FB 2019
FB 2019
Luisterend naar Paradise by the Dashboard Light word ik weemoedig, zeg maar gerust melancholisch. Niet vanwege dat liedje: alle seksuele toespelingen die erin zitten (sorry!) had ik al door. Nou ja, 80%, en dat is ook goed. Vind ik. Nee, vanwege het aflopende jaar. Er is heel wat voorgevallen en het meeste heb ik met wat amateuristische humor proberen weg te denken. Maar ja, dat lukt niet overal.
Ik ga niet alle ellende opsommen. Ook omdat die niet precies op 31 december ophoudt aan mij te knagen. Ja, of ze moeten straks nog aanbellen van de postcodeloterij. Waarom ik nou geen lot gekocht heb. Dat ik de enige van de straat ben. Pech, Van Hoon!
Morgen is het twintigtwintig en de kleinkindertjes (de mini’s, in de volksmond der Hoonen) komen een paar dagen logeren. Dan kán ik niet eens schoolwerk doen. Benji zal meteen zien waar ik de i-Pad verstopt heb en bij mij op schoot de nodige YouTube-filmpjes willen kijken. En Linnéa, de dreumes van anderhalf, zal de andere i-Pad wel opsporen om bij Elma op schoot te Netflixen.
Zaterdag en zondag kunnen we dan weer bij slapen. En dan begint twintigtwintig ook op school weer. Hopen dat er geen collega’s neervallen dit keer.
Leraren zijn oude bokken
Nee, nee, nee! Niet oude bokken met het gebruikelijke vervolg van het groene blaadje, dat bedoel ik nu niet. Gisteren zocht ik mijn oude moeder op. Ze wil altijd bij een station in de buurt afspreken. Nee, mijn moeder wil zich niet voordoen als een groen blaadje, om maar in die termen te spreken. Herfstblad, oké. Gisteren liepen we, ik met haar aan de arm, naar een tent tegenover het station in mijn geboorteplaats. Ik kom daar binnen en ik zie iemand aan tafel zitten die mij bekend voorkomt. Ja hoor, Thieu Raaymakers, mijn leraar klassieke talen. Hij deed het nog, al gaf hij geen les meer. Ik was onbeschoft en vroeg hem of het klopte dat hij inmiddels tegen de 80 moest lopen. Mwah, nee. Hij was 73. Zo kun je je dus verkijken op de leeftijd van je leraren. Maar 14 jaar ouder dan ik dus. Hij was bezig met Arabisch en Sanskriet. Hee, zeg ik, ik ook, denkend aan de handschriften van Kees en Rutger van wie ik ‘s ochtends een toets had proberen na te kijken. Voordat ik in een echt diepgravend gesprek met hem kon geraken hoorde ik mijn moeder. Komde gij nou voor mijn of nie? Da’s Brabants voor ‘Hier komen, subiet!’ We dronken thee en koffie en het was toch gezellig. Omdat er mensen in de zaak van de waard Marco zaten, sprak mijn moeder op een prettig geluidsniveau.
Een paar uur later was ik te gast op een kleinschalige reünie. Ik denk dat er zo’n 25 oud-leerlingen waren uit de tijd dat ik net begon op mijn schooltje. 1985 dus. Ze waren door het dolle heen dat ze Marc mochten zeggen en dat ik niet de kennelijk legendarische woorden ‘Stilte! Boeken op tafel! Grieks!’ sprak. Ze vroegen ook hoe oud ik was. Dat snap ik wel. Ze wilden hun geweten zuiveren. Als je het leven van een 25-jarige zuur probeert te maken is dat toch wat anders dan als het het enige zinvolle doel in je leven is om de enige pluk haar van een oververmoeide, zwaar getraumatiseerde en naar het pensioen snakkende 55-jarige classicus met een elastiekje omver te schieten. Ik was, ik geef het eerlijk toe, toeschouwer én scheidsrechter bij dat soort wedstrijden en durfde zelf het wapen niet ter hand te nemen. Maar goed, toen ik aangaf 59 te zijn keken ze bewonderend naar mijn onaangetaste gezicht met de daadkrachtige kin en dito gok, naar mijn pseudo-gestroomlijnde gestalte, en zeiden: goh, we dachten dat u tegen de tachtig liep. Geintje men... Marc. Ik had ze er nog onder, bleek maar weer.
Ook daar was het gezellig. Dank aan Cis en AB dat ik weer kon spreken met Joyce, Ton, Nicole, Simone, Roel, Rhea, Marjolein, Mario, Jeroen, Saskia, Marcel, Steven, Guido, en meer. En natuurlijk met mijn oud-collega’s Suus - biologie - Kroes, Martin - still going strong - de Vries en Anthon - omnisciens - Grootenboer.
Ik heb dubbel genoten gisteren.
Van nakijken word je duf. Ik kijk volop na dus ik ben zoef zoef duf. Ik ben zo duf als een konijn. Kan ik in deze tijd van het jaar maar beter niet zeggen. Voor ik het weet lig ik, gevild en al, samen met een leuk gedecoreerde zooi groenvoer op een bordje. Nou ja, in een gigantische schaal dan. Pommes frites in mijn neusgaten. Happen maar.
Mijn arme neus doorstaat heel wat beproevingen deze dagen. Niet alleen in dit huis stijgen aangename geuren op uit pannen en oven, ook elders in de wijk is men bezig zich voor te bereiden op een massa gasten aan tafel.
Vroeger, al aan de Melanenweg, ergens tussen Bergen op Zoom en Halsteren, had mijn neus het al zwaar te verduren. Het is ook niet zo gek dat ie er zo uitziet, nowadays. Mijn vader had dan ergens een kalkoen vandaan, en die ging in een joekel van een pan. Daaraan voegde hij, amateur-kok als hij was, allerlei kruiden toe en ook een behoorlijke dosis rode wijn. Toen ik hem een keer, de pruttelende massa opsnuivend, vroeg of ik wel alcohol mocht hebben op mijn leeftijd sprak hij: Alcohol? Da's een bietje wijn, oor. Da's ginne alcohol. En agget nie lust, dan itte mar nie. Ik suggereerde hem dat het gerecht ook met melk bereid kon worden, maar hij keek me fronsend aan, vroeg of het goed met me ging en of ie nou door mocht gaan met ons kerstmaaltje. Het is helemaal goed gekomen. Die kalkoen was heerlijk. Maar dat je geen kalkoen in melk kunt stoven, mijn neus!
Geregeld heb ik in de ogen van mijn schaapjes vertwijfeling gezien. Dan hadden ze een proefvertaling over Aeneas die om in de onderwereld te komen een gouden tak moet vinden en in plaats daarvan twee duiven ziet vliegen. Aeneas ziet ze vliegen, wonderlijk geinig concept. Pure wanhoop vermengd met haat zag ik dan.
De ogen van een konijntje dat de weg oversteekt, maar vlak voor je auto gaat zitten keutelen, met de ogen richting bestuurder, ik zal ze nooit vergeten. Tuurlijk ben ik gestopt, ben ik uitgestapt en heb ik gewacht tot het beestje uitgepoept was. Ik meende dat hij op enig moment een beweging met zijn pootje maakte. Niet om de boel te kuisen, maar om een beetje privacy te vragen. Toen heb ik me omgedraaid. Maar die ogen!
Ik heb wel eens een keurige heer, die zich net in zijn mooiste kloffie gehesen had vertwijfeld zien kijken toen een vogel van Venus (dat dan weer wel), een duif dus, zijn lading op zijn mooie pak dropte. Net op weg naar zijn jonge vriendin, dus ja, hoe ging ie die voorkeur nou weer uitleggen?
Samen met Daan heb ik weleens een vriendin en tegelijkertijd een zeer gewaardeerde voormalig collega, bijna gek gekregen van vertwijfeling met het uithalen van een waarlijk uiterst geslaagde 1 april grap. We deden alsof we ruzie hadden. Kennelijk zeer overtuigend. Die ogen! Die vergeet ik nooit!
Maar de radeloosheid in de ogen van Mensur Suljovic, nota bene "The Gentle" , toen hij gisteren op het WK Darten tegen Fallon Sherrock moest darten, die was de mooiste van allemaal. De in Servië geboren Oostenrijker, die altijd zo irritant met zijn pijltje schudt voordat ie het gooit, was helemaal van de leg. Hij kreeg ze d'r niet strak in. Het zweet gutste hem van het hoofd. Hij maakte bij afzwaaiers zwaar geïrriteerde gebaren en greep in opperste wanhoop naar zijn hoofd. Oersimpele dubbels, hij wist ze te missen en werd met 3-1 aan de kant gezet. Geplaatst als nummer 11. Hij keek Fallon consequent niet aan, haastte zich zijn slecht gegooide pijlen uit het bord te halen en nam niet zijn toevlucht tot het vertragen van het spel. Hij was zichzelf niet. Bij het erkennen van de nederlaag keek hij zijn opponent voor het eerst aan en feliciteerde haar heel snel. Weg was ie.
Ik heb genoten. Zelfs mijn vrouw, die darten eigenlijk maar niks vindt, was vol bewondering en juichte haar keel schor.
Wij zijn, zeker nu Barney zijn pijlen aan de wilgen gehangen heeft, fan van Fallon Sherrock. We richten een Sherrock army op of zo. En ik wil ook roze flights.
Pfffttt. Dat zit er op. Nu tijd voor bezinning. Geen school! Het gebouw is ook gewoon dicht. Behalve dan de 28e. Dan is er een kleine reünie. Speciaal georganiseerd voor de hele oude knarren zoals ik. Gelukkig duurt ie maar twee uurtjes: dat kunnen we nog wel aan. Er schijnen zo’n 35 oud-leerlingen te komen uit het jaar waarin ik begon met lesgeven. Ik was toen nog heel anders. Enfin, ze zullen me de smakelijke anekdotes wel vertellen. Zij zullen mij wel herkennen, want ja, er zijn maar drie collega’s uitgenodigd geloof ik.
Verder tijd voor het hervinden van het geestelijk evenwicht, de balans zeg maar. Niet dat ik uit balans ben of zo, maar ik hecht aan het uitspreken van zo op het eerste gehoor semantisch waardevolle mijmeringen.
Bezinning, geen school. O ja, beetje repetitie Latijn nakijken. Even extra rode pennen aanschaffen. Verder tijd voor bezinning.
O nee, ik wil eens een keertje proberen of ik een leuk examendocument kan maken. Beetje oeverloos lullen over, wie is het dit jaar ook weer, Vergilius. Verder bezinning.
Nou ja, er zit een belangrijke halfjaarsvergadering aan te komen, die gekenmerkt moet worden door de gebruikelijke snelheid in combinatie met een beetje vaart en humor. Toch even voorbereiden. Verder echt bezinnen.
Misschien een heel klein beetje wat doen aan het voorbereiden van de lessen. Maar verder echt bezinning, bezinning en nog eens bezinning.
Die 67 leerlingen die niet bij de film waren terwijl dat toch onderwijstijd is - heilig, heilig en heilig - ga ik in januari wel doorsturen naar de leerplichtconsulent. Heb ik meteen mijn quotum voor aanmeldingen gehaald voor 2020. Bovendien leuke attentie voor de medewerkers daar. Maar verder doe ik niks.
Ik ga niet naar meubelboulevards, ik ga niet naar het theater, ik ga niet bij de Chinees kersteten eten, ik ga geen vuurwerk kopen, ik ga dat van de buren ook niet afsteken, ik zet ook geen kerstmuts op. Tegen een fijne muts geen enkel bezwaar, maar d’r blijft zo makkelijk een dennennaald in hangen of een kerstbal.
Even geen kerstbal meer voor mij. Niks doe ik meer.
Behalve dan een stukje schrijven op deze pagina. Dat vind ik leuk.
Fijne jaarwisseling in ieder geval voor iedereen die dit leest. Tot twintig twintig!
Kijk, de dartsport wordt beoefend door mannen. Echte mannen. Van RTL7 zeg maar. Het dartspelletje wordt gedaan door vrouwen. Nou is het wel grappig om op tv het commentaar te horen op een WK dartwedstrijd tussen een man en een vrouw. Alle vooroordelen passeren, voorzichtig geformuleerd, de revue. De Engelse Fallon Sherrock won dinsdag van Ted Evetts. Gewoon, omdat ze beter dartte. Voor De Volkskrant is dit toch een hele eigenaardige situatie. Misschien zat de journalist te slapen toen hij de kop bij het artikel plaatste: Sherrock verslaat man. Ik leid er uit af dat Fallon Sherrock getrouwd is en dat haar eega ook dart. Ze heeft hem verslagen. O nee.
Het gaat ff niet goed in Amsterdam, voetbaltechnisch dan. Het eerste berichtje van een 020-hater kwam afgelopen dinsdag 10 seconden na de wedstrijd tegen Valencia. Sja. Zielig. Ik vond het knap dat 010 vanmiddag Eindhoven (nul nogwat) versloeg en dat heb ik aan een 020-hater laten weten. En nu we vanmiddag heel veel kerstkaarten geschreven hebben houd ik mijn hart vast.
Kijk, de kaarten zijn oud of multifunctioneel. Dat wil zeggen dat er alleen maar "Prettige feestdagen" op staat en niet "en een heel gelukkig 2020". Dat hebben we er dus zelf op geschreven, 2020, met leuke tweetjes en nulletjes en sterretjes in die nulletjes en zo. Drie sterretjes hebben we erin gepropt, boven elkaar. Kan net.
En nu vermoed ik dat geadresseerden denken dat we ze zitten te fokken met twee keer 20. Zo kun je het lezen, 2020. tweemaal 020. Weet je wat? Ik trek mijn Ajax-sokken weer aan en ga lekker languit op mijn seniorenstoel hangen. Morgen lekker BHV. Vakantie!! Bijna dan.
Afgelopen donderdagmiddag mocht ik in de curatorenkamer. Ik was niet alleen. Maar liefst 6 collega's vormden mijn aimabele gezelschap tijdens de cursus EHBDD, Dat staat voor Eerste Hulp bij Drank en Drugsongevallen. Ik had de online-cursus, na een keer of zeven het examen gedaan te hebben, succesvol afgesloten. Met maar liefst een score van 100%. Met dank aan de beperkingen van databases met meerkeuzevragen. Ik had er echt zin in, donderdag.
Ondanks dat het anders een vrije middag zou zijn geweest was het sfeertje goed. Schoolleider erbij, helemaal prima.
Zoals elke goede cursus begon ook deze cursusleider van het Rode Kruis, Jeroen*, met een voorstelrondje. Doe ik in de les ook altijd. Morgen Sanne. Ik ben Marc. Check. Hoi Peter. Ik heet Adrie. Check. Hallo Robert. Noem me maar Maria. Check. Ben jij d'r ook, Anneke? Ik ook, aangenaam. Jacky. Check. Wie ben jij ook alweer? O ja, Younes! Corné. Check. Beste mentorleerlinge van me, Anna! Blij dat je er bent. You Anna, me Anna. Check. Ik vind dat de leerlingen zich op de juiste wijze moeten voorstellen, en ik leer ze op die manier al mijn voornamen kennen. Zeven vliegen in één klap. Dat 'check' is nieuw. Dat heb ik geleerd van de cursusleider. En jij, wie ben jij? Ik ben Marc de Hoon, afdelingsleider - beetje de boel upspicen - van de halve school, meer in het bijzonder van 5 en 6. Classicus. Aha, ik dacht dat je natuurkunde gaf. Ha ha. Check. Ik kende dat 'check' alleen van het restaurant. Check please.
Terwijl iedere cursist met een schuin oog naar de koffertjes bleef kijken, hopende dat daar 'het spul' in zat waar we ons tijdens de online-cursus alleen maar met een droge bek aan hadden zitten verlekkeren, voltrok de cursus zich langzaam richting ontwikkeling visie. Niet echt waar we op ons hadden verheugd, maar wel nodig. Heel hard nodig. Jeroen en Jeroen konden het helemaal goed vinden. De ene Jeroen betrok de andere Jeroen elke keer nogal nadrukkelijk in de voorlichting. Ter illustratie van een pijnsensatie kneep Jeroen A Jeroen B in zijn arm. Leuk. Alle cursisten lieten zich van hun beste kant zien en de cursus was uiteindelijk een goede opmaat voor de volgende stappen.
Op een gegeven moment ging één van de koffers open. Wij verwachtten wit poeder, wat ampulletjes, spuitje hier, afbindlintje daar, pijpje zus, plastic zakje zo, een hoop reclamemateriaal voor nog meer cursussen van het Rode Kruis en een boek. Een boek? Ja, op elke cursus die ik gedaan heb kreeg ik op een of ander moment, meestal vlak na een royale lunch (overigens het enige verbeterpuntje), een boek voorgeschoteld van de cursusgever. Door een lunch schijn je naïef te worden en in een gulle bui te verkeren. Maar goed, er kwamen brillen uit. Een soort VR-brillen, maar dan zonder software. Zoveel mocht de cursus nou ook weer niet kosten.
We mochten de brillen verdelen. Ik kreeg die van de cocaïne op. En later die van de kater, de 'hangover' na een vorstelijke avond gezuip. Kwam me bekend voor van 42 jaar geleden. Was wel een leuke ervaring. Je had XTC-brillen, Ketamine-brillen, 25 pilsjes achter je kiezen-brillen, GHB-brillen en zo nog wat. Hij heeft ze zelfs allemaal terug gekregen, Jeroen. Check. Drie leerlingen waren getuige van onze brillensessie en die hebben de middag van hun leven gehad. Ze mochten zelfs even een bril op van iemand. Ik meende toch lichte teleurstelling te zien.
Ik weet nu ook hoe het komt dat je een persoon onder invloed van een bepaald middel van de zijkant moet benaderen. Doe je dat aan de voorkant, dan sta je in zijn/haar beleving ineens wel erg dichtbij. Ik had een klapdeur nodig om me op andere wijze tot dat besef te brengen. Check. Bijna check out.
Gisteren had ik er weinig last meer van, tijdens het gezellige pizza-uitje met mijn geliefde Cicero-concoursgangers, Dewi en Eric. In Leiden, in het immer geweldig Italiaanse sferen uitademende restaurant Karalis, vroeg ik aan het eind gewoon om de rekening. Check please. Oh nee. Il conto, per favore. Check, zei de ober.
*Nagekomen bericht. Jeroen A schijnt Lars te heten. Niet goed opgelet, misschien onder invloed van melk. Oei. Alle grappen weg.
De toetsweek is bijna voorbij. O nee, hij is net begonnen. Ik hoef niet te patrouilleren en ik doe cursussen. Het houdt me van de straat. Maandag BHV. Hopen dat we die niet meteen na de vakantie weer nodig hebben.
Maar nu het leuke bericht. Ik had me al het hele jaar voorgenomen een keertje met de broertjes Haak op de foto te gaan. Dat zijn aardige jongens, voorkomend en dat mag ik wel. Maar het ging mij deze keer om de achternaam. Vandaag kwamen ze gebroederlijk en vermoeid de centrale trap af, niet op mij verdacht. Gelukkig was er een leerling met een fotocamera met zoomlens in de buurt. Wanneer niet hè? En die sprak ik aan. 'Hee, Sanne. Wil je...' En ze onderbrak me. 'Meneer, dat van dat uurtje op donderdag had ik toch uitgelegd?' 'Nee, Sanne. Ik wil iets anders vragen.' 'Ja, hoeveel keer ik nog moet vroeg melden zeker?' 'Ehm, nee, Sanne. Of je even iets voor me wilt doen.' 'Huh? Deur openhouden of zo?' 'Nee, of je even een foto van deze heren wilt maken, met mij ertussen.' Oké. De opluchting straalde mij tegemoet. Die stel ik na de kerst nog wel even wat vraagjes. Maar goed. Nu sta ik op de foto tussen haakjes. Grappig. Vind ik althans. Mijn gevoel voor humor is misschien wel aan revisie toe. Maar ik heb er lol in.
Yeah! Ik heb de test doorstaan. Ik ben nu deelnemer aan de cursus drugs en alcohol gebruiken! Nou ja, een cursus om gebruik daarvan te herkennen. Zoiets. Vanaf komende week ruik ik een kegel vanaf een meter of tien, een joint vanaf vijftig meter, zie ik een insult subiet en koppel ik mijn droge bek niet meer aan een slecht melkjaar. Koppijn, kom op zeg. Buikpijn? Lekker geestverruimend bezig geweest, zeker?
Komende donderdag mag ik. Ik hoef niet te surveilleren bij de toetsweek. Je stopt iemand een paar tientjes in de hand, en huppakee, geen surveillance. Ik ga het helemaal maken, weet je wel. Geslaagd! ik heb een geëxalteerd gevoel, ik ben in een roes, ik ben boven mezelf uit gestegen. Dit gevoel heb ik jaren niet mee gemaakt, man. Yo, toen ik iemand had betrapt bij spieken. Ik ben gokkernolle geslaagd! Yeah! Feessie, brandstapels op het strand, tramhuisjes kapot rammen, een Fiat Panda mollen. Ik ga echt helemaal uit mijn plaat.
Vanmiddag loop ik terug naar huis. Het is nogal druk en ik doe mijn best heel thuis te komen. Zo zonde als dat lekker eten onaangeroerd blijft staan. Toch?
Het zebrapad in de bocht van de Vrieseweg en het Oranjepark steek ik niet meer over. Daar kun je een knalgeel hyperhip en lekker strak pakje aan hebben, met roze lintjes en reflectoren van een meter over je oren, ze rijden gewoon door daar. Mij niet gezien (zeggen ze dan later, na de aanrijding).
Ik loop dus aan de andere kant van de Vrieseweg, langs het Merwesteinpark richting zebrapad dat me over de Oranjelaan moet zetten. Dat gaat vanaf die kant in tweeën. Eerst een klein zebrapadje zonder verkeerslichten, daarna ook weer in twee de oversteek naar de Reeweg Oost. Plaatje erbij gedaan, zodat je weet waar ik allemaal liep.
Ik loop richting dat kleine zebrapadje, zie ik rechts van me een mevrouw* in een auto, kennelijk op de passagiersplaats. Ze klopt op het ruitje en zwaait naar me. Ik denk 'Dit is toch geen redzone district hier?' O, wacht ff. Die mevrouw kent mij kennelijk. Sja, gebeurt voortdurend. Ik ben leraar, dan willen ze je allemaal kennen. Dus ik zwaai beleefd terug. Zie ik die vrouw haar man, nou ja laten we zeggen de bestuurder, een enorme hengst tegen zijn schouder geven. 'Hee eikel, dat is De Hoon, man!' De arme man vloog bijna door zijn deurtje naar buiten. 'Wie?' 'De Hoon, lul. Zwaai nou even! Jezus, hufter, Pietje gaat straks naar de vijfde! Dan heb je die man nooodigggg!'
En ja hoor. Meneer was goed afgericht. Hij zwaaide even, gaf weer gas en reed over de Vrieseweg, richting Oranjelaan. Over dat zebrapad ja. Hopen dat hij niemand aangereden heeft.
*enige gelijkenis met bestaande personen is volkomen toevallig. Het regende, en zo scherp zag ik nou ook weer niet.
Surprisetijd! Ik heb er een paar hoor, surprises. Ik heb er heel lang op gebroed. Echt al een week of wat geleden mee begonnen, want ja, het moest allemaal wel van de degelijke zijn (zou Klukkluk zeggen). Je moet natuurlijk eerst een idee opdoen, liefst meerdere. Nou, en dan ga je heel nauwgezet aan de uitwerking van zo'n idee beginnen. Af en toe een melkje erbij, een speculaasje, een appeltje en dan maar inventiviteit laten opborrelen. Which reminds me, borreltijd! Zoutloze cashewnootjes! Komkommer! Melkie melkie.
Goed. Sorry voor het storen. Voor sommige onderdelen heb je dan weer iets specifieks nodig, dus daar heb ik me voor over het wereld wijde web bewogen. Uiteindelijk vind ik dan de surprise pas geslaagd, als alles er in verwerkt zit dat ik er in heb willen stoppen. Er moet een soort van 'mijn gevoel' in zitten en ook wat humor. Beetje kritiek kan geen kwaad. Het moet allemaal niet te klein zijn, maar ook weer niet te groot. Kijk, ik wil niet opvallen of zo. Ik wil wat ik gefabriceerd heb ook nog wel eens door iemand laten becommentariëren zodat ik echt een afgewogen surprise heb.
En ja, nou, op dit eigenste moment, vlak voor de dag der dagen, ben ik er klaar voor. Tevreden mee. Nu alleen nog aan Raymond vragen of ie die examentoets even wil kopiëren. 100 x dubbelzijdig, in kleur, geniet. Of, zoals Roel Helweg, vandaag jarig, zou zeggen, genieterd.
Everysing in the Englisch, not then?
Vanochtend wandelde ik, me behendig langs losse blaadjes en hondenpoep bewegend, met name langs losse blaadjes waar dan hondenpoep onder ligt, naar school. Ik groette, zoals ik dat vroeger thuis geleerd had, mensen met goedemorgen meneer, morgen mevrouw, woef waf grr hondje, en stiefelde in het schemerduister langs de begraafplaats richting school.
De man in het bushokje had ik ook al gedag gezegd - hee, Joop, hoestie? Maar het was Joop niet - en ik bereidde me voor op een lesloze dag.
Hoor ik out of the blue, nou ja out of the grey, links van me op straat een meisje op een fiets goedemorgen zeggen. Ik draai me naar links en ik zie haar. Jong meisje, eerste of tweede klas denk ik, lang wapperend haar. Ze haalt haar handjes van het stuur, gaat recht zitten en buigt vervolgens met haar twee armen gestrekt voorover richting stuur en zegt 'Goedemorgen, o grote Don'. Ze gaat weer recht zitten, zet haar handen weer op het stuur en rijdt door. Naar school. Ik herkende haar, want ook in de gang groet ze me met eenzelfde nijgen en dezelfde groet: 'O grote Don'. Kijk, zo is mijn dag meteen al goed.
Voor degenen die willen weten waarom een leerling mij 'Grote Don' noemt, heb ik één naam: Dick de Gelder. Dan weet je genoeg. Dick is mijn collega wiskunde en hij heeft een geweldig gevoel voor humor. Een beangstigende kennis op het gebied van wiskunde koppelt Dick aan ontspanning, aan een laconieke manier van lesgeven en aan een soort van gespeelde eenvoud. Het soort eenvoud waardoor zelfs ik denk dat ik wiskunde begrijp. Quod non!
Dick legt als ik toevallig zijn lokaal binnen kom de les ostentatief stil, vraagt de leerlingen om te gaan staan en richting mij een buiging te maken terwijl ze in koor 'O grote Don' roepen. Ze moeten van hem, voor het geval dat ze me in klas 5 dan wel 6 gaan tegenkomen, alvast een groot en zichtbaar respect voor mij aan de dag leggen. Dick krijgt ze dus ook massaal zo ver. Zelf noemt Dick mij, als ie me tegenkomt 'mijn Hoon', maar dan in zijn opvatting van Engels 'Me Hoen'. Ik denk dan altijd aan eten, mihoen, maar ja, wanneer denk ik niet aan eten?
Ik kan er weer volop tegen aan vandaag. De eerste problemen hebben zich alweer aangediend. Laat maar komen! De Grote Don, mihoen tackelt ze allemaal.
Goede week voor JDW. We staan weer op de kaart, niet als smakelijke hapje tussendoor, maar op de schaakkaart en de debatkaart. In chronologische volgorde dan maar. Afgelopen vrijdag plaatste een schaakteam uit de eerste en tweede klas zich voor de landelijke finales schoolschaak. Dana en Christiaan haalden 5½ uit 7, Joshua 5 uit 7 en Louis 4 uit 7. 20 punten voor het JDW moeten genoeg zijn voor kwalificatie, aldus ingewijden. Schaken eindelijk weer hoog op de agenda!
En gisteren heeft het debatteam van de school zijn slag geslagen in Bilthoven. Daar kwalificeerden Vera (eerste spreker), Claire (tweede spreker), Christian (derde spreker) en Anna (vierde spreker) zich als zesde school in de derde voorronde voor de landelijke finale. Bij het debatteren had ons JDW al meerdere malen hoge ogen gegooid en er waren zelfs teams Nederlands kampioen! Maar nu was het alweer een aantal jaren geleden dat een JDW-team doordrong tot de finale.
We zijn apetrots op de leerlingen die buiten hun schoolwerk ook nog activiteiten ondernemen en daar nog in uitblinken ook!
Zelf was ik ook niet ontevreden over de afgelopen week. Ik kan niet wachten tot morgen om 6 uur de wekker weer gaat! Vooral dinsdag wordt het een drukke dag voor mij. Geen les, geen sectievergadering, geen lesbezoek, geen leerlingensafari. Alleen een overlegje en een plenaire vergadering. Met een beetje thee met honing kom ik de dag wel door. Gaap.
Op zondagavond, zo rond het einde van Zondag met Lubach, slaak ik eens een diepe zucht. Einde weekend, begin schoolweek. Wat zal de nieuwe werkweek me brengen? Lesje hier, praatje daar, koffie zus, bammetje zo. Klopt helemaal. Maar deze week bracht een onverwacht hoogtepunt. Een orgasmo fantastico, zeg maar. Wat is het geval?
Stel, je geeft een toets. Doen we allemaal wel eens. Een leerling geeft het goede antwoord. Eén probleem. Hij geeft het na de correctie, tijdens de bespreking. Alsnog, om het zo te zeggen. De rode streep staat er al. De leerling vult, met rood, het verschuldigde antwoord in en gaat op hoge poten verhaal halen bij de docent. Nou, lang verhaal kort. Wij op school hebben microscopen, bij bio. Ik kijk naar dat later gegeven antwoord en bewijs dat dat ‘antwoord’ inderdaad later gegeven is. Fraude. Klaar. 1. Maar wat veel belangrijker is is dat mijn schoonmoeder vandaag 94 geworden is. We prakken al bijna 7 jaar haar eten, gooien er sinds een paar maanden appelmoes doorheen en zien dan hoe ze het peuterhapje naar binnen werkt. Kijk, dat is veel belangrijker dan zo’n blaag die de boel wil belazeren. Hij zal wel advocaat of politicus worden, vrees ik.
Vandaag was het ook de dag van de presentatie van de leerlingvereniging. Die heet eigenlijk Vossius. Gewoon, niks moeilijks aan, Vossius. Maar al decades bezigen vijfdeklassers de term ‘het Vossius’, fout dus, sinds een jaar of 10, 12 geleden gevolgd door de combinatie van ‘Vossius’ met een soort geuzennaam. We hebben al Vossius RAW gehad, Vossius Blaze, Vossius Fresh, Vossius Goat en nu is het Vossius Fuego. Sja, slaat allemaal nergens op, maar zo verworden tradities. Ook op JDW. Ach, ik word oud, zuur, rins, chagrijnig, sarcastisch. O nee, dat ben ik al. Weekend! Gadverdamme, weer die rotkop van Trump op tv.
