FB 2016
FB 2016
Zo ergens eind december ga ik eens rustig in mijn hypermoderne leunstoel zitten om het afgelopen jaar te evalueren. Dat is niet de leunstoel op mijn kamer op school, want die is niet zo hypermodern. Nee, in mijn woonkamer thuis. Kerstkransje erbij, glaasje melk, wat kerstboomtakken her en der, veel te veel lampjes om ook even heel zachtjes even weg te dommelen en dan laat ik de herinneringen binnenstromen. Het zijn er veel dit jaar. En ze zijn lang niet allemaal leuk.
Welnu, als die dan mij weer voldoende stof tot nadenken hebben gegeven, dan sta ik op en dan kan ik er weer een jaar tegen. Hoop ik. Maar eerst laat ik 2016 rustig wegzinken in vergetelheid, oliebollen, matige champagne, slecht getimede vuurwerkknallen en ander feestgedruis. Pas daarna ga ik mij geestelijk en administratief voorbereiden op het jaar 2017.
Ik hoop dat iedere vriend, al dan niet Superlatijnvriend, leuke feestdagen heeft en een machtig mooi 2017 tegemoet gaat.
De omgedraaide wereld kan ook: Nederlands bevindt zich in moeilijk vaarwater. Het schijnt wel de omgedraaide wereld. De leerlingen gaan hard zweten voor de proefwerkweek en de leraren gaan achter op hun krent zitten. Het enigste wat hun moeten doen is oppassen dat ze niet spieken. Als ze weliswaar spieken en het spiekpapiertje van wie ze afgekeken hebben wordt betrapt, dan is het bonje in de hel. Vlak van tevoren de toetsweek is er paniek in huis. Het is desondanks al een druk moment, omdat alle klusjes gaan ze nog uitvoeren. Het verslag van het profielwerkstuk wordt nog uitgeprint doordat het nog niet af was. Na vele herhaalde keren gehoord te hebben gekregen over het vroegtijdig inleveren van dat verslag, kwam er plotsklaps een bericht langs de mentor dat hun allemaal verzocht worden hullie verslag in de doos van de hoon de stoppen. Maar doen dan hè. Maar de hoon heb geen doos!
Vanaf deze onpersoonlijke manier wens ik alle schaapjes een succesrijke toetsweek. Schrijf goed Nederlands, eveneens.
Nou zeg. Ben ik het ene moment bezig de meest kloterige vragen te bedenken voor de schaapjes in de zesde klas, krijg je het andere moment de complimenten over de manier waarop je Latijn leuk maakt! Ik word dan even heel vrolijk, en ik bedenk, echt waar, in tien seconden toch een paar leuke citaatvragen! Echt, ik ben helemaal blij met mezelf. Soort Churandy Martina, zeg maar. Ik zal er eentje voordoen. Haha. Ik lach me nu al een kriek om de reactie van de schaapjes. Tegenovergestelde reactie vergeleken bij die van GW: Meer, meer, meer!
Nou goed. Komt er eentje. Wat is de voornaam van die pipo die doet alsof hij een van die tweeling gezien heeft, en zo ja, hoe heet dan die andere? Citeer vooral te veel en in je moerstaal. Voor 2 en een half punt. Gaaf toch? Weet je wat wel een nadeel van mij is? Dat ik allemaal vragen bedenk en dan twee weken later, als ik toch eens een keer een antwoordmodel moet maken, de ingenieuze antwoorden op die nog veel ingenieuzere vragen niet meer weet. Het zal de leeftijd zijn, en de liters melk die ik wekelijks op de zondagmiddag achterover tik.
Over tik gesproken: ik raak trouwens toch een tikkie uit de mode, bemerkte ik laatst toen ik bij een drogist van een grote keten stond. Er stonden wat mensen voor mij in de rij bij de kassa, want ik was wel van plan af te rekenen. Ben ik bijna aan de beurt, met mijn doosje tandenstokers, gaat er een lid, een cliënt dus, van het vrouwelijke gilde een vraag stellen aan de caissière. Niet zo van "kan ik hier ook met mijn creditcard betalen?" of "Ga je ook al lunchen?", "Weet jij waar jij die klereklantenkaart van jullie in kunt stoppen"? (wat wel een mooi voorbeeld is van de mij zo dierbare retorische vraag) of zo. Nee. Dit middeltje voor mijn huid vol met barsten en gaten en gleuven, wat moet ik daar eerst voor grondlaag onder aan gaan kleien? Oh, gewoon gezichtscrème? Ontharingsspul had trouwens ook gekund, bedenk ik me net, want die snorrewitz was bepaald een blinde nog niet ontgaan. Maar goed. Oké. Eerst dat uiterlijk waarvan zelfs Poetin hem nog niet omhoog krijgt, dan die gaten en die andere kraters dichtsmeren (bij de Gamma hebben ze Grote gaten vuller, maar dat leek me op dat moment geen tactische opmerking) met een of ander chemisch zootje en dan dus nog dat andere middeltje. Ik legde ondertussen de klant voor mij maar eens uit hoe hij de tandenborstel het beste in de praktijk kon toepassen. Voordat ik weer een kwartier vertraging extra opliep. Het was de NS niet...
Vandaag, ik weet het nog goed, het was 13 minuten over 11, vandaag ben ik getroffen door een gigantische aanval van efficiëntie. Mijn les was al enorm gaaf, al zeg ik het zelf, maar daarna heb ik alleen maar, als een volleerd vrouwwezen zeg maar, drie à vier dingen tegelijkertijd gedaan! Ik was me een partij aan het multitasken! Ik geef maar een paar voorbeelden van de schier oneindige rij gebeurtenissen. Word gerust jaloers, ik kan het aan.
Het begon, nu ik er eens over nadenk, al vanochtend vroeg.Tijdens het ontbijt las ik de krant, en tijdens het nadenken over die hele reut aan artikelen over Fidel Castro zaliger maakte ik mijn dagelijkse kruiswoordpuzzel. 13 opzij, alweer die stomme berg op Kreta (hè, Dennis?). Ik gaf op hetzelfde moment mijn vrouw braaf antwoord op vragen over de plannen voor het klussen deze en volgende week, sloeg drie muggen plat, aaide, met mijn linkerhand natuurlijk, Nemea en krabbelde met mijn rechterhiel over mijn jeukende linkerscheenbeen. O, en ik vrat mij door mijn brood met ham heen. Ik heb dat echt nog nooit ervaren. Alsof er een opperwezen in mij neerdaalde, dat mij dit allemaal mogelijk maakte. Goed. Dit kon allemaal nog toeval zijn. Ook een soort opperwezen. Fatum. Sja, beroepsafwijking heb je ook bij leraren.
Wie schetst mijn verbazing (ehm, dat lijkt me een pittige klus, het schetsen van iemands verbazing, maar dat terzijde), toen ik, al voortijlend op mijn stalen ros (mijn fiets, dûh. Metafoortje. Sorry!) op één en hetzelfde moment mijn trappers bediende, mijn stuur recht hield, bibberde van de kou, wat gevallen blaadjes ontweek, me geestelijk voorbereidde op een 40-minutenrooster (altijd lachen met die hap) én als toetje de outlines voor een fantastische proefvertaling bedacht. Niet dat ik die al klaar heb, wees gerust, klasje 5... Die ga ik nog perfectioneren. Grrrrr.
Nou goed, daarna dus die les aan de geweldigste leukste zesde klas ooit (paulum mentiri mi licet scilicet), waarin ik speels de ene didactische vaardigheid met de andere pedagogische competentie afwisselde, gelardeerd met een snufje Latijnvenijn en gegarneerd met een totaal gebrek aan humor: maandagochtend op het Johan de Witt. Je moet ze niet overvragen, die arme schaapjes. Een heerlijke 40 minuten waren dat, nou ja, 34 om precies te zijn. Het basisschoolidee van allemaal samen sommetjes opdreunen kwam weer helemaal terug, zeker toen ik door mijn pseudo-intelligente vragen een interactie genereerde waarbij iedereen spontaan zijn rijtjes (die dacht ik tenminste te ontwaren, maar het kunnen ook semi-geestig bedoelde opmerkingen zijn geweest) door het lokaal meende te moeten yellen. Ik genoot met volle teugen (gewoon halfvolle melk, hoor). Bijna orgastisch zou ik normaal gesproken zeggen, maar ja dat kan hier natuurlijk niet. Brother Facebook is watching me. Oei, nu ben ik bang!
Na de les nam ik én koffie én het weekend door met Dick, mijn dartende wiskundecollega én mij voor het even rustig aan te doen én het schoolleven zoals het is én de benen, terug naar mijn kamer. Nam koffie, nam door en nam mij voor. Voor wie het stijlmiddel niet herkent, en waarom zou je ook, hè.....: het is een zeugma, uit te spreken als zuigma (niet te verwarren met de dubieuze titel van een nog dubieuzere film van wel het meest dubieuze genre, waartoe ook succesnummers behoren als "In Tirol hangen de slipjes aan de Alpen", Mijn god, wat bent u groot", "Met zijn tweeën is het veel gezelliger" en "Zuster, blus mijn brandje eens"). Het is een geinig stijlmiddel, echt waar.
En toen, om 13 minuten over 11, sloeg het besef mij uit mijn toch niet geringe schoenen. Ik was superefficiënt gebleken. En de rest van de dag moest nog komen. Ik was helemaal blij. Keigelukkig met mezelf. Nu alleen nog uitvogelen hoe ik het beste afbeeldingen in dit soort berichten kan smijten zonder dat ze helemaal wazig worden. Toch die berichtjes van Magda nog maar eens lezen. O ja, ook ik ben morgen gewoon lekker vrij!
Hiep hiep hoera, mijn supermarkt gaat verbouwen. Pfffft. Eindelijk, zou ik zeggen, want de rolbandjes waren wel erg klein, zeker voor mijn boodschappen. Al die pizza's en pakken melk pasten er niet meer op. De grote pakken kattenknabbels lazerden er geregeld af, gelukkig nog voordat ze betaald waren. Datzelfde overkwam de in plastic verpakte kiloverpakkingen andijvie en boerenkool. Om nog maar te zwijgen over de pakken pleepapier, die volgens mij helemaal nergens op passen, althans op geen enkele rolband.
Gelukkig gaat mijn supermarkt, mijn liefste eigenste buurtsuper daar iets aan doen. De bandjes worden breder, tenminste, dat hoop ik. Kan ik weer meer kopen. De looprichting wordt ook anders. Ik heb het uit betrouwbare bron. Ging ik eerst rechtsaf voor het fruit, de groenten, en andere gezonde zooi, nu ga ik waarschijnlijk links af, meteen naar de sigaretten, sterke drank en dure tandpasta. Dat is toch beter.
Volgens mij gaan ze de boel ook een beetje rubriceren en zo. Dat je dus eerst bij het ontbijtvoer uitkomt, dan bij het middageten (de lunch) en aan het eind dan bij het avondeten. Geen idee wat ik me daarbij moet voorstellen. Ja, bij dat avondeten wel, maar bij dat anders indelen van de afdelingen dus.
Het is handig gepland, die verbouwing. De week voor Sinterklaas (kun je dat nog gewoon zeggen, Sinnnnnterkkkkllllaasssss?) tot en met de dag dat de goedgeiligman opgekrast is wordt er verbouwd. Alle chocoladeletters en aanverwante artikelen zullen dus daarna wel voor een luttel bedrag verkocht worden. Haha. Verkocht? Gratis mee gegeven aan mensen die elke week braaf boterhammenworst komen kopen! Dat is wel iets om in de gaten te houden, beste lezers.
Something completely different now. Dat is Engels. Plus betekent bij sommetjes dat je optelt. Vroeger zeiden we dan "erbij". Tien erbij vijf of zo. Dus plus is dan hetzelfde als erbij. Plus en erbij zijn dan een soort synoniemen. Kijk, dat wilde ik maar even gezegd hebben. Over mijn arme schaapjes en Pokémons (er komen nieuwe!! Jippie!!) weer een andere keer. Zo slecht zijn ze er trouwens niet aan toe hoor, die schaapjes. Ze zijn best een beetje ondeugender, wat brutaler en wat harder geworden, leper, sluwer, misleidender. Het zijn waarschijnlijk wolven, en kwaadaardig bovendien (die heb ik niet van mezelf). Maar dan in schaapskleren. Ach ja, bijna examen en dan worden ze weer vriendelijk. En meegaander, plus verstandiger. Koekje erbij?
Het is een prachtig gezicht: 30 koppen die hard bezig zijn vertalingen te produceren van hun meest geliefde auteur umquam! Titus Livius zet deze kranige bolletjes aardig aan het werk, zo te zien. Een heel lastige tekst, het is immers maandagochtend en ze zijn nog/weer fris. Hier en daar parelt een druppie zweet - angstzweet is het niet, eerder inspanningszweet - langs het net amper gewassen voorhoofd naar beneden. Zo op de tafeltjes die net vrijdag door de strafklanten in de boenwas gezet zijn. Soms een vertwijfelde blik naar mij: ach, meneer help me nu toch! Ik weet dat ik veel te weinig heb gedaan en dat zich dat een keertje tegen mij keert. Het spijt mij, ik kan dit niet! Haha, gna gna, dan voel ik mij opperbest. De eerste is klaar. Ja ja. Ook hij kijkt licht vertwijfeld: was dit nou alles? Ja, dit was alles. Over een paar weken doen we er weer eentje, nou goed?
Hee, sommigen gebruiken een woordenboek. Ze weten dus hoe zo'n ding er uit ziet en hoe het werkt. Voor het eerst dit jaar misschien wel. Het kraakt nog van nieuwheid, dat hoor ik.
Die blikken op die klok! haha, hoe lang hebben we nog meneer? Nou, nog wel een paar decades hoor ventje. Over decades gesproken, Livius blijft toch smikkelen en smullen met zijn lekkere exempla. Mjammie! Speculaas is ook lekker, vandaar de titel. Een andere link kon ik niet verzinnen. Ik moet immers surveilleren, patrouilleren, quodcumque (=whatever)! Deze gastjes spieken niet. Ik vertrouw ze mijn cijferlijsten blind toe. Hoewel..
Hee! Weten jullie al dat week 46 eraan komt? Wij van het onderwijs denken in weeknummers. Dus week 45 is geweest en ergens in het weekend (maandagochtend telt nog mee, toch?) wordt het week 46. Op zich niet spectaculair, maar misschien toch wel even een gegeven om even over na te denken.
Want wat is het allerbelangrijkste van week 46? Het startpunt zeg maar? Wat echt van eminent belang is? Nou? Nou, nou? Waar iedereen over praat? Ehm, politiek? Verkiezingen of zo? Trumpie? Nee, fout. Dat was vorige week. Sja, Zwarte Piet dan misschien? Maassluis? Aanhoudingen in Rotterdam? Ook niet. Het warme weer, althans voor half november? Is dat het dan? Nee, ook niet. Holland's next topmodel? Fout! Geef het maar op.
Waar echt iedereen het over heeft is de wedstrijd van het jaar! Voetballen! Hè, hè! Onze aartsrivaal voor de derde plek in de poule des doods, het onverslaanbaar geachte Luxemburg, met al zijn grootheden heeft onze Oranje leeuwen op het knollenveld eens even laten zien dat de bal rond is! Voetbalhelden als Maxime Chanot, de man met de loepzuivere tackle. David Turpel, met zijn snijdende pass en humor. Wat te denken van de schier onpasseerbare Jonathan Joubert, de vliegende lynx met vier handen? Dan hebben wij alleen maar Arjen - uut Gruningen - Robben, Wesley - ik ben wel degelijk 1 meter 50 - Sneijder en iemand als Danny - xinix - Blind. Sja, dan krijg je dit soort wedstrijdjes.
Daar gaat het in week 46 over! Het WK is weer een stuk dichterbij gekomen. Of onze helden daar bij zullen zijn? Niet als het aan Luxemburg ligt natuurlijk. Deze grootmacht, dit groothertogdom ook, is de laatste tijd uitstekend op dreef. Een gelijkspel tegen Wit-Rusland, wie doet ze dat na! Hup Holland Hup dan maar. Dat helpt.
Hurray! I am so glad! I want to convert my superpage SUPERLATIN into English! Why? Because everybody on Facebook expresses his feelings in English nowadays. Even when one got sick or moved into a new house, got himself a new car or just celebrated his 57th birthday. I would like to join this vast majority. Therefore: hurray, hurray, hurray! I love Latin, I love making jokes about Latin, I am an Englishman in the great Roman empire. Joehoe (this word doesn't exist in English).
Oftewel Wei, Maurice de Hond. Deze opiniepijler van die partei met die roos heb kinders tuis die taal moejluk vinde. Zei halen nouwelijks hoge ceifers en hei zit dus met ze kloote voor het blok. Maar hei heb een eenvaudige truukkie bedagt. As nau iedereen ze taal opschreif alstie hem hoor, dan skoren ze kinders weer goet op sgool. Simpel gedacht. Tja, het blijft de partij met de roos natuurlijk.
