FB 2017
FB 2017
Dat is de algemene aanspreekterm,hè, "hey". Je kunt in wezen gewoon iedereen, zonder aanzien des persoons, zonder rekening te houden met mores of hiërarchie, zo adresseren. Hey, ik wil graag die baan van je. Kunnen we dat ff kortsluiten? Hey, gecondoleerd met het verlies van je dierbare, joh. Hey, ik zou wel eens een beschuitje met jou willen eten. Hey, ik ben eruit gestuurd. En nou? Nou, ja, punt is duidelijk. Hey is de nieuwe begroeting. Dus wat zeg ik? Hey allemaal. En daarna komt dan pas wat ik wil zeggen. Al is de toon natuurlijk met Hey wel gezet. Ten minste, dat denk je dan misschien. Maar hey, het is gewoon taal, hoor. Wat veel mensen zeggen wordt de standaard.
Hey, allemaal, ik wens jullie een mooi uiteinde (ha, ha, altijd een leuke versie gevonden) en het allerbeste voor het superjaar 2018. O ja, en het eerste schaapje dat mij op school met Hey aanspreekt, aai ik nog begripvol tussen de oortjes.
Laat ik voorop stellen dat ik een fan ben van darten. Ik gooi zelf ook wel eens een pijltje in de binnenste ring en dan ben ik altijd in mijn nopjes. Op mijn kamer hangt een dartsbord en ik denk dat ik de enige middenkaderfiguur (dus mét een eigen kamer) in Nederland ben die dat heeft. Wil ik vlijmscherp blijven dan moet ik immers trainen. Leerlingen weten dat ook en maken een keurige bocht op weg naar hun lot, in de wetenschap dat er ook wel eens per ongeluk een pijltje afketst. Een bouncer noemen we dat. Wij van het darten.
Ik dart niet alleen, ik kijk ook graag naar RTL7, "meer voor mannen", naar het darten vanzelfsprekend. De rest is te treurig om aan te gluren. Nou zag ik gisteren Michael van Gerwen darten tegen Gerwyn Price. Oftewel, zo sprak mijn wijze vrouw, Gerwen tegen Gerwyn. En gelijk had ze. Die Van Gerwen kan vreselijk goed darten en hij kan er een leuk autootje van rijden, een mooi optrekje van bewonen en zich zelfs een vrouw en kind permitteren. Ik ben dan ook een fan van hem. Niet vanwege zijn vrouw, huis of auto, maar gewoon, omdat ie zo goed is.
Vanwaar nou de titel van dit stukje? Hybris is de oud-Griekse term voor overmoed, arrogantie, vertoond tegenover de goden. Heel dom natuurlijk, maar er zijn genoeg smakelijke voorbeelden van mensen die hybris toonden en lik op stuk kregen.
Ook die Van Gerwen is momenteel wel erg overtuigd van zichzelf, op het onsmakelijke af. Vroeger zeiden ze in Brabant over zo iemand dat ie "spatjes had". In ieder geval viel hij gisteren voor mij volledig van zijn voetstuk, wat een enorme bons gaf. In het interview na de wedstrijd die hij met enige mazzel gewonnen had sprak hij laatdunkend over Gerwyn Price (The Iceman), die er "met respect, niet zo heel veel van kan". Bah! Mighty Mike, ga je schamen. Het scheelde een haar of hij had je er uit gewerkt. En dan over de aanstaande wedstrijd tegen Barney, Raymond van Barneveld (alle darters meten zich een bijnaam aan): "ik denk dat ik de betere speler ben. .... Maar dat ik de favoriet ben, laten we dat voorop stellen." Jakkes! Engerd. Kale sloopkogel of niet, met dat soort dingen roep je de wraak van de goden over je af. Verblinding! Ha! Dan zie je geen dartbord meer!
Ik blijf fan van Van Gerwen, die ik nu eens van zijn zwakste kant zag, maar ik hoop dat Barney hem alle hoeken van Alexandra Palace (Ally Pally, ook gebouwen hebben bijnamen) laat zien. Zo.
Zo. 2017 is weer bijna voorbij hoor. Ik zet mijn hand boven mijn ogen, spreekwoordelijk dan hè, en dan tuur ik het jaar 2017 nog even na. Het was in een paar opzichten wel een aardig jaar. Niet in het minst doordat we op vakantie mochten terwijl anderen werkten. Dat was wel een enorm voorrecht. Wij zijn niet vies van werken, maar dit was beter.
Nou zullen jullie meteen enthousiast vragen "Maar Marc toch, wat hebben we gemist? Postcodeloterij gewonnen, jongen? Heb je carrière gemaakt ineens of zo? Was je even van 't padje af dat je zeg maar rust nodig had dan? Je gaat me toch niet vertellen dat je nou eens lekker obstinaat wilde zijn en een punt wilde maken, toch? Toch?" Ja ja, ik hoor het wel. Nee, dat was het allemaal niet. We zijn best braaf en dat willen we ook graag nog een poosje uitstralen. En ja, we hebben inderdaad een prijs weten te bemachtigen in de Postcodeloterij. Trots kan ik melden dat we twee repen chocola rijker zijn geworden. Liever niet al te open over zijn, want dit moment willen we zelf graag koesteren zonder dat het meteen overal op Facebook verschijnt en zo. We weten niet hoe we moeten taggen, dus dat wordt dan wat gênant. En ze moeten nog aankomen, ik geloof met de DHL. Geen pers hè!
Nee, het zit anders. Kijk. Wij zitten allebei in het onderwijs. Wij zijn classici en dus houden we ons veel bezig met literatuur. Best. Best nuttig ook.
De klassieke cultuur in zijn algemeenheid proberen we zo van lieverlee een beetje aan de man te brengen door wat te oeveren over klassieke auteurs en hun belang voor de actualiteit van alledag. Je kijkt er licht gymnasiaal bij en de cultuurcomponent is dikke mik.
Op school, in en rond het gebouw dus, daar zie je bij wijze van spreken elk moment de natuur aan je voorbij trekken. Het zit aan elkaar, het doet van alles met elkaar, het geurt en het meurt, het ronkt, het snuift, het is één bronstige bende. Treed je daar - kansloos - tegen op dan wordt je meteen dictatuur verweten (dus dat doe je dan ook maar niet), want zo eloquent zijn ze wel. Die komen vast terecht in de advocatuur of zo. Een goede lezer heeft nu wel door waar ik op aanstuur.
Nou goed, wat we in de serie van 'turen' (hè, hè, daar komt de aap uit de mouw) nog misten was een lekker hoge temperatuur, en die heb je hier niet. Niet in december althans. Dan moet je ergens anders heen. Wat ons ook trok was het avontuur. Gewoon zonder enige vooraf bedachte structuur er op uit gaan. De factuur van het reisbureau betalen en dan maar gaan met die banaan. Geen rekening houden met je postuur en je vier weken lang te buiten gaan aan de frituur en de bittergarnituur.
Nou, zo keken wij er tegenaan en toen besloten we de daad bij het woord te voegen en het werk het werk te laten. Voor wie verwacht dat we na de echte vakantie de toetsen nagekeken hebben, jammer dan. We hebben niks gedaan. En dat gaan we niet doen ook. Ha, ha, eerst die repen chocola soldaat maken. In 2018 zien we wel weer. Mooie jaarwisseling toegewenst. Wees voorzichtig met vuurwerk. Dat doe ik ook. Sterretjes...
Mijn vader deed mij voorspellingen en het grappige is dat ik nu, nu ik dit allemaal aan jullie vertel weet dat alles wat hij me voorspeld heeft ook echt uitgekomen is!
Ik zou bijna wakker worden, dat voelde ik aan mijn water. Letterlijk, want ‘s ochtends moet ik altijd onwijs piesen. Dus moet ik het verhaal van de droom van De Hoon (somnium is droom in het Latijns en dedecoris is moeilijker, namelijk de genetivus van dedecus, wat ook Latijns is, maar dan voor oneer, schande. Hoon, ja inderdaad, er is best over nagedacht) snel af vertellen.
Ik zou volgens hem, samen met mijn vrouw, vrij krijgen van school en op reis gaan naar Australië. We zouden in Sydney komen, dacht hij, en in een auto moeten rijden die alles verkeerd om heeft. Ik dacht, hee, mooi verhaal. Vertel eens verder. Nou, hij kletste me de oren van mijn hoofd.
‘Je gaat als je genoeg hebt gekregen van Sydney een stuk verderop aan een meer zitten. Gewoon, in een huisje van iemand anders. Je maakt een leuk boottochtje en je zult dolfijnen zien. Je plettert op een avond een joekel van een stuk vlees op een hete steen en daarna eet je dat op. Dat vlees. Allemaal leuk,’ zo ging hij door, ‘maar op een gegeven moment ga je een paar dagen in een tent wonen. Gewoon, om af te zien. Allemaal gekke geluiden ‘s nachts en dan moet je vrouw je maar beschermen. Als je daar genoeg van hebt trek je door.’ Ehm, sorry, pap. Ik hoef nog niet. Wat moet ik doortrekken dan? Vette grijns en glimlach van hem, dus ik wist weer genoeg. Grapje. Pervert! ‘Je gaat het hele zuiden van dat land zien, inclusief de beesten die er allemaal leven. En als je daar zo’n maandje op kosten van de baas doorgebracht hebt, nou, dan ga je weer eens op huis aan.’ Pap, het kan toch niet op kosten van de baas zijn, zoiets? ‘Ja, nou ja, je kunt dat allemaal zelf best betalen maar jouw baas betaalt jou ook gewoon door, voor niks doen. Voor uit je neus gaan zitten eten in een verwegland. Dat is toch fijn? Nou, dat was mijn voorspelling en daar moet je het mee doen. Nee! Dat is wel degelijk mijn eigen tekst. Die rijdende rechter van jullie tegenwoordig heeft dat gewoon gepikt.’
Ja, pa, je hebt gelijk. ‘Altijd, jongen. Altijd.’ Swsssssshhh. En weg was ie weer. En onmiddellijk werd ik wakker. Eerst even naar de wc. Jee, toen ik gisteren met die oude collega van mijn vader zat te oeveren heb ik er niet aan gedacht te vragen waar de wc is. Hij zal er straks vanzelf wel achter komen dat ik hem helaas niet op tijd gevonden heb. Al die melk ook.
EPILOOG
Kijk, bovenstaande is natuurlijk, de literair geëngageerden hadden het al opgemerkt, een vaticinium ex eventu. Ik heb een verhaal verzonnen, wel met de beste intenties overigens, maar eentje waarvan ik wist dat het natuurlijk waarheid zou worden. Die waarheid is geweldig gebleken. Australië is een geweldig mooi land, de Australiërs zijn vriendelijke, beschaafde en behulpzame, relaxte mensen die terecht zeer begaan zijn met het wel en wee van de natuur. Ze hebben heel veel ruimte meer tot hun beschikking dan wij in Nederland. En daar maken ze goed gebruik van. Van sommige gewoonten denk ik dat wij daar nog heel veel van kunnen leren. Bij andere zaken prijs ik mij gelukkig een Nederlander te zijn. Australië is een takkeneind vliegen. Vliegen is niet mijn ding, daar blijf ik bij. Toch ben ik blij dat ik deze stap gezet heb.
Ik dank mijn werkgever en die van mijn vrouw dat ze dit ons hebben toegestaan. Natuurlijk hadden we de tijd gespaard, maar toch.
Ik hoop dat uit het verhaal geen gebrek aan respect voor mijn vader naar voren komt. We hebben, toen hij nog leefde, best lastige periodes gekend, maar ik denk met genegenheid aan mijn vader. En moeder natuurlijk.
Benieuwd wat hij allemaal te vertellen had over Australië. Dus in mijn droom ging ik er eens voor zitten. Hij zegt ‘in Australië, dat wist je misschien niet, maar daar spreken ze Engels. Tuttuttut, dat wist je niet echt, je dácht het te weten.’ Ik was ff vergeten dat hij mijn gedachten kon lezen en ik dacht dat ik best wist dat ze in Australië Engels spreken. ‘Nou goed,’ ging ie verder, ‘je hebt daar dus een grote stad aan de oostkust.’ Sydney bedoel je pap? ‘Hè, hoe weet jij dat nou weer? Ik kan de gedachten van levenden lezen. Het is toch niet andersom!’ Nee, pap, dat is een beetje algemene ontwikkeling. ‘Nou, dan is het goed,’ bromde hij. ‘In Sydney heb je leuke, aardige mensen. Soms kom je er eentje tegen die jou dan ineens kent. Nou, en dan knoop je een praatje aan, en als je net als wij dan uit Brabant komt, dan kan dat wel eens een poosje duren. Ik voorspel, dat jij ooit in je leven een keer in Sydney zult komen.’ Zo. Die kwam even binnen, zeg. Maar tegelijkertijd was ik ook nieuwsgierig geworden. Ik wilde wel weten wat het lot nog meer voor mij in petto had. Altijd tricky voor als het niet zo leuk is, maar vooruit. Dus ik nodig hem uit op zijn zwevende praatstoel te blijven zitten en vraag hem verder te vertellen. Alsjeblieft, want ik was wel netjes door hem en mijn moeder opgevoed.
‘Het zal over een paar jaar zijn. Men zal op jouw school denken dat je toe bent aan rust en ze zullen je daar met plezier op betaald verlof sturen. En als ze je dan vragen waar je heen wilt, zeg je gewoon iets als het andere einde van de wereld. Nou, en dan kom je in Sydney uit. Je bent getrouwd en je kunt niet je vrouw al die tijd dat jij ervantussen bent de was laten doen, laten koken en strijken en zo. Dat kan ook gewoon onderweg. Dus je neemt haar gewoon mee. Zij moet ook verlof opnemen en zeggen dat ze even toe is aan een nieuwe uitdaging. Dat doet het altijd. Ga op tijd bij een reisbureau langs voor vliegtickets. En hotels, dat kun je daar allemaal wel regelen.’ Hij zat in een flow en ik wilde hem niet onderbreken, terwijl ik dat vroeger dan juist wel deed. Toch dacht ik hem ook nog iets te kunnen leren. Dus ik begin over internet en online boeken en zo. Maar bij internet dacht hij meteen aan interrail en bij online kon hij alleen maar uitbrengen dat ik blijkbaar al Engels sprak.
‘Je zult in een auto rijden, mijn zoon, waar het stuurwiel verkeerd zit en die je aan de verkeerde kant binnen moet gaan.’ Ik dacht meteen aan een seksueel getinte grap, maar de succesratio leek me klein. Bovendien moet je niet het risico lopen dat je je eigen toekomstdroom aan diggelen gooit door een dwaze grap. Van humor hield hij al niet, en ik nog minder. ‘Haha,’ lachte hij. ‘Leuke grap’. O ja! Hij leest mijn gedachten. ‘Moet je op school niet vertellen, jochie, want ze zetten je bij het grof vuil.’ Hij bulderde evenwel van het lachen. Had ik hem dan altijd verkeerd ingeschat?
Einde deel 4. Op een keer volgt deel 5.
Eigenlijk wilde ik nu eerst deel 4 vertellen, maar dan maak ik mensen misschien in de war. Deel 5 leek me om dezelfde reden weinig respectvol, en deel 2 herhalen was het ook niet helemaal dus wordt het deel 3.