Het is vandaag een feestdag voor mij. Jarig, Van Hoon? Nope, 25 juli. Geslaagd voor iets? Nou, jaren geleden deed ik daar wel aan ja. Pensioen? Was het maar waar. O nee. Ik houd van les geven. Nee, het is vandaag wereld toilet dag! Kijk, en daar ben ik nou zo blij mee! Ik heb thuis de hele plee versierd. Boven en beneden. Ik heb hem gefeliciteerd en kort maar plechtig toegesproken. Waarde plee, voor mijn wel en wee, kom ik altijd bij jou, zelfs in de winterkou. Hij was geroerd, mijn plee en ging spontaan doorspoelen.
Toeval of niet, maar vandaag is het ook de internationale dag van de man. Ik mag vanavond het toetje kiezen en mijn wederhelft gaat mij toespreken. In bed. Streng toespreken, hoop ik. Lekker!!
Morgen 20 november. Dag van de rechten van het kind. Nou, word ik dus weer in het zonnetje gezet!
Ja ja, zondag rustdag. Helegaar niet! We huppelen van het ene feest naar het andere. Eerst naar Tycho, die 16 wordt.
Allememachies, ik weet nog goed dat ik 16 was. Luisteren naar Abba (Dancing Queen, Fernando en meer), BZN (mon Amour), Queen (Bohemian Rhapsody) en niet te vergeten Boney M (Daddy Cool), Boney M dat altijd een lach bij mij oproept. En niet alleen bij mij. Hè, Véronique? Gisterenavond speelde Nederland in Belfast een kwalificatiewedstrijd, maar Boney M had ook ooit een hit Belfast (https://www.youtube.com/watch?v=m0ODbFM5RLo). Ik was toen al 17, maar door mijn lange haar, oké en ook door het Bergse carnavalsgedruis, verstond ik de tekst niet goed. Ik heb een hele avond met veel plezier gedacht dat er een onwijs goede carnavalskraker uitgebracht was die over zoiets doms als een vaas ging. Tenminste iets dat gemakkelijk te onthouden was. Tja, met al die melk achter de kiezen....
'De vaas', het was mijn lievelingsliedje en ik ging helemaal los. Ik had geen stem meer over, 's nachts toen ik thuis kwam en door het raam naar binnen sloop. Zachtjes sloop, dacht ik zelf. Totdat mijn moeder mij op weg naar de slaapkamer aanhield: 'hee, kulleke, edde leut gat? Kunde wa minder teringherrie maken agge weer 's thuis komt?' 'Nee, mam, dâ ga niet lukken, hik.'
Ik had dus nog haar, toen ik 16 was. Tegenwoordig wenst men mij na de jaarwisseling 'gelukkig nieuwhaar'. Leerlingen die me van de week vroegen hoe ik er vroeger uit zag, heb ik enigszins moeten teleurstellen. 'Net als jij.' Behalve als het een meisje was. Dan zei ik iets anders.
Nou goed. Na Tycho gaan we naar Véronique. Nee, die is geen 16 geworden, eerder het omgekeerde. We hebben allerlei cadeau's bedacht voor haar, maar uiteindelijk is het een boek geworden. Ik mag wel zeggen, een verstandig boek.
We eten ook bij Véro en Eppie. Dat is altijd spannend. Ep is meer van de pizza en Véro meer van de wraps en de ovenschotels. We gaan het zien. En proeven. We gaan allemaal bekenden tegenkomen. Anke-Thea, Wim en Annemarie, Trudy misschien. Onze kinderen komen ook en de kleinkinderen ook. Heerlijk.
Geen schoolwerk vanmiddag. Rust. Zondag. Zonovergoten zelfs.
Meneer Rutte, mag ik u vragen hoeveel 3 keer 4 is? Eh, ja. Eh, daar eh .. heb ik nu geen herinnering aan. Het is ook al zo lang geleden, hè, dat ik dat van van meester Piet geleerd heb. Ha ha! Meester Piet zag ik laatst op het Malieveld. Ha ha, wat een sukkel hè? Ha ha. Super sneu.
Bovenstaande is een fictief voorbeeld, nou ja fictief, van hoe je iemand uit de tent wilt lokken. Dat gebeurt Rutte - tuftuf in plaats van vroem vroem - dus, maar gisteren een doodeenvoudige sukkel als mij ook. In de kantine. Luid. Een meisje heeft een leren broek aan. Een jongen in haar buurt: ‘Hee, meneerrr, Els (ze heet anders, maar in het kader van de aardappels, vlees, groente-ellende mag ik haar echte naam niet noemen), Els heeft leren pijpen. Wink wink, nudge nudge. Ik reageer totaal niet. Een lege blik in mijn ogen. Alsof ik compleet stoned ben. Zou hem bekend hebben moeten voorkomen. Nog een keer, nu luid en duidelijk articulerend: Meneerrr, meneerrr! Els - heeeeft - lleeerennnn - pijijijijpennnnn’. ‘Ja joh? Wil jij dat ook?’ Ausgeloeld. Weekend.
Het was vanavond een onweerstaanbaar culturele uitdaging voor mij. Ten eerste zat ik, sinds een jaar of 20 geleden, weer eens in een kerk. Ik ging er niet voor het zingen uit, want daar kwam ik net voor. Ehm, deze zin klinkt een beetje dubieus zo. Hoe dan ook, het was de basiliek in Oudenbosch.
Ten tweede luisterde ik naar klassieke muziek, en da’s toch anders dan Dropkick Murphys. De zangers en zangeressen zongen hier en daar Latijn, maar ook een soort Duits. Dus ik bleek te luisteren naar de Carmina Burana. Een onversneden kunstzinnige avond. Je blijft leraar op zo’n avond en dus heb ik iedere bezoeker die Carmína zei lekker verbeterd.
Ten derde heb ik hier en daar een foto gemaakt en zelfs een filmpje gemaakt. Helemaal aan het eind heb ik eerst uitvoerig geklapt en ben toen een handtekening gaan vragen aan de dirigent. ‘Waar wil je die hebben?’ vroeg hij, al zwaaiend met zijn baton. Ik keek eens naar zijn stokje en dacht toen dat ik er ook weer niet alles voor over had, voor een spannende avond.
Het enige stukje cultuur dat ik gemist heb was een beetje fatsoenlijk eten. Parkhuisvoer. Mwah.
Vorige week sprak ik kennissen van vroeger. Ze komen uit Brabant. Die waren met hun kleinzoon op zoek naar een leuke dagbesteding. Het joch ziet niet heel goed en heeft ook iets aan zijn been. Hij is 11 jaar. Opa vertelde. Nou, wij dus die kantine in en vragen naar de voorzitter. Die werd snel gevonden. We zeiden dat we onze kleinzoon in wilden schrijven bij de hockeyclub. Nou, had die man gezegd, dit is unne voetbalclub, ginne hockeyclub. Helemaal geen probleem, vonden opa en oma. Dan gaat ie naar de voetbalclub. Als ie het maar leuk heeft. Komt keigoed uit, had de voorzitter gezegd, wij zitten te smachten op leden. Hoe meer, des te liever. Oma, oud-docente Nederlands, keek bedenkelijk. Ja maar, had opa opgemerkt. Het is toch behoorlijk druk hier in de kantine! We kunnen nauwelijks zitten. Die kennissen van mij zijn al wat ouder, zeg maar gerust senioren, bejaarden, ouden van dagen. Dus die zaten.
Zekers, had de voorzitter gezegd, wij willen gewoon zoveel mogelijk leden hier op de club. Wij streven naar 250 leden bij de F-jes, 225 bij de E-tjes en zo door. Maar, had oma een duit in het zakje gedaan, er mogen er toch maar elf op het veld staan? Ha ha, had de voorzitter gelachen. Elf! Da's het gekkengetal hee. Nee, wij spelen altijd met 43 spelers. 17 achterin, dat houdt de boel aardig dicht. 15 op het middenveld: er komt dus gewoon niemand doorheen. En dan nog ehm, ehm, 43 min 17 min 15, ehm 10 voorin, in de spits. Voor de kools. Elf, kwinkte oma, geen tien. Elf. O ja, had de voorzitter gezegd, elf. Het gekkengetal. Agge mar leut et. Ta daaa
Iets nadrukkelijker had opa toen de vraag gesteld of het slechte zicht van kleinzoonlief wellicht een probleem was. Nee, hoor, zou de voorzitter gezegd hebben, d'r staan d'r genoeg omheen. Ken niks fout gaan. Kán, had oma toegevoegd. Het is kán niets fout gaan. En zijn belemmering aan zijn rechterbeen dan? Ha ha! Helemaal leuk voor die andere gasten, zei de voorzitter jolig. Trapt ie toch mee zunne linker! Probleem opgelost. Alaaf!
Enfin, zo gezegd zo gedaan. En nou zit dat manneke op die voetbalclub. Hij heeft het er naar zijn zin. Er zijn heel veel teamgenoten. Hij staat ergens in de spits (niet op de N3, maar op het veld). Dan kan er volgens de trainer het minste fout gaan. Trainen hoeft ie niet, want hij staat gewoon elke week opgesteld. De eerste wedstrijd speelden ze tegen een buurtteam, die met elf man speelden. Hun kleinzoon had drie keer per ongeluk gescoord, omdat er een bal tegen hem aan kwam. Opa en oma waren trots. Ik feliciteerde ze met de selectie en liep snel naar school.
O, o, o. Van Hoon! Begint ge nu wederom over drank? Moi? Ikke? Drank? Hoezzzzzooo dat? O, vanwege receptie? Neu, neu. Kijk eens goed. Er staat ook een mooi Duits woord, Nachleben. Wazda? Leg ik uit.
Kijk, de antieke Griekse en Latijnse teksten zijn door velen gelezen. Niet door zesdeklassers, want ik zei expres ‘gelezen’. Maar bijvoorbeeld door andere kunstenaars, schilders, schrijvers, beeldhouwers, ga zo maar door. Het aardige is dan dat die allemaal een eigen idee hebben over de antieke teksten. Een eigen opvatting, een interpretatie (dit woord niet uitspreken als je er eentje te veel op hebt en als er tegelijkertijd iemand voor je neus staat). Want iedereen stelt zich de situatie en de personages uit die antieke teksten weer anders voor (dát is receptie, dát is nou Nachleben!). En dat is echt, om met een Ruttisme te spreken, super gaaf.
Kijk nou eens wat Magda van Tilburg met Vergilius’ Dido en Aeneas gedaan heeft (https://booxalive.nl/dido-en-Aeneas/). Dat is pure kunst! En mensen, als ík het woord kunst gebruik ben ik echt onder de indruk, hoor! Magda heeft hele treffende tekeningen gemaakt van de personages Dido, van de stoere donkerblonde (dat woord schiet me altijd te binnen als ik een pretcilinder voor mijn neus heb, een biertje) Aeneas, Venus als jageres (met paars haar! Wil ik ook!!), de wat sullige Achates, de verleidelijke schaarsgeklede Venus als ze wegloopt bij de mekkerende zoonlief, de vervaarlijke en gevleugelde Fama (het Gerucht), en zo nog meer. We krijgen simpele maar o zo heldere en instructieve plaatjes van Karthago, de Junotempel daar, het paleis van Dido. Het gaat maar door! Het is een fantastische strip geworden die ik iedereen van harte kan aanbevelen. Wie zich werkelijk geen ene reet kan voorstellen bij dat stomme verhaal van twee losers, die moet die strip over die twee prachtige figuren van de hand van Magda van Tilburg eens lezen.
Zo knap dat Magda ook het Vergiliaanse Latijn in de wolkjes gezet heeft, met een Engelse vertaling in de rechter marge. Je kunt je zo veel beter voorstellen hoe de interactie tussen de personages verliep.
Onmisbaar, ongeëvenaard, subliem. En is er alleen Dido en Aeneas? Welnee!
Het Phaëthonverhaal van Ovidius, Romulus & Remus, de komedie Curculio van Plautus. En Grieks dan? Homerus’ verhaal over Ares en Aphrodite! De Alcestis van de tragedieschrijver Euripides. Herodotus’ verhaal over De slimme Dief.
Als je van verhalen houdt, zelfs van klassieke verhalen houdt, en je wil je daar iets bij kunnen voorstellen, kijk dan bij Magda van Tilburg!
Wij lezen in de examenklas Vergilius, werkelijk een topauteur. Daar ben ik inmiddels aangeland in boek 4, het verhaal van Dido die in de steek gelaten wordt door Aeneas. Dido wordt fenomenaal beschreven door Vergilius! Lang verhaal kort. In pure haat roept Dido de Zon aan. Zij was daar een zonaanbidder, zonaanbidster eigenlijk. Ze wil Aeneas en zijn hele nageslacht vervloeken en dan moet ze wel iemand als een soort getuige aanroepen die alles kan zien wat zij ook ervaren heeft.
Een prachtig verhaal, dat zeker in dit boek bol staat van tragische ironie. Geweldig! Dat wilde ik even delen tijdens het corrigeren van de eerste proefvertaling. Die zelfhaat en die verwrongen geest en die vervloeking van Dido, die haalt het niet bij hoe ik zeg maar de zon als getuige aanroep.
Huh? Wie is er jarig? Naar de bekende uitdrukking 'je hoeft niet aan een boom te hangen om een eikel te zijn' stel ik 'je hoeft niet jarig te zijn om Lang zal ie leven toegezongen te krijgen'.
Vanavond was ik met mijn mentorleerlingen uit. Bij Portobello aten we pizza, pasta en we dronken er melk bij. Na de pizza wilde ik rustig op huis aan, schoolwerk doen zeg maar. Stond er ineens een juffie met een ijsje met slagroom en zo'n brandend stukkie vuurwerk erin voor mijn neus. Ik was verbaasd. Normaal zou ik geopperd hebben dat de n-term voor de proefvertaling echt niet omhoog zou gaan. Maar nu. Nu was ik flabbergasted. Bedankt, gave mentorleerlingen van me! Het was een genoegen met jullie bij de pizzeria te zijn. Het was een sport om al jullie gehengel naar examendocumenten slinks te omzeilen. Ik heb de avond van mijn leven gehad. En dat jullie jezelf nog bijgevoederd hebben bij de Mac en aanverwante etablissementen, dat jullie je nog moed ingedronken hebben voor de rest van de week, ach. Ik ben blij dat ik niet gestaakt heb. Had ik in de file gestaan.
Tweede bericht 6-11-19
Zie je wel? Docenten gaan een dagje staken en wat was het ook al weer? Bollan? Balon? Balloon? Volkskrant 6 november. Leraren, kom terug!
In Den Haag scheten ze, na de protestacties van de boeren met hun agressieve tractoren en die van de bouwers met hun dreigende graafmachines, in hun broek voor de acties van de leraren met hun liedjes en T-shirts met ingenieuze teksten. Dus stopte oma Slob snel een paar tientjes in de knuistjes van de onderwijsbonden en ze zei: dat is genoeg om de problemen voorlopig even op te lossen. Ga maar zijinstromers kopen. Nou, de bonden blij. Had Arjan Lubach toch nog iets bereikt met zijn toprioriteiten. Ze hadden alleen niet gerekend op de mensen die ze vertegenwoordigen. Die vonden dat het zwijggeld was, de tientjes van oma Slob. Lekkere achterban is dat, zullen de bonden gedacht hebben. Nou ging het natuurlijk niet echt om tientjes. Nee, er komt een bedrag vrij van, let op, € 459,5 miljoen. Let op die € 0,5 miljoen. Ik vraag me dan, wiskundig geïnteresseerd als ik toch ben, af waar die vijfhonderdduizend nou precies naar toe gaat.
Goed, komende woensdag zullen we het zien. De bond van Peter Althuizen, niet geheel toevallig een classicus, Leraren in Actie, wil de staking doorzetten. En niet omdat bij het vervallen van de staking heel veel Efteling-uitjes van collega's in duigen zouden vallen (eindelijk eens uit in het laagseizoen), maar omdat het echt ergens om gaat.
Strike? Staken dus? Prima. Ik alleen niet. Ik doe wel aan strikes, maar dan op de bowlingbaan. Afgelopen donderdag heb ik er zes gegooid, zes strikes. Eerst viel ik in voor ene Ralpie, daarna wisselde ik met Niki de beurt af. De leerlingen die erbij waren keken toch ineens met nauwelijks verholen bewondering naar mijn ronde edoch lenige gestalte, zuchtten amechtig bij de door mijn armen tentoongespreide kracht en souplesse en klapten, zonder bijbedoelingen van hogere cijfers, vol enthousiasme toen er weer tien pins om gingen. Ik vond dat ik het lekkere eten bij de wok daarna wel verdiend had. Oké, dat kostte een paar tientjes, maar dan had ik ook wat.
Wie denkt dat ik het over een toetsweek heb, fout! Wie gokt dat ik uit eten ga, alweer uit eten ga, mispoes! Wie gelooft dat ik wederom een schaapje geestelijk mishandeld heb, niks d'r van! Had er wel zin in, afgelopen week. Maar ja, mag niet hè. Gelooft er iemand dat dit over broodjes kroket gaat? Noppes! Collega's die vertrekken? Ook al niet! O ja, toch wel! Was ff in de bonen. Heb je na zo'n weekje waarin van alles speelt. Nee, effe serieus, er gaat weer een gewaardeerde collega het pand verlaten. Ik kan wel een column beginnen, alleen over collega's die hun heil elders zoeken! Ik voel me steeds meer alleen. Goed dat ik woensdag met ál mijn mentorleerlingen pizza ga eten bij Portobello. Alle 19!
Goed. Nu vertrekt Erwin weer. Hij is toch al druk bezig met Mountain High Chasers en dus dacht ik dat ie daar een gouden toekomst gevonden had. Nope. Erwin blijft voor het onderwijs behouden gelukkig. Hij gaat naar een andere school, waar hij teamleider wordt. Goeie keuze. En hij durft tenminste, ikke niet. Misschien dat ik, na nog een paar van dit soort weken, 'm ook wel peer. Maar ik denk het niet. Veel te verknocht aan m'n schooltje.
Vroeger woonden mijn ouders en ik en mijn zus (ja ja, die bestaat ook!) in Halsteren. Halsteren, zul je zeggen? Ja, ergens bij Bergen op Zoom in de buurt. Nou, neem van mij aan, toen was er nóg minder aan dan nu. Geen enen moer te beleven. Ja, 's avonds bij de boer melk halen, af en toe kerstbomen verkopen, meestal in de kersttijd en samen met m'n zus proberen te raden waar de ganzen zaten. Tussen de kerstbomen, dat wisten we zeker. Maar waar tussen de kerstbomen? Dat was voor ons al een interessant tijdverdrijf. Kun je nagaan. Mijn zus en ik smeedden een complotje. Doel was de wijde wereld buiten Halsteren verkennen. Maar wat we ook inbrachten aan argumenten, mijn ouders wilden er niet weg. Veel te verknocht aan de godvergeten Melanenweg. Een huis dat mijn vader zelf gebouwd had en waar ie zijn ziel en zaligheid in gestopt had. Totdat ze weg moesten. Onteigend door de gemeente. De mensen vielen in een diep gat. En daar konden ze niet wonen.
Goed, na deze emotionele ontboezeming weer terug naar de keiharde realiteit. Na januari moeten we zonder Erwin verder. De gymsectie krijgt een opdoffer. De school moet verder zonder deze altijd vriendelijke, constructief mee denkende, bescheiden ambitieuze collega. Initiatiefrijk, hart voor de leerlingen. En ja, met een baard. Hij is een tijdlang collega-coördinator van me geweest en hij kwam me geregeld dingen vragen, werkgerelateerd. Bescheiden. Kan ik nog wat van leren. We zullen hem missen. Jezus! Hij is niet dood of zo!
Veel geluk in Rotjeknor, Mountain High Chaser! Ondanks Feyenoord.
Wat is dat nou weer een moeilijk woord, Van Hoon! Griekse y er in, mot dat nou?
Dit gaat over iets totaal onverwachts, namelijk over eten. Gisteren zijn we met een groep van 16 collega’s gaan eten. ‘s Middags zitten de mensen dan nog aan hun granolabrood met kwark en soepgroenten, hun appeltje, hun gesneden paprika’s en snoeptomaatjes en hun water. ‘s Avonds kunnen ze dan los.
Sophie en ik leiden het illustere JDW-eetgenootschap au bain-marie en nu we toch op één kamer zitten lassen we geregeld een overlegje in over etablissementen waar we onze collega’s mee naar toe kunnen lokken. Daar kwam nu Smyrna uit. Nee, geen smegma! Smyrna! Overigens is Sophie volledig bij bewustzijn geweest toen ze koos voor het examensecretariaat; het was niet zo dat ze dat ambt maar ambieerde om bij mij op mijn kamer te kunnen intrekken teneinde heel geregeld au bain-marie overleg te kunnen voeren. Niet dat ik weet althans.
Smyrna was prima. Het eten was goed weg te krijgen, ook voor de anti-gluten-mensen en de vega’s. De bediening kwam voor rekening van twee oud-leerlingen en ze deden het echt toppie! Niets was hen te gortig, niets was hen te veel. Deze tent, mediterraanse keuken, gaan we onthouden.
Ook onze ex-collega Nicolleke at mee. Ze is weggekaapt door de KMA in Breda, en ja, dan beginnen wij corduroy-jasjes-volk, weinig meer. Ik stel voor dat wij op 6 november, als leraren toch gaan staken en waarschijnlijk weer niks wijzer worden, in ieder geval één prerogatief proberen binnen te slepen, namelijk dat we in uniformen mogen gaan lopen op school. Dan zijn wij ook een beetje KMA en dan komt Nicolleke weer terug.
De aanvragen voor de volgende keer au-bain-marie stromen nu al binnen. Op een woensdag graag, bij Olympiada weer maar eens en het liefst vlak vóór de kerstvakantie. Nou ja, zeggen Sophie en ik dan. Willen jullie meer of minder gezellige etentjes met au-bain-marie? Gaan we regelen!
Serieus, ik dacht dat dat onzin was, fantoompijn. Maar volgens mij lijd ik er nu zelf aan. Kleine uitleg is misschien wel op zijn plaats, voordat ik morgen op school door iedereen geschokt en meewarig aangekeken word. Onze kleinkinderen kwamen van donderdag tot zaterdag logeren. Leuk, geinig. Leuke activiteiten ondernomen, waarover een andere keer. Maar het had met speeltuinen te maken.
Donderdagmiddag meldde Benjamin, alias Benji doodleuk dat hij altijd in papa's en mama's bed sliep. Wij namen dat met een pondje zout. 's Avonds zouden we hem met een lekker toetje wel gewoon in zijn eigen bed krijgen. Tot hij dus echt donderdagavond, zeg maar na wijlen Sesamstraat, in ons bed kroop. Vooruit dan maar. Je bent niet zo vaak bij opa en oma. Beetje bederven mag. De jeugd bederven, we doen het altijd in de goede traditie van Socrates. Die deed dat ook.
's Avonds wilden wij ook gaan slapen, maar ja. Benji lag scheef in bed en wakker maken was geen echte optie, gezien de vorige keren dat we hem wakker maakten. Toen hebben we na het plassen en het verhuizen helemaal niet meer geslapen. Goed, ik dus in het grote tweepersoonsbed en Elma in de logeerkamer bij het ledikantje van Linnéa. Ik geef toe, dit kan totaal verkeerd uitgelegd worden, maar we hebben dit in alle eendracht besloten.
Nog even over Benji's slaapgedrag. Dat scheef liggen was een momentopname. Hij wandelt in zijn slaap echt het hele bed door. Soms met het hoofd buitenboord, soms onder het dekbed, soms daarbovenop. En tijdens het draaien trapt hij wild rond. U snapt het al. Tegen mijn buik, mijn benen, mijn hoofd, mijn kerstballen en piek om het zo maar te zeggen. Kortom, er is geen plekje veilig. Elma besloot niet geheel uit altruïsme om maar in de logeerkamer te gaan liggen.
Dat gebeurde in de nacht van vrijdag op zaterdag nog een aantal keren. En nou komt ie: afgelopen nacht weer! Aangezien de kleinkinderen weer terug waren naar papa en mama, moest dit dus een vorm van fantoompijn zijn.
Er is één andere mogelijkheid. Elma sliep weer gewoon in het grote bed.
Mooi dat Facebook bestaat. Dat vindt niet iedereen, en ik niet ook altijd. Maar voor het bijhouden hoe het met oud-JDW’ers gaat is Facebook een handig middel. De laatste dagen heb ik scharen vrienden verzameld, dus ik krijg langzaam het idee dat ik niet zo erg eenkennig meer ben. Ik hoop met velen contact te onderhouden, al is het los-vast en via de vermaledijde social media.
Vorige week had een collega van mij - hij geeft muziek - een aantal bezoekers op school. Ze waren van het conservatorium en ik geloof dat ze wel eens wilden zien hoe een reguliere les op een middelbare school er nou in het echt aan toe ging. Ze leefden nog toen ik het pand eind van de middag schichtig verliet.
Mijn collega had ze in de koffiekamer ontvangen en daar kwam ik toevallig ook binnen. Normaal jaag ik op leerlingen in pauzes - never a dull moment when De Hoon chases you -, maar nu wilde ik koffie. Er komt een jonge gozer op me af lopen. Eerst dacht ik dat hij een navigator was of dat ie me bij Amnesty International wilde halen, maar hij stak zijn hand uit naar me en hij begroette me met de woorden: 'Dag meneer De Hoon. Wat leuk dat ik u zie.' Ik denk, o ships, oud-leerling en ik weet niet hoe hij heet. Dat wordt weer ingenieuze vragen stellen over studie, ouders, lang geleden zeggen, dat soort dingen. Dus ik keek verontrust.
'U kent me niet hoor, meneer de Hoon, of mag ik Marc zeggen?' Nou, dan word ik paranoïde hoor. 'Ehm ja. Maar wie ben jij dan?' 'Ik ben dankzij u geslaagd voor mijn examen Latijn!' 'Was ik als tweede corrector van jouw eigen docent dan veel en veel te soepel?', probeerde ik nog. 'Uw examendocument heeft me er echt doorheen gesleept, Marc.' Ha ha. Hij weet wel hoe ik heet, maar ik niet hoe hij heet. Nog steeds niet, trouwens. Ik was veel te blij. Ik wilde hem aanbieden mijn handtekening te geven, desnoods op zijn onderarm, maar dat had ie door. Sja, gymnasiast mét Latijn hè, dan heb je dat. Weg was ie. Mij zittend op mijn gelukswolkje verbijsterd achterlatend.
Ik ga tegen mijn collega muziek zeggen dat ie die gozer meteen als opvolger moet aannemen. Als die blaag het niet kan, dan kan niemand het. En als we helemaal niemand meer binnen kunnen halen om les te geven, kunnen we altijd het voorstel van D66 nog omarmen.
Geen goed Nederlands, maar daar ben ik ook niet bekend van. Ik leen graag uitdrukkingen en woorden door andere talen en ja, waar gehackt wordt vallen spaanplaatjes.
Toch blijf ik ermee continueren omdat ik vind dat gewoon lekker. Zelfs als het vakantie van school is zie ik dat als een fijne dagtijdbesteding. Hè hè, eindelijk een rood kronkellijntje onder een woord.
Morgen is wederom de tweede dag van de vrije week en ik ga weer schoolwerk voorbereidingen prepareren want ik niet zonder kan. Wat is mijn schoolwerk dan? Ik eet toch de hele dag peuzeltjes uit de neus en zit toch alleen maar op de luie rozijn? Ik ga jullie eens verassen: ik ga niet Latijnse teksten heen en weer vertalen. Ik ga ook niet hele zorgplannen uit en te na werken. Helegaar niet. Ik ga eens een hulpdingetje fabrieken om onder het Latijnexamen te gebruiken.
Maar eerst gaat deze jongen/man eten in de mond naar binnen schuiven, omdat ik heb honger. Gewoon. Ik denk dat ik heb last van vakantie. Ik moet nodig. Eh, ik moet nodig ontgiften. Detoxen. Kan geen ander woord bezinnen, verdenken, aantreffen. Fijne vakantie en jaarwisseling vast. O, en vergeet je winterklok niet naar achteren te zetten.
Ik heb een tractor gekocht want ik wilde gaan protesteren. Dat leek mij de veiligste optie, want je wordt niet tegengehouden. Op 6 november gaan veel docenten staken, protesteren tegen het zwakke onderwijsbeleid. Daarnaast gaan we ook nog praten over het beroerde salaris, het tekort aan vrije dagen, de invloed van de AVG, het gegeven dat kinderen ouders hebben, de veel te actieve leerlingen. O ja, en de gigantische hausse aan administratieve klusjes. En nog wat meer punten, maar die ben ik vergeten. Stress.
Ik wilde die dag met mijn tractor naar Den Haag, maar dat is die dag al volgeboekt. Andere groeperingen die iets willen. Maar plots kwam ik tot inkeer. Ik herinnerde mij plotsklaps de woorden van mijn vader. "Staken? We zijn geen bonen." Wijze woorden. Petje postuum af. Ik verpats die tractor wel op marktplaats en dan ga ik gewoon les geven die dag. O nee! Gokkernolle! Alles zit ook tegen hè. Ik heb geen lessen op woensdag.
Een vrolijke krullenbol gaat de school verlaten. Waar ik dan heen ga? Dûh! Ik heb geen krullen hè. Niet op het hoofd althans. Daarover later meer. Nee, ik bedoel de aderlating bij de sectie Engels. Nicolleke gaat bij echte kerels werken, vanaf 1 november. Ze gaat naar de KMA. Je hebt ook mensen die uniformen lekker vinden, geen probleem. Al die officieren in spe mogen Engelse les ontvangen van mrs. Pegels. Dat gaat helemaal goed komen.
Komende donderdag gaan we in de eerste pauze afscheid nemen en we zijn naarstig op zoek naar woorden om ons ‘sad loss’ te overleven. Van wie gaan we nu horen wie het met wie doet (huiswerk maken)? Wie lacht er straks nog om flauwe grapjes van matig gewaardeerde collega’s? Wie gniffelt na deze week nog samenzweerderig, in haar eigen hoekje in de koffiekamer? Wie begrijpt mij nou straks nog, met mijn voorkeur voor melk?
Nicole had recent voor Maarten en mij voor onze verjaardagen een cadeautje geregeld bij de collega’s en er moesten alleen nog wat tikkie’s afgehandeld worden. Tikkie’s? Ik denk er liever niet aan, maar ik voel toch ook wel een klein tikkie nu Nicolleke vertrekt. Snif.
Heb weer eens niets te doen, dus mag ik patrouilleren in lokaal 116. Bij een toets wiskunde B. Ik snap nu voor het eerst de term medelijden. Maar wie schetst mijn verbazing bij het openen van de envelop! Een aantrekkelijke opgave over bloemkool! Actueel als de neten ook nog.
