FB 2021
FB 2021
Ik ben geen fan van Formule 1, en nog minder van Max. Maar … vandaag, al wachtend op de uitslag van een pcr test, had ik de NOS-site open. Afdeling sport. Ja ja, Formule 1, ik geef het toe. Wat was ik aan het doen? Nou, ik maak elk jaar een examendocument voor het examen Latijn en daar was ik nu ook mee bezig. Al een maand of vier, hoor. Zo heel af en toe probeer ik daarin weleens actueel te zijn, en dan ontstaat er een mix van actualiteit, pseudo humor en natuurlijk een hoop taalkundig geleuter. Examenkandidaten vinden het fantastisch. Dus toen ik het Latijnse woord “funestus” tegenkwam kon ik het niet laten te vertellen dat ons woord funest daarvandaan komt. En ik gaf een actueel voorbeeld, al zeg ik het zelf. De laatste ronde werd Max funest, dat had ik getypt. Geen idee dat ik een half uur later die tekst terug moest zoeken om Max te vervangen door Lewis. Dus hop, Ctrl F ronde en veranderen maar. Verkeerde naam, kan gebeuren. Maar die laatste ronde hè! Wat zat ik daar dichtbij! Toch verstand van Formule 1, zeg maar. Ik reken hem gewoon lekker half goed!
En die andere uitslag? Die laat nog op zich wachten. Moet Mercedes nog naar kijken, denk ik.
Ik was vroeger doodnerveus, zo rond 5 december. Ik was een jonge docent en het verhaal ging dat "ze" die onervaren leraartjes altijd wel even pakten, die gasten van sinterklaas. Zo'n zelfde fenomeen deed zich voor als er kolderdag was. Ik heb wel collega's, zeer bedeesd, met een ingehuurde en schaars geklede dame op schoot gezien. Gymnasiale humor heette dat toen nog. "Beilo, man. We regelen een vrouwtje en zetten die eens even lekker op schoot bij.." en dan volgde de naam van een collega. Gelukkig was ik dat toen niet, want ik had, net als de "geluksvogel" in kwestie niet geweten waar ik mijn handen had moeten laten, behalve strak omlaag. Nee, ik ben er met dat soort activiteiten redelijk genadig afgekomen. En de heren van het organisatiecomité, ach die zijn in hun carrières niet geschaad door dit soort fratsen.
Sinterklaas ging afgelopen week een stuk ontspannener. Je kon bij de zeven hulpsinterklazen prima zien wie het waren en het is me bij het hele feest van de man met de baard en de mijter op weleens gebeurd dat ik geen idee had wie dat irl was. Deze gasten hadden een hartstikke leuk feest gemaakt voor de eersteklassers. Ze hadden hulp van de tutoren en de mentoren. De sfeer was prima, ook bij het spijkerpoepen. Het thema was: oud-Hollandse spelletjes. En dat pakte heerlijk uit. Ehm, uitpakken, heerlijk? Hallo! het is wel 5 december vandaag hè! Iedereen veel plezier gewenst.
Gisteren viel er een last van mij af. Huh? School en toch een last minder? Ik leg het uit. Dat is mijn werk.
Gisteren verscheen in ons wekelijkse bulletin dat wij coördinatoren zelf mogen vullen een aantal berichten. Dat was al winst vergeleken bij de week ervoor toen er door tijdgebrek niet zoveel te melden was. Het onderste bericht was een bericht dat ik zelf geschreven had. Het was voor mijn doen vrij kort, slechts één A-4. De boodschap betrof mijn verleden en mijn toekomst. Mijn verleden als leerjaarcoördinator, mijn toekomst als leraar klassieke talen, ik hoop Latijn. Dit jaar is dan een soort van overgangsjaar. Nou, en daar heb ik maandenlang op gebroed. Het ei is eruit. Ik ben geen kip die eieren aan de vleet legt. Ook geen vrouw die een kind krijgt. Maar ik blijf dan toch maar in termen van zware bevalling spreken.
En nou maar zien wie de klus gaat overnemen. Zelf maak ik dit jaar zo goed mogelijk af. Ik kan niet anders. Ik kan niet zoveel op mijn bordje gemikt krijgen dat ik me maar voor 75% kan inzetten. Dat is tegen mijn natuur. Ouderdom, Van Hoon? Zou kunnen. Al is 61 (dacht ik. Ja toch?) in deze tijden nog niet bejaard of zo. Slecht met veranderingen om kunnen gaan, Marcie parcie (koosnaam van mij die niet zo bekend is. Maar nu waarschijnlijk wel.)? Zeker. Dat is niet mijn sterkste kant. Geen zin in hard werken? Integendeel! Ik werk graag veel en hard, nee dat is het niet. Ach, het is ook niet zo interessant meer. Onderwijs, elke dag anders. Het was me al bekend en nu blijkt het ook inderdaad zo te zijn. Andere koers dan maar.
Wij hebben tegenwoordig junior studiecoaches op school. Dat zijn oud-leerlingen die zich onwijs verdienstelijk maken met van alles en nog wat. Ideaal! Die ga ik vragen alle foto's en andere papieren van mijn muur te halen. Daar zijn ze wel even mee bezig. Maar tegen de tijd dat onze kamer een of meer nieuwe bewoners krijgt is alles weer als nieuw. Beloofd.
Geen idee wat er achter al die papieren op de muur zit. Toen ik de kamer betrok was mijn eerste vraag aan de conrector van toen: Mag ik ook iets ophangen? Ja, zei ze. Probeer het beperkt te houden. Nou, het eerste heb ik gehoord, het tweede niet. Vandaar.
Misschien zit er wel opgedroogd bloed achter een familiefoto of zo. Stammend uit oude tijden. Of kogelgaten van toen het nog gevaarlijk was als leerling wanneer je uit de les gestuurd was en overduidelijk een lulverhaal ophing. Kogelgaten? En nou weet ik het ook ineens weer. De kogel is door de kerk. Dat was het. De beslissing is genomen. Niet gemaakt. De keuze, die is gemaakt.
Volgende keer vertel ik weer een anekdote over de grappige lessen in mijn vijfde en zesde klassen Latijn van de laatste tijd. Goed?
Komende week staat in het teken van gesprekken en eten. Niet tegelijkertijd, wat wel leuker zou zijn. Nee, gewoon los. Ik spreek ouders van mentorleerlingen en ja, dat is na werktijd. Dus zorgt men op werk voor een warme hap. Eten stel ik zeer op prijs, dat mag bekend zijn. Eten voor mijn werk is dan een soort satanische bevrediging voor mij. Ik werk, dus ik eet. Of is het: ik eet, dus ik werk. Laat maar. Ik ben er formeel alleen maandag, maar omdat het eten thuis niet gratis is heb ik me ook voor "noodgevallen" voor donderdag aangemeld. Beetje toezicht houden en inspringen waar het nodig is. Ik heb zo'n gave job! Hoe moet dat volgend jaar?
Het weekend heb ik in een rustige modus doorgebracht. Iemand probeerde me in het weekend te interesseren voor nieuwe ontwikkelingen binnen mijn vakgebied. Een appje is dan al gauw verstuurd. Dat is werk en ik merk van mezelf dat ik, in mijn reacties, ineens ga lijken op de oude knarren uit mijn vroegere jaren. Die deden zuur over extra werk, zuur over werken 's avonds, zuur over leerlingen zonder enige kennis van het Griekse perfectum en de Latijnse kroonjuwelen, de ablativus absolutus en de AcI.
En op dat zuur doen, daar betrap ik nu mezelf ook op. Nu begrijp ik dat ze zichzelf probeerden te beschermen. Niet tegen werkappjes in hun vrije tijd, want die bestonden nog niet. Ja, die vrije momenten wel, maar die appjes niet. Nee, tegen spontane ideeën van anderen waar ze dan eigenlijk wel iets mee moesten doen. Want ja, deden ze dat niet dan waren ze geen betrokken docenten. Dan mankeerde het aan hun arbeidsethiek. Achteraf is het makkelijk praten natuurlijk. Maar ik herken dat, nu ik op wat pseudo-rijpere leeftijd gekomen ben, ineens heel goed. Begin van het jaar zat ik er doorheen. Niks voor mij. Maar ik deed precies wat ik mijn seniorcollega's van vroeger verweet. Ik ging met die banaan. Wie de uitdrukking nu ff niet bekend voorkomt: ik bleef maar gaan met die banaan. Niet verstandig, want ook ik verslijt. In rap tempo, volgens mij en mijn rug en mijn knieën en mijn altijd beminnelijke buigzaamheid. Daar probeer ik wat balans in te brengen. Dus schoolappjes? In schooltijd welkom! Anders heb ik niets te doen. Niet in mijn weekend. Gadver, wat ben ik ook een augurk nu. Deze ga ik niet uitleggen.
Wat dan weer leuk is, is dat ik een nieuwe profielfoto plaatste, geil op likes als ik ben. Daar reageerde een oud-mentorleerling van me op. En andere oud-leerlingen die ik ooit Latijn/Grieks had proberen bij te brengen. Hé, zei de een, in dezelfde branche werkzaam als de ander. Waarom ken jij mijn oud-mentor/ouwe mentor (de profielfoto toonde wat al te nadrukkelijk de diepe groeven en rimpels in mijn verweerde porem)? Hoe ken jij mijn oud-leraar Latijn? zei de ander olijk. Ze kwamen tot de conclusie dat ze op dezelfde school gezeten moesten hebben. Wat ook zo was. Enfin, vele oud-leerlingen mengden zich in de reacties. Men stelde vast dat ik nog steeds les wist te geven, zelfs gaf kennelijk. En men wist zich te herinneren dat ik streng was, maar rechtvaardig. Ik bloosde toen ik dat las. De Hoon rulez... was een mooie conclusie.
Vanochtend kon ik niet meer slapen. Ik lag te berekenen hoeveel leerlingen ik ooit les gegeven heb, op de verschillende scholen. Nou is mijn rekenkundig inzicht te vergelijken met mijn inzicht in de kwantummechanica, dus dat stelt niet veel voor. Geen idee eigenlijk. Duizenden? Zou kunnen. En toen dacht ik: zou het niet een leuk idee zijn Facebook superlatijn te laten ontploffen met allemaal mensen die zich aanmelden en vertellen dat ze les van mij hebben gehad? En dat ik die dan allemaal like. Mwah. Laat maar. Niet zo'n goed idee. Wie weet rijt ik bij sommige mensen, die net hun trauma van Latijn van De Hoon verwerkt dachten te hebben, weer oude wonden open. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben. Niet echt tenminste.
Maar nu: Weekend rulez....!
Hik. Er wazz duzzz fammiddag uh bog, ehm, bozz, eh, boor, borrel op sjool. Hik. Worsjesss, stukkiezzz kaaazzz en zo. Stokbrood, enne wijn. Borrels…. Mmm,. Wazzeenlekkerbeginvammewiekent. O ja, mensen, die ware dur ook. Mensen! Goolegisimi, zeg maar. Medecolegawerkers op me sjool. Wazz echt wel ssssuperrrrgezezzzellig. Kanone, ik zie pofferdriedubbelzjes dubbel! Da krijg ik ammaal nie op, hoor. Hee, groetjessss hè. Tommaandag. Hik!
Ik werk vanavond niet. Dat is nieuw. Ik wilde jullie dat even laten weten. Ja, ik ben een beetje baldadig de laatste uren. Geen idee, hoe dat komt. Ik heb bij mijn weten niks gesnoven. Ja, de geur van lasagna vanavond. Ook niks gezopen. Wel sinterklaaslekkers gekocht om uit te delen aan leerlingen. Die hadden liever een Latijn-Grieks wedstrijd bij mij in het lokaal dan les in een ander lokaal. Nee, ik kan me er even niets van herinneren. Hou ik ff zo.
Zo. Zondag. Tijd voor superlatijn.
De afgelopen week doornemen tovert een lach op mijn gerimpelde porem. Zo hadden we maandag de zesde klas Latijn in de tang met onze smakelijke toets over Plinius. Velen hadden geleerd, sommigen niet. Big smiles over mijn examendocument. Meneer, wat heb ik gelachen met Plinius! Nou, als je lachneigingen krijgt van Plinius is het erger met je dan ik dacht.
Dinsdag tussen wat andere dingetjes door met Iskander naar de dokter en de apotheek, maar verder niks bijzonders. Behalve dan een olifant die je niet in één keer moet opeten. Ik hoop dat men begrijpt dat dat een hele sterke metafoor is die heel goed een probleem in kaart brengt, Als het dan toch over metaforen gaat, daar kan ik wel iets mee. Enfin, de olifant, de enige positieve bijdrage van de kant van Q8 sinds decennia.
's Avonds, na degelijke voorbereidingen van het comité au bain-Marie, bestaande uit Sophie Elisabeth en mijzelf, heerlijk gegeten bij Olympiada, samen met maar liefst 19 collega's: Sophie en ik staan altijd standaard op de intekenlijst die we hanteren en die ik nauwgezet afteken. Toen ik om een uur of tien als laatste het restant van de rekening wilde betalen bleek dat exact te kloppen. Thanks, Thomas.
Woensdag kwam er thuis een kerel van Roobol op bezoek, Luxaflex inmeten. In tegenstelling tot vorige keer had ik nu een heel joviale man over de vloer. Hij zei achter elke zin "meneer", en daar hou ik wel van. Binnen 10 minuten was ie weer weg. Dus toen ik anderhalf uur later weer op school kwam, op mijn lesvrije dag, hoefde ik alleen wat absenten te registreren. Lesvrije dagen, ik moet zeggen, die bevallen me wel. Misschien eens kijken of ik er daar meer van kan regelen.
Woensdag kwam ook Nicolleke gezellig langs. Ze heeft ons bijgepraat en met name mij een aantal typisch Engelse uitdrukkingen aan de hand gedaan. Ik vond die wel grappig, maar ik ben ze alweer vergeten. Zo gaat dat met een ouwe moloch, die vergeten wel eens dingen. Nou, donderdag werden de Certificates van Cambridge Engels uitgereikt - er waren rozen over en eentje ligt op mijn bureau: die moet ik thuis nog afgeven - en vrijdag heb ik mijn vijfde klas een oefen proefvertaling in hun mik gesplitst en de zesdeklassers de van donderdag overgebleven lekkere hapjes met Engelse vlaggetjes erop gevoerd. Schoon op. Zo kom ik mijn weken wel door.
Gisteren hebben we samen een oude wandkaart opgehaald in Hoeven. Mijn collega had die gekocht voor 25 piek en wij wilden toch nog wel eens een keer naar de grote stad toe. Vandaar. Eerst een kilometer of 6, 7 gewandeld, aan de hand van routeyou. Toen toch onze eigen route maar bepaald en aan het eind ervan bij de plaatselijke Griek gegeten. Dat was dus voor mij de tweede keer in een week, Grieks eten. Kan ik vast wennen voor volgend jaar zomervakantie. Na de smakelijke hap naar een conferentieoord gereden alwaar de overdracht van de kaart zou plaatsvinden. Alles lukte (hè gadverdamme) en om half 9 zaten we weer thuis lekker Mindf*ck te kijken. Zo. Even tot hier. O ja, dat kwam na Mindf*ck. Was erg leuk. Nu verder met de correctie van mijn toets. Bah.