Een prachtige herfstdag ijlt aan mij voorbij. Het is eind oktober en ik voel ineens poëtische aandrang in mij opwellen. Dat heb ik anders nooit hoor, dus er moet een trigger zijn geweest die ervoor heeft gezorgd dat ik mij zo voel. Ik laat het rulle zand van mijn geheugen door mijn vingers glijden, al starend naar de einder. Die einder, oké, dat is de Ceramstraat. Verder kan ik niet schouwen, want die domicilies belemmeren mij zulks. Ik zie geen reet dus, want er staan bomen en huizen in de weg.
Mijn blik wordt gevangen door een goudgeel (neehee, geen pretcilinder) geruis aan de bomen. Nou is dat een gevalletje van synesthesie dat ik per se in dit stukje wilde verwerken: twee zintuiglijke waarnemingen kruisen elkaar en ontmoeten malkander in mijn volzin. Het gaat er om dat de blaadjes aan de bomen een beetje vies groen en bruinig en geel zijn, waardoor ik meteen de associatie met goudgeel kreeg. En ze donderen naar beneden. O nee, ze dwarrelen in het ragfijne zonlicht tot op de ongastvrije grond, wars van zorg en zo geel als een kanarie. Dat maakt geluid, dat vallen en dat zal dan wel geruis zijn. Nou, die twee samen, en dan heb je dus synesdingesnogwat. De ene wil een litotes, de ander watert altijd over retorische zooi, weer een ander wil gewoon meetellen. Nou en ik wilde psychedelisch overkomen. Nou en.
Wat een flutzooi is dit, zeg. Bijna net zo erg als moeten kijken naar het sportjournaal om kwart voor 7. Ik dacht toch dat dit gemakkelijker zou zijn. Dan maar gewoon lessen voorbereiden. Proefvertalingen corrigeren. Oh ja, dat is nu wel gelukt. Ik werd er melancholisch van. Vandaar wellicht mijn dichterlijke armoede.
Terug van weggeweest! Ha, daar ben ik weer. Alive and kicking. Wie dacht dat hij nooit meer van mij zou vernemen komt bedrogen uit. Na een weekje niks doen voel ik de energiebellen weer in mij opborrelen. Over borrelen gesproken: dat is nu even geen slecht idee. Ik heb echt zin in een wagonlading bitterballen bij mijn glaasje magere bio-melk. Stengeltje bleekselderij erbij en ik kom mijn tijd wel door.
Voor diegene die niet per se hoeft te weten wat ik de laatste 9 dagen allemaal uitgevroten heb, jammer. Dikke lul twee thee.
Ik heb me de hele vakantie zwaar uitgesloofd. En niet eens voor mezelf. Welnee! Druk de filantroop uit aan het hangen geweest. Natuurlijk heb ik ook het voor een vakantie verplichte boek gelezen. Ik moet zeggen: Kuifje in Tibet blijft een heerlijk boek vergeleken bij Ab Urbe Condita. De zinnen zijn aanzienlijk minder gecompliceerd, wat mijn zin daarin dan weer groter maakt.
Heb ik wellicht ook nog ontspannen heerlijk buiten de deur gegeten? Jawel. Patatje op het Vogelplein, Chinees bij het altijd gezellige Pom Lai en een pepermuntje op de fiets. Dat was het wel. Ik heb dus echt wel een vakantiegevoel mee mogen maken. En dat is maar goed ook, want .... alle schapen zijn weer terug op school komende week. Ik heb gewed dat er bij de vijfde klas zeven stelletjes ontstaan zijn tijdens het cultuur snuiven in Griekenland en Italië. Vier daarvan zijn eind van de komende week weer uit elkaar, want ja. Al studerend is een beetje flemen en foezelen interessant, maar als het schoolse leven weer begint wordt er weinig meer gestudeerd, Dan is afleiding zoeken door foezelen en flemen niet meer nodig. Vandaar. Die andere drie koppeltjes houden het langer vol. Mijn schatting is dat één duo het redt tot aan de zomervakantie. Altijd optimistisch blijven, dat hebben mijn vader en moeder mij vroeger aan proberen te leren. Niet alleen dát is niet gelukt. Ook het corrigeren van de proefvertalingen is er jammerlijk bij ingeschoten. Het is maar dat u het weet..
Kort is in, lang is uit. Kort zal ie leven! Ik zit met korte tanden te eten. Is het niet lekker, dan heb ik algauw korte tenen. Als ik maar kort genoeg ben heb ik altijd de kortste adem. Mij zul je altijd dingen op de korte baan zien schuiven. Want ik kijk gewoon niet verder dan mijn neus kort is. Misschien trek ik daardoor een keer aan het kortste eind, maar ik zeg maar zo: eerlijk duurt het kortst.
Dit bericht is kort genoeg om er kort van te genieten. Festina breviter, zou ik zeggen.
Verbouwen is leuk! Trouwens, het is niet gelukt.
Tot nu toe kende ik weliswaar de uitdrukking "ik zal jouw gezicht eens even verbouwen", maar ik onderschatte de metaforische waarde er eigenlijk van. Nu ik zelf al een paar weken stevig aan het verbouwen ben (ehm, nu ik er eens over nadenk, ik verbouw wel, maar geen groene plantjes met zeven blaadjes, if you know what I mean), maar dan letterlijk, voel ik een onvermoede waardering opkomen voor mensen die andermans porem (smoelwerk? fiselefasie? broodmolen? harsus? gezicht?) zo nodig moeten verbouwen. Voor de duidelijkheid: enige overeenkomst met bestaande personen of gebeurtenissen berust op zuiver toeval.
Dat begint al met het weken, zo niet maanden van tevoren een planning maken. Op papier. Wat gaat er wanneer en op welke wijze uit? Het is ook verstandig alleen dat er uit te halen, waarvan je weet dat het óf niet meer nodig is óf vervangen kan worden door iets wat minstens gelijkwaardig is. Dat zijn zomaar een paar gedachten die werktuiglijk bij mij opkomen (drs P is nog steeds ergens goed voor).
Dan héb je die zooi er uit, en dan moet er weer iets opgebouwd worden. Ook dat verdient pas een compliment als het enigszins over- en doordacht overkomt. En tussendoor moet je het proces bewaken. Makkie.
Nou, ik zie het al voor me. De een wil de ander klappen geven, maar moet ruim van tevoren nagaan of zijn slachtoffer wel beschikbaar is om afgetuigd te worden. Op papier zetten die hap. Laten we even van het positieve uitgaan: stel hij is beschikbaar. Dan is het verstandig een plaats te zoeken waar niet veel getuigen zijn. Allemaal over nadenken dus. Wat neem je mee? Geen bosje bloemen waarschijnlijk. Alleen je lunch in een broodtrommeltje, appeltje erbij? Of toch ook maar een voorhamer, een priem, een boortolletje met laag toerental, fietsketting en een zaagje als reserve? Voor als dingen onverhoopt kapot gaan. Je vuisten en je schoenen met stalen neuzen heb je altijd paraat, dus daar kan het niet fout gaan. Wat moet eruit? Sja, paar tanden stelt niet zoveel meer voor tegenwoordig. Ogen? Rimpels? Mocht ie willen. Haren? Welke haren? De afweging om alleen de meeste essentiële dingen eruit te halen hoeft hij niet te maken. Hij weet niet wat essentieel is. Ja, iets met brommers of zo. Goed, overal is wel een oplossing voor te bedenken.
Een van de vele verschillen tussen iemand die echt verbouwt en de aanpasser (in de zin van supporter) van andermans gezichtsvermogen is dat de laatstgenoemde al vaak niet over enige rede, gezond verstand dus, beschikt. Die hoeft niet eens alle twee zijn hersencellen warm te laten lopen om te bedenken: "Zo, die leg, klojo. En wat the fuck nou? Wat had ik - tering - ook al weer bedenkt?" Zo eentje bouwt niets op na het slopen. Die gaat verder met de volgende uitdaging (wat een mooi eufemisme is).
Het proces bewaakt hij een heel klein beetje. Als hij met zijn priem zit te porren, en hij is zo rechts als Wilders, dan kan ie niet met zijn rechterhand tegelijkertijd een neusschotje verplaatsen. Simpel. De redenering en de man zelf.
Nee, dan ik. Ik heb al maanden geleden een planning gemaakt. Die komt steeds niet uit, maar dat ken ik van school. Niet erg dus. Allerlei dingen zijn al gesloopt, ik ook trouwens. Dus daarom heb ik de correctie van de proefvertaling van mijn gewaardeerde examenschaapjes uitgesteld. Tot nader order.
Jullie zullen wel denken (is in ieder geval beter dan die ene categorie verbouwer): goh, dat hele verhaal om duidelijk te maken dat ie zijn werk nog niet gedaan heeft? Ja. Ik kon niet korter. Sorry.
Week 40 en 41, de meukweken (ja, ja, met een m). De weken 40 en 41 zijn op school altijd de weken waarin ik echt op mijn krent zit en dus niets uitvoer. Het is dan de tijd van de studiereizen, antieke reizen, schoolreisjes, vakantietripjes naar klassieke oorden, whatever. Ik ben daar nooit bij, want ik ben zoals gezegd liever lui dan moe, dus ik "kan slecht tegen busreizen", "heb vliegangst", "lijd aan heimwee", "ben allergisch voor ruïnes" dat soort nare dingen. Wat men wél altijd gelooft is dat "ik op de tent moet letten, als de meest irritante vijfdeklassertjes uit studeren zijn". Beetje ernstig en verantwoordelijk gezicht erbij doet wonderen, heb ik gemerkt.
Goed, de schaapjes uit de vijfde zijn grotendeels weg en de paar die er nog over zijn houd ik aangenaam bezig met een hele serie extra opdrachten. Mijn collega's hebben weer alles uit de kast gehaald om het vakantiegevoel van die vijf gastjes te verstieren.
In de zesde heb ik bedacht dat ik, omdat collega-herder Gieben in Italië zit, haar schaapjes uit de Latijngroep maar eens onder mijn hoede moest nemen. Het zijn dus leaseschaapjes eigenlijk. Ze blaten momenteel nog heel veel, maar dat stopt vanzelf. Als ze moe geworden zijn van hun huiswerk. Ha, ha. Als ze dat nou eens gingen doen, zeg.
Waar ik moe van word is van het verbouwen van een flat. Daar gaat zoonlief wonen en hij heeft smaak. Dat kost dus tijd en geld, zeg maar. Wel, daar komt me werkelijk een meuk (oude meuk schijnt een pleonasme te zijn, en ik bemin pleonasmes niet heel zeer erg veel) tevoorschijn! We zijn toch een hoop gaten aan het dichten daar! Liever gezegd, ook daar, want op school dicht ik ook heel wat gaten. Gaten in de kennis van de Latijnse grammatica en zo. Die meuk. Misschien was het een keertje verstandig geweest mee te gaan op reis. Beter meuk op een opgravingsterrein bij 25 graden en een glaasje melk dan meuk in het stof van een verbouwing met een pilsje achteraf. Ja toch, niet dan? Melk of meuk, het is een heel verschil.
Een jaar of 40 geleden had ik nog haar op mijn hoofd. Ik geloofde het zelf niet, maar gisteren was ik op de zoveelste reünie van mijn oude schooltje en daar zei iedereen dat tegen mij. Om het te bewijzen toonde men mij foto's waar ontegenzeglijk meer plukken te zien waren dan nu. Bovendien waren ze donkerder. Ik keek naar degenen die me de foto's toonden en zag dat zij over nog minder hoofdhaar beschikten dan ik heden ten dage. Dus mijn dag was toch weer goed.
Mijn oude school heette voor mij altijd 't Juvenaat, maar formeel was het Rooms Katholiek gymnasium Juvenaat het heilig hart (of zoiets). Er liepen paters rond en gewone leraren, die bepaald niet ongelovig waren trouwens. Van die paters schijnt er nog eentje te leven. De man, pater De V. (niet de gehele naam, om te voorkomen dat mensen zich of hun voorbeelden/geliefden herkennen) is een jaar of 90 en hij kijkt nogal scheel (echt linkeroog - rechterbroekzak-idee, hoor). Toen dus ook en dat was voor ons indertijd aanleiding voor het motto: je kunt spieken als ie naar je kijkt. Link motto, ik geef het toe. Dan heb ik toch liever Jan Willem Koch als surveillant. Dan weet je het zeker.
Aan de andere paters heb ik ook goede herinneringen, ondanks hun rooms-katholieke achtergrond dus. Zo was er pater Van der K. Een oprechte, aardige man. Geen idee meer, wat hij gaf, maar het zal wel godsdienst zijn geweest, of aardrijkskunde of zo. Hij had moeite met het celibaat (de beste formulering die ik kon vinden) en hij is later uitgetreden, vertelde men mij. En dat is hem goed bevallen. Zijn vrouw ook. Alleen was ie daarna wel vrij snel hemelen.
We hadden ook Pirana Boelrijk. Die heette niet echt zo, dûh! Hij was pater (p) en ingenieur (ir) en zijn voorletters waren A.N.A. Sja, ook toen waren we al taalgevoelig, wij Bergse pubers van het Juvenaat. Aardige man, al gaf hij natuurkunde. De enige met wie ik niet zo door de bocht kon was pater De R. Maar dat was een hufter ook. Toen althans. Nu niet meer. Nu is ie dood.
De komende weken zijn zwaar voor mij. Over een week gaan de schaapjes uit de vijfde klas op vakantie. Ze noemen het studiereis, dat wel. Ze gaan uitwapperen in Italië (vroeger heette dat nog Romereis, omdat men alleen Rome bezocht; nu doet met zo'n beetje driekwart Italië aan) of in Griekenland. Dat is een nieuwe bestemming en de schaapjes zullen dus moeten wennen aan ναί en όχι. Het eerste betekent ja, maar het klinkt als nee. Grappig! Bovendien is er in Griekenland wat minder pasta en wat minder pizza dan in la bella Italia. Het wordt nu dus moussaka, nero, ouzo, tzatziki en baklava. Maar goed, die vijfdeklassers ben ik dus een paar weken kwijt. Behalve dan een paar. Die zijn eerder al een keer mee geweest en dachten dat nu weer te kunnen doen. Nee dus. Elke dag van half 8 tot half 5 buffelen. Haha! Leedvermaak.
Die schaapjes van de zesde blijven gewoon thuis. Die doen een beetje toetsen maar voor de rest valt het wel mee. Ik leef me wel uit op die gastjes.
Ik moet zeggen dat vele reacties op mijn vorige bericht mij ontroerden. Die waren óf blij dat ik geen hele pagina's Facebook meer bevuilde óf teleurgesteld dat hun gevoel voor humor niet meer op de proef gesteld werd. Ik wilde gewoon eens zien wat er gebeurde als je op je hoogtepunt afscheid neemt en dan dus weer terugkomt. Nou, ik merk het wel aan de reacties.
Ik ga de teksten wat inkorten denk ik. Gewoon, omdat het kan. Ik moet mezelf wel geweld aandoen, maar dat is ook wel eens lekker. Ik voel me nu al beter. Geen schapen, geen geblaat. Ideaal. Geen Pokémon, best uit te houden. Geen plaatjes, rustgevend. Waarschijnlijk ook niet de zenuwen elke ochtend hoeveel likes er zullen zijn. Ik fleur helemaal op! Groetjessssss!
School, leuker kunnen we het niet maken. Makkelijker ook niet trouwens. Dus dan peren we hem maar van mijn dierbare JDW.
Ik ben namelijk helemaal blij, want ik ben bijna beroemd! Beroemd? Ja, vanwege mijn stukjes tekst hier. Ik heb zeker al van één iemand een compliment gekregen en het advies om op school te kappen en me toe te leggen op het schrijven van columns. Hoi hoi. Die persoon had er misschien een paar persoonlijke belangen bij mij te adviseren een andere carrière te ambiëren, maar dat mag de pret toch niet drukken! Dat hebben we op school al menigmaal tegen hem gezegd ook. Hij zei namelijk dat ik beter columns kon schrijven (hoera!!! Ik ben goed! En dus bijna beroemd) dan leerlingen straffen met nakomen en vroegmelden. O ja, en slechte cijfers. Ik vond dat hij een punt had. Eéntje dus ja, van de tien punten maximaal, ha ha. Hij had z'n SO weer eens niet geleerd, de sukkel, daardoor een 1 en hij was aartslui. Niet zo'n klein beetje puberaal lui, nee, echt compleet inert, bedlegerig lui. En ook nog eens een keer brutaal tegen mijn aardige collega's. Dan heb je het bij mij aardig verbruid. Verbruid? Oké, verkloot, vergald, verziekt, verbroddeld, verknold, verprutst, verpest, kortom fout gedaan. Dus hij had wel enig belang bij zijn pluimstrijkerij, de verachtelijke mispel! Maar ja, wel de kwaliteiten in iemand herkennen, hè.