We hebben in de opgave twee soorten boeren, biologische en verstandige. De eerste heeft aanvankelijk een kleine opbrengst omdat de grond nog geen biologische teelt aan kan. De verstandige boer zaait zijn bloemkolen verspreid over het jaar in. Een beetje Jupiter. Die zaaide ook het hele jaar door. Nou, en als je dit weet is de opgave echt simpel.
Die andere sommen zijn niet voor mij weg gelegd. Het plaatje vind ik dan weer wel aardig. Het is een grafiek. Die stelt denk ik voor hoe zich mijn begaafdheid op het gebied van wiskunde afgenomen is in de tijd. Ik zie op de x-as (of was dat nou de y-as?) de aangeboren intelligentie, en op de andere as mijn leeftijd. Ik zie een vrij steile lijn naar beneden lopen. Eigenlijk van het kruispunt (ja, wij katholieken ook, hè) lijnrecht en diagonaal naar beneden. Dat is geloof ik niet best.
Trouwens, ik hou helemaal niet van bloemkool.
Gisteren zat ik om 10.14 achter mijn computer. Redelijk normale tijd voor mijn doen. Ik zat met tranen in de ogen te kijken naar de finish van de marathonloper Eliud Kipchoge. Waarom tranen? Was het zo komisch? Nee! Het was een droom die uit kwam van een man die wilde duidelijk maken dat grenzen er zijn om te verleggen. Dat vond ik mooi. Dat vond ik ontroerend. De hele race mag dan geoptimaliseerd zijn, met nieuw asfalt, een stuk of 40 hazen, lange rechte wegen, het blijft een fenomenale en indrukwekkende prestatie. Laten we zeggen, ik doe het hem niet na. Eliud is mijn nieuwe favoriet. Frank is geinig, maar deze loopt harder. Grapje, Frank. Frank, je kunt het!
Tijdens het kijken zat ik te luisteren naar mijn nieuwste liefde, Fields of Athenry (https://www.youtube.com/watch?v=9Hqy8n3BcqA) van Dropkick Murphys. Het was zaterdagochtend dus ik testte de akoestiek binnen de Jakartastraat maar beter niet. Dat deed ik 's avonds in de auto, toen ik mijn gade op ging halen van een midweekje Griekenlandexcursie met 14 blaagjes. O ja, en een collega.Geen blaagje.
Eerst Xanthias en Maud weggebracht naar een tent in de Dordtse 'staart', waar een trouwerij was. Het was dezelfde buurt als waar we een jaar of twintig geleden met de kinderen een keer na een verjaardagsfeestje een lampionnenoptochtje gingen lopen. We hadden wat aan de ouders van de andere kinderen uit te leggen toen die thuis kwamen met verhalen over allemaal mannen in auto's die voortdurend hun koplampen testten, daar in de bosjes. Er waren toch gelukkig wel heel veel vrienden die met elkaar op pad gingen en gezellig bij elkaar in de auto zaten. Elkaar zelfs omhelsden.
Ze hadden gelukkig alleen nog maar een optimistische kijk op de wereld. Die wilden we niet wegnemen.
Goed. Maar op de terugweg ging het volume richting maximum. Ik genoot, en sommige mede weggebruikers staken hun duim goed keurend op. Tja, of ze stelden me voor naar een stille parkeerplaats af te slaan natuurlijk...
Donderdagochtend. Ik sta aan de balie. Briefjes schrijven. Komt er eentje en die zegt tegen me: "meneer, heeft u een kleine zak?" Ik denk, dat is voor jou een vraag, voor mij een weet. Bleek dat de kruidnootjes in het kluisje uit de verpakking waren gerold. Dat doe je dus op school, van oktober tot en met maart, kruidnootjes snoepen.
Hier regent het, het is 's nachts 5 graden en we eten boerenkool met nepvlees. En dan zijn er ook JDW'ers in Venetië (graadje of 18, ijsje in de hand, grazie hier, grazie daar) en kaap Sounion (25 graden en dan 's avonds verplicht rondhangen op de Plaka; pitta's souvlaki naar binnen schuiven, kalimera zus, kalinichtha zo).
Ik loop hier achter leerlingen aan die zich vroeg moeten melden. Melden? Daar melden ze doodleuk dat het super gezellig is, dat er al vijf stelletjes ontstaan zijn, niet bij de leraren deze keer en dat de leraren echt rete'cool' zijn. Van de ene mentorleerling ontvang ik nog een jaloersmakender foto dan van de ander. Ze kijken echt allemaal vrolijk. Gadver. Ik kan daar slecht tegen, merk ik.
Maar hup, ik zet mijn gezicht op strak. Ik kom, zo zie ik dat zelf althans, ondoorgrondelijk en ononderhandelbaar over, maar ben natuurlijk toch een veel te grote softie. Ach, laat ze maar lol hebben daar in Venetië en bij kaap Sounion. Ik ga over anderhalve week lekker naar Zwijndrecht.
De stress schiet mij door de keel. Ik weet helemaal niet of dat biologisch wel kan, maar dat is dan maar jammer. Ik was nooit goed in bio. Stress, Marc? Ik doe even of ik de fictieve opponent ben, hè. Ja, ik heb zo dadelijk mijn enige les van de dag, het 5e uur. En ik ben bloednerveus. Ik heb geen idee waar de stof over gaat en volgens mij gaan ze ook klieren en propjes gooien. Misschien gaan ze me ook lastige vragen stellen over het bestaansrecht van mijn vak. En volgens mij kijken ze ook steeds naar mijn kleren. Nee, ik heb gigantische stress.
Ik krijg de stof zo ook niet af. En als ik hem niet af krijg, kunnen ze hun examen niet goed maken. En dat ligt dan aan mij. En als men mij dan ter verantwoording roept, dan word ik eruit gemikt. En dan ben ik werkeloos, en dan kan ik het Netflix-abonnement niet meer betalen. Stress, stress, stress.
Laat ik eerst eens een boterhammetje eten. Watertje erbij. FF rustig worden.
Komende week alleen thuis. Maandag Foe Yong Hai, dinsdag friet met appelmoes en kroket, woensdag pasta met een kilo gehakt, donderdag pizza tonno, vrijdag restjes. Toetje is schoolwerk. Klaar.
Gisteren verjaardagsfeestje van Maarten. Die was er ook, hoewel hij eigenlijk naar mijn verjaardag moest. Het leek ons daarom een uitmuntend idee de verjaardagen gezamenlijk, en in één ruimte te vieren. Je nodigt dezelfde mensen uit, laat wat bier,melk en blokjes kaas aanrukken, doorstaat manmoedig alle speeches, neemt cadeaus in ontvangst en dat was het dan weer. Volgend jaar weer.
We hadden echter buiten de waard gerekend. Niet die van 't Bevertje, maar de spreekwoordelijke waard. Kijk, als je met leerlingen op stap gaat, weet je dat ze je allerlei dingen vertellen die je liever niet had willen horen. Of misschien zeg ik dat verkeerd. Je had de info zeker niet willen missen, en het is wel grappig en zeer onthullend wat je dan hoort en het zou beter voor je zijn als al die dubieuze tekst het ene oor in gaat en het andere oor uit. In die zin had je het dan niet willen horen, maar het is wel erg openhartig en vertelt je met name veel over laten we zeggen de achtergronden bij mensen. Het meeste is mij dan volkomen onbekend, want zij zien - afgezien van schoolboeken dan - meer dan je denkt en ik niet. Goed. Gisteren werden mijn oortjes rood bij de verschillende openhartige onthullingen (mooi pleonasme trouwens), en dat terwijl er geen leerling bij zat. Kinderen, ik drink op mijn verjaardag gewoon melk hè! Geen leerling, wel een oud-leerling. Maar die had nauwelijks interessante verhalen. Interessantere verhalen dan hij me normaal toevertrouwt althans. Niks nieuws onder de zon. Nou ja, zon. De regen kwam met bakken uit de lucht.
Gelukkig zag niemand mijn rode oortjes gisteren. Het gerommel in mijn maag moet ook niet te horen geweest zijn en dat zal weer te maken hebben met de flinke isolatielaag. Uiteindelijk hebben we met een paar diehards tot negen uur luid lachend, de ene slechte grap vertellend na de andere de sfeer in 't Bevertje een behoorlijke impuls gegeven. Kon geen kwaad. Het liep dus anders dan verwacht. Gelukkig maar!
Alle collega's die een tikkie van Nicole gekregen hebben wil ik bedanken voor het vernuftige cadeau en hun gezellige aanwezigheid! Over tikkie en Nicole gesproken: het is wel meer dan een tikkie jammer dat ze onze intellectuele omgeving gaat verlaten voor de mannetjesputters van de KMA. Daar kom ik binnenkort nog op terug. Als ik het niet vergeet. De melk kwam ff zwaar binnen namelijk.
Straks weer uit eten. Morgen soep opwarmen, zaterdag vrienden te eten, zondag eindelijk weer gewoon schoonvader aan de tafel en boerenkool met spekjes. Wat zal het nu weer worden? Menukaartje opzoeken? Onze zoon Iskander is naar Tonga geweest. Dat ligt echt een takkeneind weg, maar ... hij heeft het hem toch maar gedaan. Hij wilde in die oorden, op die eilanden geen vis te eten krijgen, dus hij heeft van alle resorts waar hij zou verblijven gecheckt of ze pizza hadden. Nou, hadden ze. Geregeld.
Ik ben benieuwd. Het gaat alweer om een afscheid, dit etentje. Ik ga nu maar eens .... o nee, zij leest deze stukjes, dus dan weet ze wat ze krijgt. Ik moet wel origineel blijven.
Na morgen vakantie. Heerlijk! Eerst eten. Moet dat nou echt?
Afgelopen week stond voor mij in het teken van afscheid nemen. Nog niet op de definitieve manier, begrijp me goed.
Dierbare, vakkundige collega's verlaten de school en ook de oude tv van mijn schoonvader heeft het pand verlaten. Terwijl hij het dus nog deed.
Donderdag was Tianne er voor het laatst, in dat kleine rotkamertje bij de schoolingang, waar ook de postbus leeg gehaald wordt, de bediening zit van de rolgordijnen en meer van die ellende. Ze kreeg van veel collega's terecht bloemen en cadeautjes, waarmee die hun erkentelijkheid uit spraken voor de stevige basis die Tianne op zorggebied achtergelaten heeft. Mijn cadeautje was tekst.
En gisteren zagen we Léon - Royal Antwerp - van Beek vertrekken. De sprekers hadden allemaal een poging gedaan te berekenen hoeveel kilometers hij uiteindelijk afgelegd had met zijn tripjes van Antwerpen naar Dordt. Hoe lang hij in die auto had moeten doorbrengen al die jaren. Zelf had ik berekend hoeveel kilo snotjes hij in die tijd uit zijn neus had moeten frutselen, maar ik vond niet heel passend dat daar voor te rekenen.
Het was roerend hoe Léon, die ooit toch de aan-mijn-lijf-geen-polonaise-mentaliteit had, alles braaf aanhoorde en op zijn eigen wijze meewerkte aan de Léonquiz, toen die uiteindelijk toch nog begon. Ja ja, want vóór die quiz had Niki een enorm fantastische speech voorbereid. Alles kwam daar in langs, werkelijk alles, wat voor mij weer een bewijs was van een soort degelijkheid - het beste woord is Gründlichkeit denk ik - waar ik op de vrijdagmiddag niet echt op gerekend had. Ik was blij dat ik de strafzitting waar 5 booswichtjes het Baskische volkslied over zaten te schrijven voortijdig beëindigd had. Getalletje onder de tien werkt nog steeds. Maar goed, in de aula zag ik vanaf de zijkant de een na de ander met een balpen verwoed passages doorstrepen in eigen speeches.
De hele tijd stond al de naam Léon geprojecteerd op de achterwand van de kantine, witte letters op een donkere achtergrond. Léon schijnt voor zijn PowerPoints wel vaker die kleurstelling te hebben gebruikt. Niets nieuws onder de zon. Er stonden gelukkig geen jaartallen onder.
De quiz voorzag ruim in de mogelijkheden de Bourgondische kanten van Léon te leren kennen, terwijl we al zoveel mooie kanten van hem hadden gezien. Léon heeft zich op school beijverd voor de internationalisering, waarbij hijzelf extra goede herinneringen overhield aan Vicenza en Dresden. Meertalig dus. Liefhebber van Italië. Briljant op het gebied van literatuurgeschiedenis, super relaxed met de leerlingen van alle leeftijden. Ooit een goede tafeltennisser, veel aandacht voor en gigantische kennis van het voetballen. Goede kok, levensgenieter, mopperaar af en toe. Ik vergeet nu minimaal 85% maar dat is dan maar zo. Sja alleen maar positieve kanten. Dat je dan een PSV-er bent, ach dat nemen we je dan maar niet kwalijk. Daar kun je ook niks aan doen.
We zullen Léon missen. Pass auf dich auf, herr Kollege. Und mach Spaß, Léon.
En die tv van mijn schoonvader? Mwah, wel vervangen door een nieuwe, mét CG+ kaart gekloot, maar hij laat nog steeds alleen maar NPO 1, 2 en 3 zien, en tja, dat is nog alles waar mijn schoonvader naar kijkt. Ziggo levert prima hulp, maar er is toch nog iets fout. En de firma waar we de tv gekocht hebben, ach. Mijn collega Cecile, die van mij wilde weten waarover we de toets wilden geven in de zesde klas en mij app'te toen ik in die winkel stond, reageerde achteraf gezien perfect toen ik haar terug app'te dat ik op dat moment niet kon reageren omdat ik in die, laten we zeggen, rode winkel stond. Ze app'te "Oei, laat varen alle hoop." Niet eens een smiley erbij dus ze meende het nog ook! En terecht hoor.
De schroefjes waarmee de voet aan de tv vastgemaakt moet worden waren er niet. Scheiße! De medewerkster aan de telefoon gaf de policy voor dat soort gevallen even door. Ontbrekend onderdeel, tv in de originele verpakking doen, alle zooi er weer bij, dicht tapen en terug naar de winkel brengen waar u hem gekocht heeft. Daar helpen ze u verder. Ach, goed dat we de schroefjes bij het inpakken toch nog vonden.
Tianne weg, Léon weg, schroefjes niet weg. Het weekend kon toch nog positief beginnen.
Over de titel denk ik nog even. Daar kom ik op terug.
Ik zit. Ik peins. Ik pieker. Ik maal. Ik weet dat vandaag een beslissende dag was. Ik heb een besluit genomen - waar ik op zich riant voor betaald word - maar eentje waarvan ik nu zit te blozen. Mijn chauffeur rijdt mij naar huis. Ik ben CEO bij een enorme firma. Dus ja, dan heb je een eigen chauffeur. Leuke Volvo onder mijn reet, koelkastje aan boord en een oplaadpunt voor mijn mobieltje, mijn laptop, je kunt het zo gek niet bedenken. Tafeltje, foto d'r op van Vergilius. Knijpballetjes voor het bestrijden van stress.
Mijn chauffeur ziet iets aan mij. Hij vraagt 'Meneer, gaat het met u?' Ik weet me geen houding te geven. Hij vraagt door 'Meneer, kan ik iets voor u doen? Ik zie dat er iets met u is, meneer. Kan ík iets voor u doen?' Stilte van mijn kant. 'Wat heeft u van mij nodig, meneer?' Ik zwijg. Onthutst door zijn directheid. Zijn invoelingsvermogen ook. Een chauffeur. Ik heb de man nooit goed bekeken, laat staan naar hem geluisterd. Aarzelend begin ik terug te praten. 'Ach, het gaat wel hoor.' Hij zet de auto stil. Aan de zijkant van de straat, dat dan weer wel. Hij stapt uit en komt achterin naast me zitten.**
Hij zit naast me en zoekt oogcontact. Ik kijk omlaag. Hij begint opnieuw. 'Meneer, als er iets mis is, kunt u me het gerust vertellen. Uw probleem is veilig bij mij. Kunt u aangeven waar u last van heeft?' Ik vertel hem kort dat ik in gewetensnood zit, maar leg niet uit in welk opzicht. Hij knikt begripvol. We praten wat en ik voel gewoon dat hij exact doorheeft wat er speelt bij mij. Alsof ie dwars door me heen kijkt (wat toch een behoorlijke afstand is van navel tot ruggengraat). Als ik zo opzij kijk naar hem, naar hem luister realiseer ik me ineens dat hij degene is die mij altijd een gerust gevoel geeft omdat ik zeker weet dat ik met hem aan het stuur veilig thuis kom. Hij straalt vertrouwen uit, deskundigheid, empathie, gedecideerdheid, zekerheid, zijn manier om een gesprek aan te knopen is adembenemend goed, hij schuwt geen onderwerp, hij is er kennelijk voor me en dat voel ik ook. Deze man moet mijn chauffeur blijven! Hij kan mij en mijn firma verder helpen. De concurrent kan naar hem fluiten. Echt, deze hou ik binnenboord. Koste wat kost. Hee, een fietser wil de stilstaande auto passeren. Hij belt, beetje agressief. Tring, tring, tring. Mijn chauffeur kan het geen reet schelen dat er iemand langs wil. Hij heeft aandacht voor mij. Voor mij alleen. Tring! Tring!!!!
Trrrriiiiinnnggggggggg! Ik schrik wakker. De bel. Shit! Achter mijn bureau weg gedommeld tijdens alle heerlijke administratieve kutklusjes. Tijd voor JOT. Afscheid nemen van een heel gewaardeerde collega. Tianne. Ze gaat weg. Helaas. Ik zie haar bezig, ik hoor haar. Verrek! Ze heeft wel iets van die chauffeur.
**Voor degenen die nu een dubieuze wending in het verhaal willen: jongens, daar zijn sites voor, waar je helemaal los kunt gaan zonder dat je je voor iets of iemand hoeft te schamen.
Het was een bijzondere avond gisteren. Voor het eerst deed ik mee aan een dartstoernooi. Het alom fameuze Altena Open, wie heeft er niet van gehoord! Mijn collega Dick die in Werkendam woont, had de aankondiging voor het toernooi zien hangen ergens in Nieuwendijk en polste mij of ik geïnteresseerd was in koppelvorming. Ik begreep hem natuurlijk eerst weer verkeerd (nou, nee, Dick. Ik sta anders in het leven), maar toen hij het over "sporten" had was ik niet meer te houden natuurlijk. Dus wij naar Nieuwendijk in het land van Altena. Ik kan me voorstellen dat daar de naam van het toernooi ook mee te maken heeft. Er bestaat ook een ander Nieuwendijk, in de Hoeksche waard of een van die oorden. Geloof me, in beide oorden wil je nog niet dood gevonden worden. Áls ze je al vinden, hè.
Dick had half 7 zien staan als aanvangstijdstip, dus we gooiden nog snel in de plaatselijke snackbar een frietje (metonymie voor vele frietjes, Anke-Thea!) naar binnen en spoelden dat weg met een non-alcoholische versnapering, waarvan we alleen de naam Radler zullen verklappen. Nul punt nul, het leek een omineuze naam voor de rest van de avond.
Toen we klokke 7 over half 7, te laat dus, binnen stapten in de dartzaal van Tavenu waren we ongeveer de eersten. We mochten alle zestien banen gebruiken om in te gooien (oefenen, zeg maar. We gooiden dus niet met onze darts gaatjes in die banen). De man van de organisatie wachtte tot hij 27 koppels binnen had. Zelf zou ik ook nog gewacht hebben tot het 28e koppel zich meldde, maar dan waren we om tien uur nog niet begonnen. Uiteindelijk konden we rond kwart over acht pas de eerste indeling te horen krijgen, de poule-indeling, en begon voor ons, totaal zonder enige tactische voorbereiding whatsoever, de eerste poulewedstrijd. We verwachtten helemaal niks en elke in het bord belandende pijl was voor ons al een feest. Een dubbel gooien was helemaal fraai en bij een triple dachten we eerst aan een biertje. Het winnen van een leg zou voor ons reden zijn om ons morgen op school feestelijk ingehaald te worden, in onze dartsoutfit al voortschrijdend over een rode loper. De verwachtingen waren laag gespannen dus.
Vanwaar dan deze uitgebreide opsomming van lage verwachtingen? Gaan wij soms gebukt onder een minderwaardigheidscomplex, Dick en ik? Mwah, nee. Niet echt. Zit er soms een fantastische, totaal onverwachte ontwikkeling, ook wel een apotheose genoemd, aan te komen? Leest verder, en gij zult het weten.
De poulewedstrijden verloren we volgens verwachting alle drie. Dus kwamen we in de verliezersronde terecht. Achtste finales. Konden we op school toch mooi over opgeven! 'Hee, collega's, hebben jullie nog leuk gedart zaterdag, in Nieuwendijk?' Ja hoor. 'Nog wat gescoord?' Een chick, bedoel je? 'Nee, bij het pielensmieten.' Ja, we hebben de achtste finales bereikt. Kijk, dan maak je indruk.
Maar, opgemonterd door het winnen van maar liefst twee legs in de voorrondes (zie als bewijs bijgevoegde foto), ja ja, wonnen we ineens de wedstrijd in die achtste finales. Gewoon, 2-0 (best of three-format). Inmiddels tien uur. We zaten in de kwartfinale. Wachten op de indeling, wachten, wachten. Ondertussen, speciaal voor Astrid van Ovost en Roger Schenk, nog wat mooie flights gekocht (zie foto), à € 1,50. En ja hoor, om 11 uur mochten we onze kwartfinale spelen. En verrek! Weer wonnen we. 3-1. Halve finale. En toen, ja, toen wilde Dick naar huis. Het was tegen twaalven. We zullen het nooit weten, of we de finale bereikt zouden hebben of zelfs die finale gewonnen zouden hebben. Ik ging mee met Dick, want ja. Je bent een koppel of niet. O ja, en mijn auto stond bij Dick op de oprit. Had ik wel nodig om moe maar uiterst voldaan om kwart voor één 's nachts thuis te komen. Vrouwlief lag in bed te ronken, dus ik moest mijn feestroes alleen verwerken.
Het was gaaf, in Nieuwendijk, bij het darten. Misschien dat ik er toch wel dood gevonden wil worden, als het zover is natuurlijk. Het was een heel relaxte sfeer in Tavenu. Er werd bier, en echt geen nul punt nul, geconsumeerd alsof elke score van boven de twintig gevierd moest worden met een pintje. En toch was er geen overlast. Sportiviteit alom, volop sociale contacten, geen onvertogen woord. Soms moesten we schrijven (dus rekenen). Gelukkig betrof het aftrekken, en niet optellen. Wie het eerst van 501 terug is op 0, eindigen met een dubbel. Michael van Gerwen, de kale sloopkogel, kan dat, dus wij ook. We zagen trouwens behoorlijk wat kale sloopkogels rond lopen daar. En je ziet toch op zo'n avondje een stuk of tien honderdtachtigers gegooid worden, in het wild. Als je gegooid hebt en je loopt terug om achteraan aan te sluiten, geef je elkaar een onderhandse boks. Leuk, gaaf. Gingen wij dus ook doen, Dick en ik. Gooide hij 23, hup boks. Gooide ik dubbel 1 uit, hup boks. Ander woord voor dit soort boks is fistbump, maar ik vind die term niet echt fijn, zeg maar.
Volgende keer weer? Als we van onze respectievelijke gades tot drie uur mogen nachtbraken misschien wel. Als zo'n toernooi wat strakker georganiseerd wordt, ja, dan wel. Maar de charme, de sjeu van zo'n toernooi is nou net dat het allemaal niet zo strak is. Wat op zich qua uitdrukking ook weer goed past bij een oudje als ik. Al weet ik dat door mijn dartshirt aardig te verbergen. Dick heeft dat niet nodig, al heeft hij wel een gaaf shirt! De foto is wazig. Dat komt niet door de toevoeging aan de tonic (namelijk een flesje van glas), maar door onze technische onervarenheid met het fenomeen selfie, in dit geval geëxtrapoleerd tot ussie. Dûh!
Ik ben mentor. Oké, ik heet Marc, maar ik bén mentor. In de bovenbouw is het elk jaar een gepuzzel van jewelste om alle leerlingen uit de vijfde en zesde bij een collega ondergebracht te krijgen, die zorgzaam is, doortastend handelt, de shit opruimt en als een soort van curlingveger alle mogelijke problemen liefst voor is. Die dus de coachende rol van mentor speelt. Nou, hoe gaat dat dan in zijn werk, Marc?
Worden collega's van jou beoordeeld op hun coachende vermogen? Op hun invoelende kwaliteiten misschien? Op hun wens jongeren op een tactvolle, deskundige en warme manier richting eindexamen te begeleiden? Sorry. U zei? O ja! die criteria spelen zeker ook mee. Beschikbare tijd dan? Ha ha! Een docent? Beschikbare tijd? Wazda? Laten we het erop houden dat ik zo'n 40 collega's ingenieus verdeeld heb over bijna 300 leerlingen. Schouderklopjes kreeg ik!
Goed, hoe dan ook. Omdat ik anders niet helemaal (anastrofe... gniffelde hij in zijn vuistje, zoekt toch niemand op) uit kom met die verdeling zet ik ook mezelf in als mentor. En dus maak ik ordinaire reclame voor mijn mentoraat. Als ik tegen een mogelijke belangstellende leerling wil aangeven wat ik als mentor te bieden heb en begin met de halfjaarlijkse traktatie van het mentoruitje zegt die leerling vaak al: O ja, de pizzamentor! Da's waar ook. Ik kom wel bij u hoor, meneer.
Nou, en zo doe ik dat. Vorig jaar had ik er nog een stuk of twaalf, nu staat de teller op negentien. Jemig, ik ga dat maar snel bespreken bij Portobello, mijn huispizzeria. 'Hee Pino', (ja, zo heet die baas van die tent, maar hij heeft geen blauw knuffelig pak aan), 'ik kom ergens in november met negentien man pizzaatje bij je eten. Heb je zoveel stoelen?'
Pino is altijd gevat en, belangrijke eigenschap, hij noemt mij altijd professore. Hij zal zeggen. Signore, één pizza, professore? Moet ik die in negentien stukjes snijden, professore?
Doe maar, Pino. Houdt het nog betaalbaar voor mij, een mentoruitje.
Zoals gebruikelijk voer ik niet veel uit op dit moment. Mijn nieuwste vijfde klasje heb ik een proefvertaling Seneca in de maag gesplitst. Ze deden hun huiswerk niet zo braaf en dus bedacht ik dit als ondersteunende maatregel. Vrijdag het zevende uur je lekker te buiten gaan aan Seneca. Vier armzalige regeltjes, en dat nog in een groot lettertype ook. Regelafstand 4, want ja, ik moet toch het blaadje vol krijgen. Hoop aantekeningen erbij. Die zijn wel ff zoet. Ze waren gespannen het vorige uur. O jee. Speciale proefvertalingsblaadjes. Strenge blik in de ogen van de toch aimabele man die het vorige uur nog lekker stond uit te leggen hoe slaafjes, weggestopt onder de divan van hun meester, de naar beneden vallende etensresten dan wel langs de spijlen sijpelende maaginhoud op wisten te vangen.
Deze keer gaat het over Seneca zelf, die bij zijn buiten gaat kijken hoe dat wordt bijgehouden door zijn rentmeester. Het viel hem tegen, want het viel uit elkaar van ellende. Ja, en dan kun je die beheerder wel de schuld geven, maar per saldo was de ouderdom gewoon in de villa geslopen. Kan gebeuren.
Ik kan nu nadenken over het weekend. Ze stellen toch geen vragen, die arme kinderkes. Nou, ik ga aan een darttoernooi meedoen. In Nieuwendijk. In een dartcafé. Samen met Dick. De huldiging is komende maandag gepland in mijn kamer op de eerste verdieping. De ruimte is daar groot genoeg voor alle drie de genodigden. Foto's maken van Dick en mij mag. Daar hoeft niet voor betaald te worden. Mag wel natuurlijk.
Ik ga drie one hundred and eighties gooien en Dick gooit de dubbels gewoon uit. Kat in 't bakkie.
Fijn weekend.
Ik ben trots op mijn nieuwe pata’s. En daar laat ik het maar weer eens bij. Het geeft aan hoe veel leuke dingen ik meemaak. Leerlingen letten meer op mijn uitdossing dan op het Digibord.
Afgelopen vrijdag was een gelukzalige dag voor mij. Vol hoogtepunten (ehm, prettige gewaarwordingen in het dagelijkse leven bedoel ik).
Zo was daar weer een bericht van zoonlief die zich in Tonga ophield. "Tonga?", zult u zeggen. O, zegt u niet. Nou, ja, het principe van de fictieve opponent maar weer eens toegepast dan. Ja, hij is stoer bezig, Iskander. Hij wilde bij Tonga zwemmen met bultruggen en dat plan had hij afgelopen kerst al. Sja, enigszins ouderlijk bezorgd, suggereerde ik dat die beesten ook bij Noorwegen zwemmen, maar nee. Het was Tonga. Heel erg goed internet schijnen ze daar niet te hebben, maar heel af en toe liet hij van zich horen. Afgelopen vrijdag, na een tijdje radiostilte, dus weer. Jippie de pippie, hoogtepuntje.
Een andere positieve ontwikkeling was, dat ik ook in een vijfde klas nog uit kan leggen. Dat mocht ik die vrijdag in een blokuur tonen. En ze zaten gewapend met pen, boeken en aantekeningenschrift klaar.
En, niet te vergeten, ik kreeg een telefoontje. Werd ik gepolst voor een belangrijke functie? Nope. Had ik bij de Vriendenloterij een andere prijs gewonnen dan een zelf uit te kiezen cadeautje ter waarde van €12,95? Ook al niet. Was iemand in de familie zwanger die wilde informeren of de spruit nog naar mij vernoemd mocht worden? Allemaal niet. Sportcentrum (!!) Dordrecht had mijn schoenen binnen! Joechei! Zwarte én witte! Mét veters. Gisteren ben ik ze op gaan halen. Ik wil niet te snel veren in openingen steken, waarvan beweerd wordt dat die voor pluimstrijkerij bedoeld zijn, maar bij die winkel werken echt onwijs aardige en deskundige mensen. Ik zou er echt vaker binnengaan als ik sportieve behoeften had, zeg maar. Ik kreeg koffie, en de mannen kwamen zich aan me voorstellen. Geweldig! Oké, ik tikte wel bijna € 300 af, maar toch. O ja, en het parkeren op het Paulusplein was gratis. En voor gratis komen we naar u toe deze herfst.
Morgen ga ik onverdroten door. Op school wachten 6 tussenuren en twee lessen. Kan ik mooi trainen voor het darttoernooi komende zaterdag. Moet ook gebeuren. Je bent allround of niet, toch? Zo, en nu aan de koffie met worteltjes en gember en andere geniepig gezonde zooi. Maandag de zestiende, kom maar op!