Mijn vader was weer verdwenen, midden in een droom. Hij rammelde, zei hij. Vind ik niet gek voor een skelet, maar zoals eerder gezegd, hij zag er goed herkenbaar uit. Ik was toch wel nieuwsgierig geworden naar zijn boodschap. Wat wilde hij mij nou toch over mijn JDW duidelijk maken? Ik sliep dus maar verder, wachtend op het vervolg.
Nou is dat slapen bij mij altijd warrig en rommelig. Draaien, zuchten ( gewoon van het moe zijn hoor), hoesten en zo. Dan hoor je niet alles. Dus toen ik een diepe zucht hoorde dacht ik dat ik dat zelf wel weer zou zijn. Mooi niet. Veel groter dan ik me hem herinnerde maakte hij opnieuw zijn opwachting. Hij maakte me kortom alweer wakker (in mijn droom dus he!) en ik dacht er even over toch een soort van protest aan te tekenen. Ik liet dat idee maar varen toen hij met lieve stem tot mij sprak.
Zoon, weet je nog dat ik het over jouw school had? Over dat JDW? Nou vergeet ik wel eens iets, maar dit had ik nog vers in mijn geheugen. Ehm, ja, zei ik. Wil je daar dan iets mee zeggen, vader? Nou, zegt ie, ik denk dat die school helemaal naar de filistijnen gaat als jij daar de baas van wordt. Dus dat moet je niet doen. En daarvoor wilde ik jou waarschuwen. Ik hoop dat je van mij nu wel aanneemt wat je vroeger nooit van me wilde aannemen. Wat bedoel je, pap? Nou, dat ik gelijk heb. Ik ben kritisch opgeleid, maar tegen zo’n schimmige redenering leg ik het toch af. Je hebt gelijk, pap. Absoluut gelijk. Ik ga daar niet aan beginnen. Nooit van plan geweest. Al heette ik Lucius Quinctius Cincinnatus en kwamen ze me hoogstpersoonlijk halen om de baas te worden, ik ploeg eerst mijn akkertje af.
Ik denk, die gaat nu weer weg. Maar nee hoor. Nou nog eens wat anders, zoon. Heb je nog effe? Ik was nu toch al wakker, dus ... O nee! Ik droomde! Goed, ik had dus alle tijd. En ik luisterde gewillig naar wat hij allemaal te vertellen had. Beetje laat, maar nu hadden we toch een goed gesprek. Nooit weg.
Ik ben in vele gebieden geweest, zo sprak hij. Met de trein natuurlijk! Haha, ik zette gewoon de wissels om en dan zaten je moeder en ik ineens in Italië of zo. Maar ook met het vliegtuig. Daar zat ik liever niet in, en ook dat heb je van me geërfd jongen. En zo zijn je moeder en ik ook eens in Australië geweest. Dat ligt - ja, pap, onderbrak ik hem, ik weet waar dat ligt. Ergens diep onder de evenaar en dan rechts schuin onder Indonesië en zo. Dat ligt, zo ging hij onverstoorbaar verder, er natuurlijk wel aan, hoe lang je weg moet zijn wil je het een reis noemen. O, op die fiets, bedacht ik me. Neen, klonk het vertrouwd bars, niet op de fiets, maar met het vliegtuig. Ben je er wel bij met je aandacht, Marc Adrianus Jacobus Cornelis Anna de Hoon? Je vergeet Maria, pap. Mijn derde naam is Maria. Die vergat je. Ik lulde er maar overheen, maar schrok me natuurlijk de vliegende tering toen ik me realiseerde dat hij gedachten kon kezen. De doden lezen de gedachten van de levenden, en ik had net gedacht “op die fiets”.
Ik vergeet niets, jongeman. Een naam is niet zo belangrijk. Nee, schavuit, ik wil je een verhaal vertellen over dat verre Australië. Kun je dat aan? Ja, hoor, sprak ik. Ik ben nou toch al wakker. O nee, ik droomde nog. Nou, alla, kom maar op met je verhaal, paps.
Einde deel drie.
Het was mijn vader die in mijn droom aan mij verscheen toen ik weer helemaal kachel van de melk was. Hij sprak met plechtiger woorden dan ik gewend was van hem maar ik begreep ze in elk geval. De eerste schrik was ik dus wel te boven. Hij sprak over mijn school alsof hij die kende. Dat ík hem kende, dat mag je verwachten. Ik werk daar een jaartje of dertig. Maar dat hij hem kende voorspelde niet veel goeds.
Hij sprak in plechtige bewoordingen: Zou je daar niet eens op gaan letten, jongen? Hij is bedoeld voor het geven van gymnasiaal onderwijs en dan verwacht ik ook zes, zeven lesuren klassieke talen per week! Ik zie daar nu jongeren hun tijd verdrijven met rekenen en natuuronderwijs. “Dat heet gewoon wiskunde, pap, en binask. Dat is ook heel belangrijk.” Binnen nu en drie jaar zul jij daar ... O, ik zie daar je moeder lopen op aarde. Gaat het goed met haar? Ze is hoop ik nog niet van plan mij gezelschap te komen houden. Geef haar een dikke knuffel van mij. Straks praten we verder. Ik verschijn wel weer aan je. Even liggen. En wat eten. Ik rammel. Later!
En weg was ie. Vanished in thin air.
Volgende keer deel drie.
Toen ik tijdens het vierde jaar van het koningschap van Willem-Alexander een bejaarde man tegen kwam raakte ik met hem in gesprek. Hij had mijn vader nog gekend vanuit zijn tijd bij de Nederlandse Spoorwegen. De oude baas sprak liefdevol over mijn vader en wist zich nog tal van dingen van vroeger te herinneren. We besloten per trein naar zijn huis te reizen, wachtten dus twee uur op een trein, en namen om de tijd te doden (niet de grijsaard dus) maar een goed glas melk. Even later onderbraken we het gesprek even voor een kapsalonnetje. Een cholesterolbom maakte op zijn leeftijd toch niet zoveel meer uit, bedachten we.
Na het eten namen we er nog eentje, halfvolle in dit geval, op de toekomst, die voor hem niet heel lang meer zou duren. Dat bleek uit alles.
Uiteindelijk aangekomen in zijn riante optrekje spraken we verder over mijn vader. Ik was verbaasd hoeveel sublieme en gevleugelde woorden hij zich nog van mijn vader kon herinneren. Letterlijk. En hoeveel daden hij daarnaast oplepelde uit zijn schier onaangetaste geheugen. Uiteindelijk was het zo laat geworden dat er geen trein meer terug ging. Ik besloot op zijn uitnodiging bij hem te blijven pitten. Hij heette geen Weinstein dus ik vertrouwde het wel. We gingen we maffen. En of het nou kwam doordat ik van de reis of melk zo vermoeid was of dat het gesprek me dieper had geraakt dan ik wilde, dat weet ik niet, maar ik kreeg een droom. Gewone droom hoor. In die droom verscheen mijn vader aan mij. Overal om hem heen zag ik treinen en gebouwen, fel wit licht en nog wat mooie vrouwen. Hij zag er goed uit. Niet echt als een skelet of zo. Hij sprak meteen een paar bevelen uit. Dat herkende ik nog van vroeger, dus ik luisterde aandachtig.
"Ff luisteren," zei hij. "Wat ik je ga vertellen moet je doorgeven aan jouw leerlingen. Want ik zie, dat je ook coördinator geworden bent, net als ik, maar dan alleen op een school, niet van een treinstel.Jij ziet dus veel leerlingen?" Nu wees hij een mooi gebouw aan en sprak de verbluffende woorden: "Zie jij die school daar?" Ik was verbouwereerd. Wat ik daar zag was mijn JDW, mijn lieve, schattige JDW. Ja, hoor, het was echt het JDW. 56 leerlingen, te midden van een enorme berg rotzooi, lege blikjes, half afgekloven joints, plastic zakken, stukken saucijsbroodjes op een vloer van 25 vierkante meter in een zogenaamd studielokaal, Netflixend, kaartend, aan het socializen, driftig tegen elkaar aanrijdend, zweetlucht. Nee, dat was zeker weten mijn JDW. Dus ik zeg "Ja, die zie ik. En nu?"
wordt vervolgd.
Gisteren had ik een doorsnee dag. Eergisteren ook en morgen waarschijnlijk weer. Het lust mij te vertellen wat ik gisteren beleefd heb. Het was niet heel spannend, maar dat hoort bij doorsnee.
Ik stond op. Dat is echt gaap! Nadat ik het ontbijt naar binnen had geschoven trok ik de stoute schoenen aan. Die stonden bij de even stoute stoel. Op die schoenen begaf ik mij richting auto en daarin richting garage en daarin richting koffieautomaat. Nu heeft de auto zijn winterbandjes weer en ook een nieuw accu. Ik maak wat mee op zo'n dag.
Snel reed ik naar het Brabantse land. In het fantastisch idyllisch gelegen Roosendaal ontmoette ik mijn leverancier. ?? Leverancier? Ja, degene die mij geleverd had. ?? Geleverd had? Ja, hallo! Mijn moeder dus! Ik sprak gezellig met haar. Ze is 80 dus ze loopt op die korte pootjes niet meer zo snel. Dus bleven we dichtbij het station. Wij naar de overkant. Leuke tent daar, leuke serveerster ook. Mijn moeder zag mij kijken en zei op een samenzweerderige toon: zo was je vader ook, ouwe snoeperd! Ik vond dat niet heel aardig: zo oud ben ik nog niet. Maar ja. Voor 80 jaar levenservaring heb je respect hè. Dus ik hield mijn mond dicht. Behalve voor de soep, die op charmante wijze werd opgediend .... Mjammie. Die soep? Ook.
Uiteindelijk ging ik, na zoveel gezelligheid, weer op huis aan. Schoolwerk. Proefvertalingen nagekeken. Anders gaan die zesdeklas schaapjes weer blaten of mekkeren. Gaan ze toch wel, want het is makkelijker de fout bij een ander te zoeken dan bij jezelf. Maar.... ik was bij een paar toch wel aangenaam verrast. Ook weer klaar dus.
Vandaag zat in de mail een berichtje over Josephine die naar de tweede ronde van de Latijnolympiade mag! Ikke blij en trots. Zij mag nu losgaan op Tacitus. Over doorsnee gesproken: bepaald geen doorsnee, die Tacitus.
En zo is het weekend weer voorbij. Morgen weer met een blije tronie naar school. Ik kan niet wachten.
Het is bijna winter en de regen striemt af en toe de mensen die in regencape gehuld droog denken te blijven. Zo ook ik. Ik loop nu elke dag van en naar school (eigenlijk naar en van, maar zo zeg je dat nou eenmaal niet in het Nederlands) en het risico dat ik nat regen. Dat is nu een keer of wat gebeurd. Ik kies kennelijk slechte momenten om de deur uit te gaan. Zet mij dus maar niet in een casino: dat wordt niks.
Het is dus niet heel gek dat ik een verkoudheidje opgelopen heb. Ik blaf als een Foxterriër, heb keelpijn, voel me slapjes, maatje vaatdoek XL. Maar ik blijf natuurlijk niet thuis! Ik moet het goede voorbeeld geven op school. Schaapjes die mij met droge ogen komen vertellen dat ze te ziek zijn voor het laatste uurtje probeer ik wel eens beter te kletsen. Dat ga ik hier niet voordoen, want dan weten ze straks allemaal wat ze niet moeten zeggen. Soms lukt dat. Win ik toch mooi een tientje van de collega's.
Maar zelf kan ik dan natuurlijk niet ziek naar huis gaan of ziek thuis blijven omdat ik een beetje hoest. Immo vero (=sterker nog, maar dan in het Latijns): wie weet sla ik nog wel een leuke collega aan de haak doordat ik hoest. Vroeger was dat ook zo, hè. Dan was je afgeladen rijk en dan wilde je ook wel eens van dattem, maar geen chick die wilde. Wat deed je dan? Behalve de gebruikelijke dingen als spanking the monkey of zo natuurlijk. Dan ging je wat talkpoeder op je tronie smeren en een heel akelig hoestje produceren, zodat men dacht dat je waarschijnlijk snel de eeuwige jachtvelden op zou gaan zoeken. Dan was je ineens interessant voor de zogenaamde erfenisjagers die bij bosjes in je bed belandden, alvast schaars dan wel niet gekleed en al. Ze hoopten dat het, na wat bedgymnastiek, wat zeg ik, juist dóór de bedgymnastiek een fatale longziekte zou blijken te zijn waardoor ze via een testamentje lekker snel veel geld konden opstrijken. Goed plan. Dus als je me hoort hoesten, ik heb een testament hoor!😜
Het weer is ruk. Rukwind. Door weer en wind. Het hangt allemaal samen. Bonen gegeten. Die wind is pas ruk. Doei.
Nou, wat me nou weer gebeurt, zeg! Ik heb weekend, dus wat doe ik? Uitslapen? Ja, ja, uitslapen. Tot half negen, want dan moet de auto zo nodig een beurt. Ja, ja, de auto ja. Winterbeurt heet dat. Vooruit maar, ik noem dat altijd anders. Ik kom daar bij die garage, zit er zo'n net niet uitgeslapen manneke van een jaar of 10, 11, zo'n prepuberaal vetkuifje met een quasi-slimme blik de weg te wijzen aan automobilisten die hun auto ook een beurt willen laten geven. Gratis beurt, dus hartstikke druk.
Goed, ik luister eens een keer naar zo'n jong hondje. Je weet uiteindelijk nooit of ze zich niet een paar maanden later aan komen melden als leerling op je school. Ik rij braaf om en zet de auto op een parkeerterreintje. Ik meld de auto aan bij twee giebelende grietjes van een jaar of 14, die duidelijk wat bezoekjes aan de orthodontist hebben gebracht. Degene die mijn naam opschrijft herken ik vaag. Zit ergens in de onderbouw, en ze komt wel eens te laat. Anders ken ik haar niet. Ze had moeite met mijn naam en het kan dus zijn dat ze in de buurt woont maar ergens anders op school zit. Of niet. Nou goed, ook weer gebeurd. Pff. Ik mag doorlopen naar een of andere desk om me aan te melden. Ikke denken, aanmelden? Maar ik ben er toch? Dat zie je toch? Zo onopvallend ben ik echt niet. Nou ja.
Ik blijk goed gestuurd te zijn en ga aan de erwtensoep met koffie en sponzige muffin, terwijl die gasten met mijn auto bezig zijn. Een van die gasten die tijdens zijn schoolcarrière altijd al naar onderkanten keek doet dat nu weer. Alleen moet ie zich nu behelpen met de uitlaat van een Volkswagen Polo. Ik snap inmiddels waarom hij het bij ons niet afgemaakt heeft.
Hoe gaat dat bij garages? Nou, net als bij de tandarts. Je denkt dat je niks hebt en 5 ruggen verder heb je inderdaad niks meer.
Dus ik tik wat af voor een nieuwe sleutel en een accu bij iemand die mij nog vager dan vaag bekend voorkomt. Twintig jaar geleden moet het zijn geweest. Hij dacht toen al dat ik 'm naaide met Latijn en nou naait ie mij. Ik maak mij zelden populair, niet met mijn onverbiddelijke humor, niet met mijn guitige lieve lach en ook niet met mijn inventieve maatregelen bij 60 x te laat komen.