Hoe dan ook, ik ga dus maar eens een baantje zoeken als columnist en mijn werk als puberjager annex tevergeefs-Latijn-uitlegger eraan geven. Dan kan ik mijn beroemdheid verder uitwerken tot ik echt een celebrity ben, zodat ik tenminste schaars gekleed door een fotograaf van een fameus roddelblad betrapt kan worden in een bedenkelijke en vooral compromitterende situatie. Ik dacht zelf aan een reeks foto's van mij met een roze korte broek en een lila tanktop, al participerend in een sportdag of zo. Of als ik met een knellend klein zwembroekje aan de rand van een bosvennetje lig te lezen in Ovidius' Metamorphoses. Mijn hoofd boven het wateroppervlak houd. Dat soort ruige dingen.
Voorlopig ga ik dus alleen zoeken naar een blad op niveau, waar ik mijn hier en daar helaas totaal onbegrepen humor kwijt kan. De Johan valt daardoor meteen af, al schnabbel ik daar wel bij, als het even kan. Ik dacht in mijn oneindige ambitie aan de NRC of de Quote 500, maar die vallen niet bepaald op door hun geestige inhoud. Ik kwam, gezien mijn preoccupatie met mijn schaapjes, uit op het vakblad van de schaapherders, maar om daarin te mogen publiceren moest ik eerst de MBO-opleiding schaapherder van Helicon gaan volgen. Of ik dat ga doen, hangt af van mijn gouden handdruk. Scholen staan niet bekend om hun grote financiële mogelijkheden dus daar verwacht ik eerlijk gezegd niet veel van.
Dus ik houd het nog even vol op school. De schaapjes zijn best wel aardig. En ik heb toch materiaal nodig, straks voor mijn cursus. Elk schaapje is weer anders. Je hebt de zacht blatende gevallen. Die zijn gewoon echt lief. Niks mee doen, die drogen vanzelf op. Dan heb je de notoire rammen. Sja, daar moet je even op rammen en dan valt het ook wel mee. Er zijn nog echt hele kleine, pseudo-onschuldige lammetjes/lammeren en die moeten nog groter groeien. Beetje meer brood met sla eten. En de laatste categorie, die zou ik niet willen overslaan. Dat zijn de schapen waarvan je weet dat er een stevige bout van ze op enig moment op je bordje belandt. En dat je die dus eerst moet slachten (maar liever niet, gna, gna), voordat je daar een achterbout van kunt en mag af snijden. Daar smikkel en smul je pas van als ze op je bord liggen, iets wat je niet deed toen ze nog vrolijk blatend je werkweek verstierden. Kijk, zo heb ik de eerste les van mijn cursus eigenlijk niet nodig.
Voor de Pokémonliefhebber: geen Pokémon deze week. Voor de mensen die dit alleen maar lezen als er een plaatje bij zit: misschien is een andere opleiding in de grafische hoek beter voor je. Voor mijn trouwe volgers: compliment dat jullie weer zo'n lap tekst durven verwerken. Voor de mensen van wie ik iets nieuws heb geleerd afgelopen week (de beknopte bijzin bijvoorbeeld): mijn dank is groot. En voor Magda van Tilburg: dank voor je bijdrage over schaapjes. Mensen, ga allemaal naar de website van Magda toe (http://booxalive.nl/klassieke-strips) voor fantastisch klassieke tekeningen en nog heel veel meer! Kom op, liken die hap.
Zo begint menige vloek. Niet bij mij. Ik vloek althans niet. Niet hier. Ik zou het wel kunnen doen, maar dat komt er dan bij mij in het Latijn of oud-Grieks uit. Dat verstaat niemand en dan heb ik er dus niks aan.
Nee, gloeiend heeft betrekking op de temperatuur. De temperatuur in de school, en met name die in mijn lokaaltje 117. Gisteren heeft een hulpvaardige collega daar een thermometer neergehangen. Alsof ik zelf niet helemaal door had dat het snikheet was daarzo. Het is een heel klein thermometertje, maar het meet verrekte goed. 33 graden wees het dingetje een uur geleden aan (dit laatste om te laten zien dat ik ook wel eens actueel kan doen). Da's niet echt fris nee. Meestal heb ik geen mededogen met mijn arme Latijnschaapjes, maar nu lijk ik toch tot mijn grote verbazing een soort van menselijke gevoelens te ontwikkelen. Gevoelens van medelijden omdat al mijn schaapjes, hoewel ze nauwelijks nog een vacht aan hebben, het toch heel warm hebben. Te warm, zeggen/blaten ze zelf, om optimaal de les Latijn te kunnen genieten. Vind ik niet. Moeten ze hun vacht maar niet thuis laten. Moeten ze die maar niet scheren of zo.
Gevoelens van spot, die heb ik ineens ook. Ik blijk wel eens een sarcastische opmerking te maken, en ik ben me dat totaal niet bewust. Is genetisch bepaald, denk ik. De aangetrouwde neef van de tante van mijn moeder, en die zijn hond had dat ook. Ligt dus niet aan mij. Ligt nooit aan mij.
En gevoelens van warmte, ook daar lijd ik nu aan. Ik lijd daar ook onder, niet alleen aan. Ik hou van 37 graden, maar dan gewoon als lichaamstemperatuur, niet in mijn 117. Niet bij ieders lievelingsvak, niet door de week.
Gloeiende kolen, die lagen gisteren op de barbecue. Dat bedoelde ik met de titel van deze story van vandaag. Ik kan eigenlijk geen valide link bedenken, dus ik leuter maar een beetje. Zoals gewoonlijk. Geen plaatje deze keer. Te moeilijk.
Oudheid, waar ben je toch gebleven? Jemig de pemig, morgen is er, als een soort van verlate Olympische spelen en dan ook nog gewoon ergens op een grasveldje in Dordt, een mega-giga-ontzettendgrote-sportdag. Dat wil zeggen dat ik morgen geen arme schaapjes mag treiteren met Latijnse zooi, maar dat ik in een quasisportieve outfit op schaapjes mag passen die aan het sporten zijn. Een beetje supervisie doen. Zeg maar, leren voor schoolleider. Dat is nou nog eens leuk! Nog veel leuker dan een tropenrooster, ut mihi videtur (nananananana, blèèè, lekker toch Latijnse zooi), zoals laatst. Vooral het watergevecht was toen geinig, vanaf mijn positie af dan. Gezien mijn toch al gevorderde leeftijd, inclusief de enigszins genante vertoning van hier en daar uitpuilende spataderen, diepe rimpels, een uithoudingsvermogen van min nul komma nul, de striemende hitte op het veld met als gevolg daarvan hele rivieren aan transpiratievocht zal ik me waarschijnlijk langzaam tot zeer langzaam voortbewegen. Als ik al vooruit kom. Misschien per brancard. Ideetje!!
Men had mij ergens vorige week in een optimistische bui gedacht een basisplaats in een representatief voetbalelftal aan te kunnen lullen, maar toen de desbetreffende leerlinge mij voor de deur van mijn kamer ineens heel aardig meldde dat ik een prijs gewonnen had, rook ik onraad. Terecht, men had mij in de plannen al in het doel gesitueerd (ja ja, dan zijn leerlingen plotsklaps ontzettend proactief), waarvan ik me na de blamage van een paar jaar geleden alleen nog de kolossale afmetingen kon herinneren. Jeee, wat is dat hok groot zeg! O ja, en dat ik door een of andere onbenul in Latijn (maar niet-onbenul in de spits) een aantal keren gepoort werd. Op het veld is dat vervelend maar te overzien, als doelverdediger is dat vrij funest voor het gezellige biertje, ehm melkje achteraf met de collega's. En Marc? Hoeveel is het ook al weer geworden? Zuig, zuig, spot, spot. Ehm ja, 12-0? 14-0? Ik verdring dat soort disasters altijd. Een van mijn vele psychologische handicaps.
Goed, dus geen activiteit voor mij morgen, alleen maar toezien op een ordelijk verloop. Die zesdeklassers hebben het allemaal ongetwijfeld puik georganiseerd dus ja, dan valt er een last van me af natuurlijk. Het schijnt morgen alleen wel warmpjes te worden, graadje of 27, 28. In het oude Griekenland was het ook af en toe warm, ook als ze aan het sporten waren. Daar hadden die sporters geen last van: ze hadden gewoon niet veel aan. Niks eigenlijk. Kijk, en dat was ik nou morgen om de verzengende hitte te kunnen verdragen niet echt van plan! Gewoon de lange broek, een sierlijk gesteven overhempie (valt reuze mee met die quasisportieve outfit, alhoewel, voor mij...) en dan vooral heel rustig bewegen. Vooruit, achteruit, opzij, maar uiterst kalm. Paar liter water d'r bij en dan redden we het wel. Ik zag er vandaag een paar een hele dag met 15 liter fanta sjouwen. Zij liever dan ik, denk ik dan maar. Goed voor de spiertjes.
Vrijdag fris en fruitig weer Latijnse zooi debiteren. Ik doe maar eens een proefvertalinkje of zo! Woordjesoverhoring misschien? Mjammie! Schaapjes voor mijn neus! Uitgeteld. Platgeslagen. Oververhit. Gammel, geblesseerd, teleurgesteld, meurend uit alle hoeken en gaten (zelfs douchen was te zwaar). Wat is het leven dan ineens weer aangenaam! Veel beter dan in de oudheid. O ja, Pokémon gevonden!
Zo moeilijk was het toch niet, beste kijkbuiskinderen? Regina is Latijn en het betekent koningin (staat in het woordenboek!). En in het Engels is koningin .... ja ja ja. ..Queen! Opgelost!
Ik werk weer door. Mijn schaapjes smachten naar mijn intolerante sarcastische hautaine behandeling. Zo dadelijk komen er een stuk of 18 lammetjes proberen te schaken. Ik verheug me er op.
Onder genoeglijke muzikale begeleiding onderwerp ik me weer aan de zware beproeving van het voorbereiden op een nieuwe schoolweek, terwijl iedereen op terrasjes zit. Nou is het laatste met recht een hyperbool te noemen omdat het alleen maar om velen gaat en niet om iedereen, maar op een terrasje zitten ze, de bofkonten, de mazzelaars, de zondagskinderen. Gokkernolle, de geluksvogels, de parvenu's die het handiger hebben aangepakt dan ik. Ik ben zowaar in staat een zweem van jaloezie te ontwikkelen in de veronderstelling dat ik op die manier mijn gram een beetje kan halen. Werkt niet, ik weet het.
Ha ha, ik maak een grap! Ik weet het al jaren, die worden niet als zodanig herkend, maar ik heb er zelf dan toch in ieder geval lol in gehad. Ik hang hikkend van het lachen over mijn toetsenbord heen, dat ik straks met een poetsdoekje zal moeten ontdoen van slijm, spuug, tranen en meer soorten excretie. Ik heb het er voor over want ik ben blij! Ik heb weer lekker veel onzin verzonnen in mijn examendocument (dat ding waardoor geen enkele examenkandidaat nog ooit zijn boeken openslaat omdat hij het toch allemaal gratis van superlatijnpipo krijgt) en ik luister ondertussen naar heerlijke muziek. Life is good, la vita è bella, vita bona est. Jippie, hup Regina!
Ja ja, ik ga binnenkort zelfs naar een concert van Regina. Slik. Echt? Ja! Hoera! Nou ja, eigenlijk van een tributebandje van Regina. Dat heeft wel voordelen hoor, zo'n tributebandje. Ik noem er een paar, om te voorkomen dat iemand er mij niet naar vraagt, wat dan zo deprimerend is. Het is gratis! Ik kreeg het namelijk cadeau. Haha. En de eigenlijke band Regina, de leden zijn of dood of 65 of zo, dus een jonge god van zo'n tributebandje hoeft hopelijk niet aan de zuurstof. Ook een voordeel. En het is ook niet zo druk als het ooit was bij een echt optreden van Regina. Een ouwe lul als ik kan daar toch slechter tegen, allemaal swingende en gillende mensen om me heen. Nee, dat gaat helemaal goed komen ergens in september in het Energiehuis. De datum ben ik even vergeten, maar die achterhaal ik nog wel. Het was 2016 dacht ik. Regina, ik luister er nu ook naar en ik raak volledig ontspannen. Ik blèr ongegeneerd mee, want niemand hoort het. Denk ik althans. Ik hoef niet tekstvast te zijn, niemand die me verbetert. Heerlijk, Regina! O ja, en een Pokémon, voor de loosertjes. Ik denk aan jullie hoor...
Afgelopen week was het bloedjeheet, ook op school. Moordend heet, zeg maar gerust. De ene na de andere ventilator begaf het. En de arme schaapjes dreigden onder de hittegolven te bezwijken. Daarom ontstond het briljante idee de lesdag een stuk korter te maken. Een soort van onthoofding, maar dan niet van een persoon, maar van een lesdag. Nou, dat werd alom gewaardeerd kan ik wel zeggen. Voor de succesratio voor wat beslissingen van schoolleiders aangaat is dit wel een aardige boost geweest. Ik kan me niet heugen dat we al eens een keer een tropenrooster hebben gedraaid, maar dat kan ook een gevalletje van verdringing zijn. IJsvrij is de andere kant van het verhaal. Ook leuk, ook eens een keertje iets anders, maar dan met ijs en sneeuw, sneeuwpoppen, schaatsen en op de been blijven, dat soort ellende.
Hoewel we allemaal erg blij waren met de kortere lesdag, moeten de gemiste uurtjes wat betreft het ministerie van onderwijs gewoon wel ingehaald worden. Daar zijn we dan weer niet zo opgetogen over. Misschien maakt de minister ons gewoon alleen maar bang. Gebeurt vaker in het onderwijs, met nieuwe onderwijsinzichten of zo, die nog niet in de praktijk getoetst zijn. Bekostigingsmaatregelen, ook zo'n bangmaker. We worden er niet meer warm of koud van.
Goed, de eerste week zit er op en het was een goede week. De leerlingen oogden relaxed (gewoon als een natuurlijke toestand dus) en ze gingen nota bene aan het werk. Nou, dan moeten ze toch erg uitgerust zijn. De eersteklassers waren wel op kamp, samen met een aantal docenten die het leuk vonden om fikkie te stoken voor hun tent en horrorverhalen te vertellen in het donker, met zo'n zaklantaarn onder hun mond. Nou, die gastjes zijn meteen gewend aan wat wij op school allemaal doen. Toen ze vrijdagochtend terug waren was het gedaan met de rust. Maar gelukkig werden ze door een van de meer geslaagde acties van Vossius in de tweede pauze vakkundig van de straat gespoten met een brandweerslang en allerlei in de haast gekochte waterkalashnikovs. Dat was een groot feest, behalve toen de natgespoten leerlingen ook weer naar de schoolbankjes moesten.
Nee, ik kan wel zeggen dat het nieuwe schooljaar prettig begonnen is. Nou ja, op de gescheiden tweede pauze na dan. Dat is nog wel ff een dingetje. Daar moet je toch als bovenbouwer goed op ingespeeld raken. Het is de vraag wanneer de eerste voor mijn deur staat met een slap verhaal over het niet begrijpen van het systeem van de gescheiden pauze en het daardoor te laat in de les komen. Er was er al eentje, die daarmee kwam, maar die had werkelijk een verbluffend bewijs voor zijn absentie. Hij liet me een berichtje zien aan de leerlingen van de groep waar hij in zit, en in dat berichtje stond dat de roostermaker de groep pas een half uur later verwachtte dan normaal volgens het rooster had moeten gebeuren. Geweldige app, die van Zermelo! Nu kun je als leerling nooit meer met droge ogen beweren dat je niet wist waar je moest zijn.
Het leven op school is dus in een paar dagen een stuk fijner geworden door gewoon een paar uitgaafjes. Ik denk dat ze nog beter kunnen, die schoolleiders. o ja, ik heb een pokémon verstopt. Kijken wie hem vindt.
Nou, laat die gastjes maar komen! Ik ben er helemaal klaar voor. Het enige dat ik nog moet doen is weer een beetje in de vingers krijgen hoe ik de gepokémonde puberbreinen kan instellen op huiswerk doen, met name Latijn natuurlijk. Ik moet ze leren "schakelen", zoals dat tegenwoordig heet. Hee, ik dacht dat jij Piet heette! Nee, hoor, ik heet Klaas. O, even schakelen. Verrek, ik zie nu dat jij je huiswerk gemaakt hebt! Even schakelen voor mij, hoor. Begrijpen ze meteen. Verdorie, ik ga te hard op die scherpe bocht af. Even schakelen. Ja, dat is wel verstandig dan ja.