Gisteren sprak ik een gewaardeerde collega. Die kwam me vertellen dat ik er gelukkig weer beter uitzag. Hij, maar ook anderen hadden zich zorgen gemaakt om mij. Dat was trouwens wel terecht. Het ging ook helemaal niet goed met mij. Nu voel ik me iets beter en dat komt doordat ik beslissingen genomen heb. Nog even goed uitzoeken of ik mezelf daardoor niet financieel naai, maar ik denk dat het wel goed komt.
Dit weekend gaat de wintertijd in. Heb ik een uurtje langer om uit te zien naar de nieuwe werkweek. Die ziet er, als ik het mag zeggen (“mag ik dat zeggen? ja dat mag ik,” vrij naar Mart Smeets), best aardig uit. Beetje zesdeklassers lastig vallen met een proefwerkje Latijn op maandag. Hopen dat alle surveillanten er zijn, en ook op tijd. Ik heb de leerlingen mijn examendocument al in de maag gesplitst en daar staan alle antwoorden op de toetsvragen in. Dus dat zullen ze wel lezen. Proefvertaling erbij, hoe kunnen we het nog leuker maken? Nee, maandag kom ik wel door.
Dinsdag wordt één groot feest! We mogen ons buigen over het schoolplan! Jippie! Dat is de beste manier om de vermoeidheid die meteen na de herfstvakantie weer op peil gebracht werd te lijf te gaan. Iedereen ligt zo op apegapen dat het schoolplan erin zal gaan als Gods woord in een ouderling. Ik ben ook betrokken. Eh, sorry. Betrokken bij de voorbereiding, bedoel ik. Watsgeburt? Nou, ik heb mijn groepje het idee aan de hand gedaan voor de 5 minuten durende presentatie Prezi te gebruiken. Dat is ook gebeurd. Ze hebben me ook gehoorzaamd. Hecht ik nogal aan. Ik mocht instromen in mijn groepje om ze een beetje voort te duwen. En ik moet zeggen, ze hebben ademloos naar mij en mijn sublieme en realistische ideeën geluisterd. Ze hingen aan mijn lippen. Dus die hangen nu iets naar beneden. En ik heb zelf nauwelijks iets gedaan. Alleen georeerd. Papa oracoli noemden ze mij. Zoveel plannen borrelden er in mij op. Ik had de wind er ook onder. Volgens mij. Dus ja, eigenlijk kan ik gewoon mijn coördinerende taak, ehm functie, blijven vervullen! Ik delegeerde de hele mieterse boel down. Beetje Engels kan volgens mij geen kwaad voor een manager-to-be. Nee, ik heb niks gesnoven, gespoten of gerookt, peoples.
De lunch wordt door externen verzorgd dus daar kijk ik naar uit. Het mooiste heb ik voor het eind van de dag bewaard. Au bain-Marie is weer opgestaan! We gaan weer uit eten met collega’s! Tuurlijk bij de JDW-Griek. Vele collega’s vergezellen mij. Op naar de ouzo en de moussakas. Sofrito erbij en het leven is weer toppie!
Woensdag komen ze thuis weer meten i.v.m. Luxaflex dus dan geef ik iemand wat taakjes om van mij over te nemen. Donderdagochtend ben ik present voor wat bijles. Daarna paar lesjes draaien. Zo haal ik mijn pensioen misschien toch nog. Beetje lange tekst zo. Maar jullie hadden ook nog wat tegoed.
De twee klassieke reizen naar Italië zijn afgelopen en ze zijn goed gegaan. Ik heb alleen maar hele positieve verhalen gehoord. Van de leerlingen en van de collega's. Dinsdagavond laat komt de groep van de Griekenlandreis terug en dan is iedereen weer veilig in Nederland. Zelf geniet ik nu vakantie. Zegt men. Ik ben druk bezig mijn plannen voor na dit schooljaar op de rit te krijgen. U hoort van mij.
Jippie! Toch Hellas! Door een fenomenale inspanning (en ik kan het weten, want ik zat tegenover Sophie) is het toch gelukt de reis naar Griekenland te organiseren. Paar dagen later, maar wel het volledige programma. Alle leerlingen die nog moesten reageren op een oproep via de schoolmail deden dat ook. Ze moesten een formulier invullen en de snelsten deden dat in 26 seconden. En ze hadden dus hun schoolmail gelezen! Dat was al helemaal een wonder. Meestal zijn ze "hun wachtwoord kwijt".
Nu vertrekken de JDW-ers niet rustig aan 's middags, maar super actief 's ochtends. Om 7 uur vliegen, dus om een uur of 5 op het vliegveld, dus lekker vroeg uit de veertjes.
Geweldig mooi nieuws! vandaag is in een vloek en een zucht voorbijgegaan. Ook hier en daar een toets uitdelen en daar de grootste rampen voorkomen. Allemaal gelukt. Wel kilo's stress. Maar dat hebben we er graag voor over. Trouwens, chocola schijnt te helpen tegen dit soort stress.
Geen Hellas helaas. Wat een domper voor onze zesdeklassers. Er was één vlucht naar Griekenland gisteren. En juist die ging niet. Transavia had naar verluidt een personeelstekort voor die vlucht. Kon iedereen weer terug naar Zuid-Holland. Terwijl de leerlingen zich op de klassieke reis naar Italië vermaakten restte de Griekenlandgangers een etentje bij een plaatselijke Italiaan om de kater een beetje weg te spoelen.
Het kan natuurlijk gebeuren, zeker in de post coronam tijd, personeelstekort. En het is niet verantwoord te vliegen met te weinig personeel aan boord. Maar het is ontzettend zuur als een groep van 37 leerlingen te horen krijgt dat een mooie reis waar ze zich weken op verheugd hebben niet door gaat. Busje kwam zo, vliegtuig kwam niet.
Een groot compliment aan de teleurgestelde leerlingen en collega's, die met een grotere macht te maken kregen. Overmacht. Misschien wel een geïrriteerde Griekse god die hybris meende te bespeuren. Nee, ze bleven correct en dat siert ze. Teleurgesteld, boos, balend, maar in ieder geval geen luchthavengebouw gesloopt, geen piloten of stewardessen lastiggevallen. Dat zijn echte JDW'ers! Knap hoor.
En zo snel regel je ook niets anders. Het is een complex logistiek verhaal met alle overnachtingen in hotels, alle geplande bezoeken aan musea, opgravingen en restaurants. Dus ik benijd de reisorganisatie ook weer niet. Die werken in het weekend niet, maar hopelijk achter de schermen wel. Kunnen ze misschien toch nog naar Griekenland vliegen. Ik gun het iedereen zo!
Fortes fortuna iuvat. Pete Athenas. Kleine variatie op Plinius, moet kunnen. Enne, ik gun de leerlingen en collega's in Italië vanzelfsprekend een prachtig mooie tijd!
Terwijl wij thuis nadenken over onze volgende zomervakantie in Griekenland is mijn roomy zich mentaal aan het voorbereiden op de klassieke reis naar Griekenland. Ze is altijd volledig voorbereid en nu dus ook. Samen met Frank en Marco en onze oud-collega Hedwig waakt ze over pak 'm beet 40 meereizende jongeren. Ik zag die gastjes gisteren blij worden van de duidelijke en geestige presentatie, van de boekjes, de tzatziki en de reisleiders.
Ik bewaak onze kamer en geef, mocht ik eraan denken, de plant water. Gelukkig is er volgende week in de vorm van een toetsweek volop afleiding. Ik kom mijn tijd wel door.
Andere groepen vertrekken morgenochtend vroeg richting Italië. Die hebben eveneens een fantastische reisleiding, dus ook die zullen met heerlijke verhalen terugkeren. Over een paar weken dan, hè. Ik wens alle reizigers een leuke, leerzame en gezellige reis toe.
Kijk, gisteren was het dierendag. Extra snoepjes voor Melas. En zo onthoud ik het ook: 4 oktober dag van de dieren, 5 oktober dag van de leraar. Extra snoepjes voor de leraar. Maar er was geen taart, óf hij was verrekte snel op. Gisteren had ik natuurlijk al een overdosis taart, dus vandaag zou ik me ingehouden hebben.
De dag van de leraar zorgt er elk jaar voor dat ik me realiseer waar ik het allemaal voor doe. Onderwijs, elke dag anders: ik ervaar het elke dag ja. Vandaag hebben 5 leerlingen een vak laten vallen, 2 x beco, 2 x Frans en 1 x Duits. Beco? Baco zul je bedoelen! Nee, beco. Staat voor bedrijfseconomie. Kun je ook genoeg van hebben dus. Gisteren waren er een paar die geen muziek meer wilden volgen en zo zal het nog wel even doorgaan. Twee zieken vandaag, allebei niet corona-gerelateerd. Enfin, ik ga jullie niet lekker maken met alle uitdagingen die het moderne onderwijs biedt. Daarvoor doe ik het zelf te graag. Ik denk dat ik maar eens meer les ga geven.
Handtekening? Gewoon, op een papiertje? Ja ja, ik ben beroemd geworden. Dus eh, waar wil je m’n krabbel? Do you want my autograph? Kijk, ik wil niet arrogant overkomen, maar ja, mijn schrijfsels bereiken tegenwoordig alle uithoeken. Ik kan denk ik over niet al te lange tijd stoppen met ploeteren op school en gaan leven van de revenuen. Het 9e uur vandaag. Zelfde groep als vorige week. Met Rik. Met een grote doos. Eh, chocola bedoel ik. Merci! Zijn moeder had een bericht van mij hier gelezen en hem een grote doos chocola in zijn schooltas meegegeven. Voor zijn grappige favoriete, ietwat excentrieke leraar. Ik hield ze natuurlijk niet voor mezelf. Dûh! De chocolaatjes waren in 5 minuten op. De lege doos gaf ik mee aan een leerling die de les eerder mocht verlaten. Cadeautje. Ze was er blij mee, want ze lachte me toe. Of uit, kan ook. Vervolgens wachtten ze allemaal gespannen op de gevleugelde woorden die de haag van mijn tanden ontsnapte: Quinten, getalletje onder de tien? Enfin, maandag appeltaart. Ik regel de kartonnen bordjes en vorkjes. Thanks Rik! Thanks, moeder van Rik. Quinten, wel zelf bakken hè!
Ik heb het zo fijn, joladiejee! Ik heb het zo naar mijn zin, hiep hoi! Vandaag heerlijk lesgegeven! Wauw, wat een lekker tijdverdrijf. Ik kon de baas spelen, op dat niveau dus wel, en ik kon ze managen. Soms waren ze stil, soms leunden ze achterover. Het ene moment volop in de teksten gedoken, het andere volop in elkaar. Maar één moment zal ik me altijd blijven herinneren. Meneer, meneer! Ja, wat is er, jong? Repulsi is toch geen infinitivus? Ehm, nee. Goed gezien! (altijd positieve feedback geven hè! Een keer op een interessante cursus geleerd). Het is een nominativus pluralis participium perfectum passief mannelijk van repello, repellere. Heel blij was ik met zo'n Latinist in spe. Enorme stomp op de schouder van zijn buurman. Zie je nou wel! Het is een praticipum puralis van prefcetus van een woord. Eikel! Boink, weer een peut tegen de schouder van die arme buurman van hem. Glans, zei ik behulpzaam tegen hem. Glans is Latijn voor eikel. Of bedoel je "eicel"? Snapte hij mijn grapje weer niet. Toch jammer.
Geen nieuws hier. Ik moet nog een paar dingen doen en dan neem ik weekend. O, het is al half 4? Zondag? Nou, dan moet ik mijn schoolmail maar eens even checken. Voor ik het weet heb ik weer twintig mailtjes gemist. Toedeloe. Een leuke anekdote van afgelopen week? Ehm, nee, alleen maar vervelende anekdotes (een soort van contradictio in terminis), ben ik bang.
Of wacht. Afgelopen vrijdag, het 8e en 9e had ik mijn ene zesde klas. Je weet wel, die groep die ik maandag het 2e en 3e dan ook weer heb. Ideaal zo: die hebben 4 uur Latijn achter elkaar en dan een week niet. Enfin, zij en ik hebben een studiewijzer en ze zijn een jaar of 17, 18. Dus die snappen heus wel dat er gewerkt moet worden. Maar goed, ik had van een lieve collega een doosje Congratulations gekregen en die heb ik, samen met de droppot, aan het begin van het blokuur maar op mijn bureau gezet. Wie wilde kon een chocolaatje pakken of zijn gore Latijnpootjes in de droppot steken om een dropje te scoren. Ze kregen ineens veel meer energie. Het negende uur was die energie weer weg dus toen heb ik ze op verzoek dropjes en chocolaatjes toegesmeten. Ze vingen alles behendig. Nu zijn de chocolaatjes op, sorry Sophie! Bedankt Linda. Het was uiteindelijk een leuk blokuur en ze hebben nog iets gedaan ook. Zelfs Latijn. Aan het eind van de les zei ik tegen Rik: Rik, getalletje onder de tien. Is goed meneer, chocolaatjes volgende week? Zegt u het maar. Merci? Weer congratulations maar dan een 5-kilo uitvoering? Joh, Rik. Zie maar. Als je ook je huiswerk Latijn maar maakt.
Elk jaar vieren Maarten en ik onze verjaardag voor de collega's. Meestal wachten we een droge, zonnige vrijdagmiddag af en dan gaan we de plaatselijke horeca een oppepper geven. Terrasje lukt meestal wel.
We rekenden op een stuk of twintig collega's en die kwamen - dona ferentes - ook inderdaad. Maarten had zijn gade gestald bij haar moeder en had er begrip voor dat dat in het geval van mijn gade een beetje wreed zou zijn.
De toespraakjes bij het overhandigen van de geschenken ontroeren ons altijd zeer, en dat was ook nu weer het geval. Maarten en ik mogen samen naar de bioscoop en kregen daarnaast nog wat spiritualiën, waarvan ik hoop dat ik ze niet, net als de ooit samen met Maarten gemaakte vijgenlikeur, kwijt raak. En er was een boekje. Dat was duidelijk voor mij bedacht, want Maarten is niet zo breedsprakig en gebruikt, behalve hier en daar wat wiskundig jargon, geen lastige woorden als compartimentaliseren. "Schrijf eens even normaal joh.", zo heet dat boek. Ik blijk niet helemaal normaal te schrijven dus, want het was een hint over mijn mailtjes. Mijn lange mailtjes. Veel te lange mailtjes. Gelukkig stopte ik er hier en daar humor in anders was er helemaal niet door te komen.
Na het afrekenen zijn we gedrieën nog lekker gaan eten bij Da Nina. Ach, Italiaans eten en quasi-Italiaans babbelen, het gaf weer een beetje vakantiegevoel. Hard nodig, nu al.
Het is 8 september. Anderhalve maand geleden schreef ik over een fake vakantie. Toen kon ik nog niet bevroeden hoe het verder zou gaan, in de vakantie, na de vakantie. Op 21 juli was ik in mijn hoofd nog bezig met het klussen thuis, met het bijkomen van alle klussen van de laatste schoolweken, met wrevel over het niet voorbereid zijn op het nieuwe schooljaar, met een poging tot humor over het verplichte uit eten gaan. Anderhalve maand later is alles betrekkelijk geworden. De nieuwe vloer ligt (driedubbele salto, een Ratkovac-slinger en ja! Hij ligt!). En alle meubelen staan er compleet ingeruimd weer op min of meer dezelfde plaats in. Dat hadden we niet verwacht, toen we die middag ineens met een uitvaartondernemer in gesprek moesten. Onze kinderen hebben, samen met hun partner, alle werk van ons overgenomen. Elke keer als ik het vertel schiet ik vol. En daar kan nog steeds heel veel in, blijkt dan (ik snapte dit grapje eerst ook niet).