Toen ik mijn nieuwe kamer mocht betrekken op school en alles spiksplinternieuw was, de muren nog maagdelijk wit waren en het bouwstof nog zachtjes neerdaalde op mijn net schoon geboende bureau vroeg ik aan een schoolleider of ik op die klinische spierwitte kamer ook iets aan de muur mocht hangen. Gipsplaatjes, moest kunnen. Ze zei nietsvermoedend ja. Goed, dat hield voor mij in dat ik eerst een plaats bepaalde waar ik een dartbord kon ophangen en vervolgens het verdere interieur een plaats gaf. Nu, jaren later, hangt elke muur waar ik een punaise in kon rammen vol. Foto’s, kaarten, strips, teksten van speciale dictees, enfin. Noem maar op en ik zeg wel stop als er iets niet hangt.
Ik nam mij toen, licht lui maar des te economischer als ik was, voor niet al te vaak naar beneden te lopen om allerlei kantoorspullen te halen bij de administratie of bij de claviger, maar zelf mijn eigen toko te beginnen. Dat weten de meeste collega’s. Die komen geregeld in paniek mijn kamer in om wat toetspapier te halen. Of een pen. Of een plakbandautomaat. Leerlingen komen woordenboeken halen, weer anderen komen graaien in een, overigens momenteel leeg staande, dropjespot. Hint, hint. Zacht en zoet graag. Maar goed, het is er allemaal.
Inmiddels ben ik gewend aan het idee dat ik niet meer “mijn” kamer mag zeggen. Het is “onze” kamer, want eerst deelde ik die met Frankie Bulsara en nu met Sophie Elisabeth. Royaal als ik ben had ik Sophie ook drie en een halve vierkante meter prikbord gelaten en daar wilde zij vandaag een handige DUO-kalender (contradictio in terminis wellicht?) op bevestigen. Met een punaise wilde het niet lukken, dus suggereerde ik haar het probleem aan te pakken via een spijker. Ja maar, zo sprak Sophie enigszins verbolgen, dan heb ik toch een hamer nodig? Met de achterliggende gedachte: en die is er niet, hè Marcie, een hamer.
Ik zal haar gezichtsuitdrukking nooit vergeten toen ik pontificaal mijn laatje open trok en daar een hamer uit haalde. Altijd handig als ik mijn agressie moet koelen op een appel of mineola.
Voor wie deo wil lenen, die heb ik ook. Evenals aftershave en twee oude, maar nog wel werkende mobieltjes. Een witte stropdas hangt aan de kapstok, dus heb je een feessie...
De kalender hangt. Veilig voor de door mij gesmeten darts. Komt Jan-Willem darten, dan wordt de rest van de kamer ontruimd. Veiligheidsvoorschriften. Hoe dan al die andere minuscule gaatjes in de maagdelijk witte gipsplatenmuur komen? Ook punaises? Nee, Jan-Willem is aan het trainen geweest. Toch mag hij niet in het team van Dick en mij, volgende week zaterdag. Bij die dartwedstrijd in - of all places - Nieuwendijk spelen we in koppels, niet in trio’s. We gaan het JDW ook op dartgebied op de kaart zetten.
Nog even aandacht voor de dropjes. Zacht en zoet dus.
Afgelopen vrijdag verzaakten docenten van het JDW massaal hun plicht. Aangenomen dat die plicht normaal gesproken bestaat uit les geven en moederen over leerlingen kwam het vrijblijvende, welhaast gezellige bezoek aan Utrecht en de wijde omgeving in feite neer op verzaken van plichten. Graag gedaan.
De dag was afgeladen met zogenaamde highlights, en die kan ik me helaas niet allemaal meer herinneren. Maar het begon allemaal met een banaan en een appel. Vermoedelijk waren die over van het eerste klaskamp, maar dat mocht de pret niet drukken: gratis is gratis en dat is voor ons allemaal pure winst. Goed, met die appel en banaan - men notere het chiasme - de bus in richting Utrecht. Utrecht is de stad van de rector-bestuurder en die runt de tent in Dordt nog één jaar, vandaar dat we zijn Uterech bezochten. In de bus ging alles normaal, voor ons doen dan, afgezien van het feit dat we de gordel om moesten doen. Ships, vergeten!
We kwamen volgens plan aan in Bunnik en daar werden we een plaatselijk restaurant in gevoerd, alwaar de koffie klaar stond. Keurig in thermoskannen zodat we ons thuis zouden voelen. Je plaats aan een tafel zocht je simpel uit via het gebakkie. Vond je een schuimgebakje met slagroom er lekker genoeg uit zien dan ging je daar zitten. Tenzij je naaste collega daar al zat natuurlijk. Na de koffie vond er een heus schisma plaats. Er waren zij die gingen kanoën en zij die hun culturele gok in fort Vechten gingen steken. Ik behoor zelden tot de sportievelingen en ook nu hield ik mij keurig in. Ik heb niet smalend gelachen om de driedubbele kleding noch om het tweedehandse schoeisel van degenen die gingen kanoën en dachten dat hun kano droog zou blijven.
Op naar fort Vechten. Het grappige van Fort Vechten is dat men het nooit als een fort hoefde in te zetten. Wat dat betreft had het beter fort niet-Vechten kunnen heten.
De rondleiding werd in onze uiterst belangstellende groep verzorgde door, kom, hoe heette hij ook alweer? Nou, ja, kom ik later misschien wel weer op. Hij leidde ons, toen we hem eenmaal ontwaard hadden, rond langs affuiten, halve kanonnen en darkrooms. Misschien had ik dit hier niet moeten noteren, maar een enkeling zag het volgens mij wel zitten met mij in een darkroom verzeild te raken. Maar goed, mijn fantasie slaat wel vaker op hol. Ik heb mij, steeds vooraan in het gezelschap natuurlijk, van alles laten vertellen over, kom hoe heet dat wapen ook al weer? Nou, kom ik later wel weer op.
Na de onderhoudende rondleiding mochten we los. De schoolleiders staken ons een duidelijke bewegwijzering toe en nadat ik die van mij listig aan Dineke had doorgegeven gingen we op pad. Heel ingewikkeld was het niet en dat kwam ook doordat we de anderen achterna liepen. Ja, hallo! Personeelsdag hè. Dan gaan we ons niet uit de naad werken.
Het tempo was goed, en het feit dat we aan een degelijke maaltijd toe waren zal daar enigszins aan hebben bijgedragen. Aangekomen bij een van de vele Utrechtse grachten werden we opgevangen door drie kapiteins. Gelukkig zaten ze niet op één boot, maar hadden ze hun boten keurig verdeeld. De gewone collega's mochten in de eerste twee boten plaatsnemen, de collega's waar qua dieet iets mee was mochten lekker bij Eline op boot nummer drie. De boottocht voerde ons langs allerlei imposante gebouwen en hield slechts tweemaal een tussenstop voor plassers en rokers. Eenmaal gelukkig ook om wat voedsel, aangeleverd in papieren zakken, aan boord te hijsen. Het oerbrood, de yoghurt met stukken banaan onderin en het vlierbessen- annex appelsap lieten we ons goed smaken aan boord van kneusjesschip nummer drie, van kapitein Eline.
Na een enerverende rit (volgens Eline dan) meerden we weer eens ergens aan en dat bleek meteen Eline's beste idee ooit. De hele dieetboot liep leeg. Afijn, beter de boot dan de opvarenden. Allemaal naar de stad om een goed broodje kroket te scoren zeg maar. Zelf heb ik de kans gegrepen om op Utrecht CS mijn OV-kaart wat aan te vullen. Ik wilde thuis toch iets te vertellen hebben, ja toch, niet dan?
De dag eindigde, qua personeelsdag althans, bij de Winkel van Sinkel waar de barkeeper het verschil tussen Radler 0.0 en een gewoon biertje van 5.0 niet bleek te kennen. Hij had naar het gymnasium moeten gaan, die man.
Uiteindelijk heb ik een positief gevoel overgehouden aan deze pd, deze personeelsdag dus. Pffft, eindelijk lesgeven maandag!
Flexibel, doortastend en gevoelig
Wie denkt dat dit ingenieuze trikolon op mij slaat, overschat mijn egocentrische inslag. Oké, oké, het zóu betrekking op mij kunnen hebben. Nu tevreden?
Ik heb het natuurlijk over mijn nieuwe roomy. Frankie is 'm gepeerd naar een werkkring 300 meter verderop, Sophie heeft zijn plaats ingenomen. En de eerste indrukken zijn bijzonder positief. Churandy Martina zou terecht zeggen: 'Ik ben blij, man. Weet je, ik ben echt blij'.
We hebben al intens samengewerkt, Sophie en ik, bij de informatieverstrekking aan de vijfde klas. Dat was gisteren. Ik mocht iedereen voorstellen en de tent runnen, zeg maar. We begonnen met een indrukwekkende minuut stilte. Gevoelig moment. Compliment aan de grootste kletskousen, die echt hun mond 60 seconden hielden.
Vervolgens hebben we doortastend van alles uit de doeken gedaan over het fenomeen klas 5, examendossier, gemiste gymlessen, decaanzaken, studielink en zo meer. Aan mij de eer uit te leggen hoe de dagelijkse gang van zaken daar in de bovenbouw is. Dus ik mocht ook uitleggen dat we vanaf dit schooljaar met maar 45 minuten per les werken. Ideaal, lijkt het. Waar we vroeger nog twee bellen hadden, hebben we er nu nog maar eentje. Terechte vraag dus van de leerlingen hoe wij dan dachten te gaan bepalen wanneer iemand te laat was en wanneer net niet. Dus ik zeg tegen die gasten: 'Simpel. Drie minuten nadat de officiële bel gegaan is, maakt de docent een geluidje. Kom je na dat geluidje binnen, dan ben je de sjaak. Kom je voor dat geluidje binnen, dan is het goed'.
Stel je een grote groep leerlingen voor, 145 of zo. Bulderend gelach. En toen ik daarna net iets langer zweeg, betrok het ene na het andere gezicht. De lach stierf weg. Ik zag het ze denken: Jee, man! Dit is wel De Hoon. Hij is volgens mij nog serieus ook!
Ik heb wel even gegniffeld. En later natuurlijk, thuis op onze kamer, de hele zwik geëvalueerd met Sophie. Zij met zwarte koffie, gewoon in een kartonnen bekertje zonder tekst, Frankie! Ikke met een vergelijkbaar bekertje, maar dan met water erin. Meestal melk, maar ook wel eens water dus. Joh, ik ben zo flexibel.
Nee, geen uitnodiging voor een gratis etentje, deze 'post'. Afgelopen vrijdag waren oud-mentorleerlingen van mij te gast. Ze kwamen met eigen oogjes aanschouwen hoe niet zij, maar ik nu aan het werk werd gezet. Alleen had ik afgesproken dat Elma zou bakken en braden en dan zou ik een hele aparte PowerPoint voor haar maken voor het examenonderwerp. Goed geregeld, al zeg ik het zelf. Zo kon ik, al converserend met die schaapjes, de jofele gastpeer uithangen, hamburgers, worsten, kippenspiezen, kruidige filetlapjes uitdelend alsof het niet op kon.
Ze konden niet allemaal, maar de meesten waren er. Sommigen hadden zelfs een cadeautje mee gebracht, dus ik was helemaal in mijn nopjes. Het was een heel gezellige avond. Zo vlak voor het begin van een collegejaar annex schooljaar had ik verwacht dat ze de frisdrank naar binnen zouden gieten, het vlees met een hoop saus erop door hun strotje zouden wurmen om vervolgens weg te gaan. Het eerste gebeurde veelvuldig, maar pas om kwart over 11 maakten ze aanstalten te vertrekken! Oké, ze gingen nog een pilsje drinken in de stad. Radler 0.0% was wel gratis en ook wel weg te krijgen, maar het verveelde toch snel.
Ik heb een leuke avond gehad. Ze vroegen me de oren van het hoofd en vertelden me ook verhalen waar ik dan weer rode oortjes van zou moeten krijgen. No way. Dan kennen ze mij niet echt.
Anne heeft zich als een alma mater van de studie geneeskunde Rotterdam ontfermd over aanstaande studenten geneeskunde. De eerste tentamenvragen zijn al doorgenomen en volgens mij al zo'n beetje gehaald ook. Geef Floris zijn bul maar vast, die is in no time basisarts. Misschien gynaecoloog, dacht ie zelf.
Alleen maar winnaars, afgelopen vrijdagavond. Zelfs de buren, die ik van te voren gewaarschuwd had dat het enigszins onrustig kon zijn, vroegen mij achteraf of JDW'ers altijd zo rustig en beleefd waren. Of het feestje eigenlijk al wel geweest was. Zoveel hadden ze nou ook weer niet gehoord.
Ik beaamde dat JDW'ers altijd zo zijn.
Hè, hè, eindelijk is de vakantie weer voorbij hoor. Ik sta als een wild paard te briesen voor het hek, want ik wil beginnen!
Het wordt een belangwekkend jaar, komend schooljaar. Mensen die gaan vertrekken, andere collega's, andere leerlingen, andere boeken. Kortom, er verandert nogal wat in het schoolse leventje. Afgelopen weken heb ik me niet met columns beziggehouden, laat staan met humor. Daar was het eigenlijk ook niet het moment voor. Maar nu ga ik weer los.
Sinds een week of twee ben ik weer aan het trainen om orde te houden. Dat is best lastig. Kijk, ik hoef tegen mijn gade natuurlijk niet te zeggen: 'Jammer, dat je je huiswerk weer niet gedaan hebt. Ga je maar melden bij de coördinator.' Want dan krijg ik a) een knal voor mijn kanis en b) verwonderde blikken en de repliek 'Maar dat ben jij toch zelf?'. En dan heeft ze alweer gelijk. En als ik ergens slecht tegen kan, nou ja. Dus al dat huiswerk, stofzuigen, afwassen, thee zetten, broccoli snijden en zo, dat doe ik nu allemaal zelf maar. Dus ik weet niet of het helemaal goed gaat komen met dat orde houden. En al helemaal niet of het wel slim is dat hier zo voor mijn lezertjes te vertellen.
De eerste didactische plannen, afgeblust met wat pedagogische zooi, zijn er al. Komende week is het mooi weer en dus nodig ik mijn oud-mentorleerlingen na een lange, verhitte werkdag, uit bij mij thuis. Terwijl zij dan de hamlappen, de kipspiezen en de barbecueworsten roosteren, ga ik met ze napraten over waar ik het allemaal fout heb gedaan. Ik kan er van leren en ik weet dat ze de waarheid spreken. Ze hoeven immers geen blad meer voor de mond te nemen. Over blad gesproken, ze hoeven alleen maar alles op te eten en te zorgen dat ze de paprika en tomaten niet vergeten naar binnen te werken. Alle fanta en cola, ijsthee en water wil ik dan nog wel voor hen inschenken, terwijl ik dan zelf, super vermoeid natuurlijk, via een rietje een ijskoud melkje naar binnen slurp. En als ze me dan op al mijn tekortkomingen, mijn gebreken gewezen hebben zet ik ze om half tien de deur uit. Nádat ze alles schoongemaakt hebben en de afwas voor mij hebben gedaan. En dan maak ik een goede indruk thuis, omdat ik toch blijk te kunnen dresseren. Allemaal over nagedacht. Ja ja.
O. Ehm. Ik hoor net, dat ik nog een week vakantie moet houden. Gokkernolle.
Vanochtend vroeg uit de veren. Half 11 stond ik parmantig uit de veren (?) op mijn hippe zwarte sportief ogende schoenen naast mijn bed. Gereed om weer een culturele onderdompeling van formaat te ondergaan. Half uur later waren de huid geschrobt, de haartjes gekamd, de broodjes naar binnen gewerkt, weer naar beneden gespoeld met een heerlijke melk van augustus 2019.
Ik stond werkelijk te popelen als een junk die een maand lang niks gehad heeft.
Op naar Mantova. Mantova heette vroeger, heul heul vroeger Mantua. Het was, zo stond in ons gidsje, de geboorteplaats van ene Vergilius. Jaja. De grote Publius Vergilius Maro. Na de koffie met appelpunt en na wat zoek- en vraagwerk vonden we een beeldje in de muur. We konden er niet dichtbij komen want er waren werkzaamheden. Ja ja. Die zijn er in heel Italië en dus ook hier. We gaven het op en na wat culinaire culturele hoogstandjes te hebben doorstaan reden we weer weg. Ons was cultuur van het level summum onthouden. We gaan klagen bij de baas. Dat kon hier te lande nog wel eens een probleem vormen, want ze denken allemaal de baas te zijn. Goed, komen we al polderend wel uit. Dank je, Publius!
Afgelopen week mocht Sarsina zich in onze bijzondere belangstelling verheugen. Sarsina, zult u zeggen, dat is toch het basisingrediënt van pizza? Nou nee. Dat is farina. Sarsina, oftewel Sársina, is de geboorteplaats van een Romeinse komedieschrijver. Titus Maccius Plautus heet die pipo. In het hele stadje zijn er reminiscenties aan de man, van plaatjes van zijn komedies tot aan naamgeving van het centrale plein. Pleintje.
De pizza's in de pleinpizzeria Titus (!) heetten onder andere Romulo, Numa Pompilio, Anco Martio en zo meer van die eerste 7 Romeinse koningen. Origineel hoor. Wel lekker trouwens. En ook de volle melk, de latte intero zogezegd, gleed gladjes door mijn strotje. Onze b&b heette Cabraldi, maar onze navigatiestem is niet heel snugger. Die noemde de bestemming circa Braldi. Ook goed, joh. 12 kilometer buiten het wilde en bruisende nachtleven van Sársina lag circa Braldi dus. Nogal ver weg eigenlijk. Zelfs een beetje te ver weg. Dat moeten we eerlijk toegeven. Het was een mooie stad, maar net iets te ver weg.
Ik zal hier niet vrijuit debiteren dat we niet naar een komedieopvoering gegaan zijn. We hebben in plaats daarvan lui in ons nest gelegen en gewacht tot het weer etenstijd was. Ik zal ook niet vermelden dat we een bekeuring gekregen hebben voor fout parkeren. Ja, inderdaad. Op die stomme (altijd de schuld extern zoeken) piazza Tito Maccio fucking Plauto.
Verder ging alles goed hoor. Sársina, echt een mooie stad, maar toch ook net iets te ver weg.
Over Omsk gesproken, mijn vrouw en ik zijn over, dus we zingen een duet. Ja, wat wil je met zoveel melk achter je kiezen!
Vannacht heerlijk geslapen. Vind ik zelf hoor. Anderen zullen denken dat ik heel wat meemaak in mijn slaap. Doe ik ook. Ik droom dat ik cultureel geëngageerd bezig ben. Dat mensen mij als wereldse vraagbaak beschouwen en mij al hun problemen voorleggen, die ik dan deskundig en adequaat oplos. Dat ik als een ware kosmopoliet nuanceer en te werk ga. Dat ik, allround als ik ben, van elke keuken een graantje meepik. Nou, en van al dat gedroom word ik moe. En als ik moe ben ga ik in mijn slaap zagen. Snurken ja. Ik geef het tenminste gewoon toe. Maar sinds gisteren kan ik een nieuw synoniem toevoegen aan zager, snurker, bomenveller. Megacicade. Die cicades maken af en toe een teringherrie! Een snurkende Marc de Hoon is er niks bij.
Aangenaam. Mijn namen zijn vanaf nu Marc Adrianus Maria Jacobus Cornelis Anna Megacicade de Hoon.
Naast mij wordt een spelletje gespeeld. Een echt spelletje. Met een naam en zo. Dus niet overdrachtelijk een spelletje gespeeld in de zin dat ik genaaid word waar ik bij sta. Ik hou niet super van spelletjes. Waarom ik dan dart, waarom ik dan schaak? Dat zijn geen spelletjes, mensen, dat is rauwe topsport. Vroeger moest ik mee kaarten thuis. Klaverjassen was voor de gereformeerden en wij waren katholiek. Dus wij rikten. Verleden tijd van rikken.
Als er gerikt moest worden was het gezelschap vrij saai, namelijk mijn moeder, haar moeder (mijn oma dus) en die haar zus. Die laatste heette tante Cor. Nou, zou Herman Finkers zeggen, zij was mij er eentje. Kolere, ik heb de putten van haar stok nog verspreid over mijn benen. Seinen, zoals ik dat later bij mijn schoonfamilie leerde als een subtiele spelgerelateerde manier om je partner te laten weten welke kaarten je had, daarvan had deze tante Cor nooit gehoord. Foute kaart? Hup, stok tegen mijn been. Alsof ze een hekel had aan alles wat mannelijke kenmerken had. Terwijl ze toch zelf ook aardig laagfrequentieel sprak. Mijn oma was ook nogal fysiek. Foute tactiek? Goedmoedige kneep in mijn bovenarm. Blauwe plekken all over the place. Ik heb dus wat minder goede herinneringen aan spelletjes. Bovendien, het moet gezegd, kan ik ontstellend slecht tegen mijn verlies. Daar wordt het sfeertje dan vaak niet beter op.
Net is het spelletje naast mij in goed overleg beëindigd. Er was helaas geen ruzie. Ik zag ook niemand een ander met een stok prikken. Al liep Maud wel een heel klein beetje moeilijk. Dacht ik tenminste te zien. Maar ja, ik lette ook niet zo goed op.
Lekker niks doen, dat is voor de een het summum van vakantie vieren. Een ander heeft alleen een vakantiegevoel als hij van 7 tot 7 curiosa aan een nader onderzoek onderwerpt. Mooie gebouwen of juist hele oude gebouwen, ook wel ruïnes genoemd. Zelf zit ik daar een beetje tussenin. Lekker niks doen te midden van ruïnes. Ik maak foto’s en kijk dan thuis op de pc wat er op staat. Betere resolutie. Zo heeft iedereen zijn ding.
Als je je pootjes niet wilt branden heb je wel iets aan een pannenlap. Ja toch? Niet dat ik nou vaak een hete pan beetpak, maar toch. Nou zie ik hier een siliconen Ieniemienie die als pannenlap dient. Ideaal. Zo kun je als een soort dierenarts je hand in een muis steken en dan gewoon volhouden dat je je poten niet wilt branden. Ik geef toe, nu ik dit zo formuleer is het toch wat dubieus. Laat maar ook.
Ik ga nadenken over een andere vorm van pannenlap. Een andere vorm van niet mijn jatten branden. Niet koken misschien. Is een oplossing.
Ik stond op het punt iedereen voor de gelukswensen te bedanken. Ik had alle namen al in getikt van vrienden die precies op tijd waren, en die zou ik een stempeltje gegeven hebben. Een collega van mij deed dat vroeger ook. Iedereen kreeg gratis 0,2 punt, maar dan moest er niet gemekkerd worden over de correctheid van de correctie. Deed iemand dat wel, dan kon ie a) fluiten naar zijn stempeltje en b) het risico lopen duidelijk lager uit te komen qua eindresultaat.
Het waren wel vooral de meiden die er in slaagden én een stempeltje in de wacht te slepen én aanzienlijk hoger uit te komen dan eerst. Tegenwoordig zou daar weer wat achter gezocht worden. Toen niet. Kijk, tijden veranderen niet altijd ten positieve.
Die stempeltjes, wat moest je je daar bij voorstellen? Een vlaggetje, of een geinig poppetje. Gewoon een emoji, zeg maar. Alleen kende die collega de term emoji niet.
Goed. Ik had ook al de namen staan van “vrienden” die een dag te laat waren. En ik had een soort van damnatio memoriae voorbereid voor de lieden die zich wel mijn vrienden noemen, maar mij nog niet de felicitaties hadden doen toekomen.
Ik had het allemaal staan, ja. Één verkeerde knop, en alles weg. Kon ik weer helemaal opnieuw beginnen. Nou, mooi niet. Gokkernolle! Dank je, tante Toos.
Ik was dus jarig de 25e, en werd nog net geen 60. Ik ben gisteren door mijn zwager en schone zus mee uit eten genomen. Hebben ze geen melk daar!! Nou ja. Water genomen toen. En toen ze me echt meewarig aan gingen kijken heb ik me laten overhalen een glas geestrijk vocht tot mij te nemen. Appelsap heette het. Nou, nooit meer. Volgende keer weer gewoon volle melk.
Ober! We willen graag iets bestellen. O, u komt uit Tsjechië. Nou, we want to order something to drink. And to eat, not to forget. Haha, joke.
Doet u maar een melk en een stevige neut. Maakt niet uit, als er maar een wagonlading alcohol in zit. Ik wil heel snel heel veel vergeten, en dat zonder Alzheimer te krijgen. Ehm, mijn vrouw wil graag vergeten, ik wil sterke botten.
Daarna wil ik graag de vegetarische zooi, met zoveel mogelijk vitaminen. A, B, Z, C, doe maar wat. Mijn vrouw wil een enorme lap vlees met friet en mayo. Heel veel mayo.
Als toetje wil ik geen toetje, en mijn vrouw graag een bavaroise aardbeientaart met veel slagroom. Echt heul veel slagroom. Tot slot wil ik thee. Groene thee, wat dacht u dan? Mijn gade wil graag supersterke triplo espresso met een drankje erbij. Hoe meer alcohol, hoe beter. Worteltjestaart erbij? Voor mij? Ja, prima. Doe maar twee kilo.
Zo. En nu maar wachten. Ze kan echt niet alles op, en dan kom ik in beeld. De helpende hand, de ondersteunende mond, de extra maag. Maar dan wek ik in ieder geval een goede indruk. Eindelijk.
Ik zit thuis en ik doe geen reet. Dat voelt unheimisch. En dat is dan weer een paradox, lijkt mij. Heim is eigenlijk Duits en het heeft iets te maken met thuisgevoel. Het woord is in het Nederlands nog terug te zien in heimwee. Dus thuis zitten zou heimisch moeten zijn. Maar ja, dat woord bestaat dan weer niet in het Duits.
Mensen, mensen, was ein Gelul, zou ik zeggen. Maar dat zal ook wel geen echt Duits zijn. Ik blijf thuis uit mijn neus zitten eten, unheimisch of niet. Schade!
Ik geef toe, dit is een overdreven dramatische uiting. Het is een quote uit een song van Dropkick Murphys. Na Queen, Mud, Golden Earring, Normaal, Electric Light Orchestra inmiddels met stip binnengekomen op plaats 6. Niet bepaald een tekst die je van mij als anti drama queen zou verwachten. Toch? Toch? Eenvoudig uitgelegd, het gáát ook helemaal niet over mij.
Over wie gaat dit dan wel? Wat dacht je van Frankie Kooijman? Gisteren is er uitgebreid afscheid van hem genomen. En dat was nog voor Charles met DJelle een hele act opvoerden. Nou ja, Charles aan het woord. Dan kom je d'r nooit meer tussen hè. Geweldig komisch. De grootste zuurpruimen zouden in een deuk hebben gelegen. Wat zeg ik, die lágen in een deuk. Voor zover mogelijk natuurlijk. Ik bedoel, een deuk is toch best een lastige pose.
Na een roerende speech van de rector mocht ikzelf nog, JDW-traditiegetrouw, 100 woorden op Frankie afvuren. Toen waren er tien minuten verstreken. De rest van de drie kwartier waren voor Charles, Jelle, kleine Jelle. Wilt u nog een entertainer van het zuiverste water inhuren voor uw feestje, ik zal Charles eens vragen of hij niet al tot 2025 volgeboekt is.
Tja, Frankie. Al eerder heb ik hem hier genoemd en zijn kwaliteiten geprezen. Mijn mattie toch op die kamer van ons. 's Ochtends vroeg ie altijd om een klein giftig bakkie. Daar bedoelde hij dan koffie mee. Lekker sterk, geen suiker, geen melk. Dan kon ie er weer een lesuurtje tegenaan. Arme kindertjes? No way! Ik heb een keer een lesje van hem mogen bijwonen. Inhoudelijk begreep ik er net zoveel van als Donald Duck van het verschil tussen het Ionische en het Attische Grieks. Ik zat geïnteresseerd mee te knikken, misschien niet op de juiste momenten, maar ik kwam in ieder geval geïnteresseerd over. Die lessen van Frank moeten geweldig zijn. Vanwaar de quote bovenaan dan? Frank is naturel, je krijgt wat je ziet, geen verborgen agenda. En ja, hij gaat in stijl weg. Naar het f***ing Haganum! Mazzelaars.
Enfin, genoeg gezegd. Geen lessen de komende zes weken. Ruimte voor een andere quote uit dezelfde song van Dropkick Murphys: soak me down with whiskey. En waar whiskey staat mag ook "melk" gelezen worden.
Pffffft. Het schooljaar zit er weer bijna op hoor. En daarna....ga ik weer in de korte broek gekleed! Oké, shirtje aan de bovenkant, maar de beentjes gaan de zon weer zien. Om te choqueren doe ik hem maandag op mijn laatste werkdag ook vast aan. Dus wie dat allemaal live mee wil maken, kost je 1 euro, maar dan heb je ook wat.
Vroeger, toen ik nog klein was - ja ja, dat was ooit zo - had ik de hele zomer een korte broek aan. Op de lagere school, de Petrus Canisiusschool in Bergen op Zoom, heeft me dat een keer in een penibele (kleine woordspeling mag) situatie gebracht. ‘s Ochtends was ik thuis nogal gehaast weg gefietst, omdat ik de afwas moest doen anders. Ik had niet in de gaten (blijkt ineens ook een woordspeling te zijn), dat de stof tussen de twee broekspijpen (nee, geen woordspeling) nogal dun was. Eigenlijk meer een soort van vergaan, naar de filistijnen. Op school gekomen bleek ik nog in een rokje te lopen. Finaal doorgescheurd. Ik kan je zeggen, sokken waar gaten in zitten, ach het meurt wat meer. Een T-shirt waar een gat in zit, dat móet juist, anders tel je niet mee. Maar een korte broek, overdwars in het kruis doorgescheurd, het bracht mij in een kwetsbare periode in mijn leventje toch enigszins aan het twijfelen over mijn werkelijke kunne.
Na school ben ik, met wat meer doorluchting van de kroonjuweeltjes, als een speer naar huis gefietst. Nagelachen door mijn vriendjes die ineens hun kans schoon leken te zien. Ik zeg tegen ma (=Brabants voor mijn moeder): oké, ik doe die afwas, maar alleen als jij mijn kruis repareert. Bezorgd keek ze me aan. Goh, jong. Je bent 8. Ben je daar nu al mee bezig? Maar ja, in Brabant doen ze alles voor een kruis.
Ik ben verslingerd aan het Spaanse dorp Polopos. Een aantal stellen, dat begrijp ik er tenminste van, knapt daar wat ruïnes op om een prijs te winnen. Nou, en daar maken ze een tv-programma van. Miljoenen verslaafden kijken elke dag met hun bordje koude hutspot op schoot naar tv. Ik krijg spontaan een briljant idee, al zeg ik het zelf.