Goed, omdat ik verwacht dat ik daar nog beperkt kluifje aan zal hebben, heb ik besloten een cursus te volgen. Ik weet nog niet bij wie, maar het gaat in dit geval ook om de Olympische gedachte: een cursus volgen is belangrijker dan er eentje met een papiertje afronden. Enfin, in die cursus zal ik waarschijnlijk leren hoe ik de arme zielen zodanig kan bespelen dat ze min of meer op hun hoede zijn als ik in de buurt ben of kom. Vroeger was dat automatisch zo, maar met het klimmer der jaren blijk je dan toch ineens minder imposant dan je gedacht had. Even schakelen.
Ik zat eigenlijk te denken aan het opstellen van een reeks gedragsregels die ik dan neutraal en algemeen zal formuleren. Dan kan ik ze daar later, als ik vind dat ze over een bepaalde grens heen gegaan zijn, altijd mee confronteren. Vrijwel alle leerlingen begrijpen onmiddellijk welk type gedrag oké is en wat niet geaccepteerd wordt. Er zijn maar weinig mensen die zo'n lijst met algemene gedragsnormen niet kunnen begrijpen. Yuri van Gelder, niet te verwarren met Dick de Gelder, is er daar eentje van. O ja, en zijn advocaat. Die snappen er niet heel veel van. Eigenlijk moet ik daar half Nederland aan toevoegen, want de ene na de andere imbeciele mening werd op het internet gekwakt door lieden, van wie de meesten niet door enige accurate kennis van zaken gehinderd werden. Gauw over ophouden. Oftewel, even schakelen.
De cursus moet volgens mij niet veel meer dan twee dagen beslaan. En er moet vanzelfsprekend een lunch bij zitten. Ik moet nog eens even op zoek naar iemand die me zo'n cursus kan geven. Ik merk wel dat ik "het" even kwijt ben. Na zes weken geen reet uitvoeren is het toch lastig weer te doen alsof je voor de klas staat en alles in de klauwen hebt. Weet je wat? Ik ga thuis oefenen. In mijn studeerkamer ga ik gewoon alfagedrag vertonen en dan eens zien of de katten ervan onder de indruk raken. Nee, ik ben er helemaal klaar voor.
Ik denk dat er binnenkort betere tijden zullen aanbreken. Dat betreft niet een item als wereldvrede, belastingverlaging, extra geluk en gezondheid, nee, dat gaat over school. Ik tel de dagen alweer af, hoor. Over twee weken zit ik alweer te roddelen over de schaapjes die nu naar de vijfde klas komen, zodat ik een beetje weet wat ik kan verwachten. Betere tijden dus. Het ziet er veelbelovend uit. De schaapjes die de vijfde klas opnieuw doen gaan we natuurlijk op de gebruikelijke manier enthousiast verwelkomen. Ook mjammie. En de ooikes en rammekes die de zesde in één jaar gaan proberen te halen, daar moeten we erg zuinig op zijn. Die moeten we met alle liefde, zorg en aandacht omgeven. En een beetje de goede kant op rammen natuurlijk.
Inmiddels heb ik zelf alle boeken en teksten voor de klassen Latijn alweer uit dus ik had even niets te doen. Normaal gesproken wil ik dat dan zo houden, maar nu beving (verleden tijd van bevangen) mij de lust om me eens te verdiepen in WordPress. Nou, daar ben ik snel mee gestopt. Wat word je daar moe van zeg! Ik ben al geen licht met techniek, en dit is voorlopig ook weer even een brug te ver. Maar.... zeg nooit nooit. Ik moet alleen een geschikte domeinnaam zien te vinden. Wel eentje waarbij niet iedereen mijn superlatijn ineens kwijt is. Ik dacht aan superlatijn.eu. Mwah. Eens over denken.
Net was ik trouwens aan het mijmeren over de vakantie die dus nu bijna afgelopen is. Ik zat in mijn luie stoel (nou ja, ik was lui, die stoel natuurlijk niet: een soort van enallage zeg maar) en ging eens na wat ik allemaal voor activiteiten ontplooid had, zo vanaf 12 juli. Waarlijk, we zijn druk geweest met het kopen van een flat voor onze zoon. Allerlei dingen uitzoeken en doorrekenen. Spannend hoor! En ook hebben we samen gefietst in... Brabant. We hadden een B&B of zoiets in Oirschot, bij een varkensboerderij. Dat was te ruiken ook. Het was een zichtboerderij. Het kwam erop neer dat je overdag naar diezelfde varkens kon gaan kijken die je 's nachts uit je slaap hielden. Interactief showtje erbij, wat quizvraagjes en niet te vergeten het indrukmakende speelgoed voor de varkens. En een rondleiding langs de luchtzuiveringsinstallatie. Wij roken wel enig verschil tussen de niet-gefilterde lucht (=stank) en de wel-gefilterde lucht (minder stank). Maar verder werden we niet heel blij van de tour du porc.
Eén avond waren we zo gaar, dat we in de plaatselijke kegelclub zijn gaan kegelen. Kegelen is toch anders dan bowlen, daar kwamen we wel achter. Maar we konden onze agressiviteit perfect kwijt. Arme kegels... En we hoefden daar niet zelf te barbecueën, dat werd voor ons gedaan. Hoe goed kun je in de watten gelegd worden! We hebben ook nog met vrienden Oeteldonk bezocht, dat in de rest van het jaar (carnaval uitgezonderd) gewoon Den Bosch heet, 's-Hertogenbosch om precies te zijn. Een mooie tocht per boot gemaakt over de Oude Dieze, die voor een gedeelte onder de stad door loopt (die Dieze dus, niet die boot en ook niet die tocht).
Verder wat uitslapen, lekker eten, water drinken en dat was het dan wel weer. Maar geen ver Italië dit keer, al dan niet op de fiets, zoals Frank Kooijman (www.frankopdefiets.weebly.com). Al helemaal niet naar Nepal, zoals Jelle Boelsma (www.jelle-in-nepal.weebly.com), niet naar Griekenland, gewoon met het heerlijke weer in Nederland.
Tot zover over de betere tijden. Houdoe.
Vandaag is een memorabele dag voor mij. 24 juli 2016 zal ik niet snel vergeten. Ik ben er nog een tikje stil van, zeg maar gerust beduusd. Iemand zei vanochtend, out of the blue, tegen mij "Jij bent nog niet jarig mannetje." Volgens mij betekent dit dat iemand die dit tegen je zegt het liefste zou zien dat je je verjaardag helemaal nooit meer haalt. Ja toch? Dat je dus asap de pijp aan Maarten geeft, op zoek gaat naar de eeuwige jachtvelden, het loodje legt, het vaantje strijkt, het tijdelijke met het eeuwige verwisselt, de viool aan de muur hangt, de hoek omgaat dan wel onder de groene zoden gaat of je houten jekker aantrekt. Da's niet echt aardig, toch? Nee, dat vond ik nou ook. Ik sta nog steeds te trillen op de niet echt bescheiden uitgevallen pootjes.
Ik aan het analyseren. Taal, helemaal mijn ding (klinkt wat dubieus, maar het is een variatie op het boek van Paulien Cornelisse). "Jij bent nog niet jarig, mannetje" klinkt als een dreigement en dat komt - wie had het niet gezien? - door de indicativus pro imperativo. Tuurlijk! Dat Latijn komt overal in terug. Het is niet dood te slaan. Terug. Facebook doet dat ook, hè. "Al je geliefden hebben al 9 dagen niets van je gehoord." Op het oog gewoon een vaststelling, maar met een onderliggende toon. Zo van: zou je niet eens heel snel een nieuwe versie van je gebruikelijke onzin debiteren, want dit pik ik niet. Als jij niet heel vlot in de pen kruipt, zorg ik ervoor dat je je verjaardag niet haalt. Ai ai.
Soms zijn de mensen zich er niet bewust van dat ze taalkundig iets anders beweren dan dat ze bedoelen en dat komt vaak door de toon. "Dat doen wij hier niet" is er ook zo eentje. Krijg maar eens iemand die nog niet zo lang in Nederland is aan zijn verstand gepeuterd (op zichzelf al een uitdaging) dat zo'n opmerking negatief vermanend bedoeld is (hee, eikel, kap daar eens ff heel gauw mee, anders krijg je een mep voor je harses) en niet om alleen maar te constateren dat wij (?, wie zijn die wij?) een bepaalde actie hier (?, waar?) niet verrichten. "Doen jullie dat wel eens hier?" Ehm, nee, dat doen wij hier niet.
Bij vragen hetzelfde verhaal. Retorische vragen zijn zoals bekend een hobby van mij (Hee, wat doe jij in je vrije tijd? Parasailen? Mountainbiken? Tuba spelen? Nee, met retorische vragen rotzooien.). "Zou jij dat even willen opruimen, Jantje?" Nou, Jantje moet dan niet aankomen met "Nee, liever niet, mam."
Ik ben dus nogal taalgevoelig, dat blijkt. Vandaar dat ik ook wel eens de dubbele bodem in opmerkingen of vragen begrijp voordat de spreker zich die zelf realiseert. Heel komisch af en toe.
Ik zit er ook wel eens naast. Gelukkig zeg. Waar ik bij dit "Jij bent nog niet jarig, mannetje" in de stress schoot en niet verder nadacht, had ik ook twee seconden langer kunnen peinzen. Dan was ik er achter gekomen dat die "dreiger" gewoon gelijk had. Met "mannetje" zat hij er alleen qua postuur een tikkie naast, maar verder ben ik inderdaad nog niet jarig, nee. Dat is pas morgen. Leermomentje voor mij. Wat zeg ik nu weer? Nee, nee, ik ga niet in een strak leren pakkie bedenkelijke dingen doen nee...
Wat is er (verder) mis met mij? Momenteel bekruipt mij een vakantiegevoel. Dát is er (o.a.) mis met mij. Dat is de laatste dagen steeds aan de gang. Ik eet niet meer, slaap slecht, er kan geen humor meer af. Men kijkt mij thuis meewarig aan en als er iets is waar ik slecht tegen kan, dan is het wel meewarig aangekeken worden. Je kan me niet meer beledigen dan door mij meewarig aan te kijken. Ja, door een imperfectum voor een nominativus aan te zien. Maar dan is het mijn beurt meewarig te kijken.
Ik sta op een ongebruikelijk laat tijdstip op en ga ook op een ongebruikelijk laat tijdstip mijn mandje in, waar ik dan uren wakker lig. Piekerend, zwetend, malend. Ik kijk tv, ik zit als een zombie op mijn I-pad te klooien en pak dan vertwijfeld mijn telefoon op om te zien of iemand mij opbeurt. Niks. Ik kan natuurlijk wel Pokémons gaan zoeken, maar dan lijk ik net zo stupide als degenen die dat wel als een verantwoorde dagbesteding zien. Nee, zo wil ik nooit gevonden worden. Helemaal van het padje af, naar de einder starend, met een licht verwilderde blik in de ogen, 'Pokémon' prevelend, schokkend met mijn armen, met mijn zwempak aan of zo.
Ik denk (wat al mooi meegenomen is) dat ik school een beetje mis, die beestjes die daar rondlopen zeg maar, die leerlingen en collega's en zo, ik denk dat ik die een beetje mis. Het is pas 13 juli en ik verlang nu alweer terug naar de magere huiswerkattitude, naar de pseudobriljante opmerkingen, de telefoontjes onder de etuis, tussen de benen, achter de boeken en de daarbij behorende triomfantelijke blik van 'kijk mij eens durven'. Nu al mis ik mijn zeer gewaardeerde geslaagden, de een nog meer dan de ander, nu al betreur ik de promotie van de vijfdeklassers naar het examenjaar! Met die lieden zullen we eens even begripvol omgaan! Haha. Maar gelukkig krijg ik zo'n 117 proefkonijnen terug, van wie een paar het klappen van de zweep natuurlijk al kennen, maar van wie de meesten te maken gaan krijgen met de Vreselijke Hoon. Hee, daar krijg ik spontaan energie van! Ik gniffel nu al, ik denk dat ik toch maar weer ga eten. Slapen zal ineens ook weer beter gaan. Hoezo piekeren? Zweten? Mjammie. Malen? Ja, mijn koffiebonen, nou goed? Nu alleen die humor nog vinden. En zo'n Pokémon natuurlijk.
Bij diegenen die denken hedenmiddag de uitreiking van de diploma's in de Augustijnenkerk zonder emotionele shock te kunnen door komen breng ik in herinnering dat het programma begint met het gezamenlijk ten gehore brengen van het schoollied. Gezamenlijk wil in dit geval zeggen dat ondergetekende het Eia (niet te verwarren met lokaal 100) zal .. ehm .. proberen te zingen en dat hij veronderstelt dat er niet veel anderen in staat zijn de tekst adequaat mee te zingen. Met gezamenlijk valt het dus wel mee. Ik wil uw plezier niet op voorhand bederven maar het leukste is dat ik er nog nooit in geslaagd ben op het juiste moment te beginnen. Wat is namelijk de afspraak? Mevrouw Tonino bespeelt al vanaf een uur of 1 het orgel. Eerst een beetje eigen werk en Bach en zo, maar zo vlak voor het officiële begin speelt ze de althans voor mij (en haarzelf natuurlijk) herkenbare tonen van het Eia. Dan word ik aangekondigd en dan speelt mevrouw Tonino de eerste tonen, ta da da da da da da. En dan moet ik invallen waar - maar dat terzijde - afvallen een betere optie zou zijn. Maar omdat dat orgel zo langzaam gaat en ik natuurlijk retesnel ben, matcht dat dus niet. Nou, het is maar dat iedereen zich daar geestelijk op kan voorbereiden. Voor de rest kan er niet veel misgaan. Er zijn speeches, een hoop speeches. Geniet ervan. Je maakt dit maar één keer in je leven mee.
Donderdag de 7e juli is het weer zover. Dan vindt de traditionele Proclamatie eindexamens weer plaats. Vroeger noemden wij dat ook gewoon diploma-uitreiking, hoor. Maar ja, wil je je als gymnasiast nog een beetje onderscheiden dan doe je moeilijk waar het makkelijk kan.
Als je goed oplet merk je dat op meer vlakken. Van de brandweer moeten de tussendeuren in de gangen op een bepaalde manier open gaan bij calamiteiten (ongelukken), maar daar is goed over nagedacht. De een gaat naar de ene kant open, de andere naar de andere kant. Dus moet je op die deuren aangeven of je moet duwen of moet trekken, als je er tenminste langs wilt. Op zich handig als je in een noodsituatie (hè, bah, rook) in ieder geval de deur in tact (heel, in één deel) laat. Anderzijds merk je volgens mij snel genoeg of je hád moeten duwen of hád moeten trekken. Nou goed. Een bordje met duwen erop of zo had wel voldaan. Maar nee daar staat nu iets van Propellite (rammen met die hap) als je die deur niet tegen je neus wilt krijgen. Er staat Attrahite (rukken aan dat ding= de deur dus, hè) als je wel een bloedneus wilt. Dat is ook moeilijk waar het makkelijk kan.
Nou ja, zo kennen wij een claviger waar een andere instelling voor onderwijs een conciërge heeft. Wij hebben een conrector voor iemand die bijna de baas is, maar net niet helemaal. Met het fenomeen koffiekamer moeten we voorzichtig zijn. Medewerkerskamer kan: hij is voor alle medewerkers. Maar docentenkamer kan dus niet: niet iedereen die er binnentreedt (naar binnen loopt) is docent (onderwijzer). Ja ja, dat kan zomaar heel gevoelig (au!) liggen. Sommige collega's (medewerkers) krijgen daar behoorlijk acne (pukkels) van.
Maar donderdag dus dat feest in die kerk. Het belooft een mooie middag (post meridiem) te worden. Met fantastisch (heel goed, lekker) terrasjesweer buiten en vlammende (Kochiaanse) betogen (praatjes) binnen. Maximum (hooguit) één minuut. Haha (moet ik nog zien). De geslaagden dienen (moeten) in het zonnetje gezet worden (bejubeld, toegejuicht, een veer krijgen waar de zon nou juist niet schijnt) en dat gaat een paar uurtjes in beslag nemen (duren). Trotse ouders (pa en ma), zussen (omgekeerde van broer), broers (omgekeerde van zus), opa's en oma's glimmen van oor tot oor, als hun spruit (kind) toegesproken wordt door de mentor (beschermer, hulp, manusje van alles). En terecht. Ze hebben het verdiend.
Na de sessie (het gebeuren) in de kerk gaat er geborreld worden (coma gezopen, nee hoor...) en vinden de privé onderonsjes plaats (leuke gesprekken in bedanksferen) tussen geslaagden (mensen met het diploma (hét papiertje) en de cap met het touwtje aan de goede kant), hun ouders en de voormalig leraren (van vroeger). Ik verheug me op die borrel, niet vanwege de drank (ik drink alleen melk), maar vanwege die gesprekken. Ik word daar wel eens blij (verheugd, opgetogen) van omdat ik dan toch dingen goed gedaan blijk te hebben. Boost voor mijn ego (hup ikke).