Een halve week later de uitvaart. Heel veel geregel, maar ook fantastisch mooie momenten. Een week later weer een uitvaart. We kenden de formulieren en de keuzes die we hadden. Dus dat ging efficiënt. Ook toen mooie momenten beleefd.
Van schoolwerk, inclusief de mentale voorbereiding op een zwaar nieuw schooljaar, was het niet gekomen. Van een vakantie in Italië ook niet. Het meeste hadden we maar weer gecanceld. En toen zei mijn lieve, net wees geworden, gade: we gaan toch! Je neemt je examenbundel en je Surface en al je kutbestandjes voor die kutbaan van je maar mee, maar we gaan naar Italië, al is het maar een week. En toen dacht ik: zo, die is echt toe aan een grappa’tje! Ik neem helemaal niks mee en we gaan op pad. Vrijdag de 13e reden we ‘s nachts weg, Nederland uit, dwars door Duitsland om eind van de middag bij zwager en schone zus in Karinthië te arriveren. Zwembad van afstand bekeken, op de hoek in het immer gemütliche Reisach wat gegeten en gedronken (Spetzi) en de volgende dag door naar Cividale del Friuli, ten oosten van Udine. Grappa, limoncello, vino Bianco, pasta, en sopkoekjes. Melk? Ehm, vergeten.
Paar dagen in een Agriturismo verbleven en toen door naar Triëste. Mooie stad, mooi hotel, veel geshopt, weinig gezwommen en op zondag weer terug naar Reisach. Twee dagen bijkomen en bijpraten later vertrokken we terug naar Dordt.
Zo. En toen kwam de volgende tik. School. Schoolwerk. Voorbereidingen. Overvolle agenda. Dingen niet meer overzien. Gesprekken. En nu? Ik doe mijn best. Meer kan ik niet doen. 24 uur in een dag, terwijl ik toch echt dacht dat het er 36 waren. Twee handen blijk ik te hebben, geen vier. Ik kan wel trucjes met mijn oren, mond, borstharen, voeten en andere ledematen, maar ik haal liever mijn pensioen zonder opgepakt te zijn.
Morgen Latijn in de zesde en in de vijfde. Heerlijk rooster heb ik. Alleen maar blokuren, maar met een zesde klas op vrijdag het 8e en 9e, en meteen daarna op maandag het 2e en 3e. Ach, ik heb toch een studieplanner. Komt wel goed. Zo nu blijf ik ff stil. Twee minuten. Een voor Nico, een voor Jozien.
Fake vakantie
Ogenschijnlijk is het vakantie. Het is diep in juli, de leerlingen zijn in geen velden of wegen te bekennen, het zou een goed gevoel moeten geven. Nou, dat doet het dus niet. Tot in de vakantie gaan de vragen en informatieverstrekking - en dus de daaraan verbonden klusjes - via de schoolmail door. Ik heb normaal gesproken mijn zaakjes best voor elkaar. Nu viel ik van de ene verplichting in de andere en dat zorgde ervoor dat ik er afgelopen maandag zo verschrikkelijk genoeg van had dat ik snel handjes ben gaan geven. Korte tekst, want voor je het weet heb je er weer een opdracht bij.
Thuis is het ook niet echt ontspannend. Dat wil zeggen dat we wel kamperen, maar zonder dat we dat echt wilden. We koken geen eten op een gaspitje, nee we gaan eten bij De Beren, in Breda, bij Xanthias en Maud. Zo doen we dat qua eten. Er komt heel veel kijken bij het laten aanleggen van vloerverwarming. Anderzijds kúnnen we ook niet heel veel doen.
Gisteren kwam er iemand onze alleroudste vloer wegschaven. Een man uit Steenwijk, goede kerel. Toen hij ons alles over zijn kunstgebit had verteld, met name dat hij er last van heeft als hij in holklinkende ruimte teringherrie produceert, besloten we om een uur of tien maar eens te gaan kijken of we wellicht nieuwe zitmeubelen konden aanschaffen. Je verzint wat om een legitieme manier te hebben om 'm te peren terwijl een ander zich in het zweet werkt. Toen we tegen vieren uiteindelijk terugreden voelden we ons wat opgelaten: we hadden de man een kopje koffie gegeven en waren er van tussen gepiept. Nou, en toen we thuiskwamen was hij alweer weg. De vloer was kaal. Kijk, dat is nog eens shoppen.
En nu vakantie? Mooi niet. Elma kijkt me ongelovig aan. Hoezo moet jij dingen voor school doen in de vakantie? Nou, schat, omdat ik ze niet aan het eind van het jaar heb kunnen doen. En ik wil niet onvoorbereid op school komen, noch voor mijn collega's noch voor mijn leerlingen, en ook al niet voor mijn nieuwe vakcollega's. Dus dat wordt doorwerken. Nee, rust heb ik niet nee. Paar nachtjes goed slapen, dan gaat het wel weer. Hoop ik.
Hee allemaal, geniet van een welverdiende vakantie!
Ik kan het nu wel dromen, dat Eia
Vandaag zal mij lang bijblijven. We hebben tegen de honderd diploma’s uitgereikt. Buiten, bij prachtig weer. In 13 groepen van 8, soms 9, soms 10 geslaagden. Elke aanwezige geslaagde werd toegesproken door zijn/haar mentor. Helaas kon een aantal geslaagden niet aanwezig zijn om Corona-gerelateerde redenen. Er waren per geslaagde genodigden aanwezig en die konden heerlijk genieten van de prachtig uitgedoste geslaagden en de persoonlijke speeches.
Elke sessie begon met het zingen van ons schoollied. De rector en conrector, ze deden keihard hun best, en Monique en ik. Sophie, mijn roomy, zong ook mee en zelfs Kees deed het laatste rondje mee. Normaal, in de Augustijnenkerk, plagt Monique de orgeltoetsen om, nu was het Saul die op een keyboard elke keer een ander intro voor het Eia speelde. Moet je net bij een autist als ik doen. Doe nou maar gewoon hetzelfde intro, dan volg ik dat wel. Goed, uiteindelijk moest hij weg dus had hij het deuntje maar even opgenomen. Mijn mobiel kreeg een dikke plug in zijn speakeropening geplugd en vanaf dat moment werd het makkelijker. 13 keer hebben de meeste koorleden het Eia uit hun hoofd gezongen. Prachtige traditie, waar we gauw van af moeten. Eén keer is genoeg.
Ik heb louter positieve reacties gehoord over de Proclamatie, versie “we zijn gvd nog steeds niet van COVID af”. Enfin, er staat een livestream online op https://youtu.be/cMAixhPvCJk.
Kun je het zelf bekijken. Er was deskundige geluids- en beeldtechniek ingehuurd en ik vernam van Elisa, een zeer actieve fotografe, dat ze ruim vierduizend foto’s gemaakt had. Dan zijn ze wel even bezig, denk ik, om dat allemaal uit te zoeken.
Het was een geweldige dag vandaag. Ik kan bijna niet meer op de pootjes staan en ga vroeg slapen. Maar het was het allemaal meer dan waard. Een geweldig compliment voor Cissi, Sophie, Liesbeth en Marco. En wat te denken van onze junior studiecoaches, Job, Ruben, Tristan, Isha, Britte, met hulp van Annelotte. Ze hebben geweldig hun best gedaan en zich ware JDW’ers getoond!
Pffft. En nu vakantie. O nee. Vloerverwarming. Kanone.
O ja, voor wie de Latijnse tekst van het Eia nog niet kent:
Eia cantemus, sodales, carmen eloquentiae,
cui studemus nos amici fervida cupidine.
Namque magni semper aestimabitur facundia.
Vivat ergo, fiat nobis nobilis sodalitas!
Moet lukken. Succes ermee!
Vandaag hebben we afscheid genomen van vertrekkende collega’s. Ik was zijdelings betrokken en daarom kan ik alles met wat meer afstand bekijken. Als ik nu alles in één keer verklapt wordt dit een hele lange post. Maar erger, dan geef ik alle saillante en pikante details weg. En dat is ook niet leuk. Wie gaan er weg? Nou, Daphne, classica numero uno, maar zij was in januari eigenlijk al weg. Goed dat ze weer terug was. Eventjes op het warme JDW-nest. Ilse, die aardrijkskunde geeft, gaat ook weg, terug naar haar oude school. Louise, classica numero due, peert ‘m, maar ze komt vast wel weer een keer terug. Simon, classicus numero tre, gaat ook al weg. Hij gaat Putten onveilig maken. Heb je daar eerst weer wolven in de buurt, komt er nog een classicus ook! Alsof het nog niet genoeg is in de sectie klassieke talen, neemt Hedwig de wijk naar d’n Antwerp en verruilt Cecile Dordt voor Breda. Dick, wiskundeman, gaat dichterbij huis werken, terwijl we hem om talloze redenen eigenlijk niet kwijt willen. Saskia, wiskundevrouw, gaat haar geluk beproeven in Den Haag. En dan is er nog Elly. Elly kon alles, Elly had gevoel voor omgaan met leerlingen, voelde het feilloos aan als iemand met iets zat. Elly is geen docente, maar daar had ze wel alles voor in huis. Inclusief haar gulle lach. Charles nam afscheid als leerjaarcoördinator, en dat geeft hem de rust die hij belangrijk vindt. Heerlijk lijkt me dat. Zo ontzettend heerlijk. Man, man, man, wat is dat aantrekkelijk! Nooit zo over nagedacht eigenlijk. Maar wat een fijne gedachte. Hee, en weet je voor wie we gezongen hebben? Voor Ank. Ze was jarig vandaag. Feestje! Wat heerlijk eigenlijk.
nabrander
En dan waren er ook nog een paar collega’s niet. Deel 2 dus. Dan lijkt mijn eerste post niet zo lang. Coral, docente Frans, vertrekt. Rob, ook al een aardrijkskundeman, weg. Dirk, Frans, il a disparu. En wat te denken van Rinke, de conrector? Ook hij gaat zijn heil elders zoeken. Hij zal node gemist worden, niet alleen om zijn grappen, maar ook om andere kwaliteiten! Wie gaat de techniek van het streamen voor onze school regelen? Met wie ga ik de sollicitatiegesprekken klassieke talen samen voeren? Sja, geen idee. Het was een prachtige middag, met af en toe een scherp kantje, over een best wel een triest gebeuren: mensen die weggaan. Zo is het leven. Ik hoop alleen dat ik niemand vergeten ben.
Superlatijn is super trots. Soort van metonymia pas ik hier toe, door naar mijzelf te verwijzen met Superlatijn. Z'n wereldberoemde site in plaats van zijn eigennaam. Alsof er sprake is van Mars in plaats van oorlog, Bacchus in plaats van wijn, Ceres in plaats van brood. Nou ja, het enige dat ik dan weer niet met die gasten gemeen heb is dat zij goden zijn en ik niet.
Maar waarom is Superlatijntje dan zo trots? Nou, alle zeven zijn mentorleerlingen zijn nu definitief geslaagd. Hiep hiep hoera! Ze hebben het fantastisch gedaan. Vijf waren er al geslaagd, maar twee hebben nog examens in het tweede tijdvak gedaan. Gewoon, omdat het kon. De een - ik zal niet verraden dat hij Jippe heet - was niet beschikbaar aan de telefoon toen ik hem het heuglijke nieuws brengen wilde. Ik sprak noodgedwongen zijn voicemail in. Reageert ie paar uurtjes later. Ja, ik lag te slapen. Wat had ik voor beco? Cijfer genoemd. En voor Latijn had je 5,3. Ik probeerde vruchteloos een sneertje uit te delen. Nou, ik ben er tevreden mee, hoor. Zonder te leren, hè. Dat sneertje kwam ook lekker niet binnen, want dat had ie al aangekondigd. Heerlijk, die directe lieden van tegenwoordig.
Dus nu ben ik speeches aan het schrijven. Ze mogen 100 woorden lang zijn, want dan passen ze in een boekje. En dan duurt het in de Augustijnenkerk ook niet te lang, volgende week vrijdag.
Ik schrijf ook een speechje extra. Weet je hoezo? Wil je helemaal niet weten. O, oké. Maar ik vertel het toch. Eén leerling is min of meer mentorloos tijdens die diploma uitreiking. Ik zei dat gisteren tegen hem, toen ik hem belde met de uitslag. Heb je een suggestie door wie je dan toegesproken wilt worden? Ik heb de jongeman, nou ja hij is inmiddels twintig, nooit in de les gehad. Weleens de les gelezen ja. Toen al toegesproken eigenlijk. Pseudo-streng. Ging over een klok, een bed en om 8 uur 10 in combinatie met rode blokjes. Elke keer als ik hem wilde raken en keihard wilde straffen keek hij me melancholiek aan, zei hij, ja, meneer, u heeft volkomen gelijk. Ik moet mijn leven echt beter inrichten, meer op de rails krijgen zodat ik u en de andere fantastische leraren niet weer teleurstel met mijn onverantwoordelijke gedrag. Hoeveel vrijdagmiddagen wilt u dat ik nakom? Nou ja. Dan smelt zelfs mijn hart. En dat deed het nog meer toen hij me gisteren zei: "Meneer, ik zou het werkelijk op prijs tellen als u me zou willen toespreken, over twee weken." Ga ik voor je doen, Laurent. Ik was ontroerd. Al mijn acht leerlingen zijn geslaagd! Hoezee. Laat het Eia maar losbarsten in die Augustijnenkerk, 16 juli.
Ooit hadden we een collega op school die een hond had. Ze had het dier thuis maar nam het ook mee naar school. Met een soort morbide gevoel voor humor zeiden wij classici dan "Cave canem" tegen elkaar als we ons jaartaakgesprek daar in die kennel hadden. Toen er later een andere collega in trok met een groot aquarium met allerlei vervaarlijke vissen erin was het motto veranderd in Cave pisces.
Oppassen voor, dat is de betekenis van cavere. Wat ik nu zit te doen is oppassen óp twee leerlingen. Die herkansen aardrijkskunde en ze mogen natuurlijk niet spieken. Er zit nóg een collega in de zaal. De zaal is een paar honderd vierkante meter. Daarvan hebben we er maar 20 nodig of zo. Ruimte zat.
Mijn hoogtepunt komt zó. Aankondigen dat het examen nog een kwartier duurt. Dat is hét moment voor nog enige humor. "Je hebt nog een kwartier". Oef. Schrik. En dan, na een beklemmende pauze "voor dit examen." Pffft.
Nee, cave facetias is een beter motto. Pas op voor/met humor.
Ik geef op. Nee nee. Zo snel peer ik hem niet. Dat bedoel ik niet. Voor je het weet word je door een recruiter benaderd of je directeur van een basisschool wilt worden op Ameland. Gewoon via LinkedIn. Droom ik wel eens van, maar ja ik droom ook wel eens van een zodanige prijs in een loterij dat ik morgen kan stoppen. Met werken dus.