Goed, ik verwerk deze tegenslagen als een man en ga maar boodschappen doen. Normaal kom ik bij de + maar daar zag ik laatst een leerling van 7 jaar geleden. Die keek mij vilein aan, maar ik wist nog dat ze dat woord niet kon spellen. Toch maar geen broccoli bij gekocht. Ikke door naar de supermarkt in de stad. Aha, dacht ik. Dat ziet er leuk blauw uit en ik heb nog een tegoedbon voor biologisch voer. Jullie kennen misschien mijn voorkeur voor gezonde voedingsmiddelen. Nou, daar kom je ongeveer klaar op het biologische pretpakket. Ik maak die hele tegoedbon op, vanzelf. Ik speer naar de kassa, blijkt er een zakje gescheurd te zijn. Jezus, het is toch geen condoom of zo! Nee, nee, kon echt niet, een scheur in je zak. Ik denk, wat weet jij daar nou van? Ik moest naar de servicebalie. Ik ga liever voor mijn service naar Bali, maar goed. Dat kon niet. Nou, en dan denk je dat je alles gehad hebt op zo'n dag. Wie staat er die servicebalie te bemannen? Eh, te bevrouwen? Ehm, te bemensen? Jep. Oud-leerlinge. Wel een leuke deze keer. Zij glimlachte mij minzaam toe, met mijn gescheurde zak. En ze hielp me attent aan een nieuwe. Ideaal, die oud-leerlingen overal.
Geen originele titel, maar je mot wat op zo'n ongezellige, koude zondagmiddag.
Gisteren was ik een avondje los. Ik ging uit, natuurlijk braaf met de eega. We gingen op strooptocht cultuur snuiven en we kwamen uit in Kunstmin. We hadden ook in de plaatselijke koffieshop uit kunnen komen, want ook daar is sprake van cultuurtjes. Schijnt. Of in een restaurant, om de eetcultuur nog eens op te schroeven of zo. Maar nee, we gingen echt voor puur natuur. Ehm, puur cultuur dus. Er zijn altijd wel dubieuze lieden die bij de term puur natuur de meeste scabreuze ideeën krijgen. Als ze die al niet hadden. Ik natuurlijk niet.
Kunstmin. Wat was er in Kunstmin dan? Julius Caesar. Haha. Je maakt een grap. Nee, Dordtenaren maken geen grappen. Maar Julius Caesar is dood. Weet ik. Hartstikke lek geprikt door een stelletje zolen. Tijdje terug alweer. Nee, dit was de reïncarnatie van Julius Caesar. Een superdunne Belg, die in de versie van Shakespeare de rol van Caesar speelde. Ik mag wel zeggen voortreffelijk vertolkte. En niet alleen hij speelde fantastisch, ook de rest deed het meer dan aardig. Toch al gauw een 8+.
De enige vrouw in het gezelschap deed het ene moment de toeschouwers gruwen omdat ze zo mank liep. Het andere moment excelleerde ze in de rol van Calpurnia (met wie Caesar getrouwd was). We hebben 1 uur en drie kwartier genoten. Toegegeven, we hadden in die tijd ook naar een voetbalwedstrijd kunnen gaan, maar daar is het gehalte cultuur wat lager. Bovendien móet je daar bier drinken, anders tel je niet mee.
Wij besteedden een indrukwekkend gedeelte van ons weekend aan Latijn. Julius Caesar is een Latijnse naam. Leek hem handig, want hij was ook een Romein. Al zat ie dan veel in Frankrijk (behalve in dat ene kleine dorpje). Nee, gisterenavond was echt super. Superlatijn dus.
Ik ben superblij! Altijd natuurlijk, maar nu helemaal. Weet je waarom? O, wil je niet weten. Nou ja, ik vertel het toch, want ik ben megasuperhyper. Ik mag... ja, ja, ik mag...met pensioen! Jippie, hoera, hoerb, hoerc, hoerd en zovoort! Kan ik me eindelijk met léuke taalgrapjes bezig gaan houden. Pensioen!
Als ik 68 ben al. Mwah. Detail. Ik mag de pensionado uit gaan hangen! Al in 2028! Dat is zo gepiept!
Ik denk nu al met weemoed aan mijn lieve schaapjes en lammetjes. Gelukkig is er in de koffiekamer ook altijd melk in de koelkast. Over koelkast gesproken. Misschien haal ik 68 niet, lig ik dan net in de koelkast. Ach, blijf ik tenminste vers. Hoi hoi hoi. Ik ga zingen. Let op of je de grap ontdekt. Gaat ie.
Lang zal ie werken, lang zal ie werken, lang zal ie werken op het JDW, op het JeeeDeeeWeeee, op het JeeeDeeeWeee. Hiep hiep hiep, hoerA.
Laatst wilde ik een leuk feestje bouwen op school. Geef toe, Van Hoon en een feestje, dat is toch redelijk uniek. Ik mag dan van "onder de rivieren" stammen, maar dat is niet hetzelfde als het hele jaar de feestgok uithangen. Ik heb eerlijk gezegd geen idee waarom ik nou op school een feestje wilde bouwen. Leeftijd? Kennen mannen ook zoiets als "de overgang"? Ik ken de overgang van vijf naar zes ja, en ik ken de overgang bij de Transvaalstraat. Misschien verzet ik mij wel onbewust ergens tegen. Ik zal eens een gesprek voeren met Shrinkie Ketelbinkie.
Hoe dan ook, ikke naar de baas. Ik zeg: ik wil een leuk feestje bouwen op school. Zegt ie: "leuk" en "feestje", dat is een pleonasme, Van Hoon. "Bouwen" is een metafoor en dat is te moeilijk voor onze leerlingen. En op het dak mag je niet komen. Daar zak je doorheen. Nee dus. Ik zeg: Maar die feestjes van de week dan? Die mochten toch ook? Best wel cute opgemerkt en zeer zeker slagvaardig. Nou, zegt ie, dat waren niet echt feestjes. Dat had te maken met de werving van nieuwe leerlingen. Nee, ik wil het niet.
Nou. Daar sta je dan. Mijn vader zaliger zou gezegd hebben "met je kloten voor het blok". Nee. Daar kan ik slecht tegen, tegen nee. En tegen niet en zo. Ik voel mij allergisch worden bij dat soort woorden. Ik lijd aan negatofobie of zo. Maar ja, het is wel je baas.
Dus nu ga ik maar nieuwe leerlingen werven. Even mijn lessen oppimpen, leuke kleren aantrekken, geinige, maar niet al te ingewikkelde opmerkingen maken, beetje rebels doen, lekker de puber uithangen. Heerlijk. Ik ben weer jong! Joepie!
Vandaag was ik in de eerste pauze op mijn best. In de meute enthousiastelingen ving ik behendig tegelijkertijd met mijn linkerhand een rondvliegend broodje kroket en met rechts een blikje, weliswaar inferieure, cassis. Terwijl ik aandachtig luisterde naar de vele interessante punten die te berde werden gebracht slaagde ik er opnieuw in, via een onverhoedse schijnbeweging (waar ik zelf ook nog in tuinde), nu met de rechterklauw een frikadel te onderscheppen. Die was op weg naar een tiental juichende minischaapjes achter mij, maar ik was hen voor. Lenig sprong ik een halve meter omhoog en ja hoor. Duidelijk mét mosterd. Maar voor mijn leeftijd en bouw, en ondanks de Afrikaanse biertjes van dinsdag (Sophie, bedankt voor het regelen van alles! Je bent geweldig! Zo goed?) was mijn reactievermogen nog tiptop in orde.
Het was even een beetje aan de rommelige kant, maar door de platgetrapte kruidnoten op de grond kon ik gelukkig snel en efficiënt richting prullenbak glijden. Ik wilde daar mijn lege blikje deponeren, maar het paste niet. De bak zat al vol. Met broodjes, die hier en daar kennelijk niet helemaal op hun juiste waarde geschat werden.
Ik was ongelooflijk trots op al die inventieve gasten, omdat ze hun belangrijkste agendapunt zo treffend in beeld hebben gebracht. Ze hebben liefde voor de dieren en ik wil graag mijn waardering uitspreken voor zo’n dapper standpunt. De gorilla verdient naar hun bescheiden onder woorden gebrachte mening bijzondere aandacht. Het dier op het podium had het duidelijk naar de zin. Ik snap dat wel. Het was de enige plek waar je niet het risico liep door rondvliegende bruine broodjes uit de lucht geschoten te worden. Misschien mag ik een ideetje aandragen? Sla, komkommer en mayonaise op die broodjes, en dán pas een knakworst, frikadel of zo. Dan heb je het voordeel dat broodjes die hun doel missen gewoon van de muren afgeschraapt kunnen worden, terwijl de eruit gelanceerde knakworst gewoon door kan vliegen. Ideetje hoor.
De ambiance was kortom apart. Onder het genot van een melodieuze achtergronddeun werkte ik de gratis ter beschikking gegooide etenswaren naar binnen. Plezier makend met het kapot trappen van geinige ballonnen betrad ik korte tijd later weer de arena van mijn leslokaal.
Daar was het maar saai. Les. Bah. Nee, dan liever kleine pauze.
Het is gelukt gisteren met het eten. Dat wilde ik toch even melden, vooral voor hen die er om moverende redenen niet bij konden zijn. Het was mooi meegenomen dat dat eten zo lekker was, want dan konden we ons volledig concentreren op de goede diepgaande gesprekken die we onderling hebben mogen voeren zonder ons zorgen te maken over het voeren van onszelf. Waar ik me geestelijk op had ingesteld was de traditionele Afrikaanse dans in de even traditionele Afrikaanse kleding. Nou ja, kleding had wat dat betreft voor mij niet echt gehoeven, maar ja, wie ben ik? Maar er kwam dus geen dans. Gemiste kans, maar ik hoop de volgende keer bij een Moluks restaurant in Zwijndrecht op meer. Lastig voor de collega's die niet recht boven dat restaurant wonen, zoals Jan Willem (Jan Wielklem, verbetert Word's spellingcorrector; leuk!!) boven Viva Afrika woont. De serveersters kunnen hem qua beeld uittekenen, alleen qua verhaal niet bijhouden. Maar dat is niet heel vreemd.
Die gesprekken, waar gingen die dan over? Nou, over leerlingen natuurlijk. Als we ook maar ergens kunnen roddelen, dan grijpen we die kans met beide handjes aan. Vette vingertjes van het Afrikaanse eten of niet. De pannenkoekjes waren dacht ik voor het deppen van het van de vingers afdruipende vet en hete saus. Mjammie. Nicole, echt wat gemist daar! Dus we hebben heel wat leerlingen de revue laten passeren. Wie is met wie sinds de Romereis? Hoe lang zat dat er al aan te komen? Hoeveel hadden we daarop ook al weer ingezet? Wat doen we met smartwatches (niet te verwarren met Swiss witches met watches) bij toetsen? Afpakken en niet meer terug geven, waar ik zelf een voorstander van ben? Of niet afpakken en lekker laten spieken? Weinig nakijkwerk. Ideaal. Dilemma.
We hadden het over persoonlijke hobby's. Ja ja, leerlingen dus? Nee, echte hobby's. Zo spraken wij uitgebreid en geanimeerd over Go ahead. Go Ahead Eagles? Uut Deventer? Van de koek? Neen! Go Ahead Zandraket natuurlijk! Veel interessanter! Ik heb niet helemaal mee gekregen waar dat precies voor bedoeld was maar dat kwam door een voor mij best wel tricky combinatie van bananenbier, mangobier en gewone koffie. Die mix is echt killing. Dan hoor je de dingen niet goed meer. Maar ik ben vanaf nu een fan van Go Ahead Zandraket. Uut Wageningen.
Kijk ik terug op gisteren, dan mijmer ik voor me uit. Ik staar in het luchtledige en zie aan den einder die super gezellige Afrikaanse au bain Marie-JDW-maaltijd. Naar die danseressen kan ik fluiten maar waren ze er geweest, dan had ik er vast te lang naar gestaard.
Thuis legde ik alles uit aan mijn vrouw en zij was blij voor mij. Ze had nog wel een mededeling over een familielid. Die moet nog wel een nastaaroperatie ondergaan. Wat een toeval, zeg. Ik had net een operatie nastaren moeten ontberen en nu kreeg iemand die zomaar aangeboden! Het is ongelijk verdeeld. Over twee dagen weer?
Ja! Ja! Jaaah. Ik kom! Naar het Afrikaans restaurant hè. Iemand zat aan mijn hoofd te zeuren en vroeg of ik nog van plan was naar dat Afrikaans restaurant te komen. Ja dus.
Goed. We hebben alweer heel hard gewerkt. Twee hele dagen na de zware herfstvakantie zitten er al weer op en het zweet staat ons nader dan het lachen. Allemachtig, wat hebben die schapen op de rem gestaan zeg. Ze zoeven ons aan alle kanten voorbij, ook mij. Ik ga breeduit in de gang staan. Nou, dan heb je toch een behoorlijke vulling daar. En of je nu zegt dat ze te laat zijn, of dat ze gespijbeld hebben, of je zegt dat hun toets onvoldoende was of dat ie juist verbazingwekkend goed was, het maakt geen ruk uit. Ze zoeven door. Nog helemaal in Romesfeer of in Griekenlandsfeer. Of.....in Vossiussfeer. We hebben nu twee teams die allebei Vossius willen spelen. Ze hebben Engelse namen, wat al bevestigt dat Latijn en Grieks er niet zo veel meer toe doen. Ze slopen elkaars spullen, gaan vrijdag en donderdag in pauzes met etenswaren gooien en anderszins populair doen. Laten we hopen dat ze net zo goed worden als het huidige Vossius.
Nou, om mij enige rust te geven gaan we vanavond dus lekker Afrikaans eten. Ik dacht zelf aan zebrabout op een spies, gelardeerd met bamboe en afgevallen boombladeren. Bananenbier uit een halve kokosnoot erbij en deze jongen komt zijn tijd wel door. Ik heb gehoord dat er danseressen zijn, die in een traditionele Afrikaanse klederdracht een even traditionele dans zullen opvoeren. Ik heb ook gehoord dat ze dat op mijn tafeltje gaan doen en dat ze dan van mij enige activiteit verwachten. Ik geef toe, dat ik toen ik dat hoorde wat water in mijn oren had. Dus ik kan het mis hebben. Enfin, als ze mijn bord met zebra maar laten staan en mijn bananenbier niet om stoten.
Vanavond laat keer ik dan weer volgevroten en tevreden huiswaarts. Daar ga ik althans wel van uit, want met mijn danscollega's weet je het nooit. Thuis doe ik nog wat schoolwerk (ik weet nooit wie dit soort berichtjes leest) en daarna poets ik mijn tanden en nieuwe schoenen (oppassen dat ik me niet vergis daar) en daarna duik ik mijn mandje in. Morgen vroeg weer langszoevende schaapjes.
Ja, ja, ik weet. 348 genderneutrale lieden hebben al voor een tijd niets van mij gehoord. Zo wat? Ik had een heilige dag, ja.
Ik zal uitleggen. Gisteren was ik aanwezig bij een optreden. Niet dat van mezelf. Ik was uitgenodigd. Er was een octetje muzikanten die symfonische oudjes spelen. Ze speelden hun liedjes geweldig goed, maar ik kende alleen enkele. Climax was, voor mij het minst, Schijn op jouw gekke diamant van Roze Floyd. Ik ging noten, weet je. Een wijl later speelden ze ook Meneer Blauwe hemel. Dat is van Electrisch licht orkest. Ze maakten me blij. Aan het eind kwam De show moet doorgaan nog, van Koningin.