Na die borrel gaan de vermoeide examinatoren (beroepszeikerds) eten in een nabijgelegen etablissement (een tent in de buurt). Daar gaan we dan echt helemaal los (niet vast) zodat we eloquent (welbespraakt, ehm, vol praatjes, suf lullend) bij het feest van de geslaagden aan komen. En daar, wat daar gebeurt moet diep geheim blijven. Natuurlijk geheim voor de lichting (groep) van de huidige (van nu) vijfde klas, die - het dient (mot) gezegd - voor een groot gedeelte naar de zesde klas bevorderd (over gegaan) is. Ik feliciteer (zeg goed gedaan jochie tegen) alle geslaagden en alle bevorderden van harte met deze prestatie (goede actie!).
Wij zijn dan vrijdag brak (beetje moe) en dan hoeven we alleen nog maar te vergaderen en rapporten (cijferlijstjes) uit te delen in weer een andere kerk. Komt goed.
Het klinkt desastreus, het einde van het jaar, alsof ik al in kerstsfeer ben en me suf gekocht heb aan vuurwerk, maar ik bedoel gewoon het einde van het schooljaar. Dat is het bijna en vandaar dus de titel. Valt reuze mee met mijn beheersing van de logica. Eerst wilde ik over de Brexit een beetje quasi actueel doen, maar ik kwam niet verder dan het beeld van die mevrouw die, gevraagd om haar mening, aangaf in het Brexitkamp te zitten. “Out”, zo sprak zij gedecideerd. En toen men haar vroeg waarom, sprak zij de gevleugelde woorden “gewoon, omdat ik dat wil”. Als die reden maatgevend is voor de Brexitaanhangers zijn we misschien niet heel slecht af zo zonder the UK.
Voor onderwijsmensen is het neem ik aan een bekend tafereeltje. Allerlei leerlingen die jou normaal gesproken wel kunnen schieten omdat je iets in hun ogen onaardigs gedaan hebt, ze les geven bijvoorbeeld, komen nu poeslief bij je flemen. Ze hebben dus iets van je nodig. “Jee, wat was dat een kuttoets zeg” verandert spontaan in “hallo, mag ik binnenkomen? Ik wil even mijn waardering uitspreken voor de geweldige toets die ik hedenochtend onder uw bezielende leiding heb mogen maken.” Dat klinkt toch anders.
Ineens wordt er braaf op de deur geklopt vóór het betreden van de kamer, en wordt ook diezelfde deur niet bij het verlaten van de ruimte in opperste frustratie dicht gesmeten. Plotseling wordt er met twee woorden gesproken en krijg je bij van alles en nog wat gelijk (ja meneer, inderdaad meneer, zeker weten, meneer, zo had ik er nog niet tegen aan gekeken, meneer, kwijl, kwijl, slijm, slijm). Je mag in één keer wel een pepermuntje van ze opeten, terwijl je toch al het hele jaar uit je bek meurt. De deur wordt in alle gangen voor je open gehouden en waar hij eerder in het jaar dan net op het juiste moment weer los gelaten werd zodat je hem vol op je toch al kleine neusje kreeg, wordt hij nu pas keurig en behoedzaam dichtgedaan als je voorbij bent. Zien ze je aankomen, dan worden de petjes al van het hoofd af genomen.
En ook de andere schoolregels blijken plotsklaps tot die botte hersenpannetjes te zijn doorgedrongen. Ze komen niet meer te laat (ik heb het nu wel geleerd, meneer, zeker na dat bezoek aan die leerplichtambtenaar), sterker nog, ze komen zich vroeg melden! Zonder discussie! Ja, Jantje, nu moet je nog vier keer. En waar Jantje eerst giftig keek, zijn denkbeeldige dolk trok en los ging op de arme functionaris, komt er nu een bedeesd “dat is goed, meneer. Ik had het even niet goed gezien.” “Jee, Jantje, heb je koorts of zo?” Rotzooi die ze in maart op de grond gooien met een triomfantelijke blik van “eens even kijken wat ie nou doet, de schlemiel” wordt nu, en nog niet eens door de oorspronkelijke bezitter, van de grond gehaald en demonstratief in een volle prullenbak gedeponeerd c.q. geduwd.
Vrijdagmiddag is het, zelfs na het strafuur, “Fijn weekend, meneer!” en maandagochtend word je verwelkomd met teksten als “Lekker weekend gehad, meneer?” Ze vormen nog net geen erehaag, maar misschien is dit via deze weg een aardig idee. Gratis!
De stank van sigaretten en andere rookwaren (zullen we maar zeggen) is ook ineens vrijwel weg en je ziet zo her en der wat studieboeken op tafeltjes en schoten liggen. Nog even later komen er ook van de ouders bedankjes en complimentjes zodat je er even aan gaat twijfelen of ze wel de goede persoon voor zich hebben. Nou, dat hebben ze hoor. Maar ja, er is een toetsweek, en er moeten nog cijfers behaald worden en als die nu tegenvallen, wat dan?
Het doorlezen van het bevorderingsreglement is van september tot en met eind mei geen enkel probleem (doen we niet namelijk), maar een maandje later staan er ineens allerlei gekke dingen in. O, dus je mag geen drie vijven hebben? Nee, je mag geen drie vijven hebben nee. Dus als jij toevallig wel drie vijven hebt, vrind, dan ben je de sjaak, want dan word je zoals dat zo mooi heet “besproken” in de vergadering. Heel kort meestal. En als ik nou beloof dat ik volgend jaar heel hard ga werken? Prima, moet je zeker doen. Want dan ga je volgend jaar wél over.
Het absolute toppunt van de diverse charmeoffensieven wordt gevormd door een doos Merci in je postvak. Mijn advies aan alle collega’s is om dat postvak echt tegen het einde van het jaar leeg te hebben, want dan past alles er tenminste in. De flessen wijn, al dan niet met kaartjes en zwoele teksten, de zeepjes, de boeken niet te vergeten, de ludieke vouchers voor een heftige reep chocola of een theetje in een regionale theetuin, het wordt allemaal in je bakje gemikt. En wat nooit in een postvakje past, een boeket bloemen of zo, dat wordt ineens thuis bezorgd. Ik doe nooit open hoor, als ik zo eind juni iemand met bloemen voor mijn deur zie staan. Ik vertrouw dat voor geen meter. Want neem je die dingen in al je onschuld van de bezorger aan, dan moet je van goeden huize komen wil je dan tegen de bijbehorende leerling zeggen: ja, joh, rot voor je, maar het is niet gelukt dit jaar. We denken dat het goed is als je het jaar opnieuw gaat doen. Want dan vraagt ie straks de chocoladerepen terug. Of de blommen. Dus kun je beter geen enkel risico lopen.
Heerlijk die aandacht
Vandaag is het vaderdag en dat maakt me volgens Facebook een gelukkig man. Heel internet weet dat ik vandaag extra in het zonnetje gezet word want op alle sites die ik bezoek komen suggesties voor cadeautjes langs die mijn geliefden aan mij zouden kunnen geven. Dat vinden ze fantastisch want ze zouden zelf geen idee hebben wat ze aan me moesten geven.
Ook mijn vrouw heeft geen idee waarmee ze me kan verrassen op deze mooie dag (nou ja, ik wel), dus kijkt zij op internet. Nou, dan is het niet moeilijk meer. Ontbijt op bed, een leuk overhemd, mooie roze schoenen, een aantrekkelijk arrangementje in de sauna, een fraai polshorloge van één vierkante decimeter. Een nieuwe balpen, met mijn naam erin gegraveerd! Wauwie. Een leuk boek. Boek? Wat is een boek? Nou ja, la maar gaan. Een boek! Jippie! Wel eentje over de oudheid want ik ben gek op cultuur, zoals iedereen weet. Maak mij maar wakker voor cultuur hoor!
Nee, een cult-uur lijkt me nog wel wat. Zo’n lesje waarin de heilige Hoon van de Superlatijn-hemel-op-aarde verheerlijkt wordt als een held. Vroeger had ik een paar zotten in de klas, mentorleerlingen van mij dus, die elke pauze stroopkoeken bij mij kwamen afleveren. Kan tegenwoordig niet meer, want .... staat in een protocol. Protocol, protocol, je kunt als organisatie niet meer zonder protocol. Zo! Enfin, ik was formeel hun mentor en zij hadden humor. Dus ze hadden een zeer bedenkelijke cultnaam (Spermaflex Maximus) voor mij en het ging dan zo, dat ze met hun handen op hun rug (wie kent het beeld niet van het Sinonverhaal bij Vergilius?) wachtten tot één van hen ten overstaan van mij dan die vrij brede stroopkoek in de mond van de ander schoof. Probeerde te schuiven, want die dingen waren echt breed, toen. Cultus van Nerakatsi, onder ander gecultiveerd door Nijtram Dulli en Nafets Elli. In hun kielzog gevolgd door Nemrah Alli. Wie er in slaagde dat ding over de volle breedte in de mond te houden was de ware Hoon-adept. Pueri perilia tractant zullen we maar zeggen.
Tja, ook toen was ik al gelukkig. Het mooie was dat die gasten lol hadden in Latijn en een complete redevoering, in het Latijn, uit hun hoofd leerden en die dan en plein public voordroegen, compleet met mimiek, oogcontact en de hele mikmak. Ik kom ze nog wel eens tegen en verdomd als het niet waar is, ze kennen hem nog steeds uit hun hoofd. Daar word ik dan zo blij van! Quoniam nemo surgit alius, zo begon het.
Maar goed, geen enkel probleem meer om iets te vinden dus waarmee ik extra gelukkig gemaakt kan worden. Maar weet je waar ik superlatijngelukkig van word? Van aandacht. Ha! Ik zit ook echt om aandacht verlegen en daarom schrijf ik wel eens iets op deze pagina, want dan word ik opgemerkt. Dan krijg ik likes en voor een like ga ik over lijken (alleen de hele goeden merken de assonantie op hier). Dat is een boost voor mijn bescheiden egootje. Ik hoef helemaal geen drugs, I shoot likes!
Opgemerkt worden, ik zou er een moord voor doen. Over een jaar of twintig blijkt men daar dan toch een fout mee te hebben gemaakt en dan kom ik weer vrij.
Bij LinkedIn word je ook wel eens opgemerkt. Dan krijg je zo’n berichtje “U wordt opgemerkt”. Ga je daar kijken, heeft iemand per ongeluk je naam ingetikt. Kan gebeuren. De Hoon, Van Puffelen, het zit dicht bij elkaar. Die is zich dan helemaal het leplazerus geschrokken van die rotkop van mij en is toen weer gauw doorgegaan met zijn werk. Maar ja, dan is het leed al geschied. En dan krijg ik dus een berichtje. Opgemerkt. Pfffttt.
Er zit een opbouw in dit verhaal (niet iedereen heeft dat door) en het belangrijkste heb ik voor het laatste bewaard.
De laatste week is het qua aandacht één groot feest, maar dat geldt dan niet aandacht voor mij maar de aandacht die anderen trekken. Zo zijn er de vele geslaagden op mijn schooltje, die alle aandacht verdienen die ze krijgen. Ik ben enorm trots op alle geslaagden en ik baal mee met de niet-geslaagden. Die hadden zich de komende tijd toch anders voorgesteld. Toch hebben alle leerlingen, en heus niet die alleen op mijn school, lof verdiend voor het harde werken.
De komende week staat in het teken van herkansingen en herprofileringen. Voor Latijn heb ik er goede hoop op dat het allemaal gaat lukken. Fiona, Tjenne, Amina, ik wens jullie heel veel succes: moet lukken! Paulien die met Latijn nog een cum laude in de wacht kan slepen (en een mentorleerling van mij is!!), ik wens jou ook superlatijnveel succes. Je gaat het voor elkaar boksen. En de anderen die Latijn herprofileren, Mathijs, Olaf, Aimée, Belkisa, Min: doe gewoon je ding, werk er hard voor en dan moet het lukken. Heel veel succes! En dan zeg ik: ik like jullie allemaal. De aandacht komt dan waar hij terecht is. Dixi.
Al mijn gewaardeerde zesdeklassers zitten in de zenuwen, ze zweten peentjes, ze bijten nagels, ze kunnen niet meer eten, ze shaken als een verlopen rockzanger, ze vertonen de meest uiteenlopende spontaan ontwikkelde tics, want…... overmorgen is de uitslag van het examen. Ik zie dat een beetje voor me, zo’n donderdagje in het leven van een examenkandidaat. Laten we hem Caesar noemen. Julius van zijn voornaam.
Ik sta ’s ochtends nou eens even niet op de gewone tijd op, uurtje of 12, half 1, maar zo tegen achten. Want ja, om 8 uur gaat de CITO-winkel open en dan worden de beruchte N-termen gepubliceerd. Daar krijg ik nog geen push-bericht van dus moet ik echt mijn drie smartphones checken. Niet eten, want dat kan later wel. Ik ga niet douchen, ik behelp me wel met mijn busjes deo. Waar zitten die krengen ook al weer? O ja, in mijn rugzak, bij mijn spiekbriefjes. Even mijn lichaamseigen geur maskeren.
Bliep bliep. O, acht uur. Shit, nu al. Op school is het ook ineens 8 uur en dan ben ik weer eens te laat. CITO, vwo-examen, eerste tijdvak, hebbes. O, nou ja, ehm. Focking N-termen, wat heb je er aan? Nou goed, met die N-termen weet ik nog niet zo veel want ik weet m’n scores niet.
Hee, daar wordt aan de deur geklopt. “Ben je al zenuwachtig, Juul?” Domme vraag, dus gewoon dom antwoord terug geven. “Nee, trut, ik vind nagels gewoon lekker.” Zo, daar heb ik nu even geen last van. “Zal ik een kopje thee brengen? Ontbijtje? Eieren met spek? Jus d’orange?” Mam, donder op, ik heb al vitaminen genoeg op mijn hele leven. “Ja, ja, ik hoor het al, je bent al zenuwachtig. Kees, hij is echt zenuwachtig hoor! Ha ha, dat waren wij vroeger ook, hè schat?” Mam, pap, mijn vriendin ligt hier voor het eerst boven op me, kunnen jullie even ergens anders gaan genieten, dan doe ik dat ook.
Zo rond elf uur bedenk ik me dat ze nu bezig zijn op school. Bezig aan mijn alles, aan de levensbepalende vaststelling van mijn eindcijfers. Ik kan even nergens anders meer aan denken. Bah, ik word echt wat nerveus. Stomme N-termen. Waarom heten die stomme dingen eigenlijk zo? Nare termen? Zal ik Marcus (Antonius bijvoorbeeld) eens ff app’en? Misschien dat die al iets weet. Die weet meestal nogal wat dingen. Niet specifiek van school, maar dat doet er ff niet toe. Nee, hij weet ook nog niks. Nog maar even gamen dan. Ik kan niet zonder computer.
Jee, drie uur al, ik knijp hem nu als een ouwe dief. Al 27 keer naar de plee geweest, met resultaat. Daar wel. Mijn ouwelui zijn maar boodschappen gaan doen. Of zouden ze al iets gehoord hebben? Dat ze slingers zijn gaan kopen of zo, of opknooptouw? Barbecuevlees anders? Ik hoop wel dat ze op tijd terug zijn, voor als ik straks gebeld word en eventueel opgevangen moet worden.
Vier uur. Daar komen ze weer thuis. Ik jank van geluk. Mijn telefoon gaat. Onbekend nummer. Ai ai ai, oei. Ik durf niet. Ik tril als een rietje, ik beef als een espenblad, ik word gek, ik moet een sigaret. O nee, ik rook niet. Wie is het? Ik druk en schuif wat met mijn schermpje ik neem op). Ja, met Caesar, Julius Caesar. Mijn foon lazert uit mijn handen. Ik hoor niks. Wie is het? Met wie? Mijn mentor? Heb ik die dan? Ik ben wat? Wat? Echt waar???
Journalisten zijn haaien? Men zegt vaak tegen mij dat ik eens wat meer moet provoceren. Ik ben kennelijk niet bot genoeg. Nou, vandaar deze titel. In de hoop dat ik hiermee ernstig provocerend overkom. Als het niet zo is, gewoon laten weten hoor, dan ga ik echt mijn best erop doen.