Hoe kom ik hier nou op? Wil niemand weten, maar/en dus ik ga het toch vertellen. Vandaag examen Latijn. Alweer ja. Komt er nog eentje als het tegen zit. Schrijft een arme leerlinge van mij, aan het eind van haar proefvertaling, dus letterlijk aan het eind van haar Latijn, op: "Ik geef het op." Kijk, en dat doet mij onmiddellijk denken aan het schaken.
Als je een partij (dus geen potje) speelt, speel je om te winnen. Maar het pakt ook wel eens anders uit. Dan verlies je. Wat is nou het geval bij het schaken? Het wordt als sportief beschouwd als je de partij opgeeft als je je verlies aan ziet komen. Je gaat er dan vanuit dat je tegenstander geen fout meer zal maken. Natuurlijk kun je ook strijden totdat je gigantisch schaakmat staat, maar dat is niet volgens de schaakmores. Nou, stel dat je duidelijk op verlies staat. Je hebt allerlei stukken (geen poppetjes) verloren en er zat geen tactische bedoeling achter dat weggeven (offeren) van die stukken, dan ben je dus gewoon slechter dan je tegenstander. Dan komt het moment dichterbij dat je de strijd maar beter staakt. Aan de ene kant is er dan eerder een glas koele melk aan de bar met een stronkje broccoli, aan de andere kant kun je weer gewoon hardop praten en kun je weer stoppen met je benen te wiebelen.
Nou, dan zijn er mensen die demonstratief, en zonder iets te zeggen, kun koning omleggen. Gewoon, hij staat en bam, daar ligt ie. Dan weet die tegenstander genoeg: punt is binnen. Er zijn er die daar een showtje van maken: die geven hun eigen koning een lel zodat ie over het bord vliegt. Daarna ligt ie dus ook, en soms op de grond. Of hij hangt in de baard van de tegenstander. Geen punt. Ehm, wel een punt natuurlijk. Punt binnen dus. Of iemand pakt zijn koning bij zijn intieme delen, draait er een beetje mee, kijkt eens onder het stuk en legt het schaakstuk dan heel, heel langzaam plat. Irritant. Dat zijn de gevaarlijke lieden, die je niet in een donker steegje tegen moet komen. Al helemaal niet als vijandelijke koning.
Er zijn andere mensen en die reiken hun tegenstander de hand, zeggen niets, maar bedoelen "jij bent beter". Sommigen doen hetzelfde en zeggen daarbij "gefeliciteerd, u hebt gewonnen." Je hebt ook eikels. Die geven wel een hand, maar die zeggen zoiets als "Nou, daar heeft u wel geluk gehad zeg." Of "Leuk voor u dat ik niet in mijn besten doen was." Of "Normaal veeg ik u van het bord, maar ja, mijn buurvrouw is vorige maand overleden en nu zorg ik voor haar hond en kom ik niet aan schaken toe." En daar zijn ook variaties op. Geen hand geven, bedrukt kijken en weglopen. Kan. Niet sportief, maar kan. Extra hard in de hand knijpen van de winnaar onder het motto 'van mij heeft u gewonnen, ik ben wel de laatste van wie u wint.' De tegenstander lang aankijken, iets van "sja" mompelen, die doet het ook wel. Of diep zuchten, even naar de totale ruïne staren en dan weglopen.
Er zijn vele manieren om je verlies te nuanceren, ook bij het schaken. Wat dat meisje deed op haar proefvertaling vandaag, dat is niet leuk, zeker niet voor haar. Maar het is wel netjes. Meneer, uw vak is te goed voor mij. Ik leg graag mijn spreekwoordelijke Latijnkoning om. U wint. Regem depono. Hûh? Ik leg de koning neer. In het Latijn. Sja. wie heeft er dan per saldo gewonnen? Ik?
Afgelopen week was de uitslag van de examens. Er wáren dus weer centrale examens! Dat is al winst vergeleken bij vorig jaar.
Het was evenwel nog steeds geen gewoon schooljaar geweest en dus had de minister een versoepeling toegepast. Wat zeg ik, versoepelingen! Meervoud! Jippie! Mochten 5 vijven nu wel? Waren er alleen maar sympathieke eerste correctoren en geen veel te rigide tweede correctoren? Kreeg iedereen die zijn naam boven het examen geschreven had een puntje extra? Werden de kernvakken uitgebreid met de klassieke taal? O nee, dat is weliswaar op een gymnasium helemaal niet gek, maar in de praktijk een verzwaring. Nee, er kwamen extra tijdvakken en dus extra mogelijkheden tot cijferverbetering. Joechee! Nogal wat leerlingen hebben examens doorgeschoven naar het tweede tijdvak, dat morgen begint. En dan is er ook nog een derde tijdvak dat qua organisatie lijkt op het tweede tijdvak van 2019: een paar dagen nog een laatste kans op slagen proberen te benutten. Dus 2 juli hebben we weer een uitslagendag en zelfs 15 juli worden er nog uitslagen vastgesteld. Dat is wel fijn, 15 juli, want 16 juli willen we de diploma's uit gaan reiken!
En er kwam, ook versoepelend bedoeld, de inmiddels beruchte wegduimregeling. Alle media doken daar boven op en ze kwamen ook met de meest ongenuanceerde toepassing en uitleg van die regeling. Ja, er mocht een vak weg geduimd worden. Zo hé! Laag cijfer, dikke duim d'r op. Onder het Cruyffiaanse motto "Het ken, omdat het mogelijk is."
Mocht dat bij alle vakken? Ja joh, alleen niet bij de kernvakken. Dat zijn Nederlands, Engels en wiskunde. Mocht dat dus bij Latijns en Griek? Tuurlijk! Geen probleem, want geen kernvak. Bij aardrijkskunde? Best! Biologie? Vanzelf! Duits? Schade, Scheisse, maar per saldo ja dus. Frans? Merde! Mais bien sûr.
Maar wie de moeite had genomen om te onderzoeken hoe die regeling er feitelijk uit zag ("Het wegstrepen van een eindcijfer kan alleen als een leerling hierdoor alsnog kan slagen.", bron, https://www.rijksoverheid.nl/.../eindexa.../eindexamens-2021), had snel door dat er geen sprake was van een vrij recht van een examenkandidaat om de duim op een cijfer te leggen zodat dat buiten beschouwing werd gelaten. Voor een mooiere lijst of zo. Voorbeelden.
Als iemand, door het niet voldoen aan de 5,5 gemiddeld-regeling op het centraal examen, niet zou slagen maar door het wegstrepen van één vak om alsnog aan die 5,5 te komen wel zou slagen, werd die regeling automatisch toegepast. Door de school, niet door de leerling. Zolang het dus maar geen kernvakken betrof.
Als iemand, na die eerste hobbel van 5,5 gemiddeld over de centraal afgenomen examens genomen te hebben, in de problemen kwam bij het middelen van de schoolexamencijfers en de centraal examencijfers en drie vijven had móest (dus niet kón) er één van die vijven weg geduimd worden. Tenminste, áls er daardoor een lijst ontstond, waarmee de leerling slaagde. Dus dan moest de compensatie voor die twee resterende vijven wel in orde zijn.
Dat de wegduimregeling niet een eigen keuze van de leerling is, blijkt ook uit het feit dat er geen eindcijfer naar believen weg geduimd mag worden om op die manier aan een predicaat "cum laude" te komen. Kortom, geen esthetische correctie, maar een noodrem, die wegduimregeling.
En ja, een hoop bladiebladiebla in de diverse media. Wat dan weer rijmt, trouwens. Ook leuk.
Maar dan over de leerlingen zelf. Eigenlijk veel belangrijker! Velen zijn in één keer geslaagd, een aantal zelfs ook "cum laude", en die kwamen vrijdagmiddag hun voorlopige cijferlijst ophalen en eventuele vakken doorgeven waarvoor ze nog een hoger cijfer wilden gaan halen. Ik heb ze allemaal staan opwachten en gefeliciteerd. Precies zoals ik 's ochtends mijn les snel af maakte om ook de nog niet geslaagde leerlingen te zien en te spreken. Heel veel wisten al dat ze nog wat examens in het tweede tijdvak gingen afleggen. Die waren niet droevig of zo. Ook zij kwamen hun voorlopige cijferlijst ophalen. Een enkeling heb ik geprobeerd een hart onder de riem te steken als die het niet gehaald had. Of nóg niet gehaald had. Voor zover dat troosten bij anderhalve meter afstand een beetje te doen is.
Normaal gesproken probeer ik, na het bekend maken van de N-termen, af en toe langs te gaan bij het epicentrum van de uitslagenvaststelling. De kamer van de conrector dus. Dan wil ik graag te weten te komen hoe mijn mentorleerlingen het gedaan hebben. Lukt nooit. Altijd embargo. Nu heb ik alleen koffie gebracht en mijn belangstelling en waardering getoond. Toen de bescheiden voor de examinatorenvergadering uiteindelijk in de mailbox kwamen heb ik ze wel als eerste opgezocht, mijn mentorleerlingen. Zeven heb ik er, vijf zijn meteen geslaagd. Twee gaan nog een paar examens doen, maar die gaan ook gewoon lekker slagen: ze hoeven het examen alleen maar te maken en dan zijn ze binnen. Nou, dan kan ik dus oprecht apetrots zijn op mijn mentorleerlingen. Hiep hiep hoera!! Of, in Romeinse termen, in Romeinse gebaren: Goed gedaan kids, duim omhoog!! Duim? Welke duim? Hoezo duim? Zie je wel? Zeven stuks! Dat worden zeven speeches op 16 juli. Joepie!
We verrasten onze vijfdeklassers afgelopen week. Surprise, surprise! Een makkelijke proefvertaling gaven we ze. Een contradictio in terminis noemen wij dat in het vak. Een waarheid als een koe ook. Hoewel vrijwel alle woorden geannoteerd waren meenden sommigen toch nog eigen wegen te moeten vinden.
Nou ging dit om een officiële toets en die kan, indien gemist, herkanst worden. Maar dan moet je voor de rest geen toetsen missen natuurlijk. De dag na de toets vroeg er eentje of ik hem al had nagekeken. Ehm nee. Ik heb ook een leven naast school. Waarom niet, meneer? Uw collega heeft hem al wel nagekeken. Ja, maar die vertrekt eind van het jaar van school. Ja, meneer, er gaan veel van uw collega's weg, hè? Klopt, maar er komen er ook weer terug. Voelt u zich niet desolaat en als een oase in de woestijn? Ehm, ik wist niet dat jij dit soort woorden kende, dit soort vergelijkingen. Die heeft uw collega ons geleerd, meneer. Diegene die ook weg gaat. Waarom blijft u eigenlijk op deze school, meneer? Goede vraag. Ik ga me dat steeds meer afvragen ja. Maar eh, wil je me weg hebben of zo? Nou, niet echt hoor meneer. Pfft, gelukkig. Dus ik mag blijven? Ja, als u niet van die moeilijke proefvertalingen geeft, meneer. Wordt die van de herkansing makkelijker? Ehm, makkelijker dan deze ga je ze echt niet vinden. Dat is niet eerlijk, meneer! Er is trouwens een vacature in Velsen, meneer.
Ik was onmisbaar kennelijk. Of misschien niet ikzelf maar wel mijn haviksblik. Hoe dan ook, vanochtend werd ik opnieuw ingevlogen in zaal 5 van onze tijdelijke dislocatie aan de Singel. Dit keer stond aardrijkskunde op het programma. Nou heb ik wel een vage notie van de reden waarom zo veel mensen zo veel markeerstiften mee nemen. Maar toen ik er eentje quasi gedachteloos aan een geopende markeerstift zag snuiven wist ik genoeg. Het gáát helemaal niet om het markeren.
Verder zag ik iemand, wel iemand anders hoor, grote armgebaren maken en ik zag hem volgens mij "oost, west" (aardrijkskunde hè) prevelen. Dus ik trok zijn aandacht (hee daar kulleke!) en prevelde onverstaanbaar maar wel duidelijk zichtbaar voor hem "Thuis best" terug. Ik begreep hem. Hij blij, ik blij.
Vanochtend mocht ik surveilleren bij het examen Duits. Ik mocht aan de hoofdtafel zitten. Daar had ik goed overzicht over de ploeterende leerlingen. Ik pakte mijn telefoon soms en alleen om de tijd te checken. Die klopte met de 24 klokken aan de diverse muren, dus mijn ochtend was goed. Verder heb ik alleen maar leerlingen zitten observeren. Wat zie je dan zoal? Hoe kom je die tijd enigszins zinnig door? Waar let je op?
Nou, wie schrijft er bijvoorbeeld links? Sommige jongens met halflang haar strijken voortdurend hun lokken achterover. Terwijl de meeste meiden hun haar gewoon in een knotje hebben. Valt mij dan weer op, hè.
Waardoor raken ze uit hun concentratie? Zo merkte ikzelf bijvoorbeeld op enig moment op dat er vogeltjes nogal luidruchtig zaten te fluiten. Buiten, dat wel. Maar had ik een plastic buisje gehad waar ik vroeger besjes mee naar de buurvrouw schoot, dan had ik listig papiertjes opgerold en de punt, gedrenkt in curare, op die vogeltjes afgeschoten. Mijn examenkandidaten moeten in rust kunnen werken, ja! Volledige rust! Geen gierende stormvlagen, geen luidruchtige stratenmakers, geen eerste van de maand maandag- sirenes, geen tikkende hakken van surveillantes, geen betonafschrapende stoelbewegingen, niks! En dus ook geen kwetterende merels, koolmezen, spreeuwen, meeuwen of voor mijn part spechten. Misschien is deze afwijking van mij uit te leggen als projectie, maar dat is dan maar zo.
Je mag als surveillant ook alleen maar een neutrale gezichtsuitdrukking hebben. Dus daar oefen ik ook op. Geen meewarige lachjes ( joh, het is maar aardrijkskunde hoor, geen Latijn!). Geen irritatie (jee, wat een domme vragen zijn dat nou weer, zeg!). Je wenkbrauwen fronsen? Mag niet. Signaal zou kunnen zijn: joh zitten we hier wel bij het goede examen? Neuspeuteren? Mag ook niet. Je zou ze onpasselijk kunnen maken of juist jaloers omdat zij alleen maar Snelle Jelle’s hebben. Mag je blazen om je te hete koffie af te koelen? Nee, joh. Dan word je aangeklaagd vanwege hijgen. Als je ze te indringend aankijkt intimideer je ze. Ook al niet goed voor hun cijfer. Nee, wat dan weer wel mag is een balpen oprapen die ze al dan niet per ongeluk laten vallen. Vergeet nooit dat dit hun laatste mogelijkheid is om je te kleineren. En dat doen ze dan ook. Een leerling die naar het toilet wil, begeleid je daarheen. Ff wachten. Nog ff wachten. En dan die leerling weer terug begeleiden naar zijn plaats. En dan weer naar je eigen plekje. Willen gaan zitten, zie je het voor je? Je achterwerk raakt de zitting van je stoel nipt. Ja? Beng, de volgende die naar de plee wil. Ze doen het erom. Liters water mee! En dat moet er ook weer uit.
Sja, surveilleren, altijd weer nieuwe ervaringen. Maar Duits schijnt wel leuk te zijn geweest. Morgen mijn lievelingsvakken, aardrijkskunde en natuurkunde. Ik hoop dat ik weer mag.
