop dat ze dan vast naar mijn school zullen komen. Als het goed is hebben ze dat door. Ben ik naar tegen ze? Zeker niet. Geef ik op, als ik verloren kom te staan? Ja, echt wel. Behalve dan tegen Casper, een oud-leerling die meende met mij nog een appeltje te moeten schillen. Grapje Casper! Ik had je wel tuk op het eind, hè?
Voor de rest schaak ik zoals ik op Lichess schaak, of op chess.com. Soms bagger, soms briljant. En de papa's, die hun kinderen helpen een goede zet te vinden tegen die gemene truc van die meneer? Ze zijn er nog wel, maar ze helpen hun kinderen niet goed genoeg meer.
Ach, het blijft allemaal spel. Toneelspel. Net als in de les. Word ik ooit echt boos? Nou, nee. Eén keer in bijna 40 jaar, kan ik me herinneren. Ga ik nooit meer doen.
De ochtend begon met een heerlijk ontbijtje. En daarna was het gewoon werken geblazen. Tegen twaalven klonk via de omroepinstallatie een bericht zoals je dat in de trein weleens hoort. Beste ouders, beste leerlingen uit groep acht. Het is nu tien voor twaalf. De ochtend nadert het eindpunt en de laatste pendelbus zal over enkele minuten vertrekken. Dan mag u weer heerlijk naar het Halmaheiraplein reizen. We hopen dat u allemaal een fijne, informatieve en leerzame ochtend hebt beleefd op onze school en we wensen u verder nog een heel fijne dag. Vergeet u niet uit te checken en uw kinderen mee te nemen? Er zit nog een jongetje te schaken in 112. Hij heet Stan. Zegt hij zelf.
Om 1 uur was ik thuis. Op de bank viel ik snel in een onrustige slaap. Na tien minuten schrok ik wakker. Volgens mij had ik tegen Stan bij de 20e zet loper maal f7 moeten doen en niet paard naar g6. O nee. Mijn lieve gade had thee gezet en een cake gebakken.
Schaken en eten, daar kun je me voor wakker maken. Bij wijze van spreken dan. Joh, als je me wakker maakt en vraagt of ik een vluggertje wil doen denk ik niet per se in eerste instantie aan 2 minuten per persoon per partij. Ja, per persoon misschien ja. En wek je me met een patatje speciaal, een crompouce of een pizzam dan ligt het echt aan het moment waarop je me wekt. Om 5 uur 's middags als ik een tukkie doe? Oké, kom maar binnen met die hap. Maar om 4 uur in de nacht? No way. Bij wijze van spreken dus. Gisteren had ik een combinatie van die twee. Samen met Bruce, een nieuwe collega LO, reisde ik naar het AFAS Circustheater in Den Haag, eigenlijk in Scheveningen. Schakers van onze school zouden daar een poging doen Nederlands kampioen te worden van het Schoolschaken Voortgezet Onderwijs, categorie 1. Vijf ronden, tien minuten per persoon per partij - echt belachelijk lang - met een increment (da's, dames en heren classici, iets anders dan excrement) van 10 seconden per zet. Zo dadelijk de details en als je daar niet tegen kunt scroll je een meter naar beneden: je kent mijn hekel aan beknopt formuleren. Na de prijsuitreiking eten. Ik had een Bram Ladage tent uitgezocht, maar die bleek daar helemaal niet te zijn. Maar een Mac voldeed voor één keer ook. Allejezus, wat hebben die gasten zitten kanen zeg. Alsof ze een week niet te eten hadden gekregen. Maar goed, zelf had ik ook een leuk bordje - geen schaakbordje nee, voor de humoristen onder jullie - met happen. Schaken en eten, en dat op een dag. Ze mogen me vaker zo verwennen. Goed, dan de uitslagen. Haha. Ik houd het kort hoor. De eerste wedstrijd moesten ze er nog een beetje in komen, die vier leerlingen, drie jongens en een meisje. 2-2 gelijk tegen het Stedelijk Gymnasium Leiden. Tweede ronde 2,5 tegen anderhalf gewonnen tegen het Lorentz Casimir Lyceum. Derde ronde zelfde verhaal, gewonnen van het Christelijk Gymnasium Utrecht. Haha! Spoilertje: de latere winnaar. gewonnen van de latere winnaar, nou dan ben je echt goed! helaas in ronde vier verloren (3-1 op de klootjes gekregen) van Gymnasium Novum. Dat we in de laatste ronde het Coornhert Gymnasium uit Gouda nog met 3,5 tegen een half verpletterden, het hielp JDW niet meer aan een tweede plaats. Het tot dan toe ongenaakbare Gymnasium Novum liet het afweten tegen Utrecht. Ach, we hadden een mooie tijd. En we gingen smekken bij de Mac, ook niet verkeerd. Al had ik toch liever een beetje broccoli erbij gehad. Nou goed, het is niet anders.