Het Dordtse gymnasium, zo ga ik het noemen. Niet super origineel, maar ja. Dat is de bedenker ook niet. De verdere formule moet ik nog uitdenken, maar er moet een Limburger in voorkomen. Nee, nee, niet de docente Frans natuurlijk! En ik wil ook een stel watjes. Wat irritante strebertjes erbij en ook mensen voor wie je alleen maar diepe sympathie kunt voelen. Ruzie tussen deelnemers is ook wel fijn, maar dat kunnen we wel regelen. Tegenslag is ook onmisbaar, haat, afgunst, beter bekend als jaloezie, verdriet, dat soort dingetjes. Een beetje overspel is ook nooit weg en intriges mogen niet ontbreken.
Wanneer mijn plannen wat concreter zijn breng ik jullie op de hoogte. Ik werp mezelf wel op als presentator. Ik heb verstand van dit soort dingen. Nu ben ik moe.
Als je als docent zo vooraan in de kerk zit omdat je wat te zingen en te speechen hebt zie je de geslaagden worstelen. Niet eens zozeer met hun zenuwen als wel met hun kleding en hun stoel. Die cap, met dat slingertje links, staat sommigen geweldig. Anderen moeten duidelijk wennen aan zo'n hoofddeksel: het zit te strak om hun hoofd, of het is net te klein of, ook koddig, net iets te groot.
En dan die stoelen. Elke keer weer gaan verzitten, heen en weer wiebelen, van voor naar achter, benen ingetrokken, benen languit naar voren, het is allemaal niet comfortabel.
En dan naar voren komen. Heerlijk! Even van die stoel af mogen komen! Lekker even staan luisteren naar een speechje. Maar ook dat is interessant om te observeren. Waar laat ik mijn handen? Naast mijn lichaam? Achter me, als een soort staande schaatser? In mijn broekzakken? Eentje in de broekzak, de ander ergens losjes langs de flank? Gevouwen voor de borst? Zo van 'kom maar op!'. En dat is dan alleen bij de mannen zo. De vrouwen zijn vaak schitterend uitgedost, hebben een prachtige jurk aan. Maar ja, zonder broekzakken.
Enfin, daar gaat het natuurlijk allemaal niet over. Het was een stijlvolle afsluiting van een mooie schoolcarrière. Keek ik verderop de kerk in, dan zag ik geëmotioneerde ouders, ontroerde oma's en opa's, trotse vriendjes en vriendinnetjes, blije broertjes en zusjes, en ja, ook bewogen collega's. Dat is mooi om te zien. Laten we het volgend jaar weer doen!
Gisteren was het feest. De Augustijnenkerk vormde het toneel voor de diploma-uitreiking van het geliefde JDW.
Zo'n proclamatie begint traditiegetrouw met het zingen van het schoollied, het blèren van het Eia dus. Ik ken de tekst, dus semper sum penis. Maar ik moet zeggen, het ging niet onaardig (litotes dan maar, gratis).
Maar goed, liefst 111 geslaagden mikten enige uren later, op het moment suprême van het definitieve geslaagd zijn, met hun cap op de sierlijke kroonluchters. Dat mocht niet, maar zo zijn wij JDW'ers dan, hè. Er waren er veel raak. Zij hadden hun diploma ontvangen en ondertekend, dus wat kon hen nog gebeuren? Volgende week eens zien of de koster ze er allemaal uit heeft weten te vissen en of er niet eentje beland is in de kansel. De rector had nog zo gewaarschuwd: niets doen met de kansel achter mij. Maar ja. Feestje, sja.
Voor ze evenwel hun diploma ontvingen, werden ze toegesproken door zes sprekers die de ingezonden speeches van de mentoren van de geslaagden voordroegen. Dat ging, in tegenstelling tot vorige edities, retesnel en effectief dan wel efficiënt.
De schoolleiders, Liesbeth, Hans en Pieter, de decaan, Asja, de scheidend examensecretaris, Frank, en ikke spraken de zenuwachtige geslaagden toe. Ik mocht de mentorleerlingen van mijn collega Marjan toespreken en ik hoop dat ik dat een beetje aardig gedaan heb. Hoe ging dat in zijn werk? Steeds kwam er een groepje van vijf of zes voor het spreekgestoelte staan en ja, dan was het afwachten wat er gezegd zou gaan worden. Conform de traditie van "us JDW" was alles positief van toon. Dat verdienen geslaagden dan ook. Ooit heb ik eens, bij een tegenvallend examenresultaat, aan een collega die een fantastisch examenresultaat kon overleggen, gevraagd hoe hij dat nou toch deed. 'Nou', zei hij. 'Bij ons weet een leerling dat hij met slechte cijfers op zijn examenspeech afgebrand wordt.' Goed, ik ben alweer vergeten wie dat was en dat houd ik maar zo. Wij zijn JDW, wij doen dat niet.
Na de speeches gaf iedere spreker de toegesprokenen een hand en ik weet wel dat ik behoorlijk klamme handjes geschud heb.
Een speciaal woord van waardering voor Arne. Hij sprak namens de geslaagden. Arne was ooit wel eens een boefje en een horloge had hij niet, niet eentje waar hij vaak op keek althans. Arne had ook wat je noemt een lage structuurbehoefte. Maar wat een kerel stond daar namens de geslaagden te oreren! Geweldig! Iedereen was flabbergasted! Uit het hoofd, luid en duidelijk, en ontzettend geestig. Een heel groot compliment voor Arne! Arne, we hebben van je genoten.
Hoe dan ook, niet om vijf uur klaar voor de borrel in de museumtuin, maar al om kwart over vier. Ideaal. Een proclamatio praecox zullen we maar zeggen. Die museumtuin is vlak bij de kerk, maar ik moest een doos met cadeautjes (een leuke mok, vond ik zelf althans: they really did it!) voor al mijn geslaagde mentorleerlingen (alle tien geslaagd!) mee sjouwen, dus ik kon toch pas om vijf uur aan de melk.
Goed dat ik een doos bij me had. Nee, nee, ik liep gewoon alleen. Foei! Goed, dat ik iets bij me had. Ik kreeg van veel ouders een bedankje en vele geslaagden wilden met me op de foto. Ik leek wel een beroemdheid. Had iemand een handtekening gewild, waar dan ook, ik had hem gegeven. Die doos deed goede dienst om alle flessen spiritualiën, boeken, stripboeken, 19e eeuwse edities van Ovidius' Tristia, chocolade, bossen bloemen, flessen Tonic en flesjes Gin, en vele lieve kaarten met teksten (voor wie hem herkent, inderdaad een enallage in het wild) in mee te zeulen. Gelukkig was daar Job - Superman - Hollemans die de nokvolle doos wel even naar mijn huis wilde brengen. Hij wist waar ik woonde, want hij had er ooit drie jaar lang krantjes in de bus gemikt. Dank, Job! Zo kon ik na de borrel rustig eten bij het zelfde restaurant waar we elk jaar eten als de proclamatie achter de rug is en we ons na de borrel nog enigszins rechtop kunnen voortbewegen. Gewoon weer de carpaccio, de biefstuk, de kilo patat en de dame blanche naar binnen gewerkt. Zeven tonicjes erbij, want ja, het was gratis. Uur of tien was het inmiddels. Brak als een tientje.
Het examengala stond me nog te wachten. 's Middags had ik wie het me vroeg beloofd dat ik daar zou verschijnen. Ik was kapot, en mijn nette schoenen moet ik toch eens vaker aantrekken. Maar samen met Jeroen ben ik daar gekomen. De businesslounge van FC Dordt, altijd keigezellig. Ook collega's Marjan en Jan kwamen nog langs. Zelfs daar kreeg ik nog een cadeautje. Hoewel ze niet samen met mij het Eia mocht zingen in de kerk had mijn eigen Sidalleke een super attent cadeautje voor mij. Een mok met een passende tekst: "Voor de beste meester". Gaaf!
Eens zien wat de komende week brengt.
Frank en de kwikkies, how quick can it go?
Eind dit jaar nemen we op school afscheid van Frank. Frank is als een marathon rennende wervelwind door de school geraasd. Zijn vak is dan wel aardrijkskunde, maar die kerel heeft zoveel gedaan! En met zoveel energie en elan, dat menigeen erbij verbleekte.
Ten eerste heb ik van al mijn zwakke schoolvakken mijn aardrijkskunde het meest opgepoetst, allemaal door wat Frank over zijn vak in mijn bijzijn - tja, we deelden uiteindelijk een kamer - oreerde. Ik ben hem daar dankbaar voor, want zo ben ik nog meer round, ehm allround geworden. Ik weet nu vrij veel meer van allerlei platentektoniek in Griekenland en de buurt. Sociale geografie heeft weinig geheimen meer voor mij en topo is mijn sterkste punt geworden. Ik kan zo mee doen aan een quiz. En over Griekenland gesproken, Frank heeft de Griekenlandreis extra amusant gemaakt. Voor de deelnemers, die natuurlijk in het stadion van Olympia 85 rondjes moesten rennen voor ze een broodje kaas/pindakaas kregen. Maar ook voor zijn medebegeleiders Sophie, Hedwig en Simon. Frank mee hebben is één groot feest. Altijd dynamiek, altijd humor, van Gordon-niveau tot superintelligente verbale uitspattingen.
Dan heeft Frank op school iedereen aangestoken met het hardloopvirus, de een rende nog harder dan de ander. Zoals altijd onttrokken zich ook lieden aan dit soort inspanning en laat ik zeggen dat ook ik niet vooraan stond.
Frank is examensecretaris geworden en die functie heeft hij, waar het maar enigszins mogelijk was, met verve en bezieling vervuld. Niets was hem te gek. Kansen voor leerlingen, compleet verknocht aan de identiteit van de school. Maar, en ook dat siert hem, in redelijkheid. Altijd in overleg. Met iedereen die maar wilde overleggen.
Licht extravert als hij genoemd zou kunnen worden heeft Frankie op de laatste Kleine Avond als een uit de dood herrezen Frederic Bulsara, oftewel Freddy Mercury (de in de titel bedoelde Kwikkies!! ja, ja, ik begreep hem ook pas een paar weken later) op de planken van het Dordtse Kunstmin het nummer "Don't stop me now" ten gehore gebracht. Queen, dat weet iedereen. Waarom nou juist dat nummer? Omdat "I want to break free" al door leerlingen ingepikt was. Én Frank is natuurlijk ook niet te stoppen, laten we wel wezen. Hij ging als een tiet, als hij tenminste 's ochtends zijn eigen kleine giftige bakkie maar had gekregen.
Frank, je zult node gemist worden, al hebben we in Sophie een prima opvolgster. We hebben uren en uren, in de baas zijn tijd, maar ook wel daarbuiten - op eigen kosten - zitten oeveren. Het ging van links naar rechts en van onder naar boven. Meestal in jouw tempo, en als ik dat weer eens niet kon bijbenen, in het mijne. We zullen je missen - fuck het Haganum in dat opzicht! En dat je dat hele prikbord vol gehangen hebt met overzichten, afbeeldingen van eenzame huizen en eindexamenvoorschriften, ach ik vergeef het je graag. Ik hang ook wel eens iets op. Jongen, ik kan geen pindakaas potten meer zien, maar, mijn goede vriend, je kunt er gewoon niets aan doen.
Ren je leven in de duinen van Den Haag, leef je leven met Peter en word net zo gelukkig op het Haganum - echt een fantastische school, hoor! - als op het JDW. Dikke hug.
Vanmiddag was ik de toets van klas 5 aan het corrigeren. Ik zag er verhit uit, want ik was woest. Brood op, appel uitgeleend, koffie omgegooid, bloody F****** heet in die kamer, dames geen wereldkampioen en tot overmaat van ramp ook nog eens super relaxte antwoorden op vragen. Ja... foute antwoorden dus hè. Sjonge jonge.
Zit ik me daar op te vreten - op zich heb ik dan genoeg materiaal ter beschikking - komt er ineens een bedeesd klopje op de openstaande deur. 'Hallo meneer! Ik zou een keertje langskomen, weet u nog?'. Ik ben van mezelf gastvrij ingesteld - Brabo hè - dus ik heb haar hartelijk welkom geheten. We hebben, nadat ik thee en water gehaald had, heel gezellig zitten kletsen. Het was keileuk haar weer te zien, en haar in goeden doen te zien. 9 jaar geleden alweer van school gekomen, studie afgerond, baan vanaf september, persoonlijk gegroeid, enfin. Mijn middag was weer helemaal toppie. Moge middagen mij vaak zo overkomen! Geleend van Ovidius. Mag wel een keertje, toch? Beter goed gejat dan slecht bedacht.
Onderuit op de bank tik ik lustig een berichtje. Geen spoortje van zenuwen. Glaasje melk ter rechterzijde, muziekje erbij, oogjes die af en toe dichtvallen. Ik kom mijn dag wel door. Maar dat is allemaal voorbereiding op de komende week, een soort van yoga. Ik kom helemaal in balans om vervolgens eind volgende week te tollen op mijn sierlijke korte pootjes.
Ik verplaats me even in jullie. Je wilt natuurlijk weten wat er dan allemaal op mij afkomt! Met welke reden ik me zo voorbereid! Wat ik dan allemaal verwacht! Nee. O, dat wil je niet weten? Niet van dé toets Latijn en hoe ze die hopelijk niet zo gaan verknallen? Wil je niet weten? Hmm. Van de telefoontjes en mailtjes van leerlingen met net te magere cijfers en "curling"-ouders om de weg wat meer te plaveien en hoe ik daar mee omga? Ook niet weten? Sja. Donderdag? Als de cijfers bekend zijn en nog de een na de ander van wiskunde B overstapt naar wiskunde A, of van wiskunde A naar wiskunde C? Allemaal niet interessant dus? Goh.
Nou ja. Dan laat ik het hier maar bij. Vandaag blijft dan een rustig dagje. Straks even kijken, mét een oranje hemd aan (ja ja, 3 € bij de C&A), hoe de Oranje leeuwinnen het doen tegen America first. Het is 45 jaar geleden, op de dag af, dat de mannen zich lieten aftroeven door Duitsland: 7 juli 1974 staat de rechtgeaarde Nederlandse voetballiefhebber in het hart gekrast en in het geheugen gegrift. Ik weet het nog goed. Ik zat bij tante Toos, die een tv had en wij niet. De bal ging in de eerste minuut op de stip en Nederland stond na 120 seconden met 1-0 voor. Toen gingen penalty's / pinanties er nog gewoon in. Gokkernolle, zei tante Toos, trekje nemend van haar sigaret, boertje latend na de eerste 4 glazen bier van de middag. Gokkernolle! Dat heb ik altijd onthouden. Als er iets onverwachts maar wel positiefs gebeurde, zei ik keihard Gô ... en dan keken mijn ouders mij streng aan: je waagt het niet hoor! Alsof er klapjes dreigden als ik het volledige GVD uit zou spreken. mm, heerlijk! Klapjes! En dan liet ik, ik was een 13 jarige puistige puber, expres even een stilte vallen en dan zei ik ...kkernolle. En dat mocht dan wel.
Enfin, toen was er nog geen VAR, anders waren er toen aan het eind van de wedstrijd geloof ik 7 Nederlandse spelers op het veld gebleven en 8 Duitse spelers.
Vanmiddag de ultieme wraak voor toen, maar dan op America First (wordt nog wennen met America second) en met sportief spel. Achteraf keurig shirtjes wisselen, zoals het hoort. Ik zie d'r naar uit.
Afgelopen jaar hebben we bij Latijn een paar passages gelezen uit Ovidius' Heldinnenbrieven, Epistulae Heroidum.
Het zijn allemaal uit Ovidius' grote duim gezogen brieven, nepbrieven dus, van bekende vrouwen uit de klassieke oudheid aan hun man/partner/beoogde prooi. Bekende vrouwen, die in onze ogen niet per se als heldinnen gekwalificeerd worden. Niet iedereen zal Medea, die uiteindelijk haar eigen kinderen doodde, een heldin noemen. Terwijl ze wel een aardig appeltje te schillen had met Jason, die haar gedumpt had. Zeg maar gerust vijf appeltaarten. Of Dido, die Aeneas een brief schreef, terwijl die oetlul net weg gevaren was op zoek naar een plek waar hij een stad zou stichten. Tegenwoordig zou een vrouw die smoes niet pikken.
Sinds kort hebben wij ook heldinnen, de Oranje leeuwinnen. Die spelen mager voetbal, maar stralen een teamspirit uit, waar je een puntje aan kunt zuigen. Voor degenen die deze uitdrukking niet kennen: opzoeken in een woordenboek.
Met die teamgeest komen de vrouwen nu in de finale van het wereldkampioenschap voetbal. Ze spelen tegen een ander landje, dat zich ook nogal laat voorstaan op teamgeest: Landje first. Zondag is de finale van dat WK en als onze leeuwinnen annex heldinnen dat andere landje verslaan schrijf ik een fictieve brief aan Lieke Veenendaal, eh Jacky van Dongen, eh Shanice Beerensteyn, nou ja, goed. Aan één van de voetbalsters die de bal in het netje hebben geponeerd.
En petit comité hebben we, al pizza etend en melk drinkend, gisteren ten huize van Manouk en Erwin een herdenking beleefd. Van de vijf leerjaarcoördinatoren stoppen er aan het eind van dit schooljaar drie. Met coördineren ja. Niet alleen Erwin, Martin en Jelle stoppen, ook Tianne stopt met haar zeer verdienstelijke werk als ZoCo op het JDW. Geen BaCo, geen afko, geen loco, ZoCo. Zorgcoördinator. Er was dus echt sprake van verdriet, van herdénken in de sombere betekenis. En dus had ik een zwart hemd aangetrokken. Beter dan een bruin hemd, dacht ik thuis gelukkig nog.
Welnu, verdriet moet verdronken worden en daar hebben we de late namiddag en vroege avond aan gewerkt. Met heel veel plezier. Grappig en triest dat zulke diverse emoties zo samen kunnen gaan. De middagzon was witheet, de rand van sommige pizza's tikkeltje zwart. De rust was adembenemend, totdat de Boeings over kwamen.
Iedereen maakte zich verdienstelijk. Erwin, Martin en chef Jelle door de ene na de andere originele pizza te bakken in de prachtige en loeihete openluchtpizzaoven. Peer, biet, sla, oude kaas, geitenkaas, Gorgonzola, ham, artisjokken, alles werd op de pizza gemikt. De andere aanwezigen lieten zich verwennen. Heel attent ook dat de oudere garde ontzien werd en dat Charles, Tianne en ik geen pizza hoefden te bakken. Super lief, in mijn geval ook super veilig.
Natuurlijk was er bij deze herdenking een geschenk voor de scheidende LJC's. Een uitstekende keuze van iemand die anoniem wenst te blijven! Het boek "En wat als we nu weer eens gewoon gingen lesgeven" viel in goede aarde en ook even op de tuintafel. Goede lectuur voor op vakantie, voor in de ruime tijd die vrij komt na het neerleggen van die mooie functie.
Toen ik met Jelle en Charles naar huis ging raakte ik de weg nu eens niet kwijt. Maar ja, wat wil je, met twee aardrijkskundigen bij je? Ik liep tussen hen in, hoefde niet op te letten van welk spoor de metro en de trein gingen en kon dus contempleren. Beetje Spielerei met woorden plegen. Wat als, dacht ik, wat als mensen zouden kunnen hérdenken?
Maar ja. Herdénken is gemakkelijker dan hérdenken, blijkbaar.
Hoe dan ook, Erwin, Jelle en Martin, onwijs bedankt voor al jullie support. Ik hoop dat Charles en ik als oude zakken jullie goed begeleid hebben en dat jullie nog een hele fijne tijd, zonder absentenregistratie en zo, hebben op toch een mooie school. Ook Tianne bedankt. Zonder jouw inbreng was het werk voor ons een heel stuk zwaarder geweest, minder leuk ook. We verliezen gigantische expertise.
Manouk, bedankt voor de gastvrije ontvangst. Het werd met jouw komst alleen nog maar veel gezelliger!
U weet het misschien niet, maar in de Brusselse carrousel wordt ook mijn naam genoemd. Ik ben nog steeds in de race voor een topfunctie. Over niet al te lange tijd zal duidelijk zijn, na wat overlegjes, app'jes, mailtjes, transactietjes, dat ik het geworden ben. De bestuurderen zullen mijn benoeming bij acclamatie bevestigen en dan ben ik binnen. Maatschappelijk en financieel.
Er zijn noch in mijn campagne noch in de aanloop daarnaartoe smakeloze filmpjes opgedoken, uitspraken van discutabel allooi. Ik heb me zelfs veelal aan de aandacht van de media weten te onttrekken. Dat is mede een verklaring voor mijn succes en mijn immense populariteit. Ik krijg nu een telefoontje. 'Ehm, ja. Dat ben ik, ja. Goedemiddag. Ik doe mijn werk goed. Ik ben best belangrijk, zelfs onmisbaar. Ik heb visie, zeker. Ik handel en denk op diplomatiek niveau. Vanzelf. Ik begrijp dat ik het niet geworden ben. Dank u voor uw telefoontje. O, trouwens, wie is het wel geworden dan? U hebt de functie afgeschaft? Zo. Nee, nu begrijp ik het. Goedemiddag'.
Ach , ik kan altijd het onderwijs nog in.
Jonge jonge, vanmiddag hadden we een lunch, ter ere van het bereiken van de 60-jarige leeftijd (maanden geleden, maar ach, gratis eten, dan mekkeren we niet) van Ep en Vero. Bovendien was het op de dag af 29 jaar geleden, dat het huwelijk voltrokken werd tussen diezelfde Ep en Vero, a.k.a. Edwin en Véronique, onze beste vrienden en ook de peetouders van onze kinderen.
Hongerig, na een bewust karig ontbijtje, togen we rond koffietijd - koffie? Niks koffie, en al helemaal geen koekje - richting Rockanje, alwaar we in het mooie etablissement Badlust ontvangen werden. De aangebouwde serre was voor het gezelschap van, naar we begrepen, 34 personen. Het was beregezellig en we zagen vele mensen uit lang vervlogen tijden. Nou ja, een paar maanden geleden dan. Annemarie en Wim waren er, Ilka en Brenda, Han en Karin, Nancy met haar boys, Nancy's moeder, Anne en Walter, Anke-Thea en nog vele anderen.
Het eten was prima, royaal en er bleef, ondanks Iskander en diens vader, veel over. Na wat kroketten, soepje (voor de uitgekookte vitaminen), koude schotel, ehm schotels, de nodige sateetjes en hompen - bruin, ja ja - stokbrood leek het me verstandig wat ruimte over te laten voor de taart en koffie. Natuurlijk heb ik verschillende soorten melk tot me genomen. Ik heb, ondanks het volle gevoel, toch het idee dat ik door de vier rondjes langs het buffet te lopen wat aan mijn lijn heb kunnen doen. De lasagna vanavond ging er, eerlijk gezegd, met moeite in. De kwark anderzijds, die gleed gemakkelijk naar binnen. Net als de melk.
En zo zit ik nu achter mijn bureau uit te buiken. Vroeger zeiden een vage tante en oom bij ons thuis dan altijd dat 'de broek op de dinerhaak ging'. Nou, ik heb hem gewoon uit gedaan. Niemand die hem ziet, die maffe hele ruime pyjamabroek.
Binnenkort is het weer zover, de proclamatie eindexamens. De speeches zijn klaar hoor. Omdat er zoveel geslaagden zijn - ja ja, klopje op de borst - moet het ultra extreem giga super kort qua babbel deze keer. Nou, gaan we doen. Pietje*, fantastisch gedaan! Volgende! Nee hoor. Er is over nagedacht in select gezelschap. We mogen 100 woorden gebruiken voor de verheerlijking. Elke taalkundige weet dat dat net te weinig is om enige consistente samenhang te garanderen, maar dat maakt niet uit. Ik heb een truc bedacht om veelzeggend te zijn, met inachtneming van de limiet van 100. Ik laat gewoon veelbetekenende pauzes vallen. Dat zijn geen woorden en toch maak je daarmee indruk. 'Sja (pauze), Marietje* meid. Op eh (pauze) dit plechtige (pauze) moment heb ik (pauze) het eh (pauze) satanische (pauze) genoegen om (pauze) je mede te delen dat (pauze) we na lang beraad (pauze) hebben ontdekt (pauze) dat we je, sja, je (pauze) eindcijfers niet eh (pauze) helemaal, of eh liever gezegd (pauze) helemaal eh (pauze) niet goed (pauze) berekend eh (pauze) hebben. Succes gewenst en eh (pauze) toch nog veel succes in eh (pauze) je door ons eh (pauze) verklote leven.'
En een ander trucje is ons classici op het lijf geschreven: moeilijke en lange woorden gebruiken. Zo kun je in plaats van 'je hebt mooie cijfers voor het examen behaald en daarmee heb je mij en je ouders erg trots gemaakt' ook zeggen: 'ouders-en-mentor-trotsmakende-cijfersbehalend individu'. Dat zijn, ook door toedoen van het koppelteken, twee woorden. Leve het koppelteken. Wil je iets zeggen over de problemen die tijdens de schoolcarrière overwonnen zijn? Kan. 'Ondanks je chronischevermoeidheidssyndroom, je meervoudigepersoonlijkheidsstoornis en het falende geneesmiddelenvergoedingssysteem dienterzake ben je uitermate succesvol dankzij je pragmatische en eloquente attitude. Hier, je diploma.'
Het wordt een feest! Maar ik ben tenminste klaar met mijn speeches. Net na de wedstrijd afgemaakt. Die speeches.
* enige gesuggereerde gelijkenis met bestaande personen berust op louter toeval.
Met stille trom heeft een fijne collega van mij vandaag zijn laatste lessen gegeven. Duits, mooi vak. Léon van Beek hoeft niet meer elke dag van d’n Antwerp naar Dordt te rijden en steeds in de file te staan. Hij kan gewoon elke dag om 10 uur opstaan en om de hoek Belgisch brood halen. Of zelf bakken.
Léon heeft nog langer het beste van zichzelf aan JDW gegeven dan ik en hij kon een mooie deal sluiten. Ik ken hem dus al zo’n 34 jaar. Geniale man, op zijn vakgebied ijzingwekkend goed, vol humor, bijzonder talig, maar met name ook cultureel geëngageerd. Al in een vroegtijdig stadium contact gelegd met leraren in het Italiaanse Vicenza en zichzelf natuurlijk ook het Italiaans eigen gemaakt.
Hoewel Léon en ik ongeveer even lang lesgeven, ziet hij er nog een stuk patenter uit dan ik. Hij heeft zijn wapperende blonde manen nog. Oké, we hebben beiden een leesbril nodig en laten graag zien dat we alle culinaire versnaperingen op de juiste waarde weten te schatten. Verder delen we, ik schaam me totaal niet, een groot genoegen bij het horen van de meest bedenkelijke moppen.
De laatste jaren komt Léon geregeld kletsen op mijn kamer en mij deelgenoot maken van al zijn inzichten, zijn beslissingen en zijn afwegingen. Af en toe opgefokt over wat er nu weer gebeurd is en wie er nu weer wat uitgehaald heeft, maar even later is die boosheid weer weg. Met trots vertelt hij over vrouw Carol en zoon Zeno, die iets jonger is dan mijn jongste.
Léon geniet van alle mooie dingen in het leven en ik hoop dat hij dat samen met Carol en Zeno nog heel lang mag doen.
Jetzt verabschieden wir uns, Herr Kollege. Viel Spass und tschüss!
Ja hoor. Het is weer woensdag. Normaal een rustige, lesvrije dag. Beetje de boel aan elkaar coördineren. Praatje hier, koffie daar. Alvast wat dingen regelen voor volgend jaar.
Wordt de een na de ander eruit gestuurd! Bij bosjes komen ze binnen. En echt niet alleen bij collega's die bekend staan om hun korte lontje. Dus ik wil wel eens weten wat er aan de hand is. Storm op komst of zo? Willen ze per se de laatste vrije vrijdagmiddag nakomen om het volkslied van Japan over te tekenen? Zijn ze uiteindelijk sadomasochistisch geworden? Nee, joh. Er staat hier een ventilator.
Ja hoor. Het is weer woensdag. Normaal een rustige, lesvrije dag. Beetje de boel aan elkaar coördineren. Praatje hier, koffie daar. Alvast wat dingen regelen voor volgend jaar.
Wordt de een na de ander eruit gestuurd! Bij bosjes komen ze binnen. En echt niet alleen bij collega's die bekend staan om hun korte lontje. Dus ik wil wel eens weten wat er aan de hand is. Storm op komst of zo? Willen ze per se de laatste vrije vrijdagmiddag nakomen om het volkslied van Japan over te tekenen? Zijn ze uiteindelijk sadomasochistisch geworden? Nee, joh. Er staat hier een ventilator.Vanavond ben ik vrij. Dat is zeldzaam en dus ga ik eens genieten! Ik heb de oranje toeters en muts en het brulshirt van een aantal jaar geleden nog. Die ga ik gebruiken vanavond, hoor! In mijn stoel, standje relax, afstandsbediening in de linkerhand, koel glas melk in de rechter, zie je het voor je? Om 8 uur al zenuwachtig, alle analyses aanhoren en dan om 9 uur stop ook ik mijn fluit in mijn mond. Voor wie daar aparte associaties bij gaat krijgen, foei! Ik leef mee met elke overtreding en dan fluit ik mee.
Ik heb de afgelopen dagen vele wedstrijden proberen uit te kijken en het is gewoon gelukt! Ik heb gejuicht bij de beslissingen van de VAR, ik heb gejankt bij gemiste strafschoppen. O ja, en toen de chips op was.
Het heerlijk avondje is gekomen hoor. 35 graden? Nou, en? Ik ben geen watje! Ik ben een hele grote wat. Als het niks is, ga ik buiten zitten lezen. Kom ik in ieder geval nog licht geëngageerd over. Hannibals meesterzet, de slag bij Cannae. Boek ligt al klaar. Of zou Sarina Wiegman ook een meesterzet in haar boezemplooi hebben?
Hup Holland! Zzzzzzz.
Nou, nou, tut, tut, rustig aan. Wie moet er een speech houden? Ikke? Ow, en eh, wanneer precies? Over een paar weken? Oké. En wat is de gelegenheid precies? Diploma uitreiking? Zo zo. Van het Stedelijk gymnasium? Johan de wie? Aha, op die fiets. Waar word ik verwacht? Kerk. Kerk? Welke kerk? Augustijnenkerk. Nou, mooi man. Moet ik zelf iets verzinnen? Nee? Hoeft niet? Oké. Mooi. Ik hoef alleen maar voor te dragen? Uit andermans werk? Ja ja. En jullie noemen dat dus een speech? Sja, ja, ja. Ik heb daar, laat ik het mild formuleren, een iets andere associatie bij. Maar als jullie dat willen, joh, wie ben ik dan om nee te zeggen? Ha, ha. De coördinator? O, zo. Van de zesde klas? Die de geslaagden, en gezakten ook trouwens, een warm hart toedraagt? ja, ja.
Weet u, het schiet mij ineens te binnen. Ik heb volgens mij een andere afspraak staan. Ik zie het net in mijn agenda. Kapper. Tja, moet ook gebeuren hè.