Anderhalve gulden voor een kilo was het en u weet, dat 1 gulden 50 op de markt een daalder heet (Drs P). Anderhalve gulden, anderhalve meter, anderhalve meter bier, anderhalve meter pizza, wat doet het er toe? Volgende week mogen alle middelbare scholen weer volledig open. Hiep hiep hoe... hoe.... hoe in 's hemelsnaam gaan we die anderhalve meter-regel handhaven? Kanone, en ik ben nog niet gevaccineerd ook!
Leerlingen onderling mogen weer op elkaars lip zitten, bijten, zuigen, hengsten, lebberen en wat al niet meer, maar er moet wel afstand in acht genomen worden tot de docent. Terecht, maar wel beangstigend. Want hoe houd je, zeker als je populair bent, de leerlingen die je zo lang gemist hebt en die ook jou zo node gemist hebben, van je af? Nou, daar hebben Quinn en Aaron wel een trucje op bedacht. Quinn en Aaron? Tik Tok, ooit van gehoord? Geniaal plan! Enne ... mooi gebouw hè!
Leuk! Examenbespreking! Het examen Latijn lekker online met ruim 100 collega's in den lande afkraken. Ehm, aan een kritische blik onderwerpen. Zet 100 classici bij elkaar en ze hebben allemaal fantastische argumenten om antwoorden toch goed of toch fout te rekenen.
Deze meeting was dus online. Met Teams. Niemand die ziet wat je doet, tenzij je je camera aan houdt. En die moesten we uit zetten van de strenge voorzitter omdat het anders de WiFi te veel zou belasten. Heerlijk! Het geluid heb ik ook uit gelaten, maar niet iedereen. Mijn roomy zat tegenover mij het examen Engels te corrigeren. Helemaal in het begin hoorden wij allebei zwaar gehijg uit de speakertjes komen. Iemand die net (binnen)kwam. We waanden ons even in een film van het type "In Tirol hangen de slipjes aan de Alpen", "Kill Bill, fill Jill", "A Clockwork Orgy", dat soort flutfilms, die ik natuurlijk nog nooit gezien heb.
Zo begon de middag kei geinig. Maar de rest was mwah. Tótdat ... tótdat Quinn en Aaron binnenkwamen op de kamer. Big smile. Ze hadden net, in opdracht van de overheid, een filmpje gemaakt om de anderhalve meter onder de aandacht te brengen, vanuit het perspectief van de docent die de leerlingen op anderhalve meter moet zien te houden. Terwijl hij/zij zó populair is! Ik heb me niet eens bij de examenbespreking afgemeld. Ze waren bezig met de proefvertaling en die heb ik toch nog niet gecorrigeerd. Ik heb lekker dat filmpje bekeken. Ik had dus een primeur. Toch nog een leuk begin van het lange weekend.
Morgen gaan we dan nog onze kleindochter Linnéa feliciteren met haar derde verjaardag en gruwelijk verwennen met cadeautjes.
Onze leerlingen maken hun eindexamens op een externe locatie. Elders. Alibi. Niet in school. Dat is niet alleen een teken van onze geestelijke rijkdom dat we ze dat aan willen bieden, ook niet van onze fysieke rijkdom dat we dat bepaald niet budgettair neutraal kunnen doen. Het is ook gewoon praktisch. Ze maken door hun geoorloofde absentie ruimte vrij in de gymzaal. En daardoor kan ik daar morgen aan mijn brave schaapjes uit de vijfde klas weer eens een blokuurtje Latijn geven. Heerlijk helder Horatius. Elk nadeel heb ze voordeel, zei ooit iemand eens. Nou, ik zie er naar uit!
Vandaag mocht ik in die externe locatie, bij wijze van spreken een beetje op de Zuid-as van Dordt, surveilleren bij het examen geschiedenis. Wi-Fi heeft men daar niet, dus een telefoon meenemen had geen zin. Bovendien mag je als surveillant geen andere werkzaamheden verrichten. Andere werkzaamheden dan goed opletten dus.
De instructies zijn kraakhelder. Steken ze hun vinger omhoog, dan kijk je met een verrekijker of het hun wijsvinger of hun middelvinger is. Is het hun middelvinger, dan steek jij ook je middelvinger op en blijf je lekker zitten. Zo 'heurt' dat dezer dagen. Steken ze hun wijsvinger op, dan kijk je eerst naar het plafond. Misschien hebben ze last van een vlieg, een wesp of een hooiwagen, die ze je aanwijzen. Of een niet functionerende tl-balk of zo. Is het dat niet, dan trek je hun aandacht (psst! of even gekke bekken trekken) en maak je óf het VAR-gebaar van "heb je extra papier nodig?" óf je houdt je rechterhand omgedraaid voor je gulp om erachter te komen of ze naar de wc moeten. Is het dat eerste dan ga je met een stapeltje examenpapier naar zo iemand toe, reken je ff onderhands € 2,50 af en geef je die persoon vervolgens zijn lege vel papier. Is het dat tweede, dan neem je ook papier mee. Maar dan voor het geval dat het wc-papier plots op blijkt. Je bent immers als surveillant van alle markten thuis.
Je loopt met zo'n wc-ganger naar het toilet toe en laat hem/haar daar achter. Bij eventuele terugkomst begeleid je de kandidaat weer naar zijn, of haar, zitplaats. Simpel. Gespiekt wordt er niet en ze zijn allemaal ruim op tijd aanwezig.
Verder heb je weinig te doen. Je hebt alle tijd om iemand te observeren. Is ie links of rechts? Zit ie voorover of achterover? Kijkt ie schichtig of gewoon nerveus? Hoeveel blaadjes schrijft ie vol? Heeft ie zijn opgaven links en zijn schrijfblaadjes rechts, of net andersom? Heeft ie een tic of is ie volkomen roerloos bezig? En, veel leuker nog, wat staat/ligt er allemaal op dat kleine tafeltje?
Vitamin drink, gezien. Snelle Jelle, check. Bakje blauwe bessen, yep. Flesje water, ook. Gigantische literfles water? Ook gezien. Druivensuikertjes? Ja hoor, niks veranderd in al die tijd.
En dan helemaal aan het eind hét grote feest: het inleveren van het examen. Hoe ga ik alles in één keer mee krijgen? Woordenboek Nederlandse taal, lege flesjes, lege zakjes, hele serie pennen en markeerstiften, enne ... o ja, het gemaakte werk. Ik verheug me nu al op morgen. Het examen Latijn. Nog een extra woordenboek mee te zeulen.
Nee, die externe locatie is een lust voor het oog. Goed bedacht!
Voor wie het niet weet, ik ben het hele jaar door bezig met mijn verjaardag. Door sommigen verhaardag genoemd. Die personen willen mij overtuigen van hun meestal latente linguïstische begaafdheid. Qua cadeautjes bedenken ben ik al in 2040 aangeland of zo.
Maar waarom nou deze ontboezeming? Ben ik binnenkort jarig? Mwah, ruim twee maanden wachten nog. Ik heb al wel een cadeautje geregeld. Ik heb kaartjes voor het eerstvolgende concert van mijn lievelingsband. In februari treedt Dropkick Murphys weer op in de Ziggodome. Ik hoop dat ze het liedje zingen dat op mijn verjaardag van toepassing is. Ik heb het vorige week ontdekt. Allemachtig! Alsof de heren dat liedje speciaal voor mij geschreven hebben! De tekst is eigenlijk best confronterend zelfs. Voor wie dat Ierse Amerikaans-Engels verstaat is het niet zo moeilijk.
Stukje, om je een idee te geven van hoe ze me elk gevoel van eigenwaarde ontnemen (lekkerrrrr is dat toch, soms):
Happy birthday
Here's to ya
We know all about it
'Cause you told everyone
It's attention that you seek
It's a birthday, not a week
You're a wicked sick
Sad, selfish son of a gun.
O ja, het liedje heet H.B.D.M.F. Happy Birth Day. En waar die M.F. voor staan mag je zelf bedenken. Maar het heeft iets met Oidipous te maken.
Ik zou zeggen: luister en (ik) huiver!
Gisteren zijn we via een omweg bij een terrasje uitgekomen. Daar ging het natuurlijk om, want op Hemelvaartsdag wil je natuurlijk een beetje een feestgevoel. Hemelsbreed was het 1100 meter, maar na een kilometer of 10 omgereden te zijn landden we dan toch downtown. Ik zal geen reclame maken, maar we zaten echt perfect aan een grote tafel. Volop zon, lekkere koffie, volop vegan taart (die we beleefd doch beslist afgewezen hebben), hemelse appeltaart en best wel leuk gezelschap. De ouders van oud-leerlingen, twee broers, kwamen naast ons zitten. De mensen zijn ruim in de zeventig*, maar zagen er vief en kwiek uit. We hebben nog wat herinneringen opgehaald aan hun kinderen. Die tikken inmiddels toch wel de 48 respectievelijk 45 levensjaren aan, hebben zelf kinderen en wonen in Engeland. De oudste komt snel terug naar Nederland en gaat dochterlief op een Haags gymnasium plaatsen. De jongste blijft nog in Engeland. Hee! Ik moet ook 30 geweest zijn, want toen ik terugrekende kwam ik op 1990 uit, toen de heren nog op het JDW zaten.
Gezellig gebabbeld. Geen diepgaande gesprekken, niks mis mee.
Zo kom ik overal JDW-verleden tegen. Elke keer weer. En ik vind het dan toch elke keer weer leuk om mijn geheugen te testen op namen en afstudeerjaar van de oud-leerlingen, voornamen en woonplaats van ouders en speciale gebeurtenissen m.b.t. die leerlingen.
En van dat soort ontmoetingen met het verleden krijg ik dan weer energie. Weer een beetje een goed gevoel over mijn bijdrage aan de levens van zoveel mensen.
Ik ben er altijd zelf bij geweest, maar ook dierbare collega’s en heel veel andere oud-leerlingen weten hoe ik in zovele levens voorkom.
Aan sommige ontmoetingen zit een zwart randje en desondanks toch tegelijkertijd een zilveren randje.
Raar hè, dat zo’n terrasontmoeting zoveel mijmeringen teweeg kan brengen. Zeker in dit soort warrige tijden. Zeker ook in de periode van het naderende examen en dus het afscheid van weer ruim 120 jonge mensen, met wie ik zo plezierig 2, 3 jaar samengewerkt heb. En dit jaar ook het afscheid van vrij veel collega’s die hun carrière elders vervolgen.
Mijn sectie loopt half leeg, maar ook andere lieve en grappige en zeer deskundige, betrokken JDW-collega’s zoeken hun heil ergens anders. Daarmee komen er ook weer veel nieuwe collega’s terug. En ook hier en daar een oude vertrouwde. Frankie is weer aan boord hoor. D’n Kooij, ‘t blijft mooi.
Woensdag komt mijn examen Latijn. Ach, ik had toch niets om handen.
* De oude heer in dit verhaal is op 1 februari 2022 helaas door een eenzijdig ongeval overleden. RIP Steven.
Ik heb best weleens wat minder flatteuze tekst naar mijn hoofd gekregen, zeker als ik onredelijk was geweest tegen een leerling. Dan was ik tegenover een uit de les gestuurde leerling demonstratief achter mijn onhebbelijke collega gaan staan of ik had een pseudo-vergelijkbaar antwoord bij de een goed gerekend en bij de ander fout. Tja, die jonge gasten zeggen dan weleens iets om hun frustratie te uiten ja. Maar dat blijft meestal op acceptabel niveau. Meneer, u bent oneerlijk. Meneer, dat had ik niet van u verwacht. Meneer, waarom naait u mij nou? Een enkele keer ontschiet een stevige vloek de haag van zijn of haar tanden wel, maar dat weet ik moeiteloos te incasseren, te relativeren en zelfs te corrigeren. Soms.
Op straat is men minder zorgvuldig. Ik merk dat wanneer ik mijn ochtendwandelingetje maak naar mijn werk en ook wanneer ik 's middags weer terug loop. Loop dus. Hee, stomme kale homo, tief eens op met je slome fiets. Ik vermoed bij zo iemand dat toelichting van mijn kant op de ongetwijfeld onbewust gebruikte stilistische middelen niet bijdraagt aan het in der minne schikken van het ontkiemende conflictje. Dus daar begin ik dan maar niet aan. Wat ik, als taalliefhebber al helemaal, wel kan waarderen is als zo'n opgewonden standje dan taalfouten maakt. Pleuris weg, ouwe lul. Ik irriteer me dood aan je gezeik, dat soort tekst.
Er worden gelukkig niet alleen nare dingen tegen me geroepen. Sommige mensen wensen mij goedemorgen, of goedemiddag, afhankelijk van het tijdstip. En dan groet ik natuurlijk beleefd terug. Zo vlak voor sinterklaas is het toch wel vaak "Fijne pakjesavond, meneer" en voor de kerstdagen "Fijne feestdagen!". "Gelukkig nieuwjaar" doet het altijd goed, begin januari althans. Maar ik begin toch wat jeuk te krijgen als men mij Zalig Pinksteren, heerlijke vaderdag of happy Valentinesday wenst. En ja hoor, alsof de allergie van mijn gezicht af te lezen viel: gisteren speerde ik naar huis. Lang weekend voor de boeg. Komt iemand mij tegemoet, keurige man, en die zegt alsof ie spontaan wilde doen "Hee, gave hemelvaart hè!" Zo iemand wil mij dus gewoon dood hebben. Nou, dan heb ik toch liever die opgefokte doorgesnoven figuur die me de pleuris wenst.
Maf weekend zo. Vanochtend stuur ik mijn moeder en zus het jaarlijkse berichtje om ze sterkte te wensen bij het verdriet over mijn vader die 9 jaar geleden stierf aan een hersenbloeding. Morgen stuur ik mijn moeder een ander bericht: fijne moederdag, ma! Ze zit ook maar alleen en bezoek wil ze niet. Dus die zit in d’r eentje te rouwen en bidden. Misschien met een advocaatje erbij, want het is toch een aparte dag. Ik benijd haar niet. Advocaatje, bah!
Nee, dan morgen! Kiriaki! Op een Grieks terras, bij zomerse temperaturen een drankje doen. Pikilia, hapjes erbij, tzatziki met brood, keftedakia, tiropita, Griekse salade, we komen de tijd tot 6 uur wel door.
Zelf doen wij niets aan het fenomeen moederdag. In de jaren dat het kon gingen we met het gezin iets leuks doen. Samen ontbijten aan de ontbijttafel in plaats van dagenlang opgedroogde broodkruimels in je ondergoed. Veel beter. Wanneer de COVID ellende voorbij is halen we dat weer wel eens in.
Moederdag. Jarenlang was ik op die zondag nog in Italië. Voor mijn werk, hè. Ciceroconcours, leerlingen begeleiden, beetje netwerken. Het was niet anders. Ooit was ik op de terugweg op het vliegveld Fiumicino in Rome. Ik had Lucia en Emma bij me, maar die waren aan het shoppen. Zelf moest ik hoognodig een moederdagcadeautje regelen. Ik slenterde door wat zaken en zag op enig moment een gezicht dat mij bekend voorkwam. Maar ja, waarvan kende ik die jonge vrouw ook alweer? Denken, piekeren. O ja, het tennistoernooi van Rome, daar had ik haar gezien. Dus ik liep op haar af en sprak in nagenoeg vlekkeloos Duits de woorden “Sind Sie vielleicht Martina Hingis?” Waarop ze zich omdraaide en mij vriendelijk antwoordde “Nein, ich bin es sicher!” De leerlingen die ik bij me had heb ik snel opgesnord en ze verteld dat ze misschien wel een handtekening van Martina Hingis konden bemachtigen, als ze nú stopten met het zoeken naar moederdagcadeautjes. Volgens mij konden ze niks aardigs vinden, want ze lieten zich wel erg gemakkelijk overhalen. Of de naam Martina Hingis maakte indruk. Kan ook. Of ik had toen een keer overwicht. Zal wel niet.