Gisteren was een prima dag voor JDW en debatteren. Van onze superdebaters uit klas 5 en 6 werd op de site van het debatinstituut het volgende vermeld:
"In het zinderende finaledebat versloegen zij (de winnaars van het Noordik Lyceum) nipt het Johan de Witt-gymnasium, die dus het zilver pakten." En verder stond er dat de beste Trouble speecher ook al van onze school kwam. Anouk doet alles wat ze aanpakt goed, dus ook het Trouble speechen. Ik klets me niet in maximaal twee minuten vaardig en handig en grappig uit een penibele situatie. Zij wel! Complimenten dus! Ik ga bij Anouk in de leer, denk ik. Zij leert van mij Latijn, ik van haar speechen om uit mogelijke "troubles" te komen.
Voor het Lagerhuis+ team verliep de dag zonder specifieke hoogtepunten. Er werd, onder het toeziend oog van Jurre en Julia uit klas 2, goed gedebatteerd over actuele stellingen, maar anderen waren beter. Dat is gewoon zo en er komen in deze jaargang van de BeNeLux-competitie nog meer kansen op eeuwige roem. Gaat vast lukken. De sfeer was geweldig en het maakt je als docent trots wanneer je ziet hoe de vierdeklassers zich ontfermen over de tweedeklassers, hoe ze elkaar tips geven, elkaar verbeteren, elkaar af en toe afremmen. Geweldig. Zit je aandachtig te luisteren, stopt ineens de derde spreker van jouw team. Huh? Tekst kwijt of zo? Nee, tik tegen de flank van buurvrouw lief. Venijnige blik erbij. Nu stoppen! Ik heb ook nog munitie.
De reis verliep eigenlijk, geheel tegen mijn ervaringen in, best goed. Via Leiden naar Alphen aan den Rijn, daar de bus naar de Nesstraat en vandaar in een paar minuten naar het Groene Hart Lyceum. Mooi gebouw, nou ja, niks mis mee-gebouw. Speculaasjes en andere koekjes in de gang, na de ontvangstbalie, koffie, thee, frisdrank. Goed geregeld. Elke keer verzamelen in de zaal beneden om te horen wat de stellingen zouden zijn en waar precies LG (ons JDW-team) de strijd aan zou binden met de tegenstanders. Zijn "we" propositie of oppositie? In welk lokaal zitten "we"? En veel reclame aanhoren voor de debatunie. Ach, tot aan de lunch was het prima. De lunch was fabeltastisch. En daarna was het weer prima.
Na afloop was het wat jammer dat we naar het station moesten lopen. Er reden of geen bussen of te laat. Bij het station namen we afscheid van Lieske die nog naar een verjaardag ging, alleen niet in Alphen, maar in Dordt. De rest sloeg linksaf richting Da Simeone, alwaar we een half uur eerder en met één persoon minder aankwamen dan doorgegeven. De eigenaresse had ons alweer min of meer buiten gewerkt, omdat we zo vroeg waren. En toen besloot ondergetekende er maar eens een paar woorden Italiaans tegenaan te gooien. Nou, de deuren gingen terstond weer mooi open en we konden meteen aanschuiven. Toch. We hebben heerlijk gegeten, vrijwel iedereen pasta, en zijn daarna op huis aan gegaan. Via Leiden weer naar Dordt. En daar heb ik lekker de bus naar huis gepakt en niet 20 minuten gelopen annex geglibberd. Tegen tien uur was ik thuis. Thee gedronken, "Vera" gekeken en lekker geslapen.