Die titel komt natuurlijk wel ergens vandaan. Nou, daar gaat ie. Ik kijk wel eens tv, en dan valt me wel eens iets op. Gewoon, dat ik ineens denk: hee, dát is apart! Zo ook met het interviewen van sporters die net een vervelende ervaring hebben gehad. Dat katapulteert zo'n wielrenner zich in een muur van sneeuw, terwijl hij nou net een heel goede positie had om laten we zeggen de Ronde van Italië te winnen. De giro (djieroo voor de leken) heet dat dan. Dus die gozer raakt gewond, ploetert nog wel dapper voort, maar verliest zijn voorsprong in tijd en dus zijn roze trui. Eigen stuurfout, allemaal duidelijk. Komt ie aan de finish. Elleboog kapot, zonnebril scheef, trui naar de haaien (toeval dat dit woord weer voorkomt), voorsprong en eindoverwinning ook naar de knoppen. Klotenhumeur natuurlijk. Logisch. Komt zo'n interviewer een microfoon onder die gast zijn neus houden. Ja, Steven, dat is nou wel erg onhandig van je geweest, hè! Vertel eens, wat gaat er allemaal voor grafemotie door je heen? Zou je nu niet liever ter plekke van die brug daar af springen, joh, Steven? Kun je nou nog wel bij 't vrouwtje thuis komen, Steef (even sarcastisch amicaal doen)? Die kapitale stuurfout van je, je gaat me toch niet zeggen dat dat door je verslaafde mecanicien komt, hè? Dat heb je toch gewoon zelf zitten verkloten? Heel Nederland heeft gezien hoe jij de feeststemming hebt vergald door je idiote actie, wat doet dat met je? Die ronde van Frankrijk, daar ga je je hopelijk niet weer zo belachelijk maken, toch? Wij hebben even voor je gerekend en je staat nu precies 1 minuut 43 achter. Tja, Steven, dat kun je wel schudden nu, hè? Dat gat rij je nooit meer dicht.
Nou, vooruit. Hup, lekker naar je hotelkamer, badje nemen. Piesen in het potje voor de dopinginspectie zal wel niet hoeven voor jou, hè lekkere roze looser van me.
Nou, zo moeten wij leraren dat eens doen. Een leerling die nog net niet over is en die een week vrij heeft genomen van zijn bijbaantje om te leren voor een allesbeslissende toets, daar gaan we eens even stoer op af. En dan zeggen we: nou, Sjef (die hebben we volgens mij niet op school, dus kan hij zich ook niet aangesproken voelen, ik provoceer niet graag), dat was me de toets wel, zeg! Ik zag nogal wat witregels op je papier, was dat bewust? Je keek er ook wat wanhopig bij. ik dacht nog, die zal toch zeker nu zijn best wel doen! Maar dat is er dus niet van gekomen? Sja, misschien moet je dan inderdaad ook maar mikken op een vaste plaats bij de PLUS of zo. Dit gaat hem niet worden, mien jong. En dat ligt natuurlijk aan jezelf, niet aan mij. Denk je dat je ouders dit kunnen waarderen, zo'n jaartje extra? Problemen thuis? Ja, nu wel ja. Dat was niet bijster snugger dus, Sjef. Ach weet je, het kan nog beroerder hoor. Ik heb net het werk van de vijfde klas na zitten kijken. Nou, die komen aardig in jouw buurt. Joh, misschien is dit gewoon geen school voor jou. Al dat leren, al die toetsen, al dat huiswerk. O, dat doe je eigenlijk nooit? Wat dat is? Ik heb de oplossing voor je, Sjef. Weet je wat jij moet gaan doen? Jij moet gaan wielrennen! Gewoon professioneel. Leuk truitje aan, strakke legging aan, stoere bril, gaan met die banaan. Komt helemaal goed. Toch nog goed, bedoel ik.
Omdat ik nu erg druk bezig ben, ben ik in de war. Ik ben nooit druk met iets en nu zit ik ineens 55 examens na te koekeloeren. Dat is wel een koud bad, het koekeloeren op zich. Nou goed, daarom kom ik dus niet toe aan het schrijven van een bericht voor mijn trouwe volgers! En weet je, Mark Z.? Dat is dan maar ... zie potje onderaan! Dat interesseert me nu even geen lor, ehm biet (van lor kon ik niets vinden). Hee, ik merk dat ik zowaar assertief begin te worden op mijn oude dag. Ach, interesseert me geen ene f**k (geen plaatje van te vinden op internet)! Toedelodoki, en tot over een paar dagen weer!
Iedereen snapt dat deze woorden alleen bedoeld zijn om lezers, liever nog likers te lokken (de alliteratie kan maar weinigen ontgaan). Het examen kent immers geen lusten en eigenlijk alleen maar lasten. Je zit, als examenkandidaat dan, niet voor je lol 3 uur een proeve van je bekwaamheid te geven, en dat voor minimaal 7 vakken en gedurende twee weken. Kom op zeg, het is afzien, ploeteren, buffelen, bikkelen! Kortom, met de lusten valt het reuze tegen.
Maar dat geldt niet voor de surveillanten! Jullie weten dat ik het liefste helemaal niets doe. Nou, dat moet de roostermaakster ook geweten hebben: een surveillant mag geen werkzaamheden verrichten! Haha! Dat is dus een klus voor De Hoon, El Hoon! Ik mag me toch een hoop surveilleren! Heeeerlijk! Niets doen en dat ook nog eens OMDAT de baas het zegt!
Goed. Dan zit je daar te surveilleren, dus een beetje naar de arme schaapjes te kijken die keihard aan het werk zijn, sommigen zelfs voor het eerst van hun prille leventje. Dat observeren levert al een hoop vermakelijks op. Zenuwtrekje hier, gefrons der wenkbrauwen daar. Steun, zucht. Alsof het leven in een theatershow aan je voorbij trekt. Sommigen zitten in de klas niet wezenlijk anders dan in de examenzaal, anderen zitten onderuit alsof ze gewoon thuis op de bank naar Comedy Central hangen te kijken. Ze zijn van alle gemakken voorzien. En dat brengt me op het grappigste van dat surveilleren.
Stel je voor. De kandidaten mogen sowieso een woordenboek der Nederlandse taal hebben. Bij een examen van een andere taal (zoals vandaag Engels) mag er dus ook nog een Engels-Nederlands woordenboek op het tafeltje liggen. Een gewoon woordenboek, met normale afmetingen dus. Vandaag zag ik er eentje dat 20 cm dik was en zo te zien 10 kilo woog. Sterke actie, Sarah!
Maar goed. Dan ben je er nog niet natuurlijk. Een flesje water, nog weer een ander flesje met een vage substantie, roze, groen, geel, donkerrood, ik heb alle kleuren van de regenboog gezien. Een paar bananen, trommeltjes met druiven erin en nootjes, appels, Snelle Jelle's, koekjes, blikjes energydrink (je bent heus niet de enige, Sanela...). Dat heb je inderdaad allemaal nodig als de kennis eventjes weg gezakt is.
Dan ligt er natuurlijk ook het nodige papier op het tafeltje. De examenopgaven (haha, bij Latijn heb je een tekstenboekje en een opgavenboekje), kladpapier en het dubbelgevouwen papier waarop je het examen daadwerkelijk maakt (grappig dat sommigen er pas op het examen achter komen dat het officiële papier dubbelgevouwen is). Pennen, reservepennen, blauw, zwart, groen, potloden, gummetjes, geodriehoeken en zo completeren de teringzooi op het arme examenzaaltafeltje. Goed, het staat allemaal niet ter discussie, het mag gewoon allemaal op tafel liggen.
Maar dan.... Het moment waarop elke surveillant meesmuilend wacht. Het gemaakte werk moet natuurlijk ingeleverd worden. En je wilt maar één keer die gang naar buiten maken, natuurlijk. Gniffel, gniffel, gna, gna. Eens kijken hoe die dat gaat doen... Twee woordenboeken op elkaar, lukt dat net wel of net niet om je hand eromheen te vouwen? Nee, het lukt net niet. Dan maar één woordenboek naar de rand schuiven, vastpakken en met de andere hand het andere woordenboek erop laten vallen. Oei. Eerst die andere hand even leeg maken, want daar zat het trommeltje nootjes in. Oké, gelukt. De woordenboeken rusten nu op één hand. Shit. Wel wat zwaar. Hoever is het lopen naar de hoofdsurveillant? Trommeltje kan ik net met mijn andere hand pakken, maar misschien toch eerst de pennenzooi pakken. Die zijn kleiner. Ene flesje onder de ene arm doen, andere flesje onder de andere. Briljant idee, maar dan toch maar even die woordenboeken neerleggen en dat trommeltje. 's Even kijken hoe ik dat nu met dat papier ga doen. Ehm, ja. Flesje links, flesje rechts, woordenboeken links, trommeltje er boven op, papier in de andere hand en langzaam naar voren struinen. Voorzichtig lopen en... armen stevig tegen de zij aan gedrukt houden. Anders flikkeren die stomme flesjes weer op de grond. Het leven van een surveillant kan zo mooi zijn!
Pfft, gelukkig is het examen nederlands er op. Ik irriteer me altijd matenloos over dat geklaag. Hun maken zo’n examen ook niet gewoon zomaar uit de lucht, hoor. Ik hoorde hier een meisje over die zich geloof ik niet echt beseft over de moeilijkheidsgraat om een examen te doen. Nou, zei liever als mij dan. Als iedereen nouw gewoon is de mouwen uitsteekt en wat minder zeurd is het enigste dat je hoeft te doen je best. Ja toch, nie dan?
Hoewel deze titel ongeveer als mijn 7e voornaam zou kunnen gelden - ik heb al vaker aangegeven dat ik van nature een beestachtig lui wezen ben - is het deze keer toch niet helemaal de bedoeling daar opnieuw de aandacht op te vestigen. Nee, ik heb de euvele moed gehad tijdens mijn langdurige periode van inertie (lastig woord, maar het heeft te maken met Latijn, iners is een samenstelling met ars - met één a dus - en een ontkennend prefix, in-, en inertie betekent dus luiheid, traagheid) ook nog eens een keer extra niks te gaan doen. Niks niks dus, niks in het kwadraat. Echt nul, nada, noppes, niente. Dus ikke naar Spanje. Kijk, dat ga ik natuurlijk niet van tevoren allemaal op Facebook knallen, anders krijg je daar toch allemaal minder gewenste reacties op.
Hoe dan ook, vliegtuig gepakt en hop, samen naar Andalusië. Lekker eten daar, voor weinig geld ook, een glaasje melk erbij, zonnetje, ik kwam mijn tijd wel door. Zeer tegen mijn gewoonte wat aan cultuur gedaan, want ja, je moet toch bij terugkomst de blits kunnen maken met wat je allemaal bezocht hebt aan musea, beelden, en andere zooi, al was het alleen maar om daarover te kunnen opscheppen tegenover mijn slachtoffers.
Eenmaal terug stond er weer werk op het programma, namelijk met Tim en Kevin naar Italië voor het Ciceroconcours. Nou, daarover weet iedereen alles al: het Certamen was helemaal niet dood, het leefde en bruiste als nooit tevoren, alleen hebben ze nog steeds een tekort aan geld daar. Daardoor lijkt het toch een beetje dood. Ik probeer hier een link naar een filmpje te zetten maar dat lukt niet. Waarom? Omdat ik daar op voorkom! Tuurlijk!
Aan grenzeloos zelfvertrouwen geen gebrek hiero. Kijk maar gewoon bij Fabrizio Casinelli op Facebook en dan zie je een filmpje waaruit blijkt dat ze de leraren (die daar - terecht - professore genoemd worden! Jippie!!) op het Certamen in het zonnetje hebben gezet. Laat ik zeggen dat dit het 36e certamen was en dat ze nu al op dat idee gekomen zijn. Ik ben er nu 19 keer geweest (ik was daar 19 keer dus, ik ben niet 19 keer dood...even voor alle duidelijkheid) en nu krijgt de professore De Goon (H kunnen ze lastig uitspreken), Marco (o wat erg, Marco in plaats van Marc, snik, snif) de Goon zelfs een testimonium van goed gedrag dat hij voor heel televisiekijkend Italië voor zich uit moet houden. Alsof ik een soort van boete doe.
Ach. Kevin en Tim zijn weer gedeeld elfde geworden, dus dat is een puike prestatie. Ik ben trots op die gasten, gewoon alleen al omdat ze het aandurfden met mij mee te gaan. met mij raak je zo de weg kwijt. Weet je, ik kan niet zo goed kaart lezen (ik ben inderdaad ook geen waarzegster nee, haha...) waarmee ik bedoel dat ik de weg nog kwijt raak als ik van lokaal 116 naar lokaal 117 loop. Dus besteedde ik die taak uit aan Kevin en Tim, hen onder een waterval van loftuitingen bedelvend. En ook dat deden ze perfect!
Al die tijd, die twee weken lang heb ik dus niks in het kwadraat gedaan. Heerlijk, ik ben er wel van uitgerust. Dolce far niente, doe mij maar twee melk en een pizza.
Voordat iemand zich in een pseudogeestige bui een overmoedige (hybris kills you, just like smoking) opmerking permitteert over alweer een retorische vraag geef ik bij dezen aan dat dat vraagteken er automatisch kwam te staan nadat ik deze titel bedacht had. Zomaar. Oké, ik drukte wat toetsen tegelijkertijd in, dat wel.
Facebook gaat tegenwoordig wel erg ver met het automatiseren van mijn wil. Ik denk dat de Facebookmoderator (wat trouwens een aardig suffix is van Latijnse origine, moderator) het idee heeft dat ik journalistieke ambities heb. Dat ik daarom zo'n titel verzin waar hij, of zij (moderatrix wordt het dan), dan meteen maar een vraagteken achter dumpt. O, dat is tie vergeten. Ik doe het wel even voor hem. Net als die monniken vroeger, bij het overschrijven van handschriften van weer andere monniken, bedachten dat hun voorganger wat hadden zitten klunzen en alvast maar wat verbeteringen in de tekst aanbrachten. Soort van spellingscontrole 3.0.
Haha, trouwens wel grappig dat sommige leerlingen ook teksten overschrijven. Van anderen (die dan even handig gaan zitten, of zich even klein maken) of van een briefje (nou ja, briefje. Twee A4-tjes in lettertype Arial 14 is geen uitzondering) in een etui, in een - schandelijk! - woordenboek Latijn-Nederlands vastgeplakt (ja, met sellotape!) of van hun hand, dijbeen, bovenarm. Enfin, ik zal je de meest afwijkende plaatsen waar ooit hele vertalingen geschreven waren maar besparen. Laat ik zeggen dat het de hele discussie over spaghettibandjeskleding, die al dan niet toegestaan zou moeten zijn, in een heel ander licht geplaatst zou hebben. Als je dan zit te surveilleren en je ziet hoe iemand dan heel "onopgemerkt" een kopieerhouding aanneemt (hand voor het voorhoofd, haren los hangend voor het voorhoofd, dat soort dingen) dan heb je wel eens de neiging het te laten gaan om erachter te komen hoever ze gaan. Heerlijk! Zo naïef.
Maar nog even over die vraagtekens dus. Gek dat men in Spanje (daar was ik laatst voor mijn werk, ja ja) ook vraagtekens kent maar die dan op zijn kop neer zet, en niet alleen achteraan een zin maar ook ervoor. Ik heb er een plaatje bijgevoegd voor degenen die het niet begrijpen. Plaatjes vinden heel veel volgers van mij leuk. Dat zeg wat over die volgers maar ook over mij. Jemig, hoe moeilijk kan het zijn, zeg! Nou goed.
¿(!) Waar was ik ook al weer? Mijn zogenaamde journalistieke ambities. Helemaal niet, dus hè. Dat het Ciceroconcours bijna finito lijkt (lijkt!, niet is, lijkt!) leek mij een mooie invalshoek om eens een keer iets serieuzers te debiteren dan normaal. Kijk, ik ga dus met Kevin en Tim naar Italië, naar Lazio, naar Arpino zelfs. Daar is die kerel geboren van wie zij, niet ik dus, een lange moeilijke tekst moeten vertalen én becommentariëren. Die (vent, niet tekst) heet Marcus Tullius Cicero. Daarvoor hebben de beide heren intensief getraind en ze gaan het er ongetwijfeld goed van af brengen. Ze worden minimaal gedeeld 11e. Er zijn namelijk 10 prijzen te verdelen, voilà. Ik denk dat deze mannen meer in huis hebben en dat ze in de prijzen kunnen vallen. En daarmee wordt het Ciceroconcours weer nieuw leven ingeblazen.
Het Certamen Ciceronianum Arpinas: ¿is het op sterven na dood? ¡Nulla via!
Kom op met die cholesterol (dat is de titel; ik gebruik nu eens een keer een titel; later ga ik ook experimenteren met een foto, alleen moet ik die eerst nog maken) Nou goed. Witregel.
Normaal gesproken ben ik nooit zo extravert of mededeelzaam of zo, maar nu moet ik toch even iets kwijt. Het leven van een docent sukkelt een beetje voort totdat er zich opvallende dingen voorvallen, soms zelfs min of meer leuke dingen. Afgezien van het uitdelen van wat onvoldoendes en wat nakomstrafjes moet je toch ook uit andere zaken je pleziertjes halen. Nou, ik ga je niet langer in spanning houden, de spanning die natuurlijk om te snijden is.