Gek idee dat we over drie maanden aan hopelijk al onze leerlingen het diploma hebben mogen uitreiken. Gelukkig hebben ze zich op kolderdag gedeisd gehouden. Er zijn geen gekke dingen gebeurd.
Komende week duurt drie dagen. Kijk, dat zijn nog eens werktijden. Alleen word ik wel snel oud zo, als de weken allemaal zo snel verlopen. Gelukkig wordt het in die drie dagen prachtig lenteweer. Daar kunnen we dan weer heel erg van genieten, op ons kantoor, in ons lokaal, in de koffieruimtes. Met het Hemelvaartreces voor de boeg hebben we dan weer vooruitzichten op 'te fris weer voor de tijd van het jaar'. Ach, we moeten niet mopperen.
Alle cijfers zijn opgestuurd, alle toetsen en werkstukken zijn nagekeken. Nu alleen de examens nog. Ik ga maar eens speeches verzinnen voor mijn spruitjes. Woensdagochtend zie ik ze voor een ontbijtje. Alles corona-proof, natuurlijk. Komt goed.
Mijn verjaardagscadeautje heb ik al mooi binnen. Het was een aardigheidje van de gemeente Dordrecht. Toen ik gisteren mijn rijbewijs op ging halen zei die mevrouw achter het goed afgeschermde loket tegen mij dat ik nu ook tractor mocht rijden. Keigaaf! Altijd graag gewild. Ik hoop nu door FDF en/of BBB te worden gecharterd om in een super-de-luxe tractor - trekker zeiden we vroeger in Brabagne, maar dat mag niet meer hè. Trekker, oei, oei, oei - het Malieveld aan gort te mogen rijden. Stel dat ADO degradeert, dan kunnen die supporters zich in ieder geval niet meer afreageren op het Malieveld. Ja, kan wel, maar dan ziet het er niet slechter uit.
Ik heb vroeger best weleens trekker gereden. Dat was een wat minder geavanceerd modelletje van de buurman. Contactsleutel? Wazda? Hup, spijker d’r in en karren maar. De laatste keer dat ik die trekker wilde lenen van de buurman ging ik te dicht bij zijn paard staan. Vriendelijk dier, want het aaide me over mijn riante krullenbol. Twee dagen later werd ik wakker met een zware hersenschudding. Drie weken plat, in het donker. Daar ben ik over heen gekomen. Maar met dat krulhaar is het nooit meer iets geworden. Stomme knol. O nee, mag ook niet meer.
Volgende week trekker, ehm tractor huren en naar het terras van de Griek rijden. Het mag weer, terrasje pakken. Even denken, waar ik zal parkeren.
Heerlijk die regen. Nodigt niet echt uit tot terrasje pakken. En dus kan ik gewoon schoolwerk doen! Van Hoon, het is vakantie! Ja, dat weet ik. Dus nu kan ik in alle rust schoolwerk doen. Zo'n ouwe zak als ik heeft die rust even nodig. Na de vakantie wordt het nog druk genoeg. Hee! Ik zie een zonnetje. O nee, het is het schijnsel van de lamp in de ruit. Nou, ja. Ook leuk. Misschien komt er zo wel een geest uit de lamp! Mag ik drie wensen doen. Die ga ik hier niet opschrijven, maar eentje is dat ik tien wensen wil.
Ach, wat leg ik toch te dromen. Den Haag is in de jaren zo veranderd. En Dordt ook. Vind ik wel.
FF rijbewijs ophalen. FF achter mijn bureau vandaan. Naar iemand anders zijn bureau.
Vakantie. Meivakantie zelfs. Twee weken om bij te komen, niet hinderlijk onderbroken door feestdagen. Zestien dagen, de weekends meegerekend, om eens te laten bezinken wat er allemaal gebeurd is de afgelopen tijd. Ik zal veiligheidshalve alleen de leuke dingen benoemen. Je weet nooit wie er mee leest.
Na de voorjaarsvakantie hebben we de keuze gemaakt de leerlingen per jaarlaag (vroeger heette dat klas) naar school te halen. Dat moest ook van Arie S., maar we hebben die dagen een leuke en ontspannende invulling gegeven. En die opzet is goed gelukt. Tevreden over. We kwamen er zelfs mee in de krant. Het roosteren ging mij persoonlijk superslecht af, maar anderen hielpen mij gelukkig. Want zo staat onze school bekend: we helpen elkaar, we gaan voor elkaar door het vuur en we sturen een collega niet met het bekende kluitje in het al even bekende riet.
Een speciale uitdaging, zo na de voorjaarsvakantie, was het zorgen dat alle leerlingen, maar dan ook állemaal, hun examendossier compleet kregen. Huh? Examendossier? Ja. Gewoon dat ze alle toetsen en andere verplichtingen af konden ronden. Zag er even lastig uit, zeker als gevolg van de hele COVID-shit.
Maar mijn roomy heeft het compleet voor elkaar gekregen. De leerlingen die niet wisten wat ze nog moesten doen, de duikpakjes die nog net een vak wilden laten vallen, de fluppies die nog 27 toeten in 2 weken moesten inhalen, de bewerkelijke gastjes die kritiek hadden op collega's en daarom niet mee wilden werken, het om half 5 bijwonen van een nood-PWS-presentatie, het organiseren van toetsen en herkansingen - duizenden herkansingen - op een externe locatie, het uitzetten van informatie over de aanstaande centrale examens, je kunt het zo gek niet bedenken, ze kreeg het voor elkaar. Op tijd! Ik ben heel trots op Sophie! Om met Erica Terpstra te spreken, wat een kanjer is dát!
En vlak voor de meivakantie waren de zesdeklassers natuurlijk ook nog iets koddigs van plan. Dat wisten we, dus we hadden al een organisatiedag verzonnen om niet-gelegitimeerde activiteiten tegen te gaan. Aanvankelijk was er, bij die leerlingen, niet voor die organisatiedag, een plan om op school te mogen slapen. Ook 's nachts, zeg maar. Dat kon natuurlijk niet, dat snapten ze na wat toelichting ook wel. Gelukkig hielden ze het afgelopen vrijdag eenvoudig bij een uitgebreide verkleedpartij. Chique baljurken, vissersuitrusting, kroontjes op, iemand in de Domino's Pizza uitrusting (maar dat was niet kolderiek bedoeld, maar omdat hij na school meteen moest bezorgen), ik heb wat wonderlijke uitdossingen voorbij zien komen. Een leerlinge legde mij gelukkig uit wat zij moest voorstellen: een herderinnetje. Ik had het er niet uitgehaald: geen staf, geen schaapjes, geen hond. Maar goed, wel sjofeltjes gekleed en een beetje krom lopend.
Gelukkig was het niet zo warm en bleven ons de zwembadjes bespaard en waren er minder blikjes goedkoop bier dan we verwacht hadden. Toen ik vrijdag weg ging op weg naar huis, zaten er nog een paar wazig te wezen op de bankjes op het plein voor school. Ze hadden veelal zonnebrillen op en ik weet wel waarvoor. Zon was er namelijk niet echt. En een schattig meisje in pseudo-camouflagekledij kroop ongeveer op schoot bij iemand die totaal niet verkleed was. Best stoer, kennelijk. Hij had als enige geen zonnebril op en wel hele kleine oogjes. En hij zat op de rand van de bank. Levensgevaarlijk! Maar in zo'n bekoorlijk gezelschap doe je extra gekke dingen. Ik deed even alsof een redelijk toffe peer was en communiceerde even op een mij onbekend level. Wat gaat u van mij zeggen op de procmallat, eh, de porcalmatie, ehm, de proclimmaatzone, laat maar, in de kerk, meneer? Weet u, meneer. Dat examendocument, daar moet u echt wat mee doen, hoor! Ja, zei ik bij wijze van gymnasiaal verantwoord grapje, jullie ook. Er zit humor in, meneer, en daardoor heb ik die 5,3 gehaald! Daar had ik geen vernuftige en geestige repliek op. Maar hij had wel gelijk. Met die 5,3 voor Latijn was een voldoende bijna binnen. Dan hoeft ie daar zijn duim niet op te leggen. Ik betwijfel of zijn oog-handcoördinatie in deze toestand toereikend zou zijn geweest om überhaupt dat cijfer met de duim te kunnen vinden om het te bedekken. Maar goed. Hij had lol, ik had lol. Doel voor een gymnasiumdiploma gehaald.
Ik heb geen idee hoe lang ze nog gebleven zijn, maar de apotheek was in de buurt gelukkig. Fijne vakantie meneer! Jullie ook! Gaan jullie nog een beetje studeren voor het examen? Meneer, moest u niet naar huis?
Het zonnetje op het bolletje
Eindelijk is er volop zon, en in het weekend gelukkig. Hoewel ik reteveel te doen heb ben ik er toch maar te voet en op de fiets op uit gegaan, gisteren en vandaag.
Ik heb mezelf dik ingepakt. Sjaal om mijn nek, pet op mijn hoofd, zonnebril op, dikke jas aan, sokken om mijn handen. En ik ben niet bang om te verbranden. Dat gebeurt mij zelden. Nee, ik word nogal snel bruin. Laten we zeggen dat ik snel een "gezond" kleurtje vertoon. Nou, en als er iets is dat ik koste wat kost wil voorkomen is dat ik er gezond en ontspannen uitzie. Dan krijg ik nog meer taken, nog meer dingen om alvast eens over na te denken, omdat ik er - na wat dipjes de laatste tijd - wel weer tegen kan.
Tuurlijk! Ik wil professioneel overkomen en in mijn geval wil dat zeggen dat ik wallen onder mijn ogen wil, een bleek en ingevallen gezicht, zorgelijk grote en in het niets starende ogen, een zachte stem, emotie aan de oppervlakte. Ik wil schichtig zijn als een jong hertje, op het paranoïde af. En dat in combinatie met moeilijk lopen, een onder zware zorgen gebogen rug, buikpijn, darmkrampen inclusief de daarbij behorende flatulentie. Pas dan denkt men van mij dat ik er echt niet iets meer bij moet hebben. Misschien.
Volgende week begint de meivakantie. Heerlijk! Paar kleine taakjes kan ik toch wel doen? Het is vakantie! Lesgeven hoeft niet! Dan heb je toch tijd over? Ik ga dan bijslapen. En onze kleinkinderen komen weer logeren. Van bijslapen komt er dan meestal niet veel. Half 2 komen ze, met kussen en popjes en al, ons bed in gekropen. Wij proberen dan stil te blijven liggen. Zij niet. Bijslapen, dat wordt pas na de logeerpartij. Maar heerlijk dat ze komen. Ik zie er al naar uit!
In het centrum van Dordt laten wij onze leerlingen uit de zesde klas herkansingen maken en straks hopelijk ook het eindexamen. Dan zijn ze uit school weg - snif - en kunnen de vijfdeklassers weer volop genieten van live lessen. De herkansingen werden door zo'n 50 leerlingen gemaakt in een voormalig bankgebouw. Dat heet nu in goed Nederlands Meeting House. Ik geef daar nu ook wat examentrainingen en ik sta in de deuropening als een bankdirecteur mijn cliënten te ontvangen en heb een prachtig uitzicht. O nee. Ik heb niet het salaris van een bankdirecteur maar dat van een leraar. En mijn cliënten zijn gewoon mijn lieve schattige eindexamenkandidaten. Het leven lacht je soms toe. Ik zit hier, nu ze een tussenuur hebben, gewoon in de baas zijn tijd niks te doen en koffie te drinken. O nee, toch niet. Ik ben lessen aan het voorbereiden en aan het nadenken over de toekomst van het onderwijs. Tussendoor kijk ik toetsen na en overleg ik met mentoren die ik, zonder dat ze zich dat realiseren, aanstuur. Jaja. Goed bezig, al zeg ik het zelf. Het Meeting House, echt een aanrader!!
I love the unexpected. Nou ja, normaal juist niet, maar nu trad ik uit mijn comfort zone.
Leerlingen. Soms bezorgen ze je de bibbers. Dan vertalen ze een accusativus als een imperfectum, denken ze bij een anafoor aan een Griekse vaas, bij een constructie aan een flatgebouw en bij het Latijnse telwoord sex aan hun laatste cijfer voor de D6.
Op andere momenten bezorgen ze je ontroering. Dan zeggen ze, vlak voor een toets meestal, dat ze nog nooit van iemand zo veel geleerd hebben als van jou, hun lievelingsdocent. Ze bezorgen je ook wel stress. Twee, drie keer een toets vergeten, net voor het examen in quarantaine moeten, dat soort dingen. Een enkele keer bezorgen ze je een trots gevoel. Dan hebben ze in drie weken hun zeven onvoldoendes weggewerkt en dan blijken ze ook nog je mentorleerling te zijn.
En ja, ze bezorgen je ook nog wel eens een Macho Burrito. Dan heb je, om de plaatselijke horeca een hart onder de riem te steken, bij een of andere tent een gigantische en lekkere burrito (veel vlees erin, dus voor mij) en een ketosalade besteld, heb je aangegeven dat er om half 7 bezorgd moet worden. Komt er om exact half 7 een verregende jongeman op zo’n nepsnelle fiets aan. Hij zet zijn fiets weg, kijkt op zijn telefoon (voor de tijd), kijkt eens op het naambordje en grijnst me, wanneer ik hongerig en verbaasd de deur open doe, aan terwijl hij zegt: “Ja, ik zag het naambordje en dacht dat u hier wel zou wonen. Mijn favoriete leraar. Eet smakelijk.” En weg was ie weer. Ik had hem op school werkelijk nog nooit op tijd gezien.
Werk en school, het zijn toch wel twee totaal verschillende werelden.
Slagen met een prima cijfer voor Latijn, dat gaat Mels wel lukken. En de burrito was prima naar beneden te krijgen.
Sterke werkwoorden en zwakke werkwoorden, ik haal ze altijd door elkaar. Wat ik op het wereldwijde web af en toe tegenkom is soms tenhemelschreiend. Maar ook mijn lieve oude omaatje verkrachtte soms de Nederlandse taal wel een beetje. Ik heb errebeesjes geplokken, nou ja zeg. Sophie, mijn roomy, vindt taal ook geinig en daar hebben we het dan ook vaak over.
In mijn paasweekend ben ik eens in de Buurtapp gedoken. Nextdoor... Ik kwam uit bij vragen om Dordt plaatjes. Dordt is een mooie stad. Nu er Dordt plaatjes te verzamelen zijn, waan ik mij weer in mijn jeugd. Toen spoer ik voetbalplaatjes. Boek erbij waar ik ze in kende verzamelen en kunde kijken welke ik nog niet heefde . Ik rool ze met vriendjes. Wanneer mijn ouders plaatjes koopten geefden ze die aan mij. Vervolgens plok ik ze in mijn boek en uiteindelijk waar mijn verzameling compleet.