Ik wil me verontschuldigen voor mijn taalgebruik. Ik was moe. Ik dank van deze plaats de geweldige babyzitter. Zij heeft het mij mogelijk gemaakt te genieten van de muzikale avond door op onze kleinzoon te gaan babyzitten. Danken voor dat. Morgen school. Ik ben voorwaarts aan het kijken ernaar.
Hallo, lieve en beste volgers. Jullie zijn natuurlijk nieuwsgierig naar hoe het met mij gaat, maar jullie zitten niet te wachten op ellenlange stukken tekst. Daarom houd ik het eens kort. Ik moet helaas wel een onderverdeling maken qua bespreekgebied, maar ik beloof jullie geen tekst tussen haakjes te gebruiken (echt niet!).
Vakantiegevoel: nagenoeg voorbij
Het weer: zonnig, tot maandag, haha
Schoolwerk: af, oké, bijna af
Proefvertaling: ik ben nog hard nodig
Algeheel welbevinden: toppie
Sportief: laatste week 19 kilometer gelopen, 45 kilometer gerust
Feestjes: Iskander was jarig, was leuk, pannenkoeken mjammie
Oparol: kan ik me weer in uitleven de komende dagen
Facebook: F*** Facebook
Plannen: volop, maar daar blijft het bij
Gewicht: ja. Superveel
Actualiteit: helaas helaas, nooit actueel
Overall: jep. overal een overall, zit gewoon lekker.
Doei: ja, dikke doei!
Laatst las ik - werk, hè - dat humoristische opmerkingen niet per se waar hoeven te zijn. Dat stelde me enigszins gerust. Man, man, man, ik heb wat af gelogen de laatste tijd, qua humor dan.
Is de waarheid niet vertellen hetzelfde als niet de waarheid vertellen? Dat denk ik dan meteen, taalkundig geëngageerd als ik graag wil overkomen. Iets helemaal weg laten is iets anders dan over iets liegen. Allebei komt het geregeld voor in de Tweede Kamer, en de Tweede Kamer, nou dan zijn we behoorlijk actueel bezig. Grappig (intelligent ogend (hè, ogend? Klinkend! leugentje) dat we nu net in de zesde klas bij Latijn ook te maken hebben (nou ja, gaan krijgen binnen een week of 2, leugentje om bestwil) met iets vergelijkbaars.
Een kerel wil zijn landgoed verkopen en doet alsof er veel vis in de buurt zit, nou ja, in het water dan. Iemand die van vissen houdt (de looser. Nee hoor, ik houd ook van vissen. De beestjes, niet de activiteit/passiviteit) wil dat landgoed dus juist daarom kopen. De verkoper laat bij een kijkdag veel vissers opdraven die de ene na de andere vis uit het water gehaald lijken te hebben. Die gooien ze op een grote hoop voor de verkoper. Iedereen blij, behalve die vissen. Die koper enthousiast, maar hij wordt natuurlijk genaaid waar ie bij staat. Leuk! Humor!
Wij zijn dus bij Latijn actueel bezig. Zou je niet zeggen, met die klotennaamvallen, die imperfecta en conjunctieven en zo. Maar toch is dat dus zo. Is ook wel nodig, want we leggen het een beetje af tegen wiskunde en Engels en zo.
Moet ik nog leugentjes opbiechten of zo? Dingen die ik weggelaten heb? Nou, vind ik eigenlijk van niet. Ja, mijn moeder is 80 geworden gisteren en dat heb ik niet gemeld. Sorry! O nee, helemaal geen sorry. Humor! Ik had ook kunnen verzwijgen dat ze 79 geworden was. Had ik én gelogen én iets achtergehouden! Twee vliegen in één klap.
Ik heb gesuggereerd, door dat stomme pseudo-gedichtje van gisteren (haalt Sinterklaaskwaliteit nog niet eens), dat ik er een week tussenuit zou gaan. Of dat ik depressief was. Of dat ik er gewoon genoeg van had, van die stomme stukjes. Haha. Helemaal niet waar. Uit de grote duim gezogen. Verzonnen! Humor! Ik kan niet zonder. Ik ben ook trots, want ik krijg complimenten voor m'n berichten lay-out. Mooi hè?
Echt! De zon schijnt fel en het is half oktober. Morgen schijnt ie ook nog en de dagen daarna ook, maar dan zie je hem niet altijd meer. Dit is wat je nazomer noemt. Het doet zomers aan, qua temperatuur, qua terrasjesdrift, qua losse kleding. Daar genieten we dus van en we hebben mazzel: het is, in deze regio althans, herfstvakantie. Jippie! Vakantie klinkt als niks doen, uitslapen, eten wat je wilt en niet wat op het lijstje staat, avonden lang buiten zitten en met goede vrienden bomen over van alles en nog wat. Doen we niet. We doen schoolwerk. Mmmm, lekker achter de computer! Geen verplichtingen lijkt leuk, maar de waarheid achterhaalt je snel. Proefvertalingen nakijken? Doen we in de vakantie. Lessen voorbereiden? In de vakantie. En zo meer.
Bovenstaande wilde ik eerst achterlaten als bericht. Maar ik houd het toch maar bij wat ik afgelopen week in mijn hoofd had, maar ergens in FB kwijt raakte. Ik denk dat het het slechtst denkbare aantal reacties/likes veroorzaakt. Ook een prestatie.
Tok, tok, tok,
ik nok.
Ik wil 'm peren,
ik ga 'm smeren,
mijne heren,
krijg de kleren.
ik ben pleite
dat zijn de feiten
De ballen
met zijn allen
week 43 present
en nu dicht met die tent.
Frank Snoeks verzorgde op zijn eigen wijze het commentaar bij de wedstrijd Nederland - Zweden. Behalve dat hij een keer of 15 het afscheid van Arjen Robben in zijn commentaar vervlocht maakt hij ook melding van een misdaad die door Dick Advocaat gepleegd zou zijn. Het slachtoffer was Nathan Aké, die er toch nog goed af gekomen is. Luister goed naar het commentaar van Frank bij 9:40. Arme Nathan. Dick heeft hem niet overreed, maar overreden. Stouterd. Agressie in het verkeer, altijd verkeerd.
De kat krabt de krullen van de trap. Bekend mee? De koetsier poetst de postkoets. Ook eentje die je na een melkje of wat niet meer zonder haperen kunt uitspreken. Laat staan dat je tafelgenoot droog blijft. IN het Engels kunnen ze er ook wat van.
Eerst even oefenen in het Nederlands, en hardop voorlezen!
Drie heksen kijken op drie Swatch polshorloges. Welke heks kijkt op welk polshorloge?
En dan nu in het Engels.
"Three witches watch three Swatch watches. Which witch watches which Swatch watch ?" Leuk hè?
Iets lastiger:
"Drie transseksuele heksen kijken naar de knopjes van drie Swatch polshorloges. Welke transseksuele heks kijkt naar welk knopje van welk Swatch polshorloge?"
Engelse versie:
"Three switched witches watch three Swatch watch switches. Which switched witch watches which Swatch watch switch ?"
Voor de echte sterf moeilijkerds (diehards):
“Drie transseksuele Zwitserse heksen bekijken de knopjes van drie omgewisselde Zwitserse Swatch horloges. Welke transseksuele Zwitserse heks bekijkt de knopjes van welk omgewisselde Zwitsers swatch horloge?”
"Three switched Swiss witches watch three switched Swiss Swatch watch switches. Which switched Swiss witch watches which switched Swiss Swatch watch switch ?"
Geen dingen waarop ik allemaal echt een antwoord verwacht natuurlijk. No no, that now also again not.
Zit ik lekker aan de thee, loukoumia erbij, schoolwerk staat ook aan, hoor ik ineens iets. Eerst wat verder weg, dan langzamerhand dichterbij. Het is een oergrom die uit het diepst van mijn lichaam, ver weg dus, in bijna onverstaanbare klanken naar boven komt. Ik begin erbij te trillen en te schudden, en ook dat begint van onderen. Daar is het niet choquerend maar bovenaan is het niet om aan te gluren. Mijn knieën, mijn dijen, de rest, mijn buik, alles vibreert en maakt geluid. Mijn bescheiden A-cupje trilt en ook de spierbundels die aan de onderkant van mijn bovenarmen flapperen, lillen zeg maar, die gaan noest heen en weer. Het zweet breekt mij aan alle kanten uit. Ach, klotsende oksels, zeg nou zelf, dat is wel lekker. En op mijn hoofd staan mijn haren alle drie overeind van ijselijke angst. Mijn ogen zijn wijd opengesperd en zo zie je dat ik gele ogen heb. Maar dat terzijde. De ongecontroleerde klanken, de woeste kreten, die jagen mij de meeste horror aan. Voor je het weet heb je een theevergiftiging.
Ik probeer thuis te brengen wat ik hoor. Sssst. "herrfffsstttt". Ik denk, gokkernolle, wat bedoel ik hier nou weer? Ik? Misschien is er wel een geest in mij gevaren. Ik kijk naar buiten en verrek zeg. Regen komt naar beneden gezeken en de blaadjes die eerst nog aan de bomen zaten liggen nu op de grond. Sja, mooi meegenomen. Naar analogie van de NS kan ik nu zeggen dat ik echt niet naar school kon komen. Blaadjes op de grond.
Een onverwachte onzalige oerkreet welt op en ik hoor zoiets als "Kat". Kut (niet te verwarren met Kitkat)! veel gekker moet het niet worden. Er ís een kat, hij ligt ergens uitgestrekt op een bak beneden, Melas heet ie. Mijn lijf doet rare dingen. Zoveel heb ik toch niet gezopen!
Alweer een trilling van het machtige lijf, en een kreun uit de diepste krochten. Bor de wolf is er niks bij. Eens luisteren. "Eeeten". Ik hoor het goed. Ik snap het niet. Tot er beneden een belletje gaat! Ze heeft eindelijk het eten klaar, de schat. Jemig de pemig. Het zal toch niet? Zou ik in de toekomst kunnen kijken? Zomaar opeens? Wacht, komt er weer een.
Ik hoor een kreun, die nota bene uit mezelf komt en die kreun bevat misschien nog wel meer informatie over de toekomst. Wauwie. Lottogetalletjes of zo. Komt weer zo'n onheilspellende oerkreet naar boven. "Boooorieeeesovvvvv, eindstation". Ja, ik hoor het echt goed. Ik denk dat ik een plotselinge aanval heb van voorspellende gave.
Nou, dat gaat wat worden op school. Iedereen wil nu ineens met mij flemen denk ik. Gewoon omdat ze denken dat ik ze nog wat voordeel kan bezorgen.. Ik denk het niet. Wacht, wacht. Weer een onderaardse kreet deze keer. "Vaaakannnttiieeeee". Verhip, nou als dit niet meer klopt, weet ik het ook niet meer hoor. "Eindeeeeeee" klinkt het rauw ergens achter mijn longen vandaan. Weet je, ik denk dat die geest die mij bevangen heeft gelijk heeft. Ik ga er eens een eind aan maken. Ehm, ik bedoel natuurlijk stoppen met schrijven. Melas even aaien, eten naar binnen werken en voetbal kijken. Nu ja, voetbal. Er is ook een leuke film geloof ik.
Soms heb je wel eens een mededeling die niet zo leuk is, maar waarvan je wilt dat iemand niet schrikt/niet wilt dat iemand schrikt (grammaticale prolepsis, maar ach, gymnasiumpikkies hier hè). Nou, dat kun je natuurlijk bereiken met een eufemisme. Dat weet iedereen. Soms leent een understatement zich beter en misschien valt de moderne zinsnede "Soort van" daar wel onder.
Net vroeg ik aan een leerlinge iets, namelijk wat zij op de gang deed. Na een uitvoerig verhaal over wat zij exact aan het doen was op dat moment (wat ik zelf ook wel zag, maar wat ik natuurlijk niet wilde weten) kwam zij tot de kern. Ja, ik ben er soort van uitgestuurd. O, wie heeft je dan weggestuurd? Nou, ik ben dus niet soort van eruitgekikt maar ik moest soort van in de gang soort van bloemetjes gaan soort van tekenen in mijn soort van tekenschriftje. Dat doe ik nu. Ik zeg: Zou je dan niet eens soort van terug gaan, voordat die soort van docent jou soort van vergeet, zodat wij soort van vanavond laat soort van skeletje van jou soort van vinden en dan soort van formuliertjes soort van moeten gaan invullen, als de soort van politie ons soort van ondervraagt over wie die soort van misdaad op zijn geweten heeft. Mijn humor hè. Kan ik ook niks aan doen.
Nou, die begreep ze soort van niet. Dus liep ik maar door. Ik krijg van dat soort acties wel soort van paardenlul zeg.
Het schoolse leventje gaat zo’n beetje zijn gangetje. Geen gekke dingen, extra rust omdat de collega’s zo goed zijn geweest de vijfdeklassers mee te nemen op reis. Heerlijk! Nou goed, dan zijn er nog altijd zesdeklassers, maar die zijn ongelooflijk braaf. Die paar laatkomertjes, ach. Ik moet toch iets te doen hebben, niet dan?
Maar op zo’n verder suffe dag is er dan toch weer een hoogtepunt te noteren. Eén hoogtepunt? Meerdere hoogtepunten! Lijkt reclame voor Viagra 2.0, maar dat is het niet. Ten eerste mocht ik vandaag les geven aan een groep van m’n collega. Die hadden allemaal hun huiswerk gedaan, waren allemaal op tijd in de les en lachten keurig om al mijn frivole en onnavolgbare grapjes. Hoogtepunt 1 dus. Ik ga ze adopteren of zo, denk ik.
Des middags mocht ik patrouilleren bij een toneelstuk op school, waarvan ik helaas het laatste stuk niet heb kunnen bijwonen. Maar ik was dus wel benaderd om dat te doen. Kicken voor mijn ego, dat de laatste tijd toch al te lijden heeft. Lijden is met ij en niet met ei. Heeft er niks mee te maken, maar het is wel waar.
Maar waarvoor ik ook benaderd was....was een Traditional English High Tea. Zoiets. Of ik de blijdschap over het feit dat de gymles verviel wilde vergroten door mijn riante aanwezigheid. Ik mocht geen humor toepassen en ik hoefde ook geen Engels te spreken. Tenzij ik dat wilde. En uiteindelijk mocht ik de loting verrichten van de prijsuitreiking van de quiz, die speciaal georganiseerd was. Wat ik met verve deed, zo gaat het verhaal. Ik sprak zelfs enige woorden Engels. Spotless. I think.
Maar uiteindelijk ging het natuurlijk om de thee en het glaasje met iets onduidelijks er in. Ik wist van tevoren dat aan het gezellige samenzijn kosten verbonden waren. Ik rekende een paar piek, duiten, euro, pegels zo je wilt, af, kreeg aanvankelijk evenveel terug, bleek eerlijk te zijn, en ging mijns weegs.
Een bijzonder gewone dag was voorbij. Op naar de volgende.
Het is vandaag een heuglijke dag, dat voel ik gewoon aan alles. Het begon er al mee dat ik veilig terugkeerde van een heel, heel vroeg tripje naar Eindhoven airport. Ik reed daar wel superkort tegen het verkeer in, maar er wás geen verkeer, dus dat liep gewoon goed af.
Wat deed ik dan in 040? Vrouwlief wegbrengen. Die wilde naar Griekenland vliegen, waar het nu lekker warm is, en dan is een vliegveld best wel handig. Ze gaat kleine cultuurbarbaartjes toch een of andere vorm van beschaving bij brengen. Goed, dus ik eet deze week wat ik zelf wil. Want ik ben zelf een grote cultuurbarbaar.