Dat leerlingen zich in het zweet werken aan een proefvertaling terwijl jij als docent gewoon zit te niksen (surveilleren geheten), dát is al prachtig. Dat ze, zonder nog één letter gelezen te hebben, al als een blind paard hun woordenboek openslaan en gaan bladeren, ach. Ik ben het gewend. Afschaffen die dingen. Maar om het gevoel van ongelijkheid, van onmacht te benadrukken zit ik nu, tijdens het opletten, ook de taart van mijn dierbare collega Kees Jan te consumeren. Hij is gisteren jarig geweest en is nu weer een paar weken een jaar ouder. Wijzer was ie altijd al.
In dit bepaald niet koele lokaal zweet men peentjes, ik eet appelvlaai. Rustig. Niet te hard maar wel net hoorbaar smakken. Vorkje net iets te hard neerleggen. Ik had er koffie bij moeten halen. Had ik ook nog kunnen slurpen.
Het is pas vrijdag en ik shake nu al van de zenuwen. Altijd koel, nuchter, doortastend, zeker van mijn zaak(je), en nu ineens druipt het zweet van mijn voorhoofd. Ongecontroleerde bewegingen van ledematen en drie, vier tics aan ogen en oren. Hartkloppingen, buikkrampen, absences, vlagen van waanzin, soms zelfs briljante waanzin. Wat is er met mij aan de hand? Iets bijzonders op komst? Nou, gewoon. Weekend.
Weekend? O verhip, nou weet ik het ineens! Vaderdag zondag!! Dáárom ben ik zo van de leg natuurlijk. De grote vraag dringt zich op. Krijg ik ontbijt op bed en zo ja, wat zit er onder het dubbele gebakken spiegelei? Ham of kaas? Beiden misschien? Oude kaas, jonge kaas, kaas met pitjes, kaas met blauwe adertjes (gadverdegadver), nou ja, achterham, schouderham, Yorkham, en dan nog allerlei combinaties. Ja, je weet het niet hè.
Dát is het dus. Nou, weet je. Ik heb al een fantastisch mooi cadeautje gekregen. Een leerlinge met Latijn, van een andere school, gebruikte mijn examendocument (het ruste in vrede) bij de voorbereiding van het examen Latijn. En die bedankte me. Paar passages uit haar mail:
"U kwam een beetje als een muze die ons wegleidde van alle examenstress en ons dan naar Ovidius' dichtkunst bracht. Met een collega-latinist heb ik avonden over en weer uw voetnoten gedeeld, wat ons niet alleen leerde hoe je stijlfiguren in het wild vangt, we hebben ons ook kostelijk vermaakt."
En dan deze! "Bedankt voor uw werk, waarmee u ook een beetje ónze magister werd en veel dingen leerde, onder andere wat Latijn. We zijn blij dat we daar in het jaar voor uw otium nog net van hebben kunnen genieten."
Ha ha, dat otium hè. iedereen denkt dat ik met pensioen ga. No way, baby's, kleine droeftoetertjes van me. No way. Nulla via. Maar die vijfdeklassers van nu, die balen joh! Geen examendocument! Alles zelf doen!! Geen magister (haha, geen SOM nee: foutje in de software zorgde voor een paar uur vertraging bij de examenuitslag) die we kunnen volgen als makke Dordsche schaapjes.
Ik wens de lieve schatten veel succes. Extra veel succes, mag ik wel zeggen. En breng je paps een lekker ontbijtje op bed. met verse jus d'orange, Voor de vitamientjes.
Heerlijk! Goed nieuws mogen brengen aan mijn schattige mentorleerlingen. Ze hebben het goed gedaan en ze zijn alle tien geslaagd! Jippie!!! Aan de telefoon waren ze af en toe gespannen, maar ik gooide de boodschap er meteen uit natuurlijk! Hoi met meneer De Hoon (ja ja, meneer...): hee, je bent geslaagd!
Nou, dat was meteen opluchting all over the place.
Ik ga eens proberen een mooi stukje tekst te componeren voor bij de proclamatie. Dat hebben ze onwijs verdiend. Natuurlijk feliciteer ik ook andere geslaagden, Tuurlijk! Maar mijn mentorleerlingen hebben toch een speciale plaats. Faye, fantastisch gedaan! Floris, onderkoeld als altijd, mooie lijst! Marenthe, meid, heel mooi gedaan! Levi, ben trots op je. Nooit in de klas gehad, en toch! Jeroen, zenuwachtig, maar het is goed gegaan! Ceessie, goed gewerkt man! Romy, heel blij voor je, goede prestatie! Sophie, erbij gekomen als mentorleerling en het is prima voor elkaar! Marjolein, wiskunde ook keurig voldoende! Trots op je! Luke, de spreekwoordelijke hand schudden we morgen. Mijn groepje 5lakc3 wacht maar ff...
Jezus van Miranta, zou mijn moeder gezegd hebben, wát ben ik blij!
Vandaag ben ik alleen thuis. Da's geen uitnodiging om maar koffie te komen drinken. Nee, je zou het huis uit geblazen worden! Het huis uit, Van Hoon? Leg dat eens uit. Heb je gezopen? Meur je naar de knoflook, zure haring, zure melk of alle drie tegelijk?
Nee, nee. Ik heb de muziek loeihard staan. Weer een nieuwe liefde ontdekt. Dropkick Murphys. Heerlijke hardrock met een vleugje, zeg maar een stevige vleug Ierse folk. Compleet met doedelzak en accordeon! Geweldig. Kwam er te laat achter dat die gasten ook op Pinkpop staan. Anders was ik wel een dagje extra gebleven in het zuiden van Limburg.
Ik zit al die songteksten op te zoeken en mee te blèren. Echt niet om aan te horen. Favoriet is toch wel Rose Tattoo (https://www.youtube.com/watch?v=9d8SzG4FPyM), direct gevolgd door het vrolijke Going out in style (https://www.youtube.com/watch?v=D7g3RuoreRc).
Jongens, ik leef helemaal op. Van de week de uitslagen van de examens en weet je? Ken me geen reet meer schele!
oohooo, Van Hoon nou toch! Ben jij nou een betrokken invoelende leraar? Dûh, I could really give a shit - I'm going out in style....
Komt er vandaag een jongetje bij me. Jonkie nog, tweede klasser of zo. Meneer, mag ik een gele kaart? Ikke half actueel, quasi-humoristisch: Heet jij Sergio Ramos, jongeman? Nou goed, nee dus. Hij was door een superstrenge collega naar mij toegestuurd. Wat had het manneke op zijn geweten? Wou ik wel ff weten. Tja, heeft ie 1 of 2 van die er-uit-stuur-formulieren, de zogenaamde gele kaart, nodig?
Jongetje, waarom heeft meneer K. jou naar mij gestuurd? Wat voor vreselijks heb je uitgehaald? Ik eh heb ehm pie...hem getekend. Ik versta hem niet, dus: wat heb je misdaan? Nou, meneer K. zag dat ik op straat een eh een pihem tekende met st... krij. Nou, na nog vijf keer aandringen kreeg ik het hele verhaal hoor. Rood als een biet, kreeft, tomaat biechtte hij op dat hij met stoepkrijt een piemel op straat getekend had. Nou, nou, nou. Moest ie nou nakomen? Van meneer K. hoefde het niet. Angstvallig wachtte hij op mijn antwoord. Ik keek eens streng over mijn bril heen, nam even pauze, keek nog eens over mijn bril heen, keek hem strak aan, twintig seconden lang. Nee, hoor, sprak ik mild. Kun je misschien mijn kleinzoon tekenles komen geven?
Fijne Pinksteren.
Tijdje stil geweest hier. Facebook heeft dat ook al opgemerkt. Die Zuckerberg leest de verhaaltjes hier ook, hè. Gaat het wel goed met je, andere Marc? Dat mailde hij me vanochtend. Ik ben verslaafd geraakt aan jouw stukjes omdat ze tenminste enig niveau hebben. Dat wil ik graag eens van je leren. Wat kost dat?
No no, dear Sukkelberg, heb ik geantwoord, I had schoolwork to do. I was busy correcting some exams. For the second and the third time. We do that in Holland, correcting exams over and over. So I had no time to write funny stuff.
Goed. Bijna klaar met de tweede correctie. Weekendgevoel, Pinkstergevoel. Watte? Pinkstergevoel? Die kerel die het woordenboek Latijn-Nederlands samengesteld heeft, die heet Pinkster! Kanone, ff geen woordenboek nu hoor!
Ik verheug me al op Pinkpop. Leuke muziek, schitterende festivalmentaliteit, tentje opzetten, beetje klooien met eten, veel melk tot mij nemen en dan maar swingen, stagediven en mijn roes uitknorren. Niet dat ik er heen ga, hoor, naar Pinkpop. Maar mag ik ook eens fantaseren? Ja toch?
Naar nu pas duidelijk is geworden hebben leerlingen uit een zesde klas tijdens hun eindexamen Latijn het woordenboek herzien. Zo werden bijvoorbeeld etymologische verbanden gelegd die de samenstellers van het originele woordenboek nooit opgevallen waren. Bovendien werden diverse lemma's grondig uitgebreid en voorzien van nooit eerder geattesteerde semantische connotaties. Dat het woordenboek daardoor een stuk dikker zou worden, daardoor duurder en dus een collector's item, wordt bestreden door de nieuwe samenstellers. Het totaal irrelevante grammaticale katern achterin wordt slechts op het toilet gebruikt, en daar in ieder geval niet voor het opzoeken van rijtjes, aldus een anonieme bron. Bovendien is de dikte van het woordenboek al afgenomen doordat talloze ingeplakte geheugensteuntjes en ezelsbruggetjes op last van de leraren Latijn verwijderd dienden te worden. En in een vlaag van vermeende efficiëntie zijn voor het examen de bladzijden met de K, de N, de Q, de Y en de Z al uit het woordenboek verwijderd. De hoofdman van de Componitores Novae, Kees Wattefok, licht toe: die letters worden nauwelijks gebruikt of komen juist te vaak voor. Om demotivatie te voorkomen hebben we onze drie leden geadviseerd die bladzijden weg te scheuren.
Het is niet bekend hoeveel de nieuwste uitgave van het woordenboek Latijn-Nederlands nog zal kosten. Het wordt volgens ingewijden niet uitgesloten dat gebruikers zullen moeten bijbetalen voor de extra service.
Klassieke talen zijn hot als altijd. Latijns en Griek hebben een grotere actualiteitswaarde dan je zou denken. En het is ook allemaal geen abacadabra meer. Iedereen die een kwartiertje naar wat grammatica kijkt en wat tekstjes doorneemt, weet dat. Het examen is ook geen écht probleem meer. Dat zien wij momenteel. We moeten onze mening over Latijns herzien.
Wie bijvoorbeeld vermoedde dat er alleen maar ellenlange zinnen in examenteksten voor zouden komen vergist zich deerlijk. Wie dacht dat examens Latijn gaan over vrome en godsvruchtige mensen die, gestraft met een tsunami als de rest van de mensheid is, als het water weer wat gezakt is alle pogingen in het werk stellen weer wat leven in de brouwerij te brengen en al vocht plengend over hun onschuldige hoofd en armzalige kledij wenend tempels van goden bezoeken, tempels die er werkelijk niet uit zien doordat ze lang onder water gestaan hebben en groenige muren van smerige mosaangroei hebben, het nederige woord richten tot Themis en die dan de vraag stellen: "Yo, Themis, hoe kunnen we de mensheid weer in alle glorie herstellen?", wie dát allemaal vermoedde, die doet het mooie en simpele Latijns te kort.
Over actualiteit, over climate change gesproken, ook Deucalion en Pyrrha maakten zich volgens welingelichte bronnen in het examentekstje eerder druk over de natuur dan over de mensen (in hun geval goden) die die natuur schade toebrachten. De fraaie moerbeiboom had het in de zinderende zondvloed zo zielig (ook hier dient de alliteratie geen enkel klankeffect) moeten ontgelden dat er geen één meer was. Geen ééntje! Dat werd door de rasvertalers in het fabelachtig mooie en dus heel korte, kernachtige zinnetje "nulla mora est" mooi tot uitdrukking gebracht: er was geen moerbeiboom. Pffft. Ik was er stil van, en met mij al mijn vakcollega's. Werkelijk een ingenieuze vondst! Je ziet als het ware geen moerbeiboom meer, die er eerst wel was. De suggestie dat hij er eerst wel was wordt gevoed door het praesens historicum. Rillingen over de rug. Echt. Latijns forever!
Ja ja, een echte AcI in de bijzin, maar dan in het Nederlands. Nou ja, Nederlands. Vanochtend mocht ik de kandidaten voor het examen Latijn moed inspreken. Ik sta daar, voorin de zaal. Tien voor negen. Voor sommigen de enige juiste tijd, terwijl een paar anderen nog bedenkelijk in hun oogjes wreven.
Ik zeg tegen die zaal: Dames en heren, en Ezra. We gaan even wat rijtjes repeteren. Zeg maar na: hic, haec, hoc. Nee! Tuurlijk zei ik dat niet! Ze waren al nerveus genoeg. Trillende, zweterige handjes, vind je het gek, dat ik alleen maar een box doe met ze? Nee, ik begon met "De dag die je wist dat zou komen". Zaal toen al plat. Nog wat grapjes gemaakt over mijn examendocument, dus ik was cynisch. En toen gingen ze aan het werk. Braaf als altijd.
Zo tegen 12 uur dacht ik ten eerste wat ik altijd rond die tijd denk: waar is m'n brood? Maar ik dacht ook aan die arme zielen in die gymzaal. Zij niet aan mij, maar daar hoeven ze ook geen examen in te doen. Ha ha, De Hoonkunde.
Drie waren er weg! De rest zat er nog. Ik kreeg wel waar voor mijn geld. Ikke naar beneden, onder het mom van daar de zielenpootjes opwachten en ondersteunen. Maar per saldo wilde ik gewoon niet helpen met het ophalen van het examenwerk. Word ik veel te moe van.
Ze waren enthousiast. De vragen hadden ze wel zo'n beetje goed allemaal. Denken ze. Ha ha, hópen ze. En de proefvertaling kwalificeerden ze als ware gymnasiasten met een drieletterig woord dat rijmt op gutteguttegut.
Nu is het aan mij om ze erdoorheen te sleuren, om de tweede corrector alle hoeken van zijn natuurlijke habitat te laten zien.
Ik doe mijn best. Eerst ff een proefvertaling in de vijfde klas. Haha, die zitten nu al te puffen op 7 regeltjes Ovidius. Gewoon een verhaaltje over koning Cadmus die in een slang verandert. Ze kijken quasi-intellectueel. Dat is een veeg teken. Sommigen kijken agressief naar mij (of naar Kees die net voor me zit te snuiven) en Anna kijkt meestal naar de klok. Ach. Volgend jaar moeten ze drie uur achter elkaar zitten op Latijn. Hebben ze nu nog geen weet van. Ik houd dat even zo.
Dan heb je eindelijk weekend! Meestal rusten we dan uit. Ja, zelfs wij leraren rusten zo nu en dan uit omdat we een drukke week gehad hebben. Maar nu bruisten we van energie. Het mooie weer denk ik. Eerst vrijdagavond, met opa, naar de verjaardag van Linnéa. In Den Haag. Opa moest de trap op geholpen worden en later op de avond er ook weer af. Dat was wel spannend. Taart gegeten, koffie gedronken, lang zal ze leven gezongen en veel foto's gemaakt. Benji zong ook nog de Zweedse versie van lang zal ze leven, maar die kon ik niet volgen.
Zaterdagmiddag zijn we naar de opening van "Zo mooi wonen" gegaan, een prachtig project waarbij jongeren met een verstandelijke beperking min of meer zelfstandig kunnen gaan wonen. Begeleid, maar toch! Wil de Vos, onze voormalige zorgcoördinator, had een oude basisschool in Zwijndrecht geregeld en daar waren een stuk of wat kleine studio's in gemaakt. De opening werd gedaan door ene G. Joling, maar dat had ik Elma maar niet verteld. Toegegeven, hij deed het prima, of in zijn woorden: kom maar lieverd, je doet het fááántááástisch.
Daarna heb ik net gedaan of ik sportief aangelegd was en zijn we naar de Decathlon in Breda gegaan. Allemaal hippe shirtjes gekocht, die gewoon lekker zitten. Nadat we alle aankopen thuis getest en opgeborgen hadden, en geborreld hadden met stukjes wortel en water c.q. melk zijn we opnieuw naar Zwijndrecht getogen. Daar hadden we in Zohej (ik kon de etymologie niet thuisbrengen en dus zal het wel niet erg ingewikkeld zijn geweest) een eetafspraak met Maud en Xanthias, die nu allebei hun P hebben gehaald. We hebben ons verbaasd over de interne communicatie daar, maar het eten was keigoed. Echt een aanrader. Toen wij jaren geleden zelf nog in Swin City woonden hebben we nogal eens buiten de deur gegeten, maar nooit op het Veerplein. We staken meestal schuin over naar een snackbar waar Henk de Boef achter de toonbank stond. Henk maakte altijd leuke grapjes, maar wel in het Zwijndrechts. Dus als we dan thuis de friet op zaten te peuzelen viel het kwartje van wat Henk nou feitelijk gezegd had. En dat was dan vaak leuk ja. Hij vroeg ook weleens gewoon of we er mayonaise bij wilden, maar omdat hij Zwijndrechts sprak én van grapjes hield, lachten we gewoon maar altijd.
Gisterenavond diende zich een uitputtingsslag van een heel andere orde aan. Om twaalf uur heb ik maar eens even gekeken hoe Nederland er voor stond bij het Eurovisie Songfestival. Enfin, lang verhaal kort: toen het 1 uur was, had Nederland gewonnen. Ik blij naar bed. Ik stootte Elma aan: Hee, weet je wat er gebeurd is? Ja, zegt ze. Je hebt me wakker gemaakt. Het was niet het goede antwoord, maar ik besloot dat het verstandiger was het grote nieuws dan maar tot het ontbijt te bewaren.
Vanmiddag ben ik nog naar de stad gefietst om naar de B&B van Charles te gaan kijken. Mooi groot pand heeft hij. In de Gravenstraat. Villa dei Conti noemt hij het. Ingenieus. Heb het van onder tot boven gezien en ik was onder de indruk.
Mijn weekend was optimaal. Nu ben ik wel bekaf. Gauw een melkje doen.
Ik schaam me een beetje voor wat ik nu ga zeggen: ik ben bijgelovig. Het is niet zo erg dat ik vijf weken dezelfde onderbroek blijf dragen als ik een enorme meevaller heb gehad, dat niet nee. En eind mei is het gewoon een kwestie van vakantiegeld. Niet van een gewonnen loterij, dat weet ik ook wel.
Het is ook niet zo dat ik pertinent weiger onder een ladder door te lopen als er een zwarte kat in de buurt is. Joh, we hebben zelf zo'n beessie rondlopen en die gaat af en toe op schoot liggen. Afgelopen weekend zat ik in bad en toen kwam hij op de rand staan. En toen begon hij enthousiast water uit het bad te lebberen. Oké, ik had hem ook vier weken niks te drinken gegeven, maar dan heb je ook wat.
Nee, ik zal je zeggen dat ik slecht tegen het verzoeken van de goden kan. Ik wil geen hybris plegen, zeg maar. Als iedereen tegen mij zegt: "Joh, komt hartstikke goed met Ajax. Ze hebben al van Tottenham gewonnen! In Londen!", dan denk ik: ja ja, dat gaat dus fout hè. Wat doe ik dan? Dan kijk ik geen tv, althans niet naar de wedstrijd. Dan ga ik op mijn iPadje zitten schaken en om het kwartier (niet eerder) op Flashscore naar de tussenstand zitten kijken. Dat heeft het voordeel, dat ik weet hoe het gaat en als het niet zo lekker gaat, ik gewoon inwendig kan vloeken. En, ik geef het toe, als het dan veilig lijkt, dán zet ik de wedstrijd wel op en dan ga ik kijken. U raadt het al. Bij rust 2-0. Dat is in the pocket, dacht ik. Niet hardop, want .... hybris. Ik kijk 10 minuten. Ten bloody minutes! 2-2! Kolere. Ikke die tv weer op een andere zender. iPadje aan, potje snelschaken, schoolmail checken. Na 5 minuten blessuretijd denk ik, kijkend naar de 2-2 stand: nou, mwah, kan volgens mij wel weer. Leuk om die blijdschap mee te maken. Ik kijk nog geen 30 seconden en ... alle tieten van Jeruzalem! .. 2-3. Ik kijk nooit meer.
Morgen. Morgen wordt Ajax landskampioen. Dûh. Ik zeg dat niet hardop. Straks is het in Doetinchem 2-0 en in Eindhoven 13-0. Ligt de echte schaal klaar in Doetinchem en de nepschaal in Eindhoven. Nou ja. Krijgen ze bij PSV wat ze verdienen, een nepperd. Wel leuk als Tadic nog topscorer wordt trouwens. In plaats van Luukie Luuk de Jong. U merkt het. Ik ben niet zo'n fan van PSV. Oké, nog net iets meer dan van Max Verstappen, maar dat is voor mij ook niet zo moeilijk.
Zo. Eindelijk vakantie. Ik heb gewoon gezegd dat onze kinderen ons een vakantie hadden aangeboden, al geld schrapend in de onderste krochten van hun virtuele portemonnee, maar dat ze zich vergist hadden in de data van de meivakantie. Meivakantie is in mei, dachten de arme schapen, naar analogie van herfstvakantie in de herfst, kerstvakantie rondom de kerst en zomervakantie in de zomer. Ik kan het ze niet kwalijk nemen. Konden zij dat nou weten, meivakantie in april? Dus we gaan nu pas echt genieten. Toetsen worden overgenomen, lessen gaan gewoon door en de zesdeklassers hebben mij echt niet nodig voor een moreel support of zo. Nee, morgen 29 april ga ik nog lekker uitslapen.
Huh? 6 mei morgen? Ik ben een week kwijt? Holy moly. En al die afspraken dan die we hebben gemaakt? Pizza, melkschuimparty, weer pizza, theetje met beschuitje, fruitfeest? Kan allemaal niet? Ik zit toch nu in Spanje? Niet meer? Is dat dan geen Sangría voor mijn neus? Gewoon rode bessensap? 2 mei terug gekomen? Caramba! Morgen toch maar de wekker zetten.
Op de een of andere manier heb ik tot nu toe een afwijkend concept gehad over de vrijmarkt. Ik begrijp dat ik oude meuk kan verkopen door op een kleedje te gaan zitten, net zolang tot er onschuldige aspirant-kopers langs komen en dan één euro te blèren, alles één euro! Heel veel ouwe zooi heb ik niet thuis, behalve boeken óver oude zooi. Maar ja, ik kan toch moeilijk De Wolken van Aristophanes gaan zitten verkopen daar. “Gave plaatjesboeken over het peristylium, mensen! Eén euro!” Weinig belangstelling vermoedelijk.
“Goedesmorgens, jongeman! Nog interesse in een handleiding vrouwen versieren! Hier leest u hoe Ovidius dat deed. Als u de titel te moeilijk uit te spreken vindt, zegt u dan maar gewoon Ars (nee, meneer, niet aars) amandi. Aa - man - die.” Geinig hoor, Ovidius. Zeg tegen je beoogde pretpartner dat alle kleren haar goed staan. Met goud behangen jurk? Prachtig! Wollen trui? Fantastisch! Dun, niets aan de verbeelding over latend tunicaatje? Super! Maar pas wel op dat je geen kou vat, lieve schat.
Nee, ik ga vrij weinig verkopen vandaag. Aha! Vrij weinig! Vandaar vrijmarkt. De vrij ouwe zooi gaat voor vrij weinig weg en daardoor heb je vrij weinig winst en is je dag, zeker als het vrij snel stopt met zachtjes regenen, vrij aardig naar de klootjes. Da’s dan weer vrij ruk.
Dat kenden wij vroeger niet, Paasbrunch. We hadden ‘s ochtends kadetjes met vlees en kaas. We hadden ook min of meer hardgekookte eieren. Dat was het ontbijt. Dan gingen we op visite bij oma, en dus hoefden we ‘s middags niet aan het eten te denken. Nou, en ‘s avonds waren er aardappels. Vlees dan wel vis en groenten. Klaar. Tweede Paasdag.
Op Goede Vrijdag hadden we op de een of andere manier altijd vrij. Om 3 uur ‘s middags hielden we dan een paar minuten onze waffel. Op dat moment was Jezus gestorven. Dat zei mijn moeder. Ja ja, zo katholiek waren wij, dat we dat ook deden.
Het was een rustige tijd. Overzichtelijk ook. We hadden thuis geen televisie. Dat was te duur of zo. Er stond er wel eentje, maar dat was op de slaapkamer van mijn ouders. Dat wisten wij wel, mijn zus en ik, maar we werden zeg maar degelijk geïnstrueerd. Dus verder wist niemand er iets van. Heel overzichtelijk allemaal.
We hadden trouwens toch geen mogelijkheid om daar tv te kijken, omdat we op het internaat zaten. De nonnen daar vonden het fenomeen televisie abject, verdorven, het werk van satan. Lekker overzichtelijk allemaal. Fijne paasdagen!
Subtilitas. Mooi woord. Latijn, dus ook per definitie mooi.
Vannacht werd ik wakker. Liever gezegd, ik schrok op (niet aan elkaar te lezen deze keer). I had a dream. Het was een nachtmerrie. Dat was niet zo leuk. Meteen toen ik wakker was geworden pakte ik een pen - die ligt altijd op mijn nachtkastje voor dit soort gevalletjes - en een stukje pleerol. Dat ligt er ook altijd. Vaag me niet waarom, want dat zeg ik toch niet. Maar vermoedelijk is het zo gegaan dat ik gisterenavond, met alle emoties van de dag in mijn bolle kop, die rol pleepapier vanuit mijn ooghoeken waarnam toen ik in slaap viel. Zoiets.
Het kwam er op neer dat ik ineens 11 jaar oud was. Echt heeeel gek. Ik was bezig wc-papier in een boom te gooien. Klein onvolwassen schurftig en pokdalig prepubertje met een onschuldig tijdverdrijf. Niks aan de hand. Maar toen kwam er een grote jongen aan, hij was zeker 1 meter 80, maar had een geestelijke leeftijd van nou ja, 8, 9 misschien. Dat kon ik merken toen hij zei: hee, zullen we jouw fiets eens in die boom hangen? Ik dacht, ja maar dat kan toch niet? Dan kan ik toch niet meer fietsen! Nee, hij vond het een geniale vondst van zichzelf. Oké, wij die fiets in die boom gehangen. Ik heb altijd tiewraps bij me, je weet uiteindelijk nooit. Handig. Leuk!!! Mwah. Ik vind schaken leuker, maar ach. Hij was wel een kop groter dan ik. En helemaal gek ben ik dan toch niet.
Zegt ie daarna: "Hee, die auto daar, die is toch van je pa?". "Huh? Die Seat Ibiza daarzo? Ja, is van mijn pa." "Zullen we daar eens allemaal stickers op plakken? Of nee, we gaan er rotzooi overheen gooien, en die krijgt hij er dan niet meer af! Haha, dát is leuk, hè?". Nou, ik had een ander concept van leuk, dus ik voelde me een beetje bezwaard. "Maar wat," probeerde ik nog, "als hij dat er nou echt nooit meer af krijgt?". "We zeggen lekker niks!", zei hij. "Komt ie toch nooit achter." "Ja, maar ...". "Niks te ja maar. Je bent een sul als je niet mee doet". Nee, dacht ik nog, je bent niet een sul als je niet mee doet, je bent een lul als je wel mee doet. Maar aan woordgrappen was hij intellectueel niet toe, aan meer dingen niet trouwens.
Goed, we hebben nog wat dingen zo her en der kapot gemaakt, wat sloten onklaar gemaakt, wat ramen dichtgeplakt en hij had er lol in. Er was dit weekend geen wedstrijd, dus hij moest toch ergens zijn agressie kwijt. Maar ik voelde me toch niet echt prettig. Ik had het gevoel dat ik me mee had laten nemen door een onbenul en ik begon spijt te krijgen. Ik zeg tegen hem: "joh, ik houd het wel bij pleepapier in bomen gooien. Ik vind het niet normaal wat je doet en ik ga het tegen mijn vader zeggen". Ik pakte het pleepapier en ging gooien. Hij ging voor me staan. Twee vierkante kilometer tegenover mijn vlieggewicht. Hij pakte de rol pleepapier en begon mij er in te wikkelen. Toen ik helemaal ontzettend ingewikkeld was liep hij grinnikend weg. Ik kon dat niet zien, maar wel horen. ha ha ha ha. Een holle lach. ha ha ha ha
En toen schrok ik dus wakker. Badend in het zweet. Maar mijn geweten was zuiver.
Misschien was dit wel niet subtiel genoeg. Maar ik blijf altijd hoop houden.
Het was weer verheffend
Wie dit leest en wie mij en mijn schooltje een beetje kent denkt dat dit een soort van licht tendentieuze reactie is op de uitvoering van kolderdag, vanochtend. Zo ben ik helemaal niet. Achteraf een beetje neerbuigend doen over wat mislukte knotskolderieke acties. Ach. moeten we niet willen. Straks gaan we ze weer over het ondeugende bolletje aaien en steunen als ze examen gaan doen.
Ik wil het stijlmiddel praeteritio niet devalueren door het keer op keer te gebruiken, maar ik zou dat gemakkelijk kunnen doen. Maar dan zou ik triest, boos, geërgerd, chagrijnig, stupéfait lijken en zo. En dat ben ik helemaal niet! Want ... het is vakantie! Ruim twee weken genieten van de zon, de melk, de mooie dingen in het leven.
Mijn dag is weer goed! Dat was ie al vanwege Turijn 16 april 2019. Geweldig! Nu uit winnen bij FC Groningen, altijd een dingetje. Ten tweede is vandaag de voltallige schoolleiding elders aan het werk, zodat ik de baas ben. Nou ja, de honneurs mag waarnemen eigenlijk. Dat staat ook in het dagbericht, en ja, dan heeft het toch een soort eeuwigheidswaarde. Maakt me in ieder geval erg vrolijk, mede omdat ik een dagje rectorensalaris goed kan gebruiken. Voelt een beetje als een dagje Ronaldo zijn te midden van de F'jes van FC Spijkenisse.
Maar wat mij echt plezierde was dat ik met Superman op de foto mocht! Je leest het goed, gij brakke lezer en gij lieve lezeres. Ik was melk aan het drinken in de koffiekamer en toen zag ik hem aan komen vliegen. Hij landde, als een soort boodschapper der goden, boven aan de centrale trap en ging lopen. Ik zag dat vanuit de koffiekamer en ikke hollen, man! Niet normaal, alsof ik ineens sportief aangelegd was. Op mijn tandvlees en mijn schoenen bereikte ik de kamer nog net op tijd. Nou en toen vroeg ik of ik een selfie met hem mocht maken. Dat mocht. Maar ja, ik weet niet hoe dat werkt met een selfie, dus ik vroeg een langslopende leerling of die even een foto wilde maken. Die was net aan het spijbelen, dus dat kwam goed uit. Er is een fantastische foto van gemaakt. Echt eentje die niet misstaat op de covers van menig glossy. Echt, ik sta daar zó goed op hè.