En nu mozen we nog zeker tien Dordt plaatjes. We raadplogen de buurt app. Daar vanden we alle plaatjes die we nog wouwen hebben. Dus loopten we vanmiddag een heel blokje door onze wijk en bolen bij diverse mensen aan. En zo completoeren we ons boek Dordrecht 800 jaar. Gaaf hè?
Hiep hiep hoera. De zomertijd is weer ingegaan. Dat fenomeen kenden wij vroeger niet, bij ons thuis in Brabant. En wat we niet kenden, dat vraten we ook niet. Even om wat vooroordelen te bevestigen, zodat het ego van mensen weer gestreeld is.
We hoefden niet aan de gang met allerlei wijzertjes. Wij hadden één klok thuis. Geen klok op de oven, op de microwave, op de verwarmingsthermostaat, niet op de telefoon (die hadden we niet eens!), gewoon niet. Mijn vader had een horloge en dat ding gaf bij benadering de goede tijd aan. Dat was ook wel handig voor een spoorman als hij was. En als hij zei dat het tijd was, nou dan wás het tijd. Om te eten, om naar oma te gaan, om aan ons schoolwerk te gaan zitten, bij wijze van spreken om te poepen. Maar zomertijd? Nee, dat was er niet.
Nu moet je de schaapjes een koddig berichtje sturen dat de zomertijd ingegaan is. Anders komen ze te laat morgen. En dat is nog niet het ergste. Nee, ze hebben morgen hun toets Latijn! Hun allerlaatste toets Latijn. Althans, dat hopen ze. En als ze niet op tijd binnen zijn, mogen ze niet mee doen. Dan moet er weer een andere toets komen. Ja ja. Wij houden erg van toetsen. Dat mag ik niet te hard verkondigen, want je weet nooit wie er mee leest. Grapje....
Ik zou weleens willen weten wat er gebeurt als je helemaal nooit toetst en dus ook geen cijfers genereert. Dan heb je geen nakijkwerk, en al helemaal geen vier versies van één toets nodig. Dan weet niemand waar ie aan toe is. Verwarring alom. En dan wel gewoon examen laten doen. Dat is wat je noemt een uitdaging. Gewoon lekker nooit naar de tandarts gaan, behalve als je kiespijn hebt. En dan maar hopen dat al je tanden en kiezen er nog op de enig juiste plek en volledig gaaf in zitten als de Grote Tandarts je ontvangt en checkt of je gaatjes hebt. Prik! Oei, pocket.
Nog vier weken. Als we overeind blijven. In de meivakantie lekker weg! O nee. Zit er weer niet in dit jaar. Zomervakantie dan? Mwah.
Ik maak wat mee op zo'n dag. Zo tien over half 8 sjok ik elke ochtend richting school. Ik kom - o nee witregel
Ik kom elke dag zo'n beetje dezelfde mensen tegen. De buurman van de flat waar mijn schoonouders gewoond hebben. De man die dat hondje voortsleept, net als ie moet kakken. Dat hondje bedoel ik.
Witregel, anders vinden mensen mijn teksten lastig te lezen. Oké. De kerel in het autootje van onze verwarmingsmonteur zie ik bijna elke dag op de Toulonselaan. We zwaaien naar elkaar. En er fietsen mensen langs, op straat. Soms zie ik de man van mijn collega Latijn die op de vijandelijke school werkt en die rijdt dus de andere kant op. Oranje jack aan. Sympathieke kerel, luide stem, zeker 's ochtends vroeg. Dank je wel, Aard.
Maar er komen ook fietsers achter mij aan die me op korte afstand voorbij fietsen. Eergisteren een jonge blonde vrouw, één hand aan het stuur, in de rechterhand op haar vlakke hand haar mobieltje. Pratend tegen dat ding. Wat zei zij? Lees verder na de witregel.
Nog eentje verder.
"Weet je, ik heb hem gewoon ontzettend veel pijn gedaan!" Zo! Nou, dan gaat mijn fantasie op hol hoor. Biecht ze haar moeder op dat ze het hondje bijna platgetrapt heeft toen ze uit de douche kwam? Deelt ze haar meest recente sadomasochistische ervaring met haar vriendin van de sportschool? Heeft ze een telefonische afspraak met haar psycholoog over haar 24 one night stands en kwam haar vriend daar achter? Vertelt ze haar verhaal aan de plaatselijke krant over een aanvaller die ze in zijn noten gekickt heeft? Is ze zwaar christelijk en heeft ze gevloekt toen haar partner voor het zingen de kerk uit wilde wandelen? Vervloekt ze haar bekentenis aan haar vader dat ze toch geen pilote wil worden, maar verzorgster van hagedissen?
Allemaal geen idee, maar wel ontspannend om over na te denken, zo 's ochtends vroeg. Vanochtend fietste ze me weer voorbij. Weer die telefoon vlak op haar rechterhand. En maar lullen. "Ik moet er zo weer aan geloven, schat, verras je me straks?" Weet je, ik raak er niet over uit gefantaseerd wat ze daar nou weer mee bedoelde. Dus ik zei goedemorgen tegen haar. "Dag mevrouw. Verderop staat politie. Fijne dag vandaag". Ze schrok, keek schichtig naar mij, en probeerde te bepalen of ik iets had gehoord. Gelukkig bleef die telefoon op haar hand liggen. Anders had ik nu een slecht geweten. .
Ik ken ze van naderende tandartsafspraken. Van een lange vliegreis. Van een examen wiskunde vroeger. Van feestjes waar alles perfect moet kloppen. Ooit had ik ze voor de eerste les die ik gaf. Ik studeerde nog en had op mijn stageschool in Gouda, het Coornhert Gymnasium, een vierde klas. Een opvallend, grappig, blond jongetje zat er in de derde rij van rechts, bijna achterin. Op alles wat ik van tevoren gerepeteerd had maakte hij een ludieke opmerking. Hij heette Antonie, net als mijn neefje. Antonie Kamerling.
Wist ik veel dat hij een hele grote zou worden. Met mijn latente gevoel voor pseudo-humor kon ik hem wel imponeren. Maar het kan ook zijn dat mijn Latijn beter was dan het zijne. We zullen het nooit meer weten.
Zenuwen kende ik de hele vorige week ook. Terwijl er toch iets leuks te gebeuren stond! Mijn vijfdeklassers zouden weer op school komen. En die had ik gemist. Heel erg gemist. Ik zal nu niet met droge ogen beweren dat het met mijn zesdeklassers behelpen is, want dat is niet zo. Voor wie niet snapt wat een praeteritio is, dit was er eentje. Gratis en voor niks, in het wild.
Vrijdag heb ik overleefd, en dat was voor het grootste gedeelte te danken aan collega’s die mij hielpen. Afgelopen nacht heb ik weer eens doorgeslapen. En dat was nodig ook. Er komen nog meer weken aan. Zes. En dan is het pas meivakantie, hè.
School's out is van Alice Cooper. Die heet natuurlijk niet echt zo. Alice Cooper was niet een van mijn lievelingsartiesten vroeger. En dat was niet alleen omdat hij zich wonderlijk uitdoste. De darter Peter Wright, Snakebite, heeft wel iets van de exhibitionistische Alice Cooper weg. Alleen smijt Snakebite met pijltjes en Alice Cooper met songteksten. Nee, zijn liedjes, ik vond er gewoon niks aan. Een van zijn bekendste liedjes heet School's out. Nou, over school gesproken: wij gaan onze school weer heerlijk openzetten voor leerlingen. Niks school's out. Vroeger hadden we een JDW-trofee, nu gaan we JDW-dagen krijgen. Een zeer gevarieerd programma voor alle leerlingen die we de laatste maanden zo gemist hebben. De zesdeklassers gaan we in hun laatste JDW-weken begeleiden richting eindexamen en de school is er klaar voor. Komende week mag ik lesgeven in ..... de kantine! En in de gymzaal. Alles staat daar klaar. Digibord, Surface, Whiteboard, stiften, stoelen, bankjes. Nu alleen de entertainer nog! Moi. Op het podium, althans in de kantine. Als ik nog geen ster was, dan word ik het nu wel.
Vooruitlopend op die cultstatus heb ik het eerste interview al gegeven. Afgelopen vrijdag kwamen twee leerlingen van de Janusredactie mij vragen stellen. Vroeger was me dat ook weleens gebeurd, maar toen zaten de vragenstellers een uur lang te pennen en te pennen, omdat ze alles wat ik zei opschreven. Nu legden ze een kwartier lang een mobieltje voor mijn neus dat alles opnam wat ik zei. Dat werken ze uit en dan krijg ik keurig nog een uitgewerkte versie te lezen voordat het definitief in de schoolkrant, de Janus, komt. Nou, en dan is het wachten tot men mij om handtekeningen komt vragen. Kan ik meteen de formulieren voor vakkenpakketwijzigingen ondertekenen. Goed bezig, al zeg ik het zelf.
Vandaag zat ik er doorheen. Je zou denken dat mij dat niet kan overkomen. Maar ik daag je uit om, als je net zo wiskundig getalenteerd bent als ik (limiet nadert sterk tot nul), eens een stevige som uitgelegd te krijgen van een zeer empathische wiskundedocent en daar niet van in paniek te raken. Goed. Maar... ik heb geweldige collega’s! Zo appte eentje mij: er is momenteel een tosti sessie aan de gang. Wil je er eentje? Ik had het druk, dus ik ging niet naar lokaal 109. Een uurtje later kwam Dick mij op een bordje van wiskunde een gloeiend hete tosti brengen. Een bordje van wiskunde? Ja. Een ruitjesblaadje. Gaaf, die geweldige collega’s van mij. Ik kon er weer tien minuten tegen.
Hee, de vakantie is voorbij hoor! Zaterdagen en zondagen tellen we niet mee, weet je nog? Ga jij eens als de bliksem een stukje schrijven voor je volgers! Ook voor je hinderlijke volgers ja! Oké. Ik dacht even dat je kwaad werd, Bert. Maar het was mijn gade, die me opporde, niet Bert. Nou, daar zit ik dan. Te wachten op inspiratie. Wat maak je nou in zo’n weekje mee? Logerende kleinkinderen, die nu hier ook al vriendjes maken? Logerende kleinkinderen die ‘s nachts slapen en overdag wakker zijn? Fietstochten door de nieuwe Biesbosch, de zon fel op de kale kanis? Mijn schoonvader weer eens zien en merken dat hij nog grapjes kan maken: is het koud daarboven? refererend aan diezelfde kale knikker?
De plannen die we met het hele gezin plus aanhang plus aanhangertjes aan het maken zijn voor zomer 2022 als we 40 jaar getrouwd zijn en hopelijk virusvrij? Griekenland lokt. De wandeltochtjes richting Parkhuis, omdat we niet veel verder komen? Het bezoek van Xanthias en Maud, keurig op anderhalve meter? De persconferentie van de premier en zijn hulpje, waarin aangekondigd werd dat scholen weer, onder de bekende voorwaarden, open gaan? Mijn examendocument is af, is dat een feestje waard?
Ik zou het niet weten. Het was een rustige vakantie. Ups en downs, zo gaat dat. Zodra ik weer wat meer meemaak houd ik jullie op de hoogte. Niet via mijn zakelijke account op Insta. Daar moest ik van mijn leerlingen toch eens aan denken. Nou, ik heb wat zitten prutsen, maar ik vind het niks. Dus dat account ga ik killen. Lekker puh.
Ik wilde dit delen met jullie, maar ik moest vakantie houden, volgens mijn vrouw. Tja, dan deel ik dit dus maar niet. Volgende week beter.
Elke ochtend loop ik naar school. Momenteel loop ik iets voorzichtiger dan anders. Bijna elke ochtend kom ik dezelfde mensen ook tegen. Zo ook een lange man met een hondje. Hij groet soms, ik altijd. Brabo ben je voor het leven. Maar dat hondje zet zijn korte pootjes op de een of andere manier altijd schrap als zijn baasje en ik elkaar tegenkomen. Met als gevolg dat de man stil komt te staan. Hij trekt dan het riempje strak, maar dat beest beweegt niet. Oké, dan sta je maar even stil. Hoe anders was dat vanochtend. Hij zag me aan komen lopen, de baas én de hond ook. Ook nu wilde het dier zijn korte pootjes schrap zetten en niet mee geven. Ook nu trok baasje het riempje strak. En ja hoor. Het was spekglad, dus het arme diertje gleed een paar meter door, ook al had ie zijn korte pootjes schrap gezet. Baasje was verbaasd, hondje ook. Ik niet. Zo kun je je hond ook uitlaten. Dat gaat supersnel.
Ja ja, en dat komt niet door een kapotte ketel! Het is aan het vriezen en dan wordt het ook in ons gebouw koud. Ik had me al helemaal voorbereid op het lopen van rondjes (het krijgen van rondjes zit er al een tijdje niet meer in) en een grog achteraf. Warm worstenbroodje, en maar klapperen met mijn armen. Het beeldscherm steeds weer met een tissue ontdoen van mijn adem.
En nou moeten we ineens thuisblijven! Neem ik daar wel cup a soup om 4 uur. Ik zal Sophie omstreeks die tijd app'en zodat zij ook haar cup a soup tegelijkertijd kan nuttigen. Hopelijk dinsdag weer naar school. Organisatiedag. Makkelijker kunnen we het niet maken, wel leuker. Hee, die is niet van mij, die slogan. Van wie ook alweer? Over ijskoud gesproken...
Ik heb een klein hoekje van mijn prikbord - ehm, één van mijn vele prikborden - vrijgehouden voor triestheid. Linksonder zie ik dan Michèl, Lex, Marijn, en Charlie. Alle vier al menig jaar niet meer onder ons. Charlie heb ik leren kennen tijdens de uitwisselingen met Recklinghausen, Dordts partnerstad in Duitsland. Hij was een geboren Eindhovenaar, maar al vele jaren woonachtig in Münster. Werkzaam als leraar op een school in Recklinghausen. Hij werkte samen met een Duitse collega, Norbert, die Nederlands gaf op die school daar. Geweldige mannen! Veel kennis in huis, humor, liefde voor onderwijs. We konden gewoon Nederlands spreken, maar ik probeerde ook wel eens mijn steenkolen Duits uit. Met redelijk rampzalige gevolgen af en toe. Wortschatz had toch niet helemaal zijn vruchten afgeworpen.
Vast onderdeel van de uitwisseling was lesbezoek. De Duitse leerlingen van een jaar of 18, 19 op bezoek bij lessen waar onze leerlingen, twee, drie jaar jonger, zaten. En wij, daar in het leuke Recklinghausen, in de les Nederlands. Mijn collega en ik zaten daar in de les en wachtten angstvallig af, hoe het Duitse Nederlands zou klinken. Nou, vrij goed. Alleen het eerste voorbeeldzinnetje is ons van die les bijgebleven. Jan zette de fiets van zijn opa tegen de schuur. Geen blik van verstandhouding naar ons, geen knipoog, niks. Jan met de fiets van zijn opa. Ja ja. Weet je het zeker? Van zíjn opa? Afijn, de associatie met onze oorlogservaring en fietsen die door de Duitse bezetter afgepakt werden ontging hen volkomen.