Wat mij verder natuurlijk ook heuglijk stemt is de verjaardag van zoonlief. Xanthias is 26 geworden en toen ik zo oud werd was ik al volop in de rui zeg maar. Het verjaardagsfeest is al vorige week gevierd en dat was leuk, want daardoor was het ook toen al een heuglijke dag.
Zojuist heb ik weer een hele hoop schoolwerk gedaan en daar ben ik ook vrolijk van geworden. Dat zit zo. Ik mag komende week een klas overnemen van een collega en daar heb ik een schitterende, ik mag wel zeggen spectaculaire PowerPoint voor gemaakt. Allerlei foefjes heb ik erin verstopt en nou maar hopen dat ik ze morgen tevoorschijn kan halen. Nou, ja. Ajax wint lekker dik bij Heerenveen, dus op sportief front ben ik ook al blij. En ja, dat die Verstappen een race wint, dat is leuk voor hem. Ik blijf het een eikeltje vinden. Ik ben geen fan van autoracen nee.
Vandaag hebben wij alweer niet gewerkt, wij ambtenaren van het JDW. Nee, wij hebben sport bedreven, de een wat fanatieker dan de ander. Dat is niet echt hard werken natuurlijk, al gingen de meesten er aardig van zweten. Mjammie, lekkere geur toch altijd. Beetje deo onder die oksels en je stoot weer heerlijk af.
Aan mij was het om toezicht te houden. Men had mij in het voetbalteam als keeper willen inzetten, maar ik was tragischerwijze verhinderd. Bij het korfballen vroeg men mij scheidsrechter te zijn, maar ik ken de spelregels niet echt. Ja, iets met een bal in een rondje gooien en dan win je. Weinig zinvol om mij dan een wedstrijd te laten fluiten. Ook bij het volleybal dong men naar mijn flitsende en daardoor onverhoedse bewegingen, maar helaas was ik geblesseerd toen. Bij het softballen dachten ze een kans te maken mij binnen te slepen als catcher, maar ik verstond ketchup en ja, daar had ik de juiste kleding niet voor aan. Ging dus ook al niet door. De vage hoop van de frisbeegroep om met mij te frisbeeën sloeg ik geroutineerd de bodem in. Kom op zeg. Beetje halfzacht discuswerpen, dat is het. Pfft, frisbeeën.
Kortom, ik liep, mijn natuurlijke rust en gezag uitstralend, ruim 8000 stappen vandaag. Mijn stappenteller meet dat, maar ik wil ook zo'n "horloge" als een collegaatje van mij. Daar kun je echt alles mee. Je ziet je snelheid (en ook of er op dat moment dat je kijkt een boom op je route staat), je ziet je calorieën als sneeuw voor de zon verdwijnen, je kunt gruwen van je tien-wekelijks gemiddelde, je kunt zelfs zien waar op aarde je op enig moment loopt. Het ding waarschuwt je als je gaat sjokken, het roept huppekee, ouwe zak, als je vermoeid ineen zijgt en het zegt hieperdepiep als je je doel van vandaag gehaald hebt. Je kunt er de tijd op aflezen en je schijnt er ook eieren mee te kunnen bakken. Dat wil ik dus ook. Dat horloge dus, niet dat collegaatje. Sorry!!!
Het was een fijne dag. Het regende een beetje natte druppels, maar ook complimenten voor mijn aanwezigheid. Ik groeide er nog wat verder door en lig nu ziek en vermoeid van trots thuis op de bank. Ik ga het allemaal eens op me laten inwerken.
Ik ben trots op de oud-leerlingen die de docententeams vandaag wél versterkt hebben en denk tegelijkertijd: ach, ze kunnen me wel missen. Ik kan volgende keer best een keertje spijbelen. Morgen mee beginnen? Nee, doe maar niet. Vijfde klas, lekker een proefvertaling in hun maag splitsen. Eerst ff rennen, deo snuiven en dan dat lokaal in! Werken. Zoals het hoort.
Mooie woorden, meneertje Van Hoon, maar wat wilt u dan precies? U bent toch al getrouwd en zo? Wilt u, nu u gevraagd bent voor Vossius, hiermee uw kandidatuur bevestigen? Of wilt u gewoon antwoord geven op de prangende vraag van de leerlingen "Meneer, wilt u dat wij ons huiswerk maken?"? Heeft de mooie ogenlady uw kille hart eindelijk vermurwd en u uw welverdiende koffiezooi aangeboden? Nee, dat is het allemaal niet? U wilt gewoon interessant doen dus. Ja, ik wil.
En nu ga ik tv kijken. De serie waarover Eddy Booman me al weken lang, ja, al weken lang, jongenssss, aan mijn kop zeurt. Die niet dusssss. Opgelicht lijkt me wel leuk vanavond. Wilt u mij een loer draaien aub? Ja, ik wil.
Kanone. Die draait niet! Kukelekut. Opsporing verzocht dan maar. Heel veel stoute mannetjes niet op een plaats delict aangetroffen. Balen zeg.
En de winnaar van de mooie ogenwedstrijd is....
Maar eerst even iets anders. Gisteren heb ik een moordende wandeling van 10 kilometer zonder morren of mokken volbracht. Wat zeg ik? Zonder spierpijn! Het was natuurlijk wel fraai weer, maar ik zou het ook bij stromende regen wel een paar meter geprobeerd hebben. Dus mijn doorzettingsvermogen valt enigszins te prijzen. Nou dat wilde ik even kwijt. Lekker gegeten ook daarna. Dus qua terugwinnen van de kwijtgeraakte calorieën zat het wel goed. Kwijtgeraakte calorieën? Zei die dat nou? Ja, dat zei die. Hij heeft een app, en daarop kun je aflezen hoeveel calorieën je kwijt bent geraakt op zo'n barre tocht. Nou, die moeten er weer bij, heb ik begrepen. Weet niet meer van wie. Had mooie ogen, dat weet ik nog wel. Alleen mooie ogen hoor, de rest was bedroevend.
Maar goed. Over die winnaar dan. Winnares eigenlijk. Over winnares gesproken, wist je eigenlijk dat ik de Latijnse teksten steeds leuker begin te vinden? Er waren heel wat loosers, heel wat rare bartjes in die oude tijden zeg. We zijn nu bij een kerel aangeland en die was zo paranoïde als een lijpo met een flinke shot speed. Kukeleku! Die had een gracht om zijn bed heen gebouwd en een wegdraaibaar bruggetje daar naar toe. Als hij dan één van zijn stoeipoezen besteeg draaide hij dat bruggetje weg, natuurlijk nádat hij op zijn bed geklommen was. Nou, dan gingen ze samen doktertje spelen en dan had ie neem ik aan geen zwaard bij zich om zich te verdedigen mocht zijn wipgenote op het onzalige idee komen hem eens een keer terug te penetreren.
Echt die joker was kierewiet. Maar daar ging het me niet om. Winnares. Ik tikte hier trouwens eerst "Maar daar ging het me niet over". Dat is natuurlijk fout, hè. Een stijlfout. Zo hoorde ik van de week een leerlinge tegen een ander zeggen "Ik word bijna 17." Dan schiet ik meteen in de stijlmiddelenkramp. Dus ik zeg tegen dat grietje: "Jij gebruikt daar een contaminatie". Gratis uitleg erbij. Sja, dat was nou ook weer niet aan haar besteed. Paarlen voor de zwijnen, zo pleegt mijn collega dan te zeggen. Maar ik ben mijn collega niet. Pfft, gelukkig niet zeg. Ik kan niet tegen streng zijn.
Waar was ik gebleven? O ja, wie had die mooie ogen, dus wie was de winnaar van de bijzondere prijs? Prijs? Welke prijs? Mij een kopje koffie aanbieden uit die gare automaat op school? Mij best. Trouwens, over school gesproken. Ik word afgeperst. Uitgeperst, dat was gisteren. Nee serieus, men perst mij af. Ik ben daar ook wel gevoelig voor, merk ik. Dan tel je toch een beetje mee, hè, als je afgeperst wordt. Door wie, "weet ik niet". Wink wink nudge nudge. Ik mag bepaalde lieden niet meer in mijn FB-berichten noemen! Op straffe van? Geen idee. Ik merk het wel. Als iemand mij nu voortdurend hinderlijk gaat volgen weet ik genoeg. En als ik er genoeg van krijg, haal ik uit. Blauw oog. Vind ik mooie kleur voor ogen, blauw.
De witregels zijn deze keer opgedragen aan Anke-Thea.
I was blind, I was blind and now I can see (Monty Python, Life of Brian)
Deze quote kwam spontaan bij mij op toen ik in de Volkskrant van 20 september deze foto in combinatie met de kop van het artikel zag. Hoezo, I can see? Zo weggelopen uit Asterix en Obelix, Xinix.
Nee hoor. Er is geen feest. Ik ben wel alleen, want alle andere semibelangrijke mensen zijn weg. Die hebben hun rust verdiend. Ik niet. Ik heb nog wat taakjes liggen. Die ga ik vanmiddag in alle rust verrichten. Inclusief een bericht op FB pleuren. Niet over mooie ogen deze keer. Dat heb ik geweten hoor. Iedere jonge vrouw, vergeleken bij mij zijn ze dat allemaal of ze zijn geen vrouw, kwam informeren hoe het met mijn melkprobleem zat, gewoon om mij uit te dagen. Durfde ik ze diep in de ogen te kijken? Had ik net zulke mooie ogen als zij? Zou ik blozen en schoorvoetend toegeven dat .... nou ja, et cetera.
Eenieder wilde gewoon weten of ik haar bedoeld had. Zeg ik nooit meer dus. Ik zal me niet meer uitlaten over bevalligheden, charmes, robuuste vormen, strakke kaaklijnen, hippe pumps en mooie plooirokjes en dat soort ellende.
Nee, werken, dat doe ik. En als er nu een schaap aan mijn deur komt blaten, mekkeren, loeien, iaën, blaffen, mauwen of klieren zeg ik gewoon (gwoon is de spelling tegenwoordig) dat ik daar even geen tijd voor kan maken. Ik zal wat grijs spul onder mijn ogen smeren, zodat ze denken dat ik het erg zwaar heb. Het woord wallen kennen ze toch niet. Ja, alleen van Amsterdam.
Jullie weten dat het één van mijn vele taken is om te controleren of alle schaapkes wel naar de stal komen. En of ze, als ze dan bereid zijn zich in hun eigen tempo naar die stal te begeven, wel op tijd zijn aangekomen. Nou, met die taak ben ik dag in dag uit bezig. Hij houdt me van de straat.
Afgelopen week sprak ik in de drie en een halve minuut die ik na de informatieve verhalen van de collega's nog over had de ouders van de ooien en rammen van de vijfde stal en de zesde stal (stal van Augias genoemd: wij classici hebben wel een apart gevoel voor humor, al zeg ik het zelf) toe. Dat was een genoegen, want de oude schapen gingen lachen. Na het aanhoren van het eerste gedeelte zag ik sommigen wakker schrikken! Nog sorry daarvoor! Echt waar, ze rolden van hun stokkie van het lachen. Ik dacht even dat ik iets raars aangetrokken had. Of dat ze hadden gezien dat de kleur van mijn onderbroek niet klopte met die van mijn sokken. Of dat drie van mijn haren de andere kant op stonden. Zoiets. Nee, niks van dat alles. Ze hadden het gewoon / gwoon naar hun zin. Echt bizar, die oude schapen. Net lammeren.
Naar mijn werk is het pak 'm beet 900 meter reizen. Ik moet ook nog terug 's avonds dus leg ik elke werkdag 1800 meter af, puur voor het werk dus. Daarnaast beweeg ik nauwelijks. Dat achterover slaan van vele glazen melk reken ik even niet mee. Trouwens, iemand wist mij te vertellen dat melk eigenlijk gewoon slecht voor je is! Het precieze nadeel is me niet bijgebleven, want ze had hele mooie ogen en zo meer. Nou, okee, geen melk dan. Kan ik dus weer aan de spiritualiën. Nootjes, chips, het mag allemaal weer, want ik sport.
Goed, ik hang thuis niet in de rekstokken of zo, ga ook niet als een beest tekeer in de slaapkamer. Push up ken ik alleen van beha's en duurtraining associeer ik automatisch met de portemonnee. Dus die valt ook af. Op school spurt ik geregeld achter stoute schapen aan, maar ja, als ze braaf naar de les gaan, wie ben ik dan dat ik zeg Hee joh, ga eens spijbelen, want ik heb beweging nodig! Dat doe je ook niet.
In de klas heb ik me nu aangewend wat meer bewegingen te maken. Ik heb dat eens op een van mijn vele cursussen geleerd: veel mimiek en bewegen blijven beter hangen bij kennisoverdracht. Roze kleren dragen ook en af en toe eens grof zijn ook, maar ik heb het liever van mijn eigen kracht. Dus wat doe ik? Ik leg allerlei bloedsaaie grammaticale dingen uit door in de lucht rijtjes te maken en zo. Ze zitten naar me te kijken alsof ik deze keer een Donald Duckie heb geslikt en zij niet. Ach, het werkt. Ik hoor dan wel eens hoe collega's de schatjes aan het werk krijgen en dan denk ik: nee, McDonald's is niks voor mij. Hoewel.
Mijn mondspieren train ik ook heel geregeld: ik lul wat af op zo'n dag. Als ik naar mezelf zou moeten luisteren werd ik gillend gek. Ik kan die vertwijfelde wanhopige blikken van die arme schaapjes wel plaatsen nu.
Goed, spurten, mondspieren en luchtacrobatiek. Veel meer is het niet. Dat bracht mij op een lumineus idee. Die heb ik wel vaker, maar dit bracht ik in praktijk. Ik ben elke dag naar school gaan lopen! 's Avonds geen taxi terug, nee nee. Geen bus, niet achterop bij een leuke collega, nee. Terug lopen. Regenjasje (die tegen eventueel vallende regendruppels dus, hè) in mijn charmante grijze rugzakje. Petje erbij, anders worden alle vier mijn haren nat. Bovendien doe je dan een beetje stoer hè, met zo'n petje op je hoofd. Ik ben dan goedbeschouwd moeilijk meer te onderscheiden van leerlingen. Ja, wat ander postuur en iets meer kennis van Latijn in huis en wat minder van games en joints. Maar dat vind ik geen nadeel. Ik moet alleen wel uitkijken, want het is tekentijd. ?? Tekentijd? Dat is toch leuk, tekenen? Absoluut, het is ook een van mijn vele sterke punten. Ik teken wat af, met name leuke poppetjes. Nee, het is de tijd van de teken. Die nare beestjes die je een of andere nare ziekte kunnen bezorgen. Dus misschien moet ik toch maar weer gaan fietsen.
Ik zie ze vandaag al weer komen, hoor. Gewoon te laat. Ja, maar meneer, de schoolfotograaf komt vandaag en nu heeft de wind mijn hele coiffure naar de filistijnen geholpen. Hoezo, wind? Ja, het waait vandaag wat ja. Joh, op Sint Maarten - het eiland, niet 11 november - dáár heeft het gewaaid. Maar meneer, daar hoeven de mensen niet op een schoolfoto en hun haar eerst goed doen. Dat zit daar gewoon altijd goed. Ik heb dat probleem ook niet echt, dus voordat ze de vinger weer op die gevoelige plaats leggen. Oké. Briefje mét reden dan maar. Ik ben veel te goedgelovig en lief.