Helaas kan ik vanwege de AVG de bewuste foto hier niet als bewijs plaatsen, dus jullie moeten mij op mijn blauwe ogen geloven.
Nou, ja. Niet echt natuurlijk. Over een uurtje ga ik aan tafel met Daan en Christl. Daan omdat ie 50 geworden is en Christl omdat we elkaar met zijn drieën al heel lang kennen en wij samen Daan het etentje cadeau gegeven hebben.
Onze vriendschap dateert van wat wij dan noemen de periode "De Laan". Christl was daar boven op zolder in een kamer roosters in elkaar aan het flansen, Daan flanste het ICT-gebeuren in elkaar en ik flanste mijn lessen in elkaar. We hadden geregeld "werkoverleg" en we hebben menig grap met elkaar uitgehaald. Zo ook die onwijs geslaagde 1 aprilgrap. Alleen al bij het navertellen daarvan komen Daan en ik niet meer bij van het lachen. Christl was het slachtoffer van de grap en zij lacht er wel om maar als een boer met kiespijn. Heerlijk! We love it when a plan comes together.
We gaan bij onze huisgriek eten (Olympiada!!) en we weten nu al dat we daar de Sofrito naar binnen gaan werken. Plus veel kleine glaasjes melk die smaakt naar anijs. Misschien is het wel terrasjesweer en dan gaan we lekker buiten zitten. Kortom, we komen onze tijd wel door. Nog even wat schoolklusjes doen en dan ...... kali orexie! niet te verwarren met kali erexie. Huh? Da's geen Grieks, hou het daar maar op.
Gaaf dat ze ontdekt hebben hoe gepassioneerd ik onderwijs verzorg. Ik voel me vereerd. Zo'n bijnaam krijg je niet elke dag! The Passion, in Dordrecht, een mooier affiche kun je niet krijgen. Komende donderdag in uw theater. Ken nog net, voor de meivakantie, mij zien. Zet een kruisje in uw agenda bij de donderdag. Doe ik ook. Be there or forget it.
Ik ben fan van Ellie. Elly van de mediatheek, tuurlijk, maar dat is met een -y. Nee, Ellie Lust is pas echt mijn lichtende voorbeeld! Maar daar kom ik niet zo ver mee. Als ik nou media-aandacht had, zo dacht ik, dan kon ik aan de slag. Dus ik post wat dingetjes, doe wat ludieke uitspraken. En wie schetst mijn verbazing? Een of andere regionale zender aan de foon. Een of andere Marcus. Dat is wat ie zei. Dus ik zeg, fatsoenlijk opgevoed als ik ben: "U spreekt met Marc Adrianus Maria Jacobus Cornelis Anna de Hoon, werkzaam aan het plaatselijke gymnasium, werktijden elke dag van kwart over zeven des ochtends tot negen uur des avonds, getrouwd, drie kinderen, gastronomisch aangelegd, ooit bruin haar. Wat kan ik voor u betekenen?"
Hij zegt "We kennen u, meneer. We hadden u in gedachten voor ons nieuwe, originele programma Docent in het Wild. Maar aan die titel kunt u nog sleutelen, hoor. Voelt u ervoor mee te doen?" Ik zeg, Ellie indachtig, "Mag Marcie op patrouille ook? Dat is weliswaar half gejat, maar daar valt wel iets op te verzinnen in jullie branche, toch?". Hij denken. Ik hoorde het gewoon kraken. Hij zegt."Deal!".
Nou, volgende week begin ik. Leuk salaris, nog leukere assistente, een zelfs nóg leukere cabrio, uitdagingen all over the place. Het is de bedoeling dat ik een weekje mee draai op een HAVO in Groningen. Daar Latijn doceren, dát is echt mijn natte droom. HAVO 4, dus patrouilleren is geen probleem.
Vervolgens mag ik een maandje op de rectors stoel zitten van een christelijke annex katholieke annex islamitische Scholengemeenschap in Zuid-Limburg. Alleen zitten, de besluiten blijft hij nemen. Maar de vlaai is daar oké. Cursusje Limbabwaans en ik ben niet te stoppen.
Gedurende de zomervakantie mag ik een mathnasium opzetten in Langeweg, Brabant. Het schijnt dat daar zeven van de drieëndertig inwoners interesse hebben getoond voor een schooltype dat op -asium eindigt. Nou, dat gaan we dus regelen. Aan een technasium wilden ze niet, en een entreprenasium konden ze niet uitspreken. Toen ik pornasium voorstelde verwezen ze me naar de Veluwe en bij mijn idee van vijftalig clownasium kwamen ze niet meer bij. En dat was niet van de gevoelsdempende middelen. Nou, gymnasium zelf kenden ze niet, en ja, wat de boer niet kent ... Goed, een mathnasium dus. Veel sommen, grote sommen als het ff kan.
Na de vakantie ben ik voldoende ingewerkt, denk ik. Dan ga ik dus even rust nemen. Dat wil zeggen, terug naar mijn eigen JDW. Altijd gezapig.
Briljant idee, veilig ook, zo'n ontruimingsoefening. Je hebt, naar ik begreep, in een paar minuten de complete school leeg. Het gaat nog net niet harder dan het leeglopen van het straflokaal, vrijdagmiddag. Maar ja, daar komt de bel van half 5 precies volgens schema. Dan kun je in de startblokken gaan staan, als boefje, en dan speer je weg. Deze ontruiming kwam onverwacht. Voor wie zijn dagberichten niet gelezen had dan.
Het was gezellig frisjes buiten en mensen droegen allemaal hippe oranje en gele hesjes. Gele hesjes??? Waren we misschien aan het staken voor betere arbeidsvoorwaarden, per ongeluk? En de leerlingen voor minder saaie lessen? Nee, die hadden geen gele hesjes aan natuurlijk.
Zelf kwam ik erachter dat ik een maatje groter nodig heb. Het hesje zat nogal krap, sloot eigenlijk helemaal niet aan de voorkant. Ik weet weer een verjaardagscadeautje hoor.
Het is geweldig! Het is fabeltastisch!! Uitroepteken, uitroepteken! Waar wij nooit zullen komen, het is ontdekt. Sterker nog, er zijn nu foto's van. Iemand heeft zes jaar gedaan over het maken van een foto van een zwart gat. Ik word er bijkans lyrisch van! Ik spring vol jolijt in het rond en zeg vol enthousiasme tegen mijn leerlingen, actualiserend als ik probeer voor te komen: Jongens, weten jullie wel dat er nu een foto is van een zwart gat? En dat ze daar zes jaar aan besteed hebben? Dat jij, Pietje, over een proefvertaling ongeveer even lang doet, dát zegt toch wel iets. Weet je wat Pietje terug zei? huh. Zes jaar voor een foto van een zwart gat? Doe ik nog geen 10 seconden over. Tja, Pietje, hè.
Hee, daarzo. Mijn collega heb een medallie gewonne. Hij was in Rotjeknor aan het renne. Hij rende door de bossies en de struikies, over de autoweg en over de fietspaden. Weet je wel hoeveul kilometer die gerend heb? Iets meer dan veertig! Ik wor al moe as ik d'r aan denk. Nou, hij ken d'r nog wel eentje, zeidie. Helemaal aan het eind kreegtie in enen een stuk metaal om zijn nek gehange. Gaaf he? Het was geen goud, maar ook geen zilver of brons of karton of zo. Het was gewoon een medallie. Frankie, petje af, gozert! Retegoed gedaan!
Ik wul ook een medallie. Voor de heb, niks hardlopen of zo. Ken je die ergens kopen? Anders knip ik d'r wel eentje uit van een foto van een medallie.
Zo, nou nog ff lessen voorbereiden.
Je wilt er niet aan, maar het is toch onvermijdelijk. Je houdt je sterk, maar ineens worden de emoties je te machtig. Je denkt er liever niet aan, tegelijkertijd laat je ratio het afweten. Eens komt het moment dat - snif, grien, grien, jank, jank - het af is. Het Latijnpensum áf is. Klaar! Fokking over!
Nou ja, huilende leerlingen, stromende tranen. Witte zakdoekjes all over lokaal 117. Eentje schopte zijn frustratie van zich af door de papierbak voorin te belagen. Nou doet hij dat altijd op enig moment tijdens de les, dus ik kon dat, softie als ik ben, wel enigszins waarderen. Het was in ieder geval raak. Zo mis als ie zijn antwoorden heeft, zo raak was het nu. Zevende papierbak alweer dit jaar. Weer een ander, bij wie ik altijd een lichte vorm van Gilles de la Tourette vermoed heb (getuige zijn abrupte en totaal onverwachte kreten als Hee meneer, vanochtend heb ik mehercle mijn huiswerk niet feci. Zit u daar valde mee en gaat u mij lekker punire en ferire en castigare?), sprak namens de groep een dankwoord uit.
Het voert te ver zijn woorden hier te citeren, maar wat ik er in de gebruikelijke teringherrie van kon verstaan kwam het er op neer dat hij blij was, en de groep ook, dat het lijden voorbij was en dat ik dat lijden nog enigszins draaglijk gemaakt had. Hij wenste mij, en de groep ook, een plezierige correctie van het eindexamen, en sprak de hoop uit dat ik hem niet, en de groep ook niet, verbaal alle hoeken van de Augustijnenkerk zou laten zien, tijdens de diploma-uitreiking. Hij besloot zijn verbazingwekkend coherente rede (gezien de middelen die hij geregeld tot zich neemt om aan te sterken qua Latijn had ik dat niet verwacht) met een pseudo lieve wens. Hee Van Hoon, ga jij lekker gauw met pensioen, dan krijgen de leerlingen weer rust. We hebben het helemaal gehad met dat Latijns van je. We hebben wat bij elkaar gelegd, en daarvan ga jij komende dinsdag eens lekker de bloemetjes buiten zetten bij die pizzeria, hier in Dordt. Neem wat leerlingen mee.
Amen.
Ik was even stil. Wat lief! Ik was geroerd en toen ik thuis kwam zag mijn vrouw dat er iets gebeurd was. Zo, joh. Viel je functioneringsgesprek tegen? Hee, zet jij ff de grijze container buiten?
Ik ga dit in stilte verwerken. Week of drie. Dan heb ik me wel vermand.
Ik ben een taalliefhebber. Als ik leerlingen gek wil krijgen zeg ik wel eens dat iedereen zijn eigen aardigheden heeft en dat men mij midden in de nacht wakker kan maken voor een leuk linguïstisch dingetje. Zij twijfelen dan licht aan mijn verstandelijke vermogens. Niemand die het overigens getest heeft, hoor. Nog niet.
Maar ja, ik ben gek op taal. Latijn, Grieks, Frans, Duits (eerst stond er per ongeluk geen komma tussen Frans en Duits: de man kan zijn scheur aardig open trekken, maar het is niet mijn genre), Engels, Spaans, Italiaans. Heerlijk! Wat ik bijvoorbeeld onwijs grappig vind is dat veel zelfstandige naamwoorden toch wel wat lexicale gelijkenis vertonen. Een kat is in het Engels cat, in het Duits Katze, in het Frans chat, in het Noors katt, in het Baskisch katu, in het Bulgaars kotka. Punt is duidelijk. Maar nou een ander beessie. Oké, bijna uitgestorven, maar toch. Een vlinder. Gaat ie. Heet in het Engels butterfly, in het Duits Schmetterling, in het Frans papillon, in het Italiaans farfalla. Een Spanjaard noemt het diertje een mariposa en de Roemeen een fluture. Ieren zeggen féileacán en de Grieken hebben het over een πεταλούδα. Da's nou echt mooi! Daar word ik nou zo .. ehm ja .. zo warm van! Taal is fantastisch.
Zo zag ik vandaag ergens wappie staan. De Neus had dat over zijn zussie gezegd en het klonk bijna lievig. Maar hij bedoelde dat zijn psychologische diepgaande analyse uitgewezen had dat ze in feite knettergek was. Dat klinkt bijna Geert W.-achtig: knettergek!
Dus ik duik eens in het fenomeen straattaal. Daar kom ik de meest onverwachte dingen tegen. Ik dacht dat er geen straattaalwoorden zouden zijn met een Q. Te moeilijk of zo. Mooi fout gedacht. Ik moet ook niet denken 's avonds. Ik ga volgend weekend voor een quakis. En dan mag ik misschien een quka zijn, een yana, en dan zegt iemand misschien spontaan xoxo tegen mij, of eh krijg nou babelooba's, hoe dan ook, ik laat me niet wappie maken.
Halleluja, morgenochtend mijn kruiswoordpuzzeltje gewoon met ABN graag.
Het is 27 maart en de meteorologische lente mag dan wel begonnen zijn, maar ’s nachts is het nog aan de frisse kant. Een bed is aantrekkelijker dan een terrasje, momenteel althans. Wat dan niet helpt is dat er komend weekend een beperkte aanslag gepleegd wordt (geen zorg, een spreekwoordelijke aanslag) op de biologische klok. De niet-biologische klok wordt namelijk in de vroege zondagochtend, voor de feestneuzen de late zaterdagavond, een uur vooruit gezet. Daardoor is het om 2 uur ’s nachts ineens 3 uur ’s nachts. Verder in de tijd door redenerend zal het daarna dus ook komende maandag ineens 8 uur ’s ochtends zijn, terwijl het afgelopen maandag op hetzelfde moment nog gewoon 7 uur ’s ochtends was. U voelt hem al aankomen: het zal dus ook een uur eerder maandagochtend 1 april 10 over 8 zijn! Les voor klas 5, examentraining (eerste week verplicht iedereen aanwezig) voor klas 6.
Er rust kortom een zware verantwoordelijkheid op de schouders van uw spruit. Die schouders hebben deze dagen al veel te dragen dus worden het wellicht uw schouders waarop die verantwoordelijkheid komt te rusten. Oftewel, die klok moet ergens in het komend weekend goed gezet worden, aangepast worden aan de zomertijd. Heel veel klokken doen, al dan niet professioneel gehackt, zelf die aanpassing al en staan zondagochtend gewoon goed.
Maar stel dat u nog een ouderwetse klok heeft, zo eentje met wijzers, eentje waarmee je niet kunt bellen, skypen, app’en, foto’s maken, tosti's bakken en zo, eentje die niet vanzelf goed staat, dan is het verstandig die klok, goed zichtbaar voor uw zoon/dochter, bij te stellen. Hoe doet u dat? Of liever, hoe kunt u dat doen? Wel, zoon-/dochterlief even uit bed halen (vergt enig inlevingsvermogen), dan de klok aanwijzen en het trucje laten zien dat u ermee uithaalt. Doet u dat niet, dan bestaat de kans dat spruitje lief op maandag 1 april om 9½ over 9 bij ons op de stoep staat in plaats van 9½ over 8. En dan is het tweede uur al lang begonnen in plaats van het eerste bijna! U kunt natuurlijk in de nacht van zaterdag op zondag, precies om 2 uur, beneden met alle bedienbare uurwerken aan de slag. Maar wat u ook kunt doen is zaterdagavond de wijzertjes alvast een rondje door draaien of met allerlei knopjes de digitale tijd een uur later zetten. Dan hoeft u dat niet zondagochtend tijdens het riante en toch gezonde ontbijt te doen.
U begrijpt dat wij op school ons eerste lesuur nog steeds om tien over acht laten beginnen (omdat ook wij onze klokken een uur vooruit zetten), ook al is het zomertijd. Wij zien ze dus graag op tijd voor het eerste uur, de vroegmelders het liefst om 7.45 uur. Op 1 april. Geen grap. Maar ja, dat zeggen we altijd. En nu maar hopen dat de zomertijd zijn naam snel waar maakt. Ik hoop dat zo érg!! Een fijn weekend gewenst.
En zo kom ik dan mijn tijd door.
Nee, ik heb nu eens gewoon geen zin om schoolwerk te doen. Jak, bah, blè. Ik zou eigenlijk een toets moeten nakijken. Ik zou mijn lesboeken moeten inkijken. Ik zou prachtige dingen moeten ontwerpen. Ik zou vergaderingen moeten uitschrijven, actualiserend bezig moeten zijn en meer van die shit. Maar het enige dat ik doe is zoeken naar vakanties. Plaatjes bekijken van mooie stranden, met palmbomen op het witte zand, met barretjes waar op houten tafeltjes melkkleurige cocktails klaar staan, waar gebruinde dames rond lopen om die cocktails samen mee leeg te lurken. Maar ja, 4500 euro voor zo'n reisje wordt me toch wat gortig. En bovendien heb ik de nieuwste examenbundels net binnen gekregen. Werk aan de winkel!
Zo dadelijk ga ik gewoon, met de schuifpui open, mijn eigen drankje mixen. Koel water uit een kraan, kan ook een Quooker zijn (maar niet de bruisvariant), neem ik, dat doe ik in een hip longdrinkglas, daar zoef ik een rietje in en dan schenk ik daar, dat glas licht schuin houdend,
een laagje Karvam Cevitam in, rood als een kers. Geleidelijk aan laat ik het glas weer recht komen, zodat de emulsie het beste tot zijn recht komt en de geur mijn nostrils optimaal schampt. Uit de ijskast mik ik daar vervolgens wat ijsklontjes in, puur voor het geluid. En dan ... je verwacht het niet, doe ik bovenop een paar blaadjes bladpeterselie. Man, man, man. Alsof er een engeltje over je tong p..., nou laat maar. Voor je het weet kom je in een WhatApp-groep, bij de baas op zijn kamer en vervolgens linea recta op het politiebureau terecht.
Hatseflats. Borreltijd!
Jammer Pietje! Je hebt, zeker voor jouw doen, hard gestudeerd. Dat kan ik wel zien, want er staat nu wel overal een soort antwoord ingevuld. En bij de proefvertaling heb je nu niet Roodkapje naverteld, maar zelfs een kruising tussen een Griekse mythe en een oud-Noorse saga tot stand gebracht. Dat is wel een complimentje waard. Altijd positief blijven, hoor, manneke. Doen ze bij het Nederlands elftal ook, althans volgens NU. Als Nederland wint van dé Angstgegner, enfin https://www.youtube.com/watch?v=NVGgLKmB-UE
Hup Nederland, maar nu eerst even hup Pietje. da kulleke heddut nodig.
Vanavond aten we in het Parkhuis. Daar woont mijn schoonmoeder. Dat wil ze zelf niet, maar dat weet ze ook niet meer. Als we haar bezoeken op de afdeling moeten we oppassen bij het weggaan. Er kan zomaar een oudje mét ontsnappen. Nadeel is, als je wat ouder bent, dat je wel eens wordt aangezien wordt voor oudje mét, terwijl je oudje zonder bent. Dan wil je naar buiten en dan staat er ineens een geüniformeerde dame voor je die vriendelijk doch beslist de uitgang blokkeert. Wij gaan toch niet naar buiten, hè meneer? Nee, klopt. Wij niet, ik wel.
Ik moet er niet aan denken, dat mij dat ooit overkomt, Alzheimer, dementeren. Nou, voordat iemand denkt dat ik een beetje verward overkwam toen ik wat bazelde over imperfectum en perfectum. Ik ben volkomen serieus: ik ga volgend jaar geen examendocument meer maken.
Vandaag vroeg mijn collega Frans mij, of ik soms iets bijzonders bedoelde met mijn post van gisteren. Misschien dacht ze dat ik een vreselijke mededeling op een wat ludieke manier verpakt had. Dat ik met uitermate vervroegd pensioen ging. Mais non, ma chère Ank.
Ik mocht weg, hoor, van de afdeling. Ik ben morgen weer present op mijn schooltje. Ben ik iets later, dan ben ik niet sneaky met prepreprepre-pensioen, maar dan zit ik te broeden op de strafmiddag. Ik denk dat ik de boefjes het laatste examendocument laat overschrijven. O nee. Ik wil wel om 5 uur thuis zijn.
Het perfectum is in het Latijn de tijd die het aspect van voltooidheid aanduidt. Dat werkt daar nog iets ingewikkelder dan hier staat, maar het is zoals alle Latijns best vrij simpel.
"Ik was aan het schrijven" is en was voor de Romein een onafgemaakte handeling en diezelfde Romein zou daar een imperfectum gebruiken. Dat ik aan het schrijven was, was geinig, maar het hield maar niet op. Het bleef maar onaf. Helder.
Nou, en met "ik heb geschreven" bedoelde die nog steeds zelfde Romein dat hij er klaar mee was, echt helemaal klaar mee was.
Kijk, en dat geldt nou voor mij ook. Mijn site blijft bestaan, maar dit jaar verschijnt het laatste eindexamendocument. Ik heb het geschreven en ik ben er klaar mee. Gewoon eens géén schoolwerk na de hutspot met nep rookworst. gewoon thee, met een koekje. Of 17.
Dank voor alle vragen, berichten, suggesties, kritiek, aangeboden bedragen voor net iets te vroege publicatie.
Otium! Oftewel, ik wil frietjes!!!
Ja hoor. De laatste minuten zijn aangebroken. Je zit op het randje van je stoel: gaan ze toch weer punten verspelen, die van Eindhoven? Ja, ja, ja! Bijna tijd! En dan? Bam. Vloek. Gokkernolle, zou tante Toos gezegd hebben. Weg spannende middag. Toch weer 0-1. Op zijn Duits. En, eerlijk gezegd, dat is ook een kwaliteit. Dat werkt ook psychologisch, denk ik dan, als amateurtje van het zuiverste water. Je loopt keihard, je hebt bijna de nummer 1 voor je ingehaald. Gaat ie ineens echt rennen. Weg winst! De volgende keer probeer je het niet eens meer. Zo werkt het volgens mij echt. PSV wordt de kampioen van de laatste minuut. Als het zo doorgaat, hè. Ajax speelt nog tegen AZ maar die hebben niet de kwaliteit van veel scoren in het laatste kwartier. Och, als ze er in het eerste uur 5 in jassen vind ik het ook best.
Ik houd zelf mijn kruit ook altijd droog tot de laatste minuut. Het beste bewaar ik voor het einde. 44 minuten is het huilen met de pet op bij mij in de les. Geen kraak of smaak, niks. Geen ludieke activiteiten, geen wezenlijke bijdrage aan het leven, geen Schwung. Maar dan! Dan geef ik het huiswerk op. Je ziet de gezichten ineens opklaren. De pen, al die tijd gebruikt voor fabeltastische tekeningen in de marge van een verder leeg schrift, voor het ritmisch tikken in de maat van de tegen de ruiten aan beukende regenslagen, voor het verhelpen van de jeuk in oor, neus and other cavities, voor het onheus prikken van de achterbuurvrouw, wordt gepakt: huiswerk! Jippie! We gaan iets doen!
Het beste voor het laatst. Dat wordt ook mijn motto. Even iets leuks verzinnen in het Latijn. optimum ad ultimum. Zoiets. Nog even wat naamvallen checken en zo, de eufonie even testen in de auto en dan vanavond, nadat we van Roxane's verjaardag terug gekeerd zijn, om 1 minuut voor middernacht publiceren. Helemaal toppie! Wat ben ik toch weer vreselijk zelfingenomen. Bah.
Vandaag is het 15 maart. Ik ga sla eten vanavond. Gewoon, ter nagedachtenis. En omdat het gezond is. Ik laat me op school niet betrappen op sla eten in de pauze. Welke pauze trouwens?
Vroeger aten wij wel sla. We noemden dat op z'n Brabants, op z'n Bergs eigenlijk, slaai. Mijn moeder sneed het groene spul een beetje, mikte er wat slasaus doorheen, hup klaar.
Hup klaar. Klinkt goed. Weekend!
Dinsdag 12 maart 2019 kan wat mij betreft worden bijgeschreven in de JDW-annalen.
Ten eerste was daar de vijftigste verjaardag van Daan. De dinsdag werd spontaan omgedoopt tot Daansdag. De hele kamer van onze IT-man was versierd, met slingers, met leuke teksten, met obligate teksten, met Abraham-banners enzovoort. Pseudo-grappenmakers hadden ook allerhande gereedschap ingepakt in kleurig papier, het PC scherm onzichtbaar gemaakt, potten mosterd met oude én jonge kaas op zijn werkelijk smetteloos achtergelaten bureau gedumpt en ook een hele grote goudvissenkom neergezet. Met echte goudvissen erin. Twee. Red en Sox geheten. Een oude grap werd daarmee passend vereffend. Daan kon er de lol ruim van inzien. Man, man, man, wat kan die lachen!
Ten tweede was er een traditionele Kleine Avond. Musae had weer, met een toneelstukje (Sami, ouwe baas, Maarten, Sami's kleinzoon BJ, Anne met haar opvallende accent als oma) over een tijdmachine als Leitmotiv, een hele serie acts weten te regelen met inderdaad zang en dans, alles aan elkaar gepraat door Amanda, die af en toe wat lang op het licht moest wachten. Je zag ze in één keer op school! Floris, zelden te bewonderen, hij was er. Levi, op de scooter naar zijn inhaallesje natuurkunde, Jelmer, kapster Winni, uit de goede tijden Faye, Junior zo soepel in de heupen als ik ooit wilde zijn toen ik dansles had, Indy overal aanwezig, ook achter het drumstel en ook Arne, die we lange tijd op de rug zagen, maar die een geweldige kuif bleek te hebben (die wil ik ook!!). Musae is top of the bill!
Zang en dans, traditionele ingrediënten van de Kleine Avond. Maar ook met een gedicht, prachtig en ook sereen voorgedragen door Noor. Met een taekwondo-act van Lucy, die en passant wat plankjes doormidden trapte en sloeg. En ze waren echt, zo liet ze me vandaag zien. Toen ik haar zag aankomen wilde ik een blokje om, maar ja, met mijn eikenhouten harses had ik geen kwaad te duchten. Leek mij. En dan was daar nog Bailey. Voetbalt zelf, maar kan ook kunstjes met een bal, waarvan ik niet eens kan dromen. Ik droom wel, maar van andere dingen. Er werden prachtige liedjes ten gehore gebracht door nachtegaaltjes Margot, Tessa, Nina, Shanti en Joëlle. Maar ook de gebronsde leeuwerik met de omfloerste stem liet zich niet onbetuigd. Al piano spelend bracht Saul een emotionele hymne aan zijn vader. Het land van vlas, het lied bracht menig traan teweeg.
Twee andere collega's speelden een spel met elkaar waarbij de wetten van de natuurkunde en de scheikunde aan de praktijk getoetst werden. Jan en de nieuwbakken winnaar van de gouden Johan, Rody, voerden een komische act op waar in de zaal hartelijk om gelachen werd. Dat de voordeur ooit zo'n issue zou worden en zelfs voorwerp van onderwijsstaking zou zijn, nooit gedacht! De gouden Johanna werd overigens uitgereikt aan Mandy. De BiNaSk en met name de sectie biologie heeft patent op die beeldjes. Toch eens vragen, hoe dat nou moet, lesgeven...
De snaren van gitaren werden betokkeld en bestreeld, door de een wat zwoeler, door de ander wat onbesuisder. Loet Petoet, alias de ovenkrabber, Deniz the Menace en Jelmer Skinhead Kranendonk, ze waren duidelijk aanwezig. Milou, Maarten, Joren, ze gingen op in hun wereld. En wat was het gevolg? Menigeen ging los. Echt los! De toetsen van de vleugel waren als was onder de vingers van Sissy, Thijmen, Lucy (die het instrument gelukkig wél heel liet), Isabel, Stephanie en Saul als bezielende docenten. Het koor van de school bracht de handen van het massaal aanwezige publiek op elkaar.
De hele avond waren we al voorbereid op het concert van Frank & De Kwikkies. Dat is een geestige naam, die bij mij associaties oproept die er waarschijnlijk helemaal niet in zitten. We hebben immers allemaal brave studentikoze leerlingen op onze school. En ik denk nog gewoon dat ik dingen kan die ik niet meer kan. Zoiets. Voor het toch weer ranzig wordt.
Frank, je weet wel, van Frank en de Kwikkies, is behalve examensecretaris, ook mijn collega aardrijkskunde. Hij zit elke dag tegenover mij, braaf aan zijn bureau. Boterhammen met pindakaas weg te werken. Af en toe eens mopperen, heel gezellig altijd. Lichtjes extravert. Maar wat ie na schooltijd doet, dát weet ik niet. Dat wist ik niet. Nu weet ik dat wel. Behalve een stuk of tien marathons lopen per jaar houdt hij ook van zingen. Hij is een Queen fan. Ik ook. Frank wist me al in een vroeg stadium te melden dat hij de boel eens ging choqueren, daar op die Kleine Avond. Hij zou daar als een herboren Freddy Mercury Don't Stop me Now ten gehore gaan brengen. Nou, dat heeft hij gedaan! Respect! Chapeau. Hoedje af! In het wit, mét een band om zijn bovenarm bracht Frank de zaal tot extase. Eeeooo. Eeeoooo. Eeehhhoooeeejoo. Live at Wembley. Ziet u het voor u? Ik wel. Frankie Bulsara heet hij nu voor mij. Heb je een probleem met je toetsje Latijn, Frankie Bulsara zal er voor je zijn. Ik heb een geweldige dag gehad, 12 maart 2019. En dat - mag ik dat zeggen, ja dat mag ik zeggen - kan alleen op het JDW. Ben ik trots? Apetrots. Mijn JDW, mijn leerlingen, mijn collega's. Toppie.
Waarin kleine dingen (niet lullig bedoeld, Daan!) groot kunnen zijn? Nou, daarin!
Omdat het regent blijf ik binnen. Doordat ik binnen blijf kan ik achter mijn computer. En daar maak ik in de baas zijn tijd fantastische dingen. Toetsen, de ene nog mooier dan de andere. PowerPoints, helemaal te gek! Beetje belastingaangifte tussendoor frommelen, muziekje d'r bij.
Zo dadelijk moet ik nootjes en chips gaan eten en een wijntje drinken. Ik sla dat beleefd af, want ik wil liever melk en een peentje of wat.
Daarna moet ik de tafel dekken, terwijl ik liever .. nou ja. Laat maar. Goed, we eten dus aan tafel. Witlof met ham. Daarna moet ik de tafel afruimen en de vieze rotzooi in de afwasmachine mikken. Met een leuke tv-avond voor de boeg - miljoenenjacht! Hoe mis kan het gaan? - is mijn weekend een geslaagd weekend te noemen. En dat allemaal met dank aan het prutweer.
Nog 6 weken te gaan.
Tweede pauze: tijd voor koffie en een boterham.