We kwamen niet meer bij, na de les. Charlie maakte uiteindelijk de vertaalslag en legde onze ervaring uit. Natuurlijk konden we het niet laten de Duitse humor te testen. We zeiden dat het mettertijd wel goed zou komen met de lessen Nederlands. Wij hadden daar een spreekwoord voor in het Nederlands: "Komt tijd, komt raad." of, op z'n Duits: "Kommt Zeit, kommt Rad". 's avonds namen we er nog een paar halve liters op. Milch natürlich, halbvoll. Op Charlie! We missen je, man. Ook al kwam je uit Eindhoven.
Terwijl ik vogels zit te tellen ga ik in gedachten terug in de afgelopen week. Een soort Brabantse versie van regressie. Niet te verwarren met Brabantse agressie. Dat bestaat niet. Dat is een contradictio in terminis.
Afgelopen woensdag was het psychologische kantelpunt. Precies op de helft tussen twee vakanties. Aftellen dus. De laatste dagen ben ik bijzonder goed in mijn nopjes. Nou ja, zeg maar gewoon mijn dikke noppen. Ik ben door een collega voorgelicht. Ehm, wat betreft de gebruiksmogelijkheden van mijn tablet op school. Mijn dierbare Surface (mag ik ff vangen, Microsoft?). Dat betaalde zich meteen uit in veel betere lessen, omdat ik namelijk mijn schaapjes in de gaten kon houden, via hun camera. Ze waren super actief, kaliber plutonium. Ze hadden alleen wel petjes op en ze zaten ook wel te eten en drinken. Dat sta ik normaal gesproken niet toe, tenzij het groenten en melk betreft. Nu? Nu ben ik de soepelheid zelve. Daar moet je dan eerst 60 voor worden, zeg.
Een hoogtepunt beleefde ik ook en dat was donderdagavond. Ik mocht in een live uitzending aanschuiven bij collega Stefanie, samen met een andere collega, Martin. Vertellen over mijn vak, over de talen (én culturen van) Grieks en Latijn. Ik was live! Nooit gedacht. Tijdens de uitzending kwamen er wat trieste opmerkingen en vragen binnen via de chat, maar gelukkig getuigden de meeste opmerkingen, behalve van intellect en respect, van interesse in onze school, in ons JDW. En dat hebben we hard nodig. Toen ik van de microfoon afgekoppeld was gingen de duimpjes omhoog. Mijn avond was goed, mijn week was prima en nu is mijn weekend begonnen. Heerlijk! Schoolwerk! Ik maak er wel wat van. Eens kijken, de herkansingen even corrigeren.
Shit, ekster gemist.
Dat is alweer een jaar geleden, 24 januari vorig jaar. De wereld was nog normaal, zelfs in, ehm, op (dank je, Anke-Thea Dijkman) Urk. Er was nog een 'normaal', de scholen waren nog open, mensen knuffelden elkaar nog, gaven elkaar een hand. Hugo de Jonge viel toen nog op door zijn kekke schoenen, de plannen voor Zuid-Europese vakanties waren niet in het water gevallen, mij dierbare evenementen als Pink- en Pukkelpop stonden gewoon op de rol. Eindexamens, niemand die kon vermoeden dat ze afgelast werden! Als een voetbalwedstrijd bij een laagje sneeuw. Ik verheugde me nog op mijn verjaardagscadeautje, een optreden in de Ziggo Dome. Niet van mij, nee. Van Dropkick Murphys. We genoten nog, toen.
Nu zijn we opgesloten. Thuis geen bezoek, 's avonds niet naar onze familie op Urk, want die zijn bushokjes, teststraten, politieagenten en elkaar aan het vernielen. Op school lopen we met onze Surface les te geven alsof we nooit anders gedaan hebben. Gewoon, hybride, in Break Out Rooms, met headsetjes op, op een digibord, met geluid, zonder geluid en, jemig, met bluetooth muizen. Learnbeat neemt onze toetsen af, dus daar zijn we ook al bedreven in geworden. We blijven ver uit de buurt van onze collega's, van onze leerlingen en we zijn zelfs blij dat alle deurklinken en lestafeltjes elke dag schoongemaakt worden.
Lockdown, het mot. Avondklok, we houden het vol. De Action dicht, het is niet anders. We eten niet meer buiten de deur, maar laten elke zaterdag iets lekkers bezorgen. Examens, we hopen dat ze doorgaan. Feestjes, we hopen dat ze terugkomen. Vakantie, mjammie! Italië lonkt als nooit tevoren. Griekenland, ook niet verkeerd. Duitsland, niks mis mee. De Veluwe, voor mijn part. Maar niet weer een zomer thuis.
En ja, als alle ellende verlengd wordt is het helaas pindakaas. By the way, het is vandaag de dag van de pindakaas. Toch nog een feestje! Hiep hiep hoezee, iedereen zijn boterham met pindakaas mee?
Het verschijnsel avondklok ken ik niet uit eigen ervaring. Mijn vader had het er vroeger wel eens over, maar dan verwees hij naar de oorlog. Dé oorlog. Dat was de Tweede wereldoorlog dus. Hij vertelde daar weinig over. Omdat hij uit 1933 was had hij in de tijd die de leukste van zijn leven had moeten worden te doen met oorlogsgeweld. Of het waar is weet ik niet, maar hij schijnt als jong mannetje ook ondeugend te zijn geweest. Zo schijnt hij eens, terwijl dat niet mocht, buiten de deur te zijn geweest. Hij was betrapt en een Duitse kogel schijnt hem rakelings over zijn hoofd te zijn geschoten. Het kostte hem wat haren. Niet zijn streken. Hij was bijna 12 toen de oorlog ophield, maar zijn aversie tegen de oosterburen is nooit weggegaan. De WK-finale van 1974 herinner ik me dan ook nog levendig. Nederland tegen, toen nog, West-Duitsland. Na 1 minuut 1-0 voor Nederland. Ik dacht dat mijn vader keurig opgevoed was en nooit een onvertogen woord liet vallen. Nou, die middag was het toch anders.
Nu gaan wij een paar weken, maar misschien ook langer, een avondklok meemaken. Driewerf kloten met een rietje voor jongeren, voor ouderen als wij zijn vallen de gevolgen wel mee. We komen toch niet zo vaak buiten 's avonds. We hebben geen hond en voor onze kat Melas hoeven we alleen de deur af en toe open te houden. En zolang we nog ouders hebben kan daar één iemand op bezoek. Beter dan niemand. Nee, ik benijd de jongeren niet. Lockdown, avondklok, maar één persoon op bezoek, de leuke shops dicht, geen feesten, evenementen. En dat nog een poos lang.
Helaas pindakaas. Want ja, we zullen wel moeten.
Tot vanmiddag een uur of 1 had ik te lijden van stress. Ikke? Stress? Ja nou, reken maar! Zou de online rapportvergadering wel goed gaan? Zouden er niet, tijdens de vergadering leerlingen onze kamer komen binnenvallen, als een soort Galliërs in Rome? Als een bepaald type Amerikanen in het Capitool? Zouden alle collega's mijn ingenieuze, maar talrijke instructies op hebben weten te volgen? Zou ik mijn overwicht ook hier in de strijd kunnen gooien? Zou ik het trucje van het delegeren in de vingers hebben kunnen krijgen, zodat ik niet eens meer een cursus schoolleider hóef te gaan doen? Zouden de resultaten van de vergadering nog dagen, nog weken rondzingen in alle hoeken en krochten van de school? En tenslotte, zou ik er in slagen buiten beeld twee taken tegelijkertijd uit te voeren, het eten van een banaan en het ontkurken van mijn blaas, en dat zonder kans op verwisselingen?
Kortom, ik was wat nerveus.
Maar het ging prima. Wat een fantastische collega's heb ik toch ook, hè! De bespreking van de vijfde klas liep wat uit, en daar kan ik slecht tegen. Er waren wat geluidjes die erop duidden dat er al collega's voor de vergadering van klas 6 "naar binnen" wilden. Ach, twintig minuten later dan gepland sloot ik de vergadering van klas 5. In de vijf minuten pauze kon ik mijn geluk niet op, toen ik zelfs een compliment kreeg voor de kwaliteit van de vergadering. Dank je, Ellen! Jij was ook goed bezig! Tijdens de vergadering over klas 6 was ik daardoor spreekwoordelijk as high as a kite. Maar niet heus. Ik kon me zelfs een grapje permitteren, omdat mijn chère collègue de termen "klassieker" en "Geen woorden, maar daden" in één zin gebruikte, maar dan over een tekortkoming van een leerling. Wat een heerlijker inkopper was dat! Die grap, niet die gemiste kansen van 010.
Nu de uitvoering van alle afspraken. Dat is weer een heel andere hobby van mij. Vandaag heb ik overleefd. Maar ja, dat dacht die kerel ook die zei dat de Iden van maart gekomen waren en dat hij toch nog steeds in leven was. Ik blijf voorzichtig. Eerst maar eens wat slaap inhalen.
Vol spanning zat ik voor de tv vanavond. Ik kon niet wachten totdat Mark en Hugo weer volop ellende over ons uitstortten. Ik ben wel licht masochistisch, denk ik wel eens, omdat ik weet wat the shit wordt en ik me er later toch behaaglijk in wentel. Ik ben een varken?? Toch eens een psycholoog voor raadplegen. Als ze weer open mogen althans.
Nou, ik werd vorstelijk beloond. We mogen drie weken extra in lockdown.
Ach, denk ik dan. We doen dit in onderwijsland, op onze school, met onze collega’s al zo lang, dat we deze periode ook wel weer zullen overleven. Al mijn collega’s lopen op hun tenen en komen, onder die zware druk, toch elke keer weer met nieuwe vondsten, fantastische ideeën en een bizar reservoir aan onvermoede krachten. Niets is hen te zwaar. Ik prijs me gelukkig met zoveel gewaardeerde collega’s. En morgen dan? Morgen gaan we gewoon door. Woensdag, eerste twee uur toets scheikunde, klas 6. Niet in lokalen met 25 tegelijkertijd, maar gewoon met maximaal 9 in een stuk of 8 lokalen. Surveillanten komen gewoon. Bij bosjes. En is de toets klaar, dan vertrekken de leerlingen naar huis om daar online lessen te volgen. Met hun spulletjes. Gewoon, zo doen we dat op ons JDW. En heus niet alleen op ons JDW. Op alle scholen zijn, bijna 24 uur per dag, mensen bezig onderwijs zo goed en kwaad als het gaat vorm te geven. Leerlingen, jongeren, ze hebben het allemaal te kwaad. Wij proberen ze op te monteren, te helpen, te laten relativeren, door te laten zetten. Een online aai over het bolletje, zeg maar. Hopen dat ze dat waarderen.
Ik duik mijn bed in. Maakt iemand mij niet pas 9 februari wakker? Want 9 februari is een bijzondere datum voor ons. 42 jaar bij elkaar. Die moet ik niet vergeten. Moet nog een cadeautje kopen. Maandje lockdown extra. Daar schijnen cadeaubonnen voor te komen. Lekker makkelijk. Ideaal!
We overleggen wat af deze dagen. Online, dat is de maat tegenwoordig. Dinsdags in een overleg kleine staf, waarin veel besproken wordt en goed gaat, maar niet alles lukt. Gelukkig maar. Anders hadden we niks meer te doen. Donderdag overleg over de maatregelen die we komende dinsdag van het illustere duo Mark & Irma. Met een zijpadrol (ik lees hem ook eerst verkeerd, hoor) voor blitse Huug. Wat gaan we doen met toetsen? Hoe stellen we docenten die thuis les willen geven gerust? Wat gaan we doen met lessen in grote groepen deeltjes ademende adolescenten? Mikken we op zesdeklassers in school (niet bij wijze van Capitooltaferelen natuurlijk)? Enfin, we hebben daar goede afspraken gemaakt, donderdagmiddag. Vrijdag stond de eerste grote serie inhaaltoetsen gepland. Alles perfect geregeld door mijn roomy. Vanzelf! Toetsen waren binnen, zelfs van geschiedenis. Surveillanten waren er klaar voor. Ruimtes in orde gebracht.
En toen ging het licht uit. En de pc. En de vaatwasser. Nou ja, punt is duidelijk. Stroomstoring. Slow whoob geluid. Iedereen de school uit. Voorschrift. Ik grijp meteen mijn BHV-hesje en check of mijn helft van de school verlaten is. Stonden we daar te blauwbekken op het plein. En nou weet ik meteen wat ik nog eens moet leren van een voetbalsupporter. Op mijn vingers fluiten! Ooit eens van Frieda proberen te leren, mislukt. Nu deed de conrector het een paar keer. Jee! Ik krijg die gasten nooit stil. Nou, hij wel hoor! En daarna de aankondiging van Raymond: Jongens , jullie mogen je spullen nog uit de school halen, maar daarna moeten jullie naar huis. Twee uur!
Ach goshie. Hadden ze een keer geleerd, moeten ze naar huis!
Maar wij moesten ook naar huis. Het was niet anders. Terwijl ik wegliep van school keek ik nog een paar keer mistroostig om. Zag ik de vlammen al uit het dak slaan? Zag ik de mooiste voorgevel van het land - oké dat is niet waar, er zijn mooiere voorgevels - al instorten? Zag ik al Union Jack vlaggen vastzitten aan triest geschminkte Vikingen? nee. Overmorgen staat ie er nog gewoon. Alleen met alle lichten en pc's aan waarschijnlijk. Licht in de duisternis. Het wordt eens tijd.
Vandaag weer op school na een lange, zware vakantie. 2021 is aangebroken. Ik had gerekend op verheugde gezichten, schalen vol met oliebollen, flessen vol melk, gezellige gesprekken, beetje rustig acclimatiseren. Niets was minder waar.
De leerlingen wisten dat ze bij de online lessen hun tronie moesten laten zien. De docenten zouden dat dan ook doen, en dat was om het spelletje kiekeboe goed te laten verlopen. Als je als leerling in Teams wilt deelnemen aan een vergadering - wat we vroeger een les noemden - moet je inloggen. Anders kon je je hoofd niet showen. Zonder inlog geen facepick. Maar als je wilt inloggen heb je een wachtwoord nodig. En als je dat niet meer weet stel je alles in het werk om erachter te komen. De wraak van De Hoon zou immers zoet zijn. Gisteren begonnen de mailtjes al binnen te komen. Camera doet het niet meneer. Nu kan ik niet online. Makkie: je hebt een smartphone, amoebe. Die kun je ook gebruiken. Maar daarna de ene na de andere: Gelukkig nieuwjaar, meneer. Trouwens, m'n wachtwoord werkt niet.
In het begin van het vorige jaar werd de mogelijkheid geboden van thuis uit het wachtwoord te veranderen. Hup, registreren, klaar. Maar nee, hoor. Mail? Wazda? Registreren, word je daar moe van? Dus massaal niet gedaan. Nu moesten ze bij de arme Daan allemaal een nieuw wachtwoord aanvragen. Die gaat daar ook braaf aan zitten en lepelt in de loop van de dag zo'n tweehonderd nieuwe wachtwoorden op. Ik zou het niet kunnen.
Nou morgen maar eens kijken. Dan geef ik ze zelf les. Ik ga even goed controleren of ze niet een foto van zichzelf op camera zetten terwijl ze nog op hun bed liggen te meuren. Ik stel gewoon wat controle vraagjes. Wat voor naamval is dat? En als ze dan genityfus zeggen reken ik het goed. Ik was vandaag even Password Joe. Morgen weer meneer De Hoon. Gelukkig nieuwhaar.