Ik ben vandaag gevraagd! Ik dacht echt dat me dat nooit meer zou gebeuren. Nee, niet ten huwelijk gevraagd nee. Ook niet naar lokaal 113. Voor een feessie? Ook niet. Of ik een abonnement wilde op de Strijdkreet? Nope. Uitleg over de nominativus cum infinitivo? Was het maar waar. Voor een aantrekkelijke post in het nieuwe kabinet dan? Pfft. Gelukkig niet. Als invaller bij Real Madrid wellicht? Kanone nee! Tuurlijk niet. Ik dart, ik gooi pijlen, geen tegenstanders. Nee. Vandaag was het superkeigaaf omdat de onderwijsinspecteur mij iets vroeg. Nou en toen gaf ik een listig antwoord en toen was zij perplex. Mijn dag was perfect.
Morgen wil ik weer met haar praten, want zij begrijpt mij tenminste. Ik voel mij super!
Bedankt, bedankt! Bedankt voor de bloemen, de kaartjes, de druifjes, de beschuiten met muisjes, de kopjes melk, de hartelijke kloppen op de schouder, de aaien over m'n bolletje en alle andere sympathieke gestes. Even uitleggen? Nee? Jammer. Vandaag werd ik op school lichtelijk begripvol aangekeken. Nou gebeurt me dat in de les geregeld (zo van, ach die arme man staat daar opgetogen over Latijns te vertellen, we zullen maar eens even minzaam knikken en even opgetogen terug kijken), maar nu legde ik meteen verband met mijn vorige enigszins sip klinkende bijdrage aan het almachtige Facebookapparaat.
Even voor de duidelijkheid: het gaat prima met me! Hoezo depri van die Latijnse teksten? Het zijn echt heerlijke, leuke en ook ontspannende teksten! Ze zitten vol grappen en grollen, ik krijg ze alleen niet uitgelegd. Maar ja, dat gebeurt me met de ablativus absolutus ook, dus tja. Saaie teksten van Cicero over de dood? Joh, echt waar, ik begraaf me vol pret en jolijt in de teksten over die dood. Serieus, ik vermaak me prima en ook al mijn examenbundels aan wie ze wil hebben. Een zeugma, voor wie dit stijlmiddel niet door had.
Mijn melk drink ik even lekker uit een urn en het mooie is, ik lijk er van te genieten. Ik spreek mijn redes nog steeds doodleuk uit. Nee, ik laat me niet kisten.
Mijn Latijnschaapjes kunnen gerust zijn. De schaapherder laat ze niet in de steek. Ze moeten hooguit zelf wat meer doen. Nou, dat kan zo hier en daar geen kwaad. Rusten in vrede is geen optie! Gokkernolle!
Kijk, ik ben druk bezig. Niet storen hangt er aan mijn deur. Dus ff niet binnenkomen. Waarmee druk dan? Nee, nee, dat niet hoor! Viezerikjes. Hee, hallo, el Hono, je bent toch leraar? Die doen toch nooit iets in het weekend? Nee, klopt. En door de week ook niet, en we hebben ook tachtig weken vakantie per jaar en een riant salaris dat de Balkenende-norm ruimschoots overstijgt.
Nee, ik ben druk met de dood. Niet omdat ik daar nou echt al aan toe ben of zo. Nee, de dood zit god betert in het examenpensum Latijn. Je zou die samenstellers toch door de gehaktmolen draaien. Heel langzaam aan de ballen ophangen aan een niet al te hoge boom, zodat iedereen ff kan kijken, hoe dat lijden nou precies verloopt.
Ik ben van mezelf een vrolijkerd. Ik mag gerust stellen dat een olijke noot wel aan mij besteed is. Maar deze grafteksten hangen me nu een beetje de keel uit. Ik word er licht depri van, super chagrijnig en, wat dan weer wel veel beter is, dorstig. Met name dat laatste. Ik ga aan de melk. Druiven uit eigen tuin erbij, wat venkel en heerlijke rauwe spruitjes d'r bij. Gaat helemaal goed komen met die klimaatbeheersing in mijn geliefde JDW morgen.
Mocht je me morgen of in de nabije toekomst, ondanks mijn niet geringe postuurtje, niet ontwaren, dan heb je niet goed gekeken, want mijn ziel zwerft echt overal rond. En volgens Cicero en die andere lamlul gaat het alleen maar daarom. Het zal wel. Over ballen gesproken, nou, los ballos, the balls, les testicules, die Hoden, pila whatever.
Geen leuke tekst dus vandaag. Sorry, volgers! Andere keer weer.
U dacht misschien: hij roept zijn hond. Helaas. Hij heeft geen hond en dan heeft roepen weinig zin. Nee, gisteren hadden wij geen zin om te werken. Dat gebeurt wel vaker, maar dan noemen we het geen personeelsdag. In de bus naar Scheveningen werden we verwelkomd door de buschauffeur. Die heette Natasja en het was dus een chauffeuse. We mochten geen zooi maken, wat ze kennelijk van JDW wel gewend was. Uit de bus klonk op de heenreis luid gezang, maar de flessen witte wijn waren toen echt nog niet onder de speciale JDW-truien, met hoody, verstopt (handig kerstcadeautje, bij nader indien. Laat die stropdas maar zitten. Daar kun je weinig mee). Nee, die witte wijn, dat was pas op de terugreis. Er was voor betaald, dus ja.
In Den Haag werden de Couperusliefhebbers de bus uit geflikkerd, de rest reed door naar Scheveningen om daar te gaan beachvolleyballen en te gaan fietsen in de duinen. Ik ben natuurlijk een fan van Couperus (middenvelder van FC Oslo, toch?) dus liet ik me meetronen richting Couperusexpert. Die deed het echt fan-tas-tisch! Ik snapte alles. Toen we na een vermoeiende wandeling én een tramrit (à € 1,48, die ik nog lekker ff ga declareren) bij de lunchlocatie aan kwamen en rustig wilden uitpuffen, kwam de serveerster even de drankjes opnemen. We zaten meteen rechtop. Holy guacamole, wat had die de misthoorn ff aangezet zeg. Die zou niet misstaan hebben als ordebewaker in een luidruchtige klas. Als het tweede wereldoorlog was geweest had ik nog wel iemand geweten als kampcommandant. Nou moet ik eerlijk zeggen dat ze niet alleen opviel door haar volume. Laat ik zeggen dat ze ook pluspunten had, maar dat haar verdere kenmerken het tegendeel van een garantie waren voor een functie als lerares. Laat staan kampcommandant. Een enkele collega versleet mijn reacties op deze Frau Obersturmbannführer voor flirts. Als amateurpsycholoog vermoed ik daar een alarmerende zucht naar aandacht, maar ik zal het wel fout hebben.
Hoe dan ook, mevrouw de schreeuwlelijk heette Tas. Dit kon geen toeval zijn. Tas! Tas is kort voor Natasja en zo heette de buschauffeuse ook! Jonge, jonge, veel gekker moet het toch niet worden. Tas was wel min of meer geinig. Zo wilde een niet nader te noemen collega bij de lunch graag een witte wijn bestellen. Zal gewoonte zijn misschien, geen idee. Zo niet voor Tas. Tas krijste in haar oor dat alcoholistische (sic!) drankjes op dit moment van de dag nog niet geserveerd werden. Schoolbeleid. Zei ze er niet bij, maar ze keek naar El hombre de los dollares. Geen witte wijn dus. Toen niet. En ik vergat in de consternatie melk te bestellen. Of misschien dacht Tas dat ik een grapje maakte. Maak ik niet, Tas. Van Hoon maakt nooit grapjes. Die is het altijd bittere ernst. Dáár krijgt hij de zo door hem gewenste vrouwelijke aandacht door. Maar geen melk dus. Werd het toch weer gewoon tonic. Bordje vol geladen, ook netjes leeg gegeten, nog wat gesport (frisbees opvangen en wegsmijten), quasi humoristische uitingen gedaan. Goed bezig geweest, al zeg ik het zelf.
Het verhaal over de bus die niet kwam, maar later toch weer wel kwam, met een verhaal over een opstopping als gevolg van een onwel geworden persoon die gereanimeerd moest worden en dat helaas de reanimeermeisjes niet gevonden konden worden, dát verhaal laat ik maar even zitten. Het is zo’n smet op een heerlijke vrije dag. Ja, écht een vrije dag! Geen schapen te zien. Die zaten allemaal hun Latijnachterstand weg te poetsen. Misschien. In de bus was het terug naar huis opmerkelijk rustig. Alleen hier en daar klok-klok-klok- geluid. En wat gesnurk. Maandag kunnen we er weer tegen. Zonder Tas. Heerlijk, die rust.
Echt geen idee waar deze uitdrukking nou weer vandaan komt*, maar hij klinkt leuk. Dus gebruik ik hem. Ik gok dat het zoiets betekent als de kop is er af, nou hebben we de poppen aan het dansen, iets dergelijks. En als het niet zo is en een heel dubieuze betekenis blijkt te hebben heb ik pech.
Nou, oké. School is begonnen. Ik had me er weken op verheugd. Vier roedels schapen stonden woensdag beleefd voor de deur van mijn lokaal te wachten. Ik dacht dat ze dus echt beleefd waren, maar niets was minder waar: de deur was nog op slot. Toen ze binnen mochten zijn ze ergens in het wilde weg gaan zitten, in de vage hoop dat ik dan meer moeite had die koppen thuis te brengen. Maar …. ik had hun namen uit mijn hoofd geleerd en hun foto's gememoriseerd. Ik wilde meteen controle uitoefenen. Zes weken alleen op vrouwlief en de katten kunnen oefenen, dan wil je toch wel weer eens pubers koeioneren. Ik kende ze allemaal. Inclusief hun hobby’s, namen van hun huisdieren en of ze wel eens te laat komen of spijbelen. De gezichten betrokken waar ik bij stond. Mjammie. 1-0 voor mij.
Nou, dat maakte dus wel indruk. Ze geloofden daardoor ook vrij snel wat ik allemaal stond te oreren en zeker toen ik een ingenieus schema tevoorschijn toverde uit mijn tablet waren ze echt flabbergasted. Ehm, tablet? Ziek of zo, Honie? Nee, een elektronisch device. Ja ja, we hebben tegenwoordig allemaal een device, en wel een Surface tablet. Keurig in een sleeve. ’s Avonds moet ie opgesloten in onze eigen locker. Dan kan ie uitrusten. Er zit ook een pen device ding bij, een stilus. Daar kun je mee op het scherm knoeien, als ie tenminste geactiveerd is. Hij ziet er uit als een gewone pen, zelfs met een gum achterop. Hij heeft ook, tja, wat niet tegenwoordig, een rechter muisknop. Nou, ik heb ontdekt dat je met dat gum kunt gummen en met die rechter muisknop gaat de vibrator van de juf van groep 7 van de aanpalende basisschool aan. Ideaal. Niet voor haar.
We hebben ook een zwart voorwerp gekregen, waarmee je op een smartbord lijnen kunt trekken en poppetjes kunt tekenen. Aantekeningen bij teksten? Ja, ook. Alle onderwijskundig verantwoorde activiteiten kun je ermee ontplooien. Hoe ie er uit ziet? Sja, dat ding kan ik helaas niet op een nette manier omschrijven. Hij ziet er uit als een hele kleine raket, met een ietwat stompe punt. Achteraan zit er overdwars een langwerpig gat in. Je kunt er, op dat bord dus, bewegingen mee maken die ik altijd met mijn vinger maak, maar daar maak ik de beschrijving niet echt netter door. Geruststellend is dat de docentcode er op staat. Stel dat je hem eens een keer kwijt bent. Ik weet niet of ik hem altijd zou willen vinden.
Nou, met die tablet is het even goochelen maar dan doet ie het ook. Half in mijn geval. Hij is afbetaald, dus de tweede helft zal ook wel gaan werken. Ik ben er erg blij mee en mijn collega schaapherders ook. Het ding doet echt alles! Ik heb een app ontdekt in de playstore: milkaddicts, te verkrijgen bij bringmemymilk@nowplease. Eens een keertje downloaden. Verder ga ik eens een PowerPointje maken en wat leuke muziekjes er op zetten. Wat dat mag, hè! Je mag er zelf op zetten wat je wilt. Alleen, als het ding dan vast loopt, kan de systeembeheerder annex applicatiebeheerder met één druk of vijf verschillende knoppen al je instellingen wissen en de standaard configuratie er weer op kwakken. En als je hem kapot maakt, dan moet je op je knieën vragen om een nieuwe. De goede man heeft zelf niet zo’n ding, die kijkt wel link uit. Dan weet ie namelijk hoe hij je moet helpen, en dat kan ff niet de bedoeling zijn. Heel slim van hem! Het eerste aankliktoetsenbordje (er zal ongetwijfeld een Engels woord voor bestaan) is al gesneuveld. Er ging geen melk over heen, maar supergezonde groentensoep, of groene thee of zo. Niet van mij dus.
Goed, wij zijn weer begonnen dus. Iedereen blij. Zo blij dat we komende vrijdag het bijltje er al weer bij neer gooien. Personeelsdag heet het officieel, maar eigenlijk moeten we bij komen van alle vermoeienissen. Ik kon voor dagbesteding kiezen uit sport, natuur en cultuur, na de koffie en de lunch althans. Natuurlijk heb ik sportief voor cultuur gekozen. Rondje Den Haag met dé Couperuskenner bij uitstek, werkzaam op onze school. Wij trots, man! Na de personeelsdag kunnen we er weer fris en fruitig tegen aan. Dat is dan weer jammer, zo'n onderbreking.
* ja hoor, uit Vlaanderen. Maar ik wil liever als kwetsbaar overkomen niet als iemand die alles wel weet.
Ben d'r klaar voor. Laat maar komen, die hordes kleine rammekes en ooikes. Nu denken ze nog dat het de hemel op aarde is, die vijfde klas. Nu denken ze eindelijk van het gefröbel af te zijn en echt de mouwen te kunnen opstropen. Eindelijk écht Latijns en Griek! Jippie de jappie! Die zesdeklassers weten wel beter. Die doen niet voor niets hun meurende best om zo gauw mogelijk van school te komen. Gelijk hebben ze. Ik steun ze van harte en wil ze nog wel een handje de goede kant op helpen.
Witregel: voor meer leesplezier
De laatste druppels vakantiegevoel sijpelen heel langzaam maar zeker weg. Zo het putje in, waar mijn haren nog in zitten. Haren? Inderdaad, haren. Die heb je ook op je armen en zo. Ik heb die druppels vanochtend eens nader bestudeerd. Ik had nog een microscoop waar ik toch niks mee doe. Nou, ik was verbaasd over wat ik allemaal zag zwemmen. Cellen melancholie, cellen vol jolijt, cellen met chagrijn, cellen met stukjes pizza d'r in, celletjes - echt hele kleintjes - zenuwen en een hele rare cel. Die kon ik eerst niet thuisbrengen. Ikke zoeken op internet en ja hoor. DNA-structuur gevonden. Het bleek fipronil te zijn. Geen idee hoe ik daar nou weer aan kwam. Tot iemand tegen mij zei: hee, jij gaat die gastjes zeker bang maken in het Eia, dinsdag? Tuurlijk! Heel zelden kom ik in het eivormige auditorium dat zijn reet excentrisch en lascief buiten de achtermuur steekt, bijna aanstootgevend richting basisschool. Daar moet ik de besmetting opgelopen hebben, dat kan niet anders. Degenen die daar les geven mogen wel oppassen! Voor ze het weten worden ze geruimd.