Ik had een leuke dag, de leerlingen ook en bovendien waren ze onder begeleiding. Niet echt mijn bezielende begeleiding. Nee, gewoon mijn sjokkende voortgang, mijn milde humor, mijn verbeteringen op taalgebied, het werd allemaal geduld. Zulke dagen zijn bijzonder.
Dinsdag met vier schakers op pad. Echt heel anders!
Huh? Kerst is al voorbij hoor! Weet ik. Dit kaarsje heb ik uit proberen te piesen. Plaatje in het urinoir hier. Ach, liever een vlammetje uit piesen dan een vlieg doodpiesen. Had toch niks te doen.
Morgen eet ik in het mooie Alphen aan den Rijn. Da's pas 's avonds. Eerst moet er gewerkt worden. Werken, Van Hoon? In het weekend? Daar deed jij toch niet meer aan? Eh, nou ja. Het is een beetje wat je werken noemt. Kijk, ik begeleid het debatteam van onze school niet meer. Er kwam dit jaar een frisse, fruitige jonge collega die in zijn vrije tijd debattrainer was. Kijk, ik kan aardig lullen, maar qua debatcriteria zou ik ruim afvallen (in tegenstelling tot ... enfin, laten we het daar nou eens niet over hebben). Ik zou het gewoon niet volgens de regeltjes doen. Nou past dat buiten de lijntjes kleuren annex buiten het potje piesen wel specifiek bij Brabo's, maar laten we zeggen dat scholieren met mijn debattraining echt never nooit een prijs zouden halen. En dat willen en kunnen ze wel. Dus... hup nieuwe man ingevlogen, vanuit Groningen. Nou zijn er morgen, ja ja, in het weekend dus, ineens twee toernooien. Naar het NK in Utrecht gaat mijn team van vorig jaar. Mét ... inderdaad, mét de nieuwe collega. Er gaan geloof ik nog wat oud-debaters mee en ook nog een jonge bevlogen collega/oud-leerling die vloeibaar Italiaans spreekt en dat met Latijn probeert. En naar het BeNeLux-toernooi in Alphen aan den Rijn gaat het onderbouwteam. En die zouden geheel onbegeleid reizen. Daar heeft onze schoolleiding terecht een stokje voor gestoken en er is iemand aangezocht, die wel iets van debatteren weet, die graag oeverloos met de trein reist, die het prima vindt dat er bij het toernooi een lunch geserveerd wordt en dat er achteraf nog een pizza naar binnen gewerkt wordt, en ook nog eens iemand die zichzelf geheel onbaatzuchtig had aangeboden om het team uit de brand te helpen. Moi.
Nou, da's dus morgen. Ik ben met leerlingen onderweg, en dus heet het werk. Maandag wat lesjes, dinsdag alweer op pad met leerlingen. Nu de schakers, 4 uiterst lastige puberende figuren (maar niet heus: het zijn echt allemaal schatjes! Super slimme schatjes) die goed kunnen schaken en die best wel eens kampioen voortgezet onderwijs categorie 1 kunnen worden. Als ze goed op al hun poppetjes letten. Zowel wanneer ze met wit spelen als wanneer ze met niet-wit (je kunt niet alles meer gewoon zeggen, hè) spelen. Ik heb natuurlijk het eten voor na de prijsuitreiking geregeld. Een frietje bij Bram Ladage, daar vlakbij het Circustheater in Scheveningen. Moet kunnen. En dan woensdag weer gewoon les. Deze man komt zijn tijd wel door. Wordt tijd voor pensioen.