Ja. Zo was het vroeger. Als je nu de koffiekamer binnenkomt, kun je leunen tegen de lucht van een in de magnetron opgewarmde tosti gezond en zie je, overal gezellig aan de tafeltjes, konijntjes in hun hippe roze bakje van huis mee gebracht groenvoer verorberen. Alle soorten sla, dressings van water en zout, kaas, worteltjes, enorme winterpenen, ramenassen, broccolizooi, emmertjes met blauwe bessen en een yoghurtachtige substantie, havermoutkoeken, yoghurt met krokante granola van hazelnoten, honing, zonnebloemolie, havermout, geraspte kokos, pompoenpitten, cranberry's. De hele health-mikmak komt voorbij. Iedereen kijkt er blij bij en ik zie ineens nergens meer overgewicht. Nou ja, bij wijze van spreken.
Kom ik daar binnen met mijn boterham met kaas, en dan wordt er meewarig naar me gekeken. Alsof ik van een andere planeet kom. Wat wel een klein beetje zo voelt, ja.
Weet je, dan nog liever iemand die zonder te smakken achter elkaar vier boterhammen met pindakaas naar binnen schuift, de snor en baard even reinigt en dan weer gewoon aan het werk gaat.
Leuk allemaal, gezond ook vast, maar ik krijg er jeuk van. Waar precies, zal ik niet zeggen. Dit in verband met die hierboven genoemde pindakaassituatie.
Nu weet ik waar ik aan lijd! En wat helemaal mooi is, het is Latijn! Ik had altijd wel door dat ik de wat minder leuke dingen meteen deed en met heel veel genot de leuke dingen uitstelde. Ik ben nogal hypochondrisch aangelegd, maar nu heb ik ook daadwerkelijk iets. Het stond in de krant uitgelegd en dan is het - ik moet de factcheckers nog raadplegen - meestal waar. Bij mij is sprake van procrastinatie. De goedaardige variant daarvan. Het gaat immers om de leut, niet om de narigheid. Zeg maar om het carnaval, niet om de kater erna.
Ik legde (conatief imperfectum) leerlingen de mooie spreuk 'Stelt niet uit tot morgen wat gij heden kunt doen' wel eens uit. Ik kan je zeggen, de ablativus absolutus in een causale bijzin met een lekkere conjunctivus erbij levert minder problemen op. Dan vroegen ze mij: "Meneer, wij begrijpen niet wat u zegt, in het algemeen, maar nu zeker. Kan u dat in het Latijns vertalen?" "Kunt", zei ik dan. Het is "kunt u". "o, o, meneer toch! U mag dat soort woorden toch niet gebruiken in de les? U geeft toch het goede voorbeeld? Maar goed dat u ons onze mobieltjes in de telefoontas laat stoppen, anders hadden we u opgenomen. Nou, en dan was u waarschijnlijk meteen op non-actief gezet." Ja joh, en de paus woont in Sterrenburg.
Goed, morgen in het Latijn is cras. Kijk, dat zit dus ook in procrastinatie. Uitgelegd. Op een druilerige zondagochtend zijn er nu toch weer mensen wijzer geworden.
Ik ben er vandaag achter gekomen, u, gewaardeerde lezer, komt er misschien morgen achter. Of overmorgen. Of de dag daarna. 'Hodie mihi, cras tibi', zullen we maar zeggen.
Zo, deze week werken zit er weer op! Allerlei nuttige dingen gemaakt en gedaan. De laatste syllabus, waarmee ik toch wel een beetje de blits wilde maken: af! Het examendocument: af! Aanbevelingsbrief voor een oud-leerlinge: af! Toetsen nagekeken: af! De afwasser leeg gehaald: af! De kat uit wandelen gestuurd: af! Rouwkaart geschreven: af! Eten gekookt of geregeld: af! Hee, dat is mijn glaasje melk: Af!
Volgende week vakantie. Ideaal. Alleen maar een beetje les geven. Hier en daar een sollicitatiegesprek bijwonen en dus pseudo-intelligente vragen stellen. Wat examenkandidaten opmonteren en wat collega's stimuleren. Bloemetjes sturen aan bevallen collega's, me geestelijk voorbereiden op de Kleine Avond 2019, met Big Franky The Cage Man alias Frederic Bulsara in een van de vele hoofdrollen. Xie d'r naar uut!
Kortom even uitrusten na een werk hard werken. Ik ben echt helemaal af!
Jaaaa, ik ga een ijsje eten! Het is zomer! Nog niet zo warm en droog als vorig jaar, maar dat hoeft ook niet. Mijn huis hoeft niet te verzakken. Ik denk dat ik woensdag het bewuste ijsje ga verorberen. Waar weet ik nog niet, maar als het moet haal ik wel een Calippo uit de vriezer hier.
Mijn humeur is ook top. Dat heb ik niet vaak. Als ik een beetje fleurig doe, vragen mensen al aan mij of ik een trip aan het maken ben. En als ik dan zeg Nee joh, ik fiets gewoon ff naar de stad, zeggen ze Ja ja. Ik dacht het al. Smeerkees. Boefje. Ondeugd. Net een mens, gij.
20 graden! IJsjestijd, helemaal geen ijstijd. Let op woensdag! Misschien zie je me lopen in mijn korte broek en tanktop. Zonnebril op mijn neus om handtekeningenjagers te ontlopen. Nou ja, ligt eraan waar ze een handtekening willen. Zie je wel? Zomerse gedachten! Ik ben blij. Ik ben Churandy Martina-blij.
Nou, nou, 20 graden? Nog niet echt hè. Maar woensdag wel! Dus ik heb echt een soort van vakantiegevoel. Net lekker buiten in het zonnetje koffie gedronken, met een koekje erbij. Oké, 14 koekjes. Ja ja. Ik weet het. Geen vitaminen C genuttigd. Onverantwoord.
Elma zit in The Joe naait 't steeds. Daarom kan ik dag in dag uit boven achter mijn computer schoolwerk doen. Zij daar schoolwerk, ikke hiero. Dat is eigenlijk ook onverantwoord en dus zet ik mezelf er toe een stukje te gaan fietsen. Helemaal naar de Plus, kan ik meteen brood kopen. Vezelrijk brood. Voor morgenochtend. Dan ook weer dat hele takkeneind terug fietsen, zodat ik voldoende beweging heb voor één dag. Ik ben multifunctioneel bezig, al zeg ik het zelf.
Gisterenavond heb ik, met verse groenten, ja, ja, pasta gemaakt. Was best weg te krijgen. Zou ik vaker moeten doen.
Morgen doe ik alsof het een gewone schoolweek is, maar dan zonder 6 uur opstaan. Ik zie er naar uit.
Ik heb een leuke mededeling voor jou! Vind je dat niet fijn? Je mag volgend jaar in plaats van 50 minuten lesgeven 45 minuten lesgeven. Je hoeft per les 5 minuten minder gas te geven! Ik zie een neutrale blik op je gezicht. Maak ik je niet gelukkig? Weet je wel hoeveel dat extra vrij is per dag? Per week? Per jaar?
Ja, dat weet ik ja. Ik heb volgend jaar precies tien klokuren minder om precies hetzelfde te doen als toen ik nog tien klokuren meer had. Nee, ik ben dus niet blij. Werkdruk verlichting? Werkdrukverhoging! Per minuut, per uur, per dag, per week, per maand, per jaar. Het is pervers, dat is het.
Gelukkig heb ik over 3 uur en 49 minuten vakantie. 216 uur lang.
De kosten voor de verbouwing van het Binnenhof worden behoorlijk veel hoger dan begroot. Ik sprak één van de ondernemers. Hij heeft zijn rekentoets lang geleden afgelegd en hij rekende als volgt:
"Ja kijk, BTW-verhoging 3% voor de muren, 3% erbij, ook BTW-verhoging, voor de tapijten, 3% BTW verhoging voor de elektra, 3% BTW-verhoging erbij voor de spreekgestoelten, 3% BTW-verhoging erbij voor de vloerisolatie, dan nog 3% BTW-verhoging erbij voor de arbeid, en dan zit je zo'n beetje aan een 750% hogere prijs. Gewoon sommetje maken."
Pfft, ik ben blij dat er in het voortgezet onderwijs een verplichte rekentoets is. O nee. Da's waar ook. Die wordt opgedoekt.
Van onze correspondent
De nepleerlingen op het Christelijk Lyceum in Veenendaal blijken het topje van de ijsberg. Naar nu duidelijk is geworden is RTL al enige tijd bezig met het uitzetten van nepspelers bij een Amsterdamse voetbalclub. Supporters van de club reageren geschokt op het nieuws. Ze hebben besloten de plotseling tegenvallende resultaten van de club te verwerken met het slopen van wat bushokjes in het centrum van de stad. Daar was volgens de gemeente toch al behoefte aan meer ruimte.
Bij de demonstratie op het Malieveld van afgelopen donderdag zijn geen nepbetogers aangetroffen, alleen puur betrokken jongeren die politici ervan willen overtuigen dat ze richting ravijn discussiëren. Of er onder diezelfde politici op last van RTL ook fake-debaters geslopen zijn, is nog niet duidelijk. Wel wordt nog onderzocht of RTL de laatste twee jaar al een proefballon heeft opgelaten in de buurt van het Witte Huis.
Dank jullie wel. Nee, ik ben niet 40 jaar geworden, dat was een jaar of 18 geleden. Ruim. Ben ik dan 40 jaar in dienst bij mijn schooltje? Nee, da's 33 jaar. Ook ruim.
Vergis ik me en bedoel ik 40 haar. Nee. Dat is 40 haren. Meervoud. Maar klopte op zich wel, toen ik ze eergisteren telde. Helemaal fout. Ik ben 40 jaar gerelateerd! Op de dies natalis (Latijn voor geboortedag) van de Leidse universiteit, 8 februari, was ik op de Condorhorst in Leiden bij een studiegenote. Zij klassieke talen, ikke klassieke talen, dan zit je een beetje in hetzelfde schuitje hè. Het was spek- en spekglad buiten, zo glad dat de trottoirs bevroren waren. IJs- en ijskoud ook. De man van het Elfstedencomité had er ter plekke een stijve van gekregen, letterlijk. Zo koud was het buiten!
Binnen was het warm en zwoel. In de rommelige flat van Mauly, met haar hitsige dochter altijd in mijn buurt, was het behaaglijk. Op de achtergrond draaide Meatloaf, Bat out of Hell. Elke keer weer die plaat omdraaien en dat met wat whisky in mijn harses. Voor het eerst daar en toen gedronken. Whisky! Hoezo, mannen die onschuldige vrouwen dronken voeren om dan eens flink plezier te maken?
Nou, en zo is het gekomen. Ik kon niet naar huis. Veel te glad, en bovendien geen treinen naar Bergen op Zoom na 20.20. Dus ja, wat doe je dan?
Nou, dat gaat jullie dus geen ene moer aan. Haha! Voor ik het wist was het 9 februari en had ik een vriendin.
Zo, en dat gaan we morgen vieren. Geen idee waar. Ik word ontvoerd met schattige pluchen handboeitjes om. Om te kunnen eten mogen ze weer af. Jammer.
Van onze verslaggever.
Het aantal spijbelende leerlingen loopt zienderogen terug op de mooiste school van Nederlands, tevens het oudste gymnasium van Holland.
De sleuteldrager vertelt. Vorig jaar was de kantine nog super rustig omdat er vele leerlingen thuis uitrustten van inspanningen waarvan ze zelf vonden dat die hen te machtig geworden waren. Je kon in die tijd nog gemakkelijk van de ene kant naar de andere kant van de kantine rennen, zonder dat je één adolescent tegenkwam. Dát waren nog eens tijden, aldus de wachtpost.
Zo rond het lustrum kwam daar verandering in, zo memoreert een toegesnelde conciërge. Inside bronnen melden dat intelligente krachten de school een voetbaltafel geschonken hebben waardoor de kantine nu helemaal afgeladen vol is. Er staan rijen leerlingen klaar om een potje te mogen spelen. Ja, om een ollaculum posse ludere, zo grapt een aanschuivende classicus met een magere opleiding. Er wordt geen leerling meer op school gemist, ze komen allemaal! Oké, misschien niet allemaal in de les, maar wel op school. Wij zijn de schenkers zeer dankbaar voor die tafel. Dat moeten mensen zijn geweest, die als oud-jdw'er nooit, maar dan ook nooit lessen verzuimd hebben.
Zo gaat deze school een glorieuze toekomst tegemoet als enige school in Nederland waar alle leerlingen altijd op school zijn. Maar ook als nationaal tafelvoetbalkampioen onder de zelfstandige gymnasia. Wat een prachtig vooruitzicht!
Afgelopen week was het weer zover. Ouders van leerlingen kwamen op gesprek. Wij noemen dat op school 10-minutengesprekken, wat ik een weinig originele naam vind gezien de duur van de gesprekken. Maar dat terzijde.
Die gesprekken kunnen maar 10 minuten duren, omdat beide gesprekspartners weer een volgend gesprek gepland hebben staan. Oké, prima. Je kunt heel veel zaken doen tijdens zo'n gesprek. En de leerlingen van wie de ouders komen zijn ineens verdacht rustig in de lessen én sowieso in de les dus! Ideaal. Ik zou elke dag 10-minutengesprekken willen hebben.
Sommige leerlingen waarschuwen me op de dag van het gesprek. Meneer, mijn moeder is heel bezorgd over mij. Wilt u haar dat uit haar hoofd praten? Meneer, als mijn ouders straks komen, wilt u dan terughoudend zijn met uw perspectief op mijn cijfers? Meneer, wilt u niet vertellen wat ik u allemaal verteld heb? Maar ook: Hè? Komt mijn pa? Wat komt die nou weer doen? Meneer, hoe kan ik mijn studieprogressie optimaliseren? Nou, zeg ik dan wel eens, je zou bijvoorbeeld eens mét boeken op school kunnen komen, en als je daar dan toch bent ook eens 50% rendement uit lessen halen in plaats van 10%. Kijk, getallen doen het, hè, voor die gasten. Moeilijke woorden en getallen, dan zijn ze helemaal tevreden en soms zelfs overbluft.
Maar goed, het was heel nuttig, afgelopen donderdag. Vooraf lekker Chinees gegeten, en een paar melkjes achterover geslagen. We doen niet echt meer aan jasje, dasje op school, en de laatste jaren had ik me nog wel in een pak gehesen en een stropdas omgeflanst, maar ik voelde me zóóó alleen! Ik dacht, joh, krijg nou tieten, ik ga in mijn gewone kloffie. Het gaat om de inhoud van het gesprek, niet hoe je er bij loopt.
Dinsdag weer. Bureau weer ff opruimen, zodat ik een goed georganiseerde indruk maak. Stapels documenten links en rechts van mijn toetsenbord, zodat men het idee heeft dat ik zo'n druk bezet man ben, dat het een lot uit een loterij lijkt als er een gesprek met mij plaats kan vinden. Alleen het bovenste blaadje van de twee stapels bevat ingenieuze tekst, de rest is gewoon leeg.
Pizza vooraf, gok ik. Prima! 10-minutengesprekken, nooit afschaffen!
Dûh! Ik snap het! Overmars en Van der Sar hebben aangegeven genoeg geld op de bankrekening te hebben. Het team moet bij elkaar blijven, hoe dan ook. Jongens, haal nou eens niet het beste uit jezelf! Nou, dat hebben ze gedaan. De clubs die in de rij stonden voor De Ligt, Onana, Ziyech, Masraoui en consorten zoeken nu hun heil in Zuid-Amerika. Goedkoper, beter. Barcelona aan de telefoon. 89 euro was het toch? Zullen we het vandaag overmaken? Nee, we houden hem. Kan ie groeien.
Jongen, voetbal is net politiek. Ik snap er niks van maar aan het eind van de rit is er minimaal één genaaid.
De klassieker
Ja ja, de klassieker. Het is een klassieke fout je tegenstander te onderschatten. Klassiek dom. Doet niets af aan de collectieve prestatie van 010. Nou, 5 punten achter, daar gaat het seizoen. Alweer.
Ik ga me ff in een hoekje zitten schamen. In twee wedstrijden 10 doelpunten tegen krijgen en er zelf 6 scoren, daar word je geen kampioen mee.
---
Ik ben er op voorbereid. Ik laat alle hoon over mij heen komen. Die hoon is terecht. Ik was zelf de eerste die Rotterdam, en alle uitstulpingen daarvan in en rond Dordt, feliciteerde met deze iconische, nee, historische, nope, eclatante, ehm, goede, vooruit dan, bijzondere overwinning. Morgen staan de nulteeners mij op te wachten om mij smadelijke opmerkingen toe te voegen. Het is goed dat er geen sneeuw meer ligt, denk ik dan. Ik heb het verdiend, ik ben Ajax, ik ben 020, ik ben verdoemd, ik verdien de hoon.
O ja, morgen proefvertalinkje doen?
Soms spieken leerlingen. Ja, zelfs bij mij. Ze denken dat ik niet zie hoe Pietje, doordat Marietje haar karkas licht opzij beweegt, op het blaadje van datzelfde Marietje kan kijken. Nou zijn spiekers niet de meest briljante lieden, maar een heel enkele keer zijn ze wel oorverdovend dom bezig hoor.
Zo was er ooit eentje, die nooit hoger dan een 5 haalde. Ineens haalde deze Pietje een 9,8. Kijk, als je dan spiekt, fraudeert, de boel belazert, doe het dan onopvallend. Scoor dan een 6,2 of zo. Wij bij Latijn zijn dan al lang blij!
Laatst hadden we er eentje en die maakte een proefvertaling vrijwel foutloos. Kon helemaal niet, maar deze Pietje zei dat hij alle proefvertalingen die dat jaar gegeven waren, had achterhaald en uit zijn hoofd geleerd had. Nou, vanwege dat soort capriolen heb ik een paar camera's in mijn lokaal laten installeren. De leerlingen denken dat de luchtventilatie nog niet goed ingeregeld is, maar er zitten in dat gat 5 camera's. Buiten, in de koffiekamer, heb ik twee assistenten. Op het moment van vermoede fraude, maak ik het VAR-teken en als ik dan via Outlook een seintje geef bekijken zij de beelden. Is er inderdaad sprake van ongeoorloofd beoordelen van het werk van een ander, dan valt er een zwaard met een scherpe punt naar beneden. Mijn Latijnlesje wordt dan een Damoklesje. Dat zwaard valt niet op de fraudeur, maar voorin in het lokaal. Ik heb geen zin om naar aanleiding van een verkeerd gevallen zwaard allerlei formulieren in te gaan vullen over de toedracht van een ongeluk, waarbij op tragische wijze het hoofd van een puber gescheiden is van de rest van zijn pokdalige lichaam. O ja, en ik moet wel uitkijken dat ikzelf op mijn stoel blijf zitten en niet voorin het lokaal ijsbeer.
Simpel. Allemaal echt super simpel. Alleen moet wel je Outlook werken. En daar zat vandaag een Europese storing in. Nondeju!
Benjamin is onze oudste kleinzoon. Hij lijkt artistiek begaafd. Nu al, 3 jaar oud. Hij was met waterverf in de weer en zijn ouders lieten hem even alleen. Waar voorheen waterverf in allerlei kleuren op de daartoe bestemde plaats belandde, had Benji lief bij terugkomst van pappie en mammie zijn armen, nou ja, zijn armpjes tot aan zijn opgerolde mouwen met donkere waterverf beschilderd. Als een ware veterinair arts zat hij, met gekleurde armen, zijn resultaat te bewonderen. Wordt hij geen kunstenaar, dan wordt hij wel gynaecoloog. Zijn kostje lijkt nu al gekocht. Nu maar hopen voor zijn ouders dat hij niet binnenkort het resultaat van het zindelijk worden tot aan zijn bovenarmen gaat showen. Ach, tekort aan MLD-artsen.
Ik mag heel graag luisteren naar Irish Pubsongs. Vooral tijdens het creëren van toetsen. Flogging Molly, Smokey Bastard, Dropkick Murphys, Fiddler's Green en zo meer. Heerlijk! Doin' the Newfie Stomp (https://www.youtube.com/watch?v=BCcae9x799o) heb ik jarenlang als ringtone gehad. Heerlijk! Mensen werden spontaan vrolijk als ik gebeld werd. Sterker nog, ze gingen me bellen als ik naast hen stond.
Maar ik kom eigenlijk nooit in een pub! Een echte Ierse of Engelse pub, hè. De echte. Nou ja, een enkele keer dan. Het was in Dublin, jaren geleden. Temple Bar district. Met onze buren Arie en Maria deelden we al jaren de auto (https://deelauto.nl/particulier-autodelen/) en we zijn, omdat we daardoor geld over hadden en we het daarnaast heel gezellig hadden (en hebben!) meerdere keren samen op stap geweest. Budapest o.a. En dus in Dublin. Arie is zo'n muziekfan dat hij bij wijze van spreken zijn oren achterna loopt. Ik liep met Arie en recht voor ons, in de smalle straatjes stak een pub uit. Deur open, precies op ons pad. We zouden er omheen moeten lopen, veronderstelde ik in mijn onschuld. En dat deed ik dus ook, geheel in de veronderstelling dat Arie hetzelfde bochtje zou maken. Nee dus. Er was een deur in die pub, die stond open, er klonk muziek en Arie was dus gewoon rechtdoor gelopen, de pub in. Toen, en alleen tóen ben ik de pub in geweest. Arie van de dansvloer getrokken en keurig een milk please besteld. Ze keken me verwilderd aan.
Nou, wat ben ik aan het doen is niet precies het issue. Eerder wat heb ik gedaan? Elma's verjaardag gevierd bij onze Griek. Holy moly, wat hebben ze daar veel soorten melk zeg. Het begon met een heel klein glaasje anijsmelk. Bij het voor- en hoofdgerecht (goh, dat ik dat streepje nog goed heb weten te zetten zeg!) hadden we een 9 muzen melk en bij het toetje nog koffie bij de metaxmelk. Dat is een 7 sterrenvariant van de driekwartvolle melk. Prima te verdragen. We liepen - maar ja, wat wil je ook met al die knoflook - redelijk wasemend naar huis. Morgen weer een dag. Gewoon aardappeltjes met broccoli please. Maaarrrrr, de Grrr, eh de Grrriek isss wwelll heul gezzzelligggg. Wazzebbe die toch verddddoomd goede melk. Kalliniechta! Nèro parakaló.
Ik rust uit. Was het maar weer vakantie! 6 weken nog. Oeh, wat is het lekker warm in bed. Ik kijk vandaag niks meer na. Kan ook niet. Gisteren al gedaan.
Tja, hoe ga ik dit nou eens netjes formuleren? Kijk, ik ben super geduldig als ik grammatica moet uitleggen. Voor de tiende keer, twintigste keer, Latijn, Grieks, Nederlands, Sanskriet, gesprekstechniek, het maakt me niet uit. Smoesjes aanhoren voor gemiste lessen, ik kan er geen genoeg van krijgen (eerlijkheid gebiedt wel te zeggen dat ik inmiddels een lijst aanleg van alle smoesjes en dat ik daar een top tien van maak: meest originele bovenaan). Maar als ik een flesje aftershave moet openmaken - je kent dat wel: volledig in dat harde plastic vacuüm gezogen, waar je je klauwtjes aan open haalt - dan verlies ik mijn geduld wel eens. Ik ben dan niet schattig om aan te zien, zeg maar.
Zo ook vanochtend. Dan zie ik het al dagen aan komen dat ik eens een nieuw flesje moet openen. Ik leg als een amateur massamoordenaar een schaar, een hamer, een nijptang, een cirkelzaag en een ijspriem klaar. Ik pak dat doosje uit. Oké. Lukt in één keer. Plastic verpakking aan barrels. Ook gelukt. Scharen, altijd handig! En dan dat kutdopje! Ik kijk er van alle kanten tegenaan, haal voor de zekerheid een glaasje beneden en een zeef, zodat ik het flesje in duizend en één stukjes kan slaan en toch nog aftershave over houd, zonder glassplinters. En ik ga aan het werk. Let op. Ik draai per ongeluk aan een zwart randje om te zien hoe vast dat zit en om de afstand in te schatten die ik voor mijn cirkelzaag nodig heb. Zie je het voor je?
Geeft dat focking randje gewoon mee! Het draait en het bedieningsmechanisme komt er uit tevoorschijn als een - hoe zeg ik dat nou wel beeldend maar toch netjes? Nee, lukt niet. Kan niet eens een Grieks woord gebruiken, want het is potverdorie een Grieks woord! - typisch vrouwelijk genitaal orgaan zal ik maar zeggen. Goed, ik druk op de knop en ja hoor: ppsssjjjjt (ik geef toe, het geluid in deze context als het ware hoorbaar maken getuigt niet van fijnzinnigheid). Ik ruik weer lekker, daar gaat het om!
Geslagen en toch ook enigszins teleurgesteld ruim ik mijn wapens op en ga ontbijten. De mug kon gewoon met beleid afgeschoten worden. Kanon was niet nodig. Wist ik niet.
Ik heb, ondanks het matige begin van de week, mijn ontspannen gelaatstrekken weer terug. Maar die kan ik nu niet gebruiken, omdat ik patrouilleer bij de strafsessie. Daar moet ik scherp, sarcastisch, bot, gemeen, irritant zijn. Kortom, geheel mijzelf. Mijn aangezichtsspieren staan strak van het chagrijn. Alsof ik botox ingespoten heb. Heerlijk.
Al die klootviooltjes voor me zitten het Roemeense volkslied over te pennen. Zes keer, lijkt me wel genoeg. De een zit al glazig te kijken omdat het weekend er aan zit te komen, met de nodige ontspannende middelen. De ander heeft diezelfde middelen na twee weken kerstvakantie nog steeds in zijn bloed. Sommigen proberen intelligent te kijken, maar hebben gewoon rekenen gemist, de sufkoppies. Buiten wordt het donker. Zo dadelijk zetten ze de stoelen nog op de tafeltjes en dan zijn ze weg. Dag meneer, fijn weekend meneer! Geen spatje sarcasme. Ik kan nog veel van die etterbakjes leren.
Vanochtend in een krant stond een artikel over een massale staking in het onderwijs. Op 15 maart. De Iden van maart. Hoe halen de bonden het in hun hoofd! Caesars dood herdenken, dát moet op die dag gebeuren!
Niet meer aan gedacht. Tot één geinponem, die in de studieruimte de indruk probeerde te wekken dat hij - een man nota bene - kon multitasken, mij, op jacht als ik was naar spijbelaars, de vraag stelde of hij 15 maart vrij was. Ik heb hem verteld dat ík die dag alle lessen geef. Van 8.10 tot 8.15 natuurkunde in klas 5, van 8.15 tot 8.20 Nederlands in de derde, en zo een heel uitgebreid schema. Alles in dat okergele Eia. Komt helemaal goed. Ha! Staken...? Lessen!
We beginnen elke les met vijf minuten stilte. Voor Caesar.
Soms ben ik blij, een andere keer ben ik somber. De ene keer spring ik van vrolijkheid uit de band, dan weer zie ik overal leeuwen en beren op de weg. Incidenteel ben ik laaiend, heel vaak ben ik vlak. Ik ervaar wel eens trots, maar soms bevangt schaamte mij. Ik vertoon, kortom, net als een echt mens, emoties.
Maar gelukkig is daar dan Seneca! Hij is Stoïcijn en houdt alle emoties verre van zich. Ik vind hem een geweldige gozer. Hij geeft mij steun en het mooie is, hij vraagt er niks voor terug. Want daar kijk je als Nederlander toch altijd wel voor uit.
Ik ben dus niet blij dat ik morgen weer naar mijn schaapjes kan, maar ik ben ook niet verdrietig. Ik onderga gelaten alles wat er op me afkomt. In de volle overtuiging dat de ratio alles goed uitgevogeld heeft. Alles! Zelfs de nieuwjaarsborrel! Laat maar komen. Seneca, my hero!
Ik blijf al niet op rolschaatsen staan, laat staan op echte schaatsen of op de lange latten. Maar ik ga toch nog even op wintersport. Het is zulk baggerweer daar, ik bedoel er valt zoveel heerlijke skibare / te beskiën sneeuw daar, dat de wegen afgesloten worden. Nou, en dan kun je niet terugkomen op je werk. Heb je nog een paar daagjes extra. Sja, kun je niks aan doen. Ik pak snel de trein naar Innsbruck en dan ga ik met de auto proberen terug te komen. Over een week of zo. Auto. Welke auto dan? O ja. Logistiek probleem, los ik wel op. Even mijn berenboots in pakken, want ik kan slecht tegen koude pootjes.
Weg met de oliebol, vooruit met die schooltas!
Donderdag, volgens mij tenminste. 3 januari 2019. ja, klopt. De 7e weer beginnen, dan is het nu de 3e. De tel raak je in zo'n kerstvakantie een beetje kwijt.
Mag ik alweer werken? Ja, dat mag ik (Mart Smeets-toontje er zelf bij denken). Dus wat doet deze ouwe lul al sinds een uur? Schoolwerk. Alle zoete zooi is op, inclusief de compote van een soort bessen, de appelbeignets, de Glühwein en de luxe broodjes met hagelslag met lichtblauwe korrels er doorheen. Nu is het weer tijd voor een stevige bak melk, droog bruin brood met jong belegen kaas en veel water. Bij mijn computer staat een fles water, de dropjes zijn weg.
De eerste vriendelijke mail aan mijn collega's is al weer op pad. Of ze hun cijfers willen invoeren. Nou, dat gaan ze natuurlijk met veel plezier doen. Ze zijn die feestdagen ook zat!
Ik heb in de vakantie zelf nieuwe dingen geleerd en een paar daarvan zal ik op mijn eigen wijze presenteren in de les of in de koffiekamer. Op eentje verheug ik mij in het bijzonder. Gaat over gebarentaal. En ik ga ook weer moeilijke woorden gebruiken. Nieuwe moeilijke woorden die ik net geleerd heb.
Ik kan er weer met mijn volle gewicht tegen aan. Een hangbuik is goed voor je portemonnee, heb ik begrepen van Michael van Gerwen. Kan zijn dat ik de essentie niet helemaal mee gekregen heb, hoor.
Shit, waar is mijn schooltas? O, hier. In mijn bed.
Vorig jaar was het ook 1 januari maar toen van 2018. Nu van 2019. Ik had weinig goede voornemens, maar wilde wel stoppen met roken. Nou, dat is gelukt. Geen peuk gerookt, mijn hele leven al niet. Ik wilde ook wat liever zijn, thuis en op school. Dat is niet gelukt. Het spijt mij oprecht. Ik wilde een jaar ouder worden en dat is weer wel gelukt. Ging op zich simpel. Ik wilde een makkelijk kapsel. Gelukt.
Nu heb ik weer weinig goede voornemens. Eentje is nu al gelukt: weinig goede voornemens verzinnen. Ik wil minder eten. Dat wordt een lastige. Ik wil proberen minder leeuwen en beren op de weg te zien, maar die wordt zo mogelijk nog lastiger. Ik wil ... Joh, ik wil zo veel. Het is geen Sinterklaas! Iedereen die mijn berichten leest wens ik een mooi, gezond, humoristisch en lief nieuwjaar. En de paar kalenden bovendien een heuglijk nieuwhaar!