Witregel twee. Voor de ouderen onder ons
Ik keer weer terug naar alinea 1, zodat ik een ringcompositie bewerkstellig. Ik kan niet zonder verteltechniek en stijlfiguren en zo. Hoe dan ook, daar had ik het over rammekes en ooikes. Dat mag eigenlijk niet hè. Dat is een niet genderneutrale aanduiding. Ik ben supercorrect, dus ik ga gewoon maar de term schapen gebruiken. in de klas kun je om het stil te krijgen wel eens beginnen met Jongensssssssssssssssssssss en meisjesssssssssssssssss (de Booman variant), jongenssssssssssssssssssssssss, wees eens ff stil. Maar dat gaat vanaf nu niet meer werken. Ik denk dat ik mijn slachtoffers ga aanspreken met waarde studenten, beste leerlingen, lieve mensen, irritant plebsje van me. Dan gaan ze vast wel luisteren.
Ik neem mijn laatste melkje van zomervakantie 2017. Stronk bleekselderij erbij, helemaal goed.
Ik shake, ik bibber, ik heb het nu eens koud, ijskoud, dan weer warm. Bloody heet mag ik wel zeggen. Ik ben moe, afgedraaid. Het is goed dat ik veel melk drink, want ik kan het nu thuisbrengen. Ontwenningsverschijnselen. Al een week of wat geen zieltogende schaapjes meer voor mijn kamer, amechtig puffend dat ze bij me op bezoek moeten. Smekend om genade. Genade, limonade zeiden wij dan altijd vroeger tegen de kinderen. Trappen ze niet meer in. Sja, daar raak je toch een beetje op ingespeeld, wat aan gewend, hè.
Ach, ik moet nog maar een week. Dat is net uit te houden. Thuis een beetje een boekje lezen. Jakkie bah, lézen! Niks voor mij. Uit eten, ook al zo'n crime. Blokje fietsen, samen taartjes bakken, de katten aaien, feestjes bezoeken, en tot overmaat van ramp 's avonds naar tv kijken. Oké, die Daphne Schippers is nog wel om aan te gluren, maar voor de rest is het toch behelpen hoor.
Ik kijk liever naar die onschuldige snoetjes van wie ik weet dat de bezitters ervan het mijn collega's moeilijk hebben gemaakt. Propjes hebben gegooid, met elastiekjes hebben geschoten, pseudo-humor hebben bedreven.
Langzamerhand zie ik dan, naarmate mijn toch al enge blik nog gluiperiger wordt en naarmate ik ze met mijn ongeëvenaarde stortvloed aan woorden echt totaal uit koers en helemaal sufgeluld heb, hoe ze instorten. Hoe ze weifelend en twijfelend, soms een traantje wegpinkend, een verhaal gaan verzinnen voor thuis. Dat is mijn moment van glorie. Niets meer over van hun eigendunk, van hun trots! Ineengeschrompelde prutsertjes zijn het dan gebleken.
Een vage doch overduidelijk triomferende glimlach trekt dan over mijn verweerde gezicht en in een vlaag van verstandsverbijstering en weinig vertoonde hufterigheid bied ik dan een papieren zakdoekje aan. En dan zeg ik quasi ontspannen: "Hee, jochie, zo erg is het allemaal niet. Hee! Hee!!! Word eens wakker manneke van me!" Manneke van me? Ik zeg veel tegen mijn schaapjes, maar niet manneke van me. Al helemaal niet tegen de ooikes. En toen werd ik wakker. Ik lag nog steeds waar ik de vorige dag keivermoeid ingedut was. Kleren nog allemaal aan, tanden niet gepoetst. Mijn vrouw rukte aan mij (ehm, gewoon dus aan mijn armen hè) en zei: Hee, manneke, word eens wakker. Nou heb je wel lang genoeg geslapen. Zo heb je geen vakantie, hoor. Kom, we gaan een blokje fietsen. Of zullen we samen een taart maken? Hee, kijk eens wie hier ligt: Melas! Aai hem maar even. Kanone!
Druk ben ik, razend druk met de voorbereidingen op het nieuwe seizoen. Ik ben voor 500 miljoen gehaald door mijn nieuwe werkgever en dan mag je wel wat voorbereidingen verwachten. Dat snap ik wel. De telefoon gaat. Dat is een apparaat met een gekruld draadje eraan en een spreekhoorn en druktoetsen, althans in de meest moderne variant. Je kunt er contact met iemand mee leggen en dan met die persoon spreken. Goed, hij gaat dus. Dat wil zeggen dat ie een rinkelend geluid maakt dat aangeeft dat iemand met mij wil spreken. Ik spring van mijn zonnebedje bij het zwembad, ik zet mijn glaasje melk neer, neem nog snel een hap van mijn droge cracker met oude kaas met komkommer, tomaat en andere gezonde zooi erop en neem dan de hoorn op. "Wat voor gevoel heeft u?", klinkt het aan de andere kant. Gekke beginvraag, maar goed. Ik ben op dat soort vragen voorbereid want de hele zomer is die vraag aan mensen gesteld, met name aan sporters. En ik had als het braafste jongetje in de klas goed zitten opletten dus ik antwoord iets in de strekking van: "Ik voel me geweldig, ik heb deze transfer niet alleen bedisseld, nee het was teamwork. Het voelt goed en voor mijn nieuwe baas zal ik het vuur uit de sloffen lopen. Ik was blij verrast dat me dit allemaal ten deel viel. Ik heb moeilijke periodes gekend en me daar manhaftig doorheen geslagen. Toen deze aanbieding kwam heb ik geen seconde geaarzeld.". Ik snik er ook een beetje bij. Altijd goed. Af en toe een pauze inlassen om te laten zien dat ik ook emoties heb. Beetje deemoedig overkomen. Nou ja, dan hebben ze daarna niet zo veel meer te vragen. Eigenlijk willen ze dat je antwoorden geeft waaruit blijkt dat je diep van binnen een enorme hufter bent. Dat je egocentrisch bent en ook nooit van plan bent daarmee te kappen. Dat jij altijd alles goed ziet en alle anderen niet. Dán heb je pas een gesprek met die lieden. Goed, einde interview. Ik kan weer dooreten en houd er toch een goed gevoel aan over. Wát? Wát voor gevoel? Nou gewoon, een goed gevoel. Kan toch?
Het kan allemaal zo simpel zijn. In de oudheid was dat al zo. Toen spraken ze nog geen Engels natuurlijk, hooguit een simpele voorloper daarvan. Na de Brexit gaan ze daar ook weer wat anders proberen, zo heb ik me laten vertellen. Keltisch schijnt het te worden. Gaelic, old-Irish, iets van dattem.
Maar goed, in de echte oudheid was het ook allemaal zo simpel als do re mi. Na wat gepimpel is de geest wat simpel, dat ondervonden ze toen ook al aan den lijve. Met name dat gepimpel onttrok zich aan nogal wat wetten. Nix18, wat een Romein overigens zou interpreteren als sneeuw18, het bestond nog niet en shit! Wat was life f****** simple!
Over simpel gesproken: de Nederlandse voetballers moeten zich nog voor een eindtoernooi kwalificeren en de Nederlandse voetbalsters, de oranje Leeuwinnen, staan al in de halve finale van een eindtoernooi. Simpel. Tegen Engeland moet de finaleplaats veiliggesteld worden. Iets minder simpel.
Nog iets minder simpel is het examenpensum voor Latijn. Het gaat over het vita beata, het gelukkige leven. Ik zie daar erg naar uit, moet ik zeggen. Enfin, de groten der aarde, Cato, Caesar, Claudius en Plinius, zij deden gewoon hun ding. Dat gaan wij dus ook gewoon doen.
Nou, ik heb het geweten hoor. Gisteren allemaal leuke mensen op bezoek, en ze hadden allemaal iets bij zich dat ze vervolgens aan mij gaven. Het is maar één keer per jaar sinterklaas, dacht ik nog. Maar het is nog geen december. Nou, dan zal er een andere reden zijn. Klopt. Ik bleek jarig te zijn. Die had ik even niet aan zien komen. Als je jarig bent, hangen er toch allemaal slingers in je huis? Dan loop je toch met een of ander papieren mutsje op? Dan wordt er toch luidkeels lang zal die leven gezongen? Kortom, ik had alle stille voorbereidingen compleet gemist.
Ik ben flink in de watten gelegd. Veel melk gekregen, veel te lezen, ik mag een keertje mee uit eten, ik heb een fantastisch gaaf t-shirt gekregen, kaartjes voor allemaal cultuur, cadeaubonnen, zelfs courgettes uit eigen tuin! Ik werd er echt stil van. Nou, en dat ben ik nu nog. En dat blijf ik ook maar even. Om met Janessa te spreken: Toedels!
Zenuwen, lang niet gehad. Ja, vorig jaar om deze tijd. Wel een apart gevoel. Ik pleeg introspectie om een oorzaak te achterhalen. Maar nee. Geen succes. Ik kijk het morgen nog even aan en wie weet is het dan weg.
Toen ik klein was - wie kan zich dát voorstellen! - had ik dezelfde klachten ook. Als ik althans mijn moeder geloven moet, die ik er gisteren naar vroeg. Dan was ik een paar dagen itchy en vaag en een beetje moeilijk. Zeg maar gerust, zo zei ze in haar lekkere Brabants, een bietje oan het kloaten. Dan stelde ze een speciaal moment in waarop ik dan niet zelf mijn boterhammen hoefde te smeren maar waarop zij dan samen met mijn vader en zus 's ochtends takkevroeg naar mijn kamer kwam. Met gesmeerde boterhammen met een lubberei er op. En luid zingend. Nou, daarna was het in een keer over met die zenuwen. Toch gek. Eens kijken of ik thuis iemand zo gek kan krijgen om morgenochtend, maar dan op een beetje een normaal tijdstip, een lubberei op een boterham naar boven te brengen. Zingen hoeft niet. Ik zal er wel, om ontwenningsverschijnselen tegen te gaan, een glaasje melk bij vragen. Moet toch kunnen? Misschien dat het dan beter gaat.
Het begon maandag al. Vrij normaal voor een week, maar daarover later meer. Wij na wat vertraging naar Gelderland, naar de Veluwe. Beetje cultuur, sorry natuur snuiven. Jak, cultuur...
Des avonds een heerlijk maaltje genoten bij een pizzeria in de fameuze Hoofdstraat. En wie zaten er aan de tafel naast ons? Retorische vraag, dus liever geen antwoord, want het is toch fout! Nou, nou? Geblesseerd aan knie, enkel, en diverse andere scharnierende onderdelen? Nou? De avond ervoor lek getrapt, aan diggelen gekegeld door ons aller Oranje Leeuwinnen? Nou? Inderdaad. De IJsberinnen van Noorwegen. Nou ja, drie van de 22. Ja ja, Maria Thorisdottir! Wie kent haar niet, haar lange blonde haren, omlijst door een haarband, wapperend in de zilte Nederlandse wind. Vriendelijke zeeblauwe ogen. Elise Thorsnes natuurlijk! Bijna even blond, wel wapperende haren, geen haarband, turquoise ogen. Anders had ik het verschil ook niet gezien hoor. En ik zat echt alleen maar naar hun hoofd te kijken, bij wijze van uitzondering. Ingrid Wold, ze was erbij. Donkerblond, grijze haarband, priemende blauwe ogen. Brrrr. Ze nam een pizza hawai, wat sowieso al geen pré is en wat natuurlijk geen Italië-minnend figuur in zijn hoofd haalt. Zij wel. Zij is mijn favoriet vanaf nu. Na Maria, en ook na Elise.
Ik probeerde hun Noors te volgen om de Belgen snel wat informatie te kunnen verkopen. Jazeker, het gaat ook bij het vrouwenvoetbal om gigantische bedragen! Je verdient al gauw een paar honderd piek per week. Kun je toch weer leuke haarbandjes voor kopen. Maar nee, daar is echt geen touw aan vast te knopen, aan dat Noors dus (aan die haarbanden met een beetje fantasie wel). Een handtekening op mijn onderarm krijgen toen ze weggingen, joh, ik durfde het gewoonweg niet te vragen. Ik wist ook niet of ze wel konden schrijven natuurlijk. Hoe dan ook, ze aten gewoon, samen met hun ouders en jongere broertjes en zusjes pasta, pizza en ze dronken sprite. Moet je de mannenvoetballers eens zien doen! Die worden meteen opgesloten bij hun trainer. Hup, aardappelen met boerenkool, plus een vitaminensupplementje om het allemaal weg te spoelen. Daar gebruiken vrouwen dus gewoon Sprite voor, ja! En ikke melk. Goed, toen we terug naar het hotelletje fietsten was ik behoorlijk onder de indruk. o nee, dat kwam door die melk.
Dinsdag? Om de spinnenwebben helemaal uit het hoofd te laten waaien besloten we een mooi takkeneind te gaan fietsen. Het bleef bij 50 km, maar voor een ongeoefend derrière toch een hele toer. Complimenten gaan dan ook uit naar Rody "The Iceman" Kroon, Jelle "Bull's eye" Boelsma en Erwin "Hit the triple, the beer I mean" Visser. Die jongens fietsen tegen bergen op waar ik alleen maar van kan dromen. Echt, ik keek alleen naar hun hoofden!
Woensdag komt traditiegetrouw na dinsdag. Eerst 010 gefeliciteerd natuurlijk. 20 alweer. Grappig dat 010 20 wordt. Eigenlijk wordt ze 020. Goed. De onbelangrijke dingen: weer een stuk gefietst, maar nu vanaf Otterlo. En gelukkig maar 30 kilometer. Wij waren stoer maar ook weer niet zo stoer.
Na thuiskomst onmiddellijk weer aan het schoolwerk. En daar zijn we nu nog steeds mee bezig. Paar dagen vertraging opgelopen.
Volgende week groot feest. De 25e juli gaat deze jongen weer een jaartje ouder worden. Ik mag het toetje kiezen. En de soort taart. Chocoladetaart, met een IJsberin erop, met een haarband.
Weer een heel jaar oeverloos gezwam aangehoord, mijn dappere volgers. Ook voor jullie een compliment hoor!
"Daarover later meer". Dat stond ergens in het begin. Ik zou er op terugkomen. Lekker niet gedaan. Ik ben me toch een vrijbuiter!