Eind vorige week was ik op vrijdag een beetje het cultuurbeest aan het uithangen. Een beetje dus, want ik ben wat haar en cultuurdrift mager bedeeld. Kijk, ik vind cultuur allemaal prima, maar het moet ook nog een beetje geinig zijn. En een beetje goed voor het imago kan ook geen kwaad. Ikke naar het Energiehuis. Nou, dat is al 750 meter fietsen, dus voor mijn gevoel ben ik dan al lekker goed bezig. Maar in dat Energiehuis was een voorstelling over Troje, liever gezegd over Trojaanse vrouwen die met elkaar zitten te mekkeren over Hektor. Dat waren jonge speelsters en die deden het hartstikke goed. Ze speelden allemaal verschillende rollen. Nou oké. Maar in dat muziekensemble op de achtergrond zat me daar toch een leerling van mij op de dwarsfluit te spelen! Wauw. Keigoed was die Saskia.
Toen ik na 93 minuten en 31 seconden aan mijn culturele verplichtingen voldaan had en met een heerlijk glas ehm.. cola weer 750 meter terug fietste dacht ik alles aan te kunnen. Zelfs mijn voorlampje deed het.
Ik dus maandag weer braaf naar school. Wie schetst mijn verbazing toen nota bene die leerlingen die bij mij op de kamer plegen te darten in plaats van examentraininkjes te volgen - ik zal nog steeds niet vertellen wie het waren, maar eentje staat op een kruk en de ander is altijd in haar kielzog te vinden - mij uitnodigden om mee te gaan wokken! O ja, en bowlen.
Woensdag, gisteren dus vond dat festijn plaats, in Papendrecht, onze metropool aan de andere kant van de brug! Jemig de pemig, ik had wel gedacht dat ze berekenend waren maar dat ze op die manier hun cijfers nog een beetje op probeerden te krikken, dát vond ik wel erg doorzichtig. Kortom, ik ben dus mee gegaan voor het eten. En het was echt reuze gezellig! Ik ben zo blij dat ik mee mocht, zo blij als Churandy Martina, en dat is héééél blij. En midden in het feestgedruis, aan tafel dus met volle borden Chinese zooi, kwam het hoogtepunt van de avond. Arme Ties kwam met zijn zoveelste wagonlading toetjes aan lopen. En toen kwam de normaal superstille Fiona even uit de hoek: lekker voor je cholesterol! Kijk, zo pak je dat aan met die veelvraten! Of het was haar manier om te laten zien dat ze wel wat zag in de superbowler! Hulde voor de organisatie door mevrouw Spelbrink. Dat eten daarzo in Wok Planet & The Bridge, keigaaf! Jippie, morgen weer. O ja, hieronder zie je als het goed is een bowlingbal en in die gaatjes moet je wat vingers proppen en dan die bal richting kegels keilen. Niet zoals Suzan zittend op de baan, maar gewoon.... in the flow. Zoals Elmo, Popo, Tokkie.
De laatste week voor de meivakantie gaat morgen beginnen. Ik heb helemaal geen zin in vakantie, maar ja. Het mot. Net nu het weer drukker wordt op school moeten we 14 dagen ontspannen. grrr. Niet darten, geen leerlingen in hun kraag vatten, geen toetsen nakijken, geen vergaderingen, bah.
Gelukkig mag ik ook tijdens mijn vakantie werken. Ik ga namelijk voor mijn werk, dus samen met leerlingen, naar Italië. Een werkbezoek dus en dat zullen ze weten ook, Kevin en Tim. Ach, ze lezen dit toch niet. We zullen alle vijf dagen in temperaturen van om en nabij de 25 graden, beschut tegen de felle zon, achter glaasjes lekkere en verkoelende limonade (niet lekkere glaasjes dus, want dat is een enallage en daar doen we nou effe net niet aan deze inspannende excursie) cultureel geëngageerd bezig zijn met Latijnse teksten en direct aanverwante zaken. Zoals daar zijn, pasta, cappuccino, souvenirs, kletsgesprekken. O ja, en vertalen. Ik beleg gewoon toch een vergadering en ik vat ze toch gewoon in hun kraag. Ook al zijn ze hartstikke braaf. En een toets, die regel ik ook nog wel. Ik ga ze gewoon duizend woordjes overhoren.
Het zal zwaar zijn maar het leraarsvak is ook zwaar natuurlijk. Ik heb het gelukkig niet zo zwaar als collega's van mij die een week met derdeklassers gaan fietsen en die 's nachts gezellig patrouilleren in een Antwerpse jeugdherberg. Anders sluipen de jongetjes naar de meisjes of de meisjes naar de jongetjes. Dat is misschien wel gezellig maar niet bevorderlijk voor de nachtrust. Maar goed, die zijn gelukkig weer terug op school. Of de collega's die twee weken met vijfdeklassers naar Italië gaan en ze daar de mooiste schatten van Italië laten zien. Daar liggen de uitdagingen weer op geheel ander terrein, al heeft het zijdelings wel met sluipen te maken.
Komende week zit er wel een hoogtepunt in mijn leventje. Een paar, ik zal hun namen niet verraden, hebben gevraagd of ik ook gezellig mee ga wokken in Papendrecht. Het zijn zesdeklassers uit de groep Duits van mevrouw Spelbrink en dat zijn in het algemeen heel aardige leerlingen, die van de groepen Duits. Die van de groepen Latijn zijn nog net iets gezelliger, maar die halen dan weer lagere cijfers. Tja, het moet ergens vandaan komen. Ik denk dat ik maar mee ga, woensdag. Bowlen kan ik niet. Dus als je een bowlingbal op je teentjes wilt, moet je mij vragen of ik ook mee kom doen. Ik vind die schoenen altijd zo leuk ook...
En weet je wat ik nou helemaal vergeet? Welkom thuis lieve schatten van de vijfde klas! Ik zal jullie de eerste dertig seconden vragen hoe het was en dan gaan we weer controleren op verzuimen, te laat komen, stout doen tegen leraren. Heeeeerrlijk!!!
Als je dit al satirisch vindt, heb je de afgelopen wat gemist hoor.
Afgelopen week was saai! Geen leerlingen om te pesten. Ja, zesdeklassers, maar die worden deze tijden al genoeg gepest. Wiskundetrainingen, examentrainingen Latijn, kunst, Grieks, al die ellende. Maar ze zijn wel gezellig aan het worden, zo in hun nadagen. Ze komen mijn kamer binnen, gewoon, zonder kloppen. En dan komen ze ... darten! Sommigen moeten op een krukje staan anders zien ze de bullseye niet, anderen smijten echt alsof ze zich aan het afreageren zijn. Wham! Komt meneer Van Andel bezorgd vragen of er iets mis is. Of ze hebben iets nodig, een handtekening of zo onder een of andere verklaring. Ik denk dat ze de school nog wel een beetje gaan missen. Straks als ze studeren moeten ze echt veel doen vergeleken bij nu. Ik zal ook wel een heel klein traantje wegpinken, misschien. Die gasten die dan doodleuk naar een voetbalwedstrijd in Duitsland gaan in plaats van naar een wiskundetraining. Haha, ik had dat vroeger toen ik nog rebels was, en haar had, ook zo maar kunnen doen. Alleen was ik dan niet naar Duitsland gegaan. Dat lag toen een beetje gevoelig thuis. Nee, die zesdeklassers zijn uiteindelijk allemaal best te pruimen. Die tweedeklassers daarentegen moeten nog een hoop leren voordat ze leuk worden. Er was een project afgelopen week, Cross Your Borders. Nooit van gehoord. Ik kende alleen cross your heart ergens van. Maar dat was dit duidelijk niet. Erg leuk! Ik zat met een jongedame in een lokaal en voordat het dubieus gaat klinken: we waren daar onze eigen 2E aan het motiveren. Ik kan wel zeggen, tot grote hoogte aan het stuwen. Voor dat motiveren had ik laatst eens een keer een cursus gedaan, maar ik had dat allemaal nog steeds niet in praktijk gebracht. Druk, druk, druk. Facebook bijhouden kost echt zeeën van tijd. Maar nu kon ik mij uitleven en ook de jonge medewerkster van die crew (alles gaat daar in het Engels) begeleiden. Nou, een groepje meiden uit 2E heeft gewonnen dus ik was weer heel trots en blij. Zij ook. Zo dadelijk komt onze kleinzoon op bezoek. Hij blijft ook logeren dus dat wordt heel gezellig. We eten de hele dag door fruithapjes en drinken vage melk. Gewoon lekker solidair zijn. Niet echt dus, hè! Gewoon aan de thee, koffie met appeltaart wij.
Gelukkig is 1 april voorbij, zeg. Ik had me gewoontegetrouw voorbereid op sardonische lachjes van leerlingen (wat een pleonasme is in mijn geval) nadat ik opnieuw in een grap gestonken was. Om zoveel mogelijk op mij gerichte humor te voorkomen blijf ik dan op 31 maart een nachtje op om op alle sociale media te speuren naar 1 aprilgrappen met een grote succesratio. Dus keileuke grappen waar nog niemand in getrapt is. Want, zo was mijn redenatie, daar zou ik dus met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid wel degelijk in trappen. Tenzij ... ik voorbereid was en alle pseudo-humor van tevoren zag aankomen. Goed, op Twitter was niet veel te vinden, maar dat kan ook komen doordat ik er niet op gekeken heb. Sja, Twitter is toch wel een beetje een ouderwets sociaal medium. Als ouwe zak heb je dat dan sneller door dan die jonge guppies. Op Instagram moest ik eerst een account aanmaken, en dat was me teveel moeite. Op school ben ik leraar, thuis ben ik ook gewoon lui hoor. LinkedIn vind ik wel geestig, maar ook weer niet zo geestig dat ik er 1 aprilgrappen op dacht te kunnen vinden. Feliciteer hem, of haar met zijn, of haar, nieuwe baan. Halloooo. Eerst stond hij, of zij "op het brood" en nu "op de groente", dat vind ik nou niet echt een geweldige prestatie of zo. Ik sta ook wel eens op groente of brood, en niemand die mij dan feliciteert hoor. Uitkaffert ja, maar dat is niet lekker of zo. Skype dan? Echt, retesaai. Ik heb meteen mijn camera afgeplakt. Google+. Geen idee wat dat nou weer is, maar het is Google, dus dan doe ik daar niet aan mee. Over dat plusje heb ik dan als leraar ook wel weer een mening. Kijk, een plusje geef je om iemand te stimuleren. Maar ja, een leerling die echt vrijwel alles fout heeft, geef je die dan een 1+? Dat is bijna beledigend. Je kunt er geen drol van joh, maar omdat je anders zielig bent, hier, een +. En iemand die heel goed geleerd heeft (wat vaak schijnt te helpen trouwens zeg ik in een terzijde tegen mijn geliefde vijfde- en zesdeklassers) en bijna alles goed heeft, geef je die dan een 9+ ? Dat is eigenlijk zeggen, ja joh, heel, heel goed. Echt heeeeeeel goed. Maar net niet perfect, sukkel. Dus met die + heb ik wat moeite. Voilà, Google+ viel ook al af. Dus bleven WhatsApp en Facebook over. In mijn beperkte visie dan natuurlijk, want er zijn nog veel meer sociale media. Nou, op Facebook schrijf ik alleen maar kletsverhalen en deel ik hier en daar een like uit. En bovendien, niemand zou van Facebook een 1 aprilgrap lenen om mij te grazen te nemen omdat men denkt dat ik veel van Facebook weet en er hele dagen "op" zit. Mooi niet dus. Nou, toen had ik WhatsApp nog over. Maar toen was de nacht alweer voorbij, dus dat werd hem ook niet. Ik besloot mij vrijdag 1 april gewoon gedeisd te houden. Zo weinig mogelijk reageren op vragen, mensen ontlopen, beetje lesjes doen, en weg was ik weer. Je bent ambtenaar of niet, toch? Nou gisterenavond had ik niks te duchten. Ik was met mijn mentorleerlingen uit gaan eten en ze wisten nog niet wie dat allemaal ging betalen. Dus die hielden zich wel op de vlakte. Daarna ben ik met ze gaan darten, nou ja, met mijn pijlen eigenlijk. Maar zij bevonden zich in mijn gezelschap. Je snapt het wel, ze hoefde geen grappen met mij uit te halen, want ja, voor je het weet belandt zo'n pijltje eens een keertje niet in het bord.
Mijn 1 april was helemaal prima. Volgend jaar weer een kans!
Wat was het weer een bijzondere week zeg! Ik zat voor het eerst in mijn leven in lokaal 205! Dat was shocking. Ik hoop daarvan snel te herstellen. En natuurlijk begon afgelopen maandag de lente. Dat was goed te merken want het vroor alleen 's nachts nog maar. Ik heb weinig lammetjes in de wei zien dartelen, maar we hebben dan op school ook geen wei. Lammetjes wel, maar die noemen we leerlingen. Kleine eendjes zag ik ook al niet vrolijk in een vijver kopje onder gaan. Ook weer begrijpelijk gezien het ontbreken van een vijver op het Oranjepark. En, inderdaad! Kleine eendjes die kopje onder gaan zien we dan weer wel, wanneer ze voortdurend door de gangen struinen op school. Het zijn eendjes die belangrijk vinden wat er op hun mobieltje aan dubieuze foto's of berichten verschijnt, dubbele eendjes dus. Misschien waren die eendjes die niet in het vijvertje te zien waren wel bang dat ze aangezien zouden worden voor kleine kippetjes. Met de Pasen in aantocht ben je dan je jonge leventje niet zeker. Maar goed, die lente, die moet nog even echt aanbreken. Wat was het een bijzondere week, hè? Afgelopen woensdag was het precies een week na 15 maart. En wie weet nou niet dat in 44 voor Christus ene Caesar letaal lek geprikt werd door zijn moordenaars? En dus precies op die 15e maart! Verbluffend toch? Het moet niet veel gekker worden. Nog zoiets. Op eerste paasdag is de Kleine Avond exact tien dagen geleden! Eerste (1e) Paasdag, tien (10) dagen: allebei met een 1 erin! Dat kan toch geen toeval meer zijn! Die fantastische Kleine Avond met glansrollen voor leerlingen én leraren, die traditie van dat mooie JDW die met het jaar verder tot de perfectie wordt gevoerd door de Musae-mensen, de ware Muzen! Loftuitingen schieten te kort. Zelf was ik er voor het eerst in 31 jaar niet. Ik schaamde me kapot. Mijn dochter jarig, ja ja. 28 geworden. Ja, ja. Meneer, u probeert ons toch altijd bij te brengen voor de belangrijke dingen te gaan in het leven? Dat probeer ik ja. Het lukt niet altijd. En dan gaat u zelf naar een verjaardag en niet naar de Kleine Avond? Inderdaad ja. Maar goed, nu is het dus bíjna Pasen. Dat is altijd een leuk feest vind ik. Vroeger gingen we dan eieren zoeken thuis, maar toen we groter werden vonden we ze te snel. Ze lagen dan ook elk jaar op dezelfde plek dus dat was een beetje een belediging voor ons geheugen. En ze werden steeds groter, omdat mijn ouders die kleine fluteitjes zelf niet meer wisten te vinden en dus maar ganzeneieren beschilderden. Die legden ze dan vervolgens in de paraplubak, de oven, achterin de derde keukenla van boven en, heel slim, tussen de andere ganzeneieren die nog in de tuin lagen. Die ganzen waren af en toe zelf ook tamelijk verrast wanneer ze achterom keken en een knalrood ei met gele streepjes achter zich zagen liggen. Toen wij ouders werden en zelf onze kindertjes blij wilden maken met Pasen, lieten we ze dus lekker uitslapen. Pas op de derde dag opstaan, zeiden we tegen ze, maar hoewel ze formeel ook katholiek waren begrepen ze die hint niet helemaal, omdat het ook een matige grap was. Nee, het was een hele bijzondere week, zo terugkijkend. O ja, er waren ook nog aanslagen in Brussel en Johan Cruyff is dood gegaan.
Ik benijd tekstschrijvers niet, zeker niet als ze daarmee hun maandelijkse inkomen moeten garanderen. Stel nou dat je een aantal weken of maanden een writer's block hebt, dan ben je toch aardig de sigaar, niet dan? Wat je op Facebook schrijft hoeft geen hoog niveau te hebben. Dat zie je overal op Facebook. Ook hier weer. Maar op de een of andere manier daagt FB je toch uit om tekst te produceren, puur om de tekst. Het dreigt met allerlei negatief klinkende statistieken, het stelt je activerende vragen, het signaleert dingen die je zelf nooit bedoeld hebt. En meer van dat soort fratsen. Dan vind ik het knap als FB iemand daarmee zo kan manipuleren dat hij zich toch geroepen voelt teksten te schrijven. Ik word dus eigenlijk gemanipuleerd. Maar dat voelt best lekker. Die afwijking zal best een van het Grieks of Latijn afgeleide naam hebben. Zoiets als vultulibrerotografomanie, weet ik veel. Dus het weekend gebruik ik niet voor het voorbereiden van mijn lessen, zoals leerlingen meestal doen. Ik benut die vrije tijd ook al niet voor het corrigeren van proefvertalingen, zoals mijn collega's immer consciëntieus doen. Nee, ik ga zitten broeden op een tekst voor Facebook Superlatijn, zodat mijn berichtbereik weer toeneemt. Als ik 's avonds geen CSI kijk informeert mijn vrouw of ik me niet lekker voel. Dan zit ik met een papiertje op de bank de zombie te spelen. Ik maak daar dan kleine notities op die ik vervolgens zondag tussen 10 en 11 op mijn FB plaats. Natuurlijk nadat ik er een lopende tekst van heb gemaakt. Nou ja, min of meer dan. Soms probeer ik ook nog actueel te blijven door in te gaan op gebeurtenissen van de afgelopen week. Maar niet elke week word ik daar blij van dus laat ik dat maar eens een keertje achterwege. Kijk, en nu is het alweer na 12 uur, dus ik kom niet eens mijn belofte na. Het is af en toe droevig met mij gesteld. Gelukkig schijnt de zon en is het komend weekend Pasen. Dagje extra vrij en de entree van de zomertijd! Joehoe, jippie. Blij!
De zon schijnt en ik sta op het punt een bericht te typen op mijn geliefde Facebookpagina. Ik heb weer van alles beleefd de afgelopen week. Jazeker, het leven van een leraar, elke dag anders. Zo waren er lessen, ja ja. En een enorm belangrijke vergadering. Die zat ik zelf voor, en we hebben heel wat af zitten roddelen. Precies om 16 uur 52 en 11 seconden waren we klaar. Goed getimed vond ik zelf. Achteraf waren de complimenten niet van de lucht ! Ik was als een kind zo blij met alle twee die schouderklopjes! En er bleek de dag daarna ook een studiemiddag te zijn. Oeps, niet zien aankomen. Het was wel een fantastische studiemiddag want het ging over motiveren en dat ligt mij niet erg. Na die paar uur ingespannen motiveren namen we afscheid van een collega. Nee, niet op een begraafplaats maar gewoon in de kantine. Niet met cake en koffie maar met appelsap en nootjes. Ze was niet dood, maar gewoon handig geweest qua pensionering. Het was gezellig en ik heb met veel mensen staan praten. Ik herinner mij nog precies met wie, in welke volgorde en wat ik voor inbreng in het gesprek had. In de rest van de week heb ik aan al mijn schattige leerlingen uit de zesde klas mijn eigen document uitgereikt. Dat over het examen. Ze waren verheugd omdat ze dat nu zelf niet meer hoefden te printen. Vrijdag was er een heel goed bezochte strafmiddag het 9e uur. Een paar leerlingen waren zo stout geweest om hun huiswerk bij Frans niet te doen. Ja, dat is ook enorm stom! Anderen moesten allemaal strafregels overschrijven, kortom het was een dolle boel. Ik zat er bij en de zon scheen in mijn gezicht. Heel langzaam en voor de leerlingen volgens mij totaal onmerkbaar dommelde ik in. Ik snurkte niet, ik weet het zeker. Opeens werd ik wakker. Ik zat nog steeds achter mijn pc en de zon scheen al lang niet meer. Er bleek tekst te staan die ik kennelijk had getypt. Die tekst moest van mij zijn, te oordelen naar de aparte wendingen die erin voor kwamen. Zodoende had ik toch een wekelijks Facebookbericht getypt. Wat een dingen maak je mee, hè?
Zeven dagen zonder bericht van degene die de Facebookpagina van superlatijn.nl exploiteert, het is een schande! Ja ja, een big smile op een profielfoto, maar berichten voeren aan trouwe volgers, ho maar. Ik lijk wel een politicus! Beloften suggereren en die natuurlijk niet nakomen. Ik kan me zo voorstellen dat iemand 's ochtends als eerste op zo'n superlatijnpagina kijkt om te zien of er weer berichten staan. Dus nog voordat ie gaat douchen, ontbijten, krantje, ehm stripje gaat lezen. Nog vóór school, vóór het werk. Gewoon, als goed begin van een dag. Mjammie, lekker ff op de foon loeren. Meurend en al. Hongerig, met gigantische nadorst, onwijs chagrijnig. Sja, en dan er achter komen dat er geen berichten zijn, dat moet een behoorlijke domper zijn. Daar kun je aardig depri van worden. En dan moet je nog een hele dag. Eigenlijk zou ik een ingebouwde berichtengenerator moeten hebben die om de twee dagen gewoon een lulbericht spuwt. Zoiets als dit. Dat maakt dan voor velen de dag weer goed. Dan kun je de serieuze dingen om de twee weken aankaarten. Over Latijn praten of zo, of over het eindexamen, over de vakantieplannen. Over net gelezen boeken, of over interessante documentaires. Which reminds me. Ik was laatst op een feestje. Het was heel gezellig. Toen kwam er nog een late gast die naast mij aan schoof. Ik heb in iets minder dan een kwartier vier verhalen gehoord over - inderdaad - net niet door mij gelezen boeken, per ongeluk door mij gemiste documentaires waar de gast in kwestie echt alles van wist, maar ik dus geen reet. Ja, dan wil je toch niet afgaan en dan probeer je door handig te antwoorden de indruk te wekken dat je normaal gesproken toch echt heel veel belangstelling hebt voor dat soort kennis. Elke docent kent dat wel. Dan kom je iemand tegen en dat is dan de ouder van een oud-leerling van je. Maar ja, van wie ook al weer? Door behendig te luisteren en neutraal te antwoorden kom je dan vaak de naam op het spoor. En dan ben je dus gered, want dan denkt die ouder dat je de naam van zijn lieverdje al vanaf het begin kende. En de paps/mams dus ook. Eigenwaarde!!! Nou ja, terugkomend op dat feestje: mijn ego daalde dus per seconde en toen ik het kwartier doorstaan had en afscheid nam van de gastheer zei die tegen mij. Joh, trek je d'r niks van aan. Hij kijkt voor zijn plezier documentaires en leest opiniërende boeken, wij kijken net als jij gewoon CSI Miami en Moordvrouw. Mijn ego was meteen weer op peil. Pfff. Ik dacht toch even dat ik een grote afslag naar the real world gemist had.
Gelukkig heb ik geen ruzie van betekenis gekregen door mijn berichten tot nu toe. Ik moet zeggen dat Facebook je wel achter je broek zit met een kleiner wordend "berichtbereik" en een krimpende "betrokkenheid met bericht" als je even een paar dagen niks doet. Mij lijkt het trouwens geweldig een reactieratio te hebben, en houden, van 100% maar ik heb werkelijk geen idee of dat een afwijking bij mij alleen is. Mijn reactietijd is niet geweldig: 3 uur is toch wel erg traag om te reageren. Ik ga mijn pagina niet promoten voor een slordige paar euro, per dag (!), want daar ben ik veel te ijdel voor. In promotione vanitas zeg maar. Dan word je straks geliket vanwege geld. Niks voor mij. Met de nieuwe emoticons ben ik echt supergelukkig. Ze geven veel preciezer aan wat iemand vindt van iets, of van iemand en dat kun je in taal niet doen. Dûh! Nou goed. Vakantie is voorbij dus vanaf nu komen er veel minder teksten hier te staan. Ik moet mijn schaapjes op mijn school weer gaan hoeden. Heel veel schaapjes gaan examen doen en dan gaan ze natuurlijk slagen. Als ze dan ook nog extra hun best hebben gedaan op Latijn vind ik dat ook leuk. Maar er zitten ook schaapjes, lammetjes bijna nog, in de vijfde. Die moeten we af en toe een heel klein trapje de goede kant op toedienen. Heel klein trapje maar. Wel met gevoel en ook met mijn puntschoenen aan. Dan komen ze in de zesde en dan heb ik het over hen zoals over de examenschapen. En ja, wie wil dat nou niet? Nog even en dan staat het volledige examendocument op superlatijn.nl. Daar staan sinds van de week ook twee andere documenten. Eentje gaat over congruentie en de andere puur over de passages met directe rede. En nu ben ik uitgeluld. Het werd tijd.
Gisteren kreeg ik een aardige mail van een collega uit Amsterdam. Zij maakte me attent attent (grappig, hè, twee keer attent. Eerst als bijwoord en daarna als onderdeel van de uitdrukking attent maken) op een foutje in mijn examendocument. Er stond pleonasme maar dat moest litotes zijn. De meeste lezers zullen denken "ja, nou en?". Ik niet. Ik was in paniek. Was ik met een dergelijke blindheid geslagen geweest dat ik meer van dit soort idiote fouten had gemaakt? Wie ging me dan in Aeneas' naam dáárop wijzen? Had ik met dat stomme pleonasme ondermijnend gedrag vertoond richting mijn collega's in den lande? Zeggen dat iets een pleonasme is, terwijl het - eheu - een litotes is!!! Het moet gokkernolle toch niet erger worden! Stel je voor dat op dossiertoetsen in heel Nederland nou net vragen gesteld worden over dat pleonasme dat een litotes had moeten zijn! Dat hadden er discussies plaatsgevonden tussen docenten die gewoon weten wat de waarheid is (nee, hier is het toch echt een litotes) en leerlingen die zeggen "ja maar, superlatijndinges zegt dat het een pleonasme is". Dan waren er misschien gewonden of doden gevallen! Of zakken er straks leerlingen! Op Latijn! Door mijn fout! Ik trok wit weg, voelde mijn maag draaien, zweette als een otter. Zenuwen, dacht ik, schuldgevoel, paniek. Maar gewoon even wat gegeten en toen ging het weer. Rampscenario na rampscenario trok aan mijn geestesoog voorbij. Gingen leerlingen uit het hele land nu massaal mijn site mijden omdat er fouten in een document stonden? Gingen ze wellicht de straat op met spandoeken met daarop in blokletters de tekst "WEG MET HET PLEONASME. HUP LITOTES" ? Nou, dan kunnen er nog rare dingen gebeuren. En toch ben ik reuzeblij met zo'n mailtje. Weet je waarom? Er stond ook bij dat ik dat moest veranderen omdat anders leerlingen misschien wel onterecht pleonasme op gingen schrijven. Haha. Een puntje minder, met dank aan superpipo van superlatijn punt nl. Nee, grapje (niet zo'n keigoede grap als die van Julus, met zijn tafels eten). Ik heb het braaf aangepast. Volgzaam als ik ben. Meestal.
Wat me opvalt is dat allerlei mensen mijn pagina gaan liken als ik er quasi-humoristische tekst op zet. Dat vind ik leuk - i like it - maar zien ze dan ook de diep, heel heel diep, bijna onzichtbaar diep verstopte opmerkingen over mijn passie voor Latijn, Vergilius en die andere knakkers? Die diepe bewondering voor zo'n Aeneas die toch maar even in een jaar of zeven het halve mediterrane gebied doorkruist, al dan niet met de aanwijzingen van paps, zien ze die? Die verbazing over de grappen en grollen makende Julus, die volgens mij niet begrijpt dat hij in epos zit, zien ze dat? Die de eposkenmerken dus zelf niet eens snapt (dus hoe kunnen ze nou verwachten dat jullie die wel begrijpen?). Dat enthousiasme om avond in, avond uit lekker te scanderen (als je het zo zegt, klinkt het een beetje vulgair, maar dat geeft alleen maar meer likes), gaat het ze daar eigenlijk wel om? Met andere woorden, liken ze eigenlijk niet alleen maar mijn gemankeerde en ongetwijfeld gedateerde gevoel voor humor? Daar ben ik nou wel eens nieuwsgierig naar. Niet echt dus, zolang er maar geliket wordt.
Elke keer staat daar in dat lege vakje de tekst "Schrijf iets". Dat triggert mij elke keer weer om de op dat moment opborrelende onzin maar weer te debiteren. Alles voor de likes. Misschien moet ik de toetsen maar eens digitaal gaan doen en dan bij elke vraag een tekstvakje maken waarin, in een soort van Facebookomgeving, "Schrijf iets" staat. Dan komt er in ieder geval een antwoord, zou ik denken. Sommige leerlingen denken er trouwens al zo over: ik schrijf maar iets, het hoeft niet te kloppen. Als je dat maar niet flikt bij een meerkeuzevraag op het examen, hè! Ook al snap je geen zak van de vraag en van de vier antwoorden nog minder, dan pleur je toch een hoofdletter op papier. Kans van één op vier dat je toch weer een puntje sprokkelt. Tenzij.... tenzij.... er maar drie antwoordmogelijkheden zijn. Zo'n tekstvakje maken heeft ook andere voordelen trouwens. Dan kun je niet oeverloos zwammen omdat je er maar een beperkt aantal letter in mag douwen. Ik vind dat persoonlijk een groot nadeel van Twitter. Ik houd niet zo van korte teksten, puntigheid valt mij niet te verwijten. Vroeger mocht ik nog gezellige mails aan de ouders van mijn lieverdjes sturen en die waren dan een pagina of twee, drie. Bij de Johan vinden ze het ook niet echt fun dat ze de artikelen van anderen in moeten korten en weg moeten laten omdat er weer een epistel van De Hoon in de mailbox zit. Ha ha, daar heb ik lol in. i like it when a plan comes together. Zo. Pauze. Even melk drinken. En scanderen.
Omdat het helpt als ik hier geregeld nieuwe berichten plaats, plaats ik dus dit nieuwe bericht. Hee, er gebeurt niks. Ik moet dus wat uit de grote duim gaan zuigen, wat mij in diverse examendocumenten aardig af gaat. Hier is dat moeilijk, maar goed. Ik vind Vergilius echt een topgozer, niet echt iets wat je op straat vaak om je heen hoort. Hij is bezield bezig, hij heeft wonderfraaie teksten bij elkaar bedacht en het geheel heeft hij Aeneis genoemd. De hoofdpersoon is Aeneas, wat niet verwonderlijk is als je naar de titel van het werk kijkt. Sneeuwwitje en de zeven dwergen gaat uiteindelijk toch ook niet over Popeye en Olijfje. Over dwergen gesproken (mag niet meer, hè? Woke en zo): wie is in bijgaande afbeelding de zevende dwerg? Verder is dat ritme in die teksten echt een belevenis voor als je een avondje van je mobieltje af kunt blijven. Joh, ga lekker scanderen! Het taalgebruik is superplechtig en je hoort af en toe woorden waarvan je denkt: welk woordenboek heeft die uit zijn hoofd geleerd? Nou, dat was de eerste aflevering van Vergilius per oculos Contumeliae. Er zullen er niet veel meer volgen. Geniet van de lovestory tussen Dido en Aeneas, gruw van het lichtelijk teleurstellende einde daarvan en ga lekker los op het scanderen dus.
Naar aanleiding van eerdere berichten aan mij (van Myrthe, Quinten, Sabine, Bernadette en Barbera) wens ik de examenkandidaten Latijn van het Sint-Oelbert gymnasium in Oosterhout, het Stedelijk Gymnasium Utrecht, het Rythovius College in Eersel en het gymnasium Camphusianum ook heel veel succes. Ik ben blij dat het examendocument in een behoefte lijkt te voorzien. Natuurlijk wens ik álle Latinisten succes, zeker ook die van mijn schooltje, het Johan de Witt-gymnasium in Dordrecht. Via Facebook kan ik echter door deze waardering van mijn kant meer mensen bereiken.
Voor diegenen die denken dat ik altijd lach...mwah, nee hoor. Wel vaak. De foto is genomen in Arpino, waar ik elk jaar met twee leerlingen uit de vijfde klas naar toe ga. Zij vertalen dan een regel of 20, 25 Cicero in acceptabel Nederlands en schrijven daar ook een commentaar bij. Zelf begeef ik mij tijdens hun uitputtingsslag natuurlijk naar lezingen in het Italiaans, cultureel verantwoorde bijeenkomsten, ook in het Italiaans, naar de bus voor excursies in de regio (de Ciocaria), alweer in het Italiaans. Restaurantjes, koffiebars, gezelligheid laat ik natuurlijk links liggen. Tja. Nee, hoor, dit is ironie van het zuiverste water. Ik bedoel het tegenovergestelde van wat ik beweer: ik zit alleen maar op terrasjes en aan de dinertafel en verder wandel ik het stadje rond.
Ja ja, weer een update in het examendocument. Nu staat alles tot en met boek 4 op superlatijn.nl. Ik nodig je uit deze pagina te liken en eens een berichtje achter te laten. Kan ik ook eens zien hoe dat werkt. Ik zie nu al uit naar het document over het examen 2017, Livius. Ik kom er wel achter dat mijn gewaardeerde leerlingen mij geregeld, zonder dat ze zich dat misschien bewust zijn, van goede extra informatie voorzien. Zelf staar ik me wel eens blind op de aantekeningen en de waarde daarvan.
Met dank aan Robert Rooij heb ik wat berichten zichtbaar kunnen maken. Ik ben dus echt een kruk op FB-gebied. Maar maakt niet uit, ik ga stug door. Ik dank alle vrienden die mijn pagina liken en die natuurlijk heel veel reclame gaan maken voor superlatijn.nl. Hoe gek het misschien klinkt, ik ben trots op die website, ook al is ie nog lang niet volmaakt.