Afkicken gaat snel. Normaal gesproken zit bij mij in het midden van de vakantie de knik. Watte? Wat voor knik? Nou, tussen de periode dat ik al die honderden Latijngeile schaapjes uit mijn hoofd en gemoed moet krijgen en de periode dat ze langzaam weer datzelfde hoofd binnen mogen druppelen. Daar zit een omslagmoment. Je merkt, nou ja, ik merk op enig moment dat ik geen geblaat meer in mijn hoofd hoor. Zo van rosa, rosae, rosae, rosam, rosa en zo allemaal. Of i, isti, it, imus, istis, erunt. Meneer, meneheer, mag ik er een puntje bij want ik vind mijn antwoord ook best wel tof. Geen geblaat. Rust in het hok. Nou, dat duurt zeg maar een tien, vijftien seconden. En dat is het er weer, maar net een beetje anders. Wat positiever of zo. Geachte meneer De Hoon, beste Marc. Mail van een ouder, die zich zo'n aanhef wel meent te kunnen permitteren, omdát, jazeker, omdát ik ook al een broertje van het aanstaande vijfde klas lammetje in de kooi heb gehad. Ons kent ons dus. Of ik Pietje bij een zooi vriendjes en vriendinnen kan plaatsen in die moeilijke vijfde klas. Of ik het goed vind dat Marieke een paar dagen per week geen Nederlands en Latijn en biologie kan volgen vanwege sportieve verplichtingen bij de Olympische Spelen. En o ja, toetsen op het eerste uur vragen wel erg veel van de tere gesteldheid van lammetje lief. Nieuwe lammeren vragen ook zelf of ik hen een beetje wil ontzien. Ze hebben van anderen gehoord dat ik zo streng ben, zo bikkelhard en vooral zo onredelijk. Haha! Dat is mooi. Dan hoef ik me de eerste dagen niet de benen onder het lijf uit te hollen. Mijn reputatie is mij kennelijk vooruit gesneld. Heerlijk.
Weet je wat ik ga doen? Onverwacht vriendelijk. Dat is namelijk ook beangstigend. Kijk maar naar een vriendelijke tandarts. Dan is er ook iets niet pluis. Keigroot gat in je kies, en een gepeperde rekening als toetje. Een vriendelijke brief van de belastingdienst. Berg je dan maar. Dan hebben ze toch op de een of andere manier lucht gekregen van je lucratieve handeltje in geodriehoeken. Van de Hamersroute, zoals wij dat plachten te noemen. Onverwacht vriendelijk doen, het zal even wennen zijn voor me. Ik zit zo niet echt in elkaar. Maar ik zie er echt naar uit. Hee hallo, beste Hendrik-Jan van me. Kom 's ff bij me staan jongen. Gaat het goed met je ouders, je oudere zus die ik nog in de klas heb gehad? O, dat ís je moeder? Nou ja. Sorry hoor, old chap. Zeg, wil jij van ome Marc eens een keertje geen straf? Wat je daarvoor moet doen? Hallo! Wat dacht je van eens een keer je huiswerk doen? Ideetje? Nee, humor in het wild, boefje. Gewoon een eerlijk aanbod, jochie. Vertel je verhaal eens aan me. Waarom heeft die nare meneer X ( de spreekwoordelijk X, niet Xanthias..., dûh) jou uit die stomme les gestuurd? Je zat een vliegtuigje te gooien? Van metaal? En dat werd niet toegejuicht? Sjonge, jonge zeg. Van mij mag jij morgen een uurtje uitslapen hoor, knullie. Je hebt een toets? Ik regel wel wat met deze en gene. Komt goed. Altijd vertrouwen geven hè. Les 1 in het snelcursusboek van de MBO-cursus "Les geven op het JDW, en nu de praktijk".
Ik denk dat ik snel door de mand val. Maar dat is ook wel eens lekker. Ik zie uit naar 20 augustus. 20 augustus? Dan is het nog vakantie meneer. Ja, lieverd. Klopt. Laatste dag van de vakantie. Mmmmm.
Afkicken gaat snel, ja. Lezen niet. Sorry. Lekker lang is lang lekker gaat niet op ditmaal. 1 januari beter.
Ben ik nou echt behept met de afwijking dat ik mijn werk mis? Of is dat a) niet "behept" b) niet een "afwijking" c) niet "mijn werk"?
Ik geef toe, er zijn meer antwoordmogelijkheden. d) niet "nou" e) niet "ik" f) niet "mijn" g) niet "mis". Zo zie je maar. Er is altijd wel iets goeds te vinden als het op multiple choice aankomt.
Als er nu iemand zou zijn die bij wijze van interesse aan mij zou vragen "Goh, Marc toch. Waarom vraag je dat jezelf af? Waarom op deze vroege ochtend op je eerste dagje vrijaf deze kwellende en zelfs prangende vraag aan jezelf stellen? Je weet toch, arme kerel, dat je bij retorische vragen nooit een antwoord krijgt? Dat je een antwoord in die situatie gewoon zelf kunt verzinnen?", dan zou ik weliswaar tot diep in mijn hart geroerd zijn, tot op het, vanaf de ruime oppervlakte gerekend, ver naar binnen liggende bot geëmotioneerd raken en wellicht zelfs verbijsterd, stupéfait, perplex achterover vallen, maar mijn geestelijk evenwicht zou ik toch niet meer zo snel hervinden. Met mijn lichamelijk evenwicht zit het overigens wel goed. Kijk maar naar echte darters, het zwaartepunt zit bij mij op de goede plaats.
Ben ik nu al enigszins bij het punt dat ik eigenlijk wilde maken vandaag? Kilometers d'r vandaan, het is echt weer oeverloos gewauwel. Even denken. O ja, mis ik mijn werk nou echt? Ehm, ja en nee.
Ja, want ik verlang nu al maanden naar "het goede", het bonum ergo, en het is er nog steeds niet. Dacht dat dat vanzelf kwam! Nou, mooi niet dus. O ja, en ik kan mijn verbale agressie nu tijdelijk niet meer kwijt. Thuis wel ja, maar ik wil het wel graag ontspannen houden. Gewoon avondeten zonder rattengif zeg maar. Dus dat is geen optie. Ook ja, want ik moet mijn broodnodige fysieke inspanning nu ergens anders vandaan halen dan van twee keer per dag 875 meter naar school fietsen. Dat mis ik echt. En de gezellige gesprekken met mijn collega's, die mis ik ook wel. Mijn dartbord, waar Dick de ene na de andere 180 in jast, en ik ook eens een keertje dubbel 7, ja, daar verlang ik hevig naar. De rokers op het bordes, ik mis ze als kiespijn, dus ik mis ze in feite wel. Elke keer dat ze d'r toch staan zie ik ze met mijn haviksblik van verre en bedenk ik, nog op de trap, een quasi-geestige, gymnasiaal verantwoorde opmerking, waardoor er geen bloed hoeft te vloeien en ze eigenlijk goedgehumeurd en nahinnikend van het lachen naar de plaats bij de zuil verkassen. Met getalletje onder de tien haal ik net hun niveau, maar eigenlijk is dat al te simpel.
En nee, ik hoef nu geen toetsen na te kijken! Ik kan toetsen nu niet, lichtelijk gemeen grijnzend, teruggeven vergezeld van een vileine opmerking. Ik kan nu ook gewone koffie drinken thuis in plaats van de automatenkoffie. Nee, die mis ik ook niet echt.
Ik weet het dus niet helemaal. Ik ben wat dat betreft een beetje uit balans. Is het heaven (alles mot in het Engels toch) of is het hell? Nog maar even niet de filosofische vraag stellen: "Is de hel niet voor sommigen de hemel en is de hemel niet voor anderen de hel?". Dan word ik zo moe namelijk. Oké, ik kan nu wel uitslapen. Doe dan maar heaven.
Zo. Bucketlist voor dit jaar afgewerkt. Volgend jaar weer nieuwe kansen. Nieuwe schaapjes, nieuwe herdershond, nieuwe melk. We gaan weer heerlijke Latijnse literatuur consumeren. Beter Latijn dan met Sies en Seno wordt het niet. Lekker filosoferen. Oeverloos lullen over "het goede". Ach, leerlingen zijn dat gewend, zeuren over het goede. Ja maar, meneer. Dat antwoord dat ik gegeven heb is toch ook goed? Nee, smurf, het is niet goed, want het is fout. Hoewel dit een JDW redenering lijkt, zit er toch wel wat in. Het staat niet in het antwoordmodel, dus het is niet het goede, maar het foute, lullo. Met dat soort replieken kom je als modern leraar niet meer weg. Nee. Jammer.
Volgend jaar het "bonum", het Latijn voor het "goede". Het gaat dus niet over het Nederlandse woord bonus, dat een erg slechte reputatie heeft momenteel. We zijn driekwart jaar bezig met het goede, en dan hopen we dat het examen ook het goede resultaat oplevert. Eerst vakantie. Geniet ervan.
Morgen worden bij de Proclamatie eindexamens de gelukzaligen toegesproken. Na de entree van de leerlingen nemen de docenten gedwee plaats op de niet ruim uitgevallen stoelen met onaangenaam harde zitplekken tegenover het spreekgestoelte. Nadat de ceremoniemeester het Eia luid en duidelijk en met de nodige zwaarmoedigheid ten gehore gebracht heeft zal de eerste spreker licht nerveus beide handen om de microfoon heen vouwen en het woord richten tot hen die het allemaal mogelijk gemaakt hebben. In een puntige, niet al te botte, en zeer zeker gymnasiaal verantwoorde rede zal hij de lichtende voorbeelden gedurende zijn zes jaar JDW in het zonnetje zetten. "Hoe lang nog, geëerde professoren, zult gij het geduld beproeven van hen die niet zozeer zullen gaan slagen als wel die geslaagd zijn? De spreekwoordelijke Rubicon zijn wij reeds lang geleden over getrokken, van de echte weten we niet waar hij ligt." De bedankjes zullen elkaar vervolgens, om niet al te lang naar de feestelijke borrel achteraf te hoeven smachten, in rap tempo opvolgen. "Ook gij, Marce?" "Gij ook, Hieronyme." "Ja, jij ook, kèrel." Met een muzikale bijdrage tussendoor wordt het tempo enigszins gerekt, om te voorkomen dat de van heinde en verre gekomen oma's en oudtantes na een half uurtje al weer buiten staan om dan maar noodgedwongen te gaan shoppen in de immer gezellige Voorstraat.
Misschien toch maar niet doen. Gewoon toch maar eerst 4 uur luisteren en dan pas Ad fundum. Wel melk hè.
Feest? Juichen, Van Hoon? Kilootje afgevallen of zo? Schooljaar al afgemaakt, of alleen wat leerlingen? 65 jaar getrouwd? Tientje gewonnen in de loterij? Nee, nee, nee! Mijn mentorleerlingen zijn geslaagd! Nu alle drie! Die kanjers hebben het hem geleverd. Man, man. Ik ijl van feest naar feest. Gelukkige leerlingen, ook wel eens leuk na de dag van de cijfers in de vijfde. Zielsgelukkige ouders ook. Opa en oma trots, de buurman blij en ook de bakker op de hoek in zijn nopjes. Wat wil je nog meer? Niks. Volgend jaar weer zo.
Vorige week liep ik door de school, nergens op bedacht. Plotsklaps duikt er iemand voor mij op die mij, met een microfoon onder mijn niet geringe gok, vraagt: Mag ik u even iets vragen? Vind ik altijd een lastig probleem. Ik ben op zich niet te beroerd om vragen te beantwoorden, al vind ik dat a priori een taak voor mijn Latijnschaapjes. Meestal zeg ik, in een poging op een pseudo-humoristische wijze het probleem te omzeilen iets als: Ja hoor, wat is uw tweede vraag?
Nou, dan zie je ze nadenken hoor! Hè, wat bedoelt ie nou? Ik heb toch nog geen vraag gesteld? Dan duurt het een seconde of tien voor ze bij hun positieven komen en die tijd heb ik dan extra om na te denken. Ik kan dat iedereen aanbevelen. Een standaardantwoord op een vraag zodat je tijd kunt winnen. Want met lastige vragen komen ze, als puntje bij paaltje komt, toch wel. Net sportjournalisten. Als die een sporter een vraag stellen heb ik altijd het idee dat ze het antwoord al in hun hoofd hebben en dat de arme ondervraagde het altijd fout doet. Ja maar, Epke, toen jij die wedstrijd in ging had jij toen niet het idee dat je wel eens uit die stellage kon donderen? Dat jouw coach je misschien wel duizenden keren heeft uitgelegd hoe jouw instelling het hele land in een sportieve depressie zou brengen? Had je niet door, Dick, dat het kiezen van Arjen in plaats van Wesley en het niet geven van een basisplaats aan Klaas-Jan demotiverend zou werken, waardoor de kans nu wel heel erg klein is dat we nog naar dat fantastische Rusland mogen? Ja, ga daar maar eens een objectief antwoord op bedenken.
Goed, na enig nadenken over mijn frappante pareren van zijn eerste vraag, deze man met een cameraman in zijn kielzog ook: Kunt u mij eens uitleggen, meneer De Hoon (ze zeggen in ieder geval meneer tegen me), hoe het kan dat er zoveel leerlingen in zo'n gebouw rondlopen in deze tijd van het jaar, en nog wel alleen 's ochtends? Tijd had ik al gewonnen, en de vraag was ook weer niet zo heel moeilijk. Rustig sprak ik: Het is toetsweek, figuur. Dan maken ze 's ochtends toetsen, en daarna gaan ze thuis verder uitslapen. Volgende ochtend zelfde ritueel. Zo komen zij hun tijd door en zo verdienen wij onze centen.
Weg was ie. Afgepoeierd, dacht ik. Bij het AD hebben ze alleen maar belangstelling voor knokkende gymnasiasten, dus een artikel over dat diepgaande vraaggesprek met mij zou er vast niet in komen. Mispoes. Grote kop de volgende dag. Telegraafstijl. GYMNASIASTEN NA RITUELE KNOKPARTIJ NU WEL BEZIG MET IETS SERIEUS. Met als ondertitel: Rijk geworden figurant wijst op nut van uitslapen tijdens toetsen.
Tja, je moet wel luisteren natuurlijk.
Nee joh, ik heb niks geks gepland. Ik kreeg alleen pijn in mijn rechter schouderblad toen ik mezelf een schouderklopje wilde geven omdat ik zo veel gedaan had, qua schoolwerk dan. Normaal geeft Roel mij dat soort schouderklopjes, zeg maar gerust schouderhengsten en dan tol ik vijf rondjes om. Mept ie me daarna met een big smile op de andere schouder zodat ik de andere kant op spin. Zo is Roel. Gezellig amicaal en collegiaal tot overmaat van ramp breekt ie schouders, ruggengraten, benen, fietskettingen. O ja, ook met school, breekt ie ook mee. Nooit meer retteketet, broodje kroket, reldeldel broodje frikandel. Ja, of hij moet het straks thuis in Papendrecht ook doen elke vrijdag. Staat ie onder aan de trap, terwijl zijn vrouw boven netjes de was vouwt. Yellt íe "reldeldel" naar boven, hoort zijn vrouw natuurlijk alleen de laatste twee lettergrepen en dan krijgt Roel zelf een hengst op zijn schouder. Daar zullen wij nimmer achter komen. Helaas.
Misschien gaan leerlingen dan ineens hun fiets netjes neerpleuren, als Roel d'r niks meer van zal zeggen. Nee, voor alle duidelijkheid, Roel is een gouwen gozer. Die ga ik echt wel missen.
Nee, dit gaat niet over de personeelsdag van laatst. Daar zouden wel tandems zijn, maar ze waren er uiteindelijk niet. Dubbel pech. Voor degenen die wilden fietsen en meneer Koch voorop hadden gedacht en voor de saamhorigheid op zo'n dag. Je kunt niet alles hebben.
Tandem is Latijn. Tuurlijk, meester De Hoon! Vertel het ons, we zitten klaar, hoor. Onze oren staan op ontvangen. Nu wel. Tandem betekent "eindelijk". Zoals in Nou, jongens, de les is eindelijk afgelopen hoor. Eindelijk mogen jullie je huiswerk doen. Eindelijk rust in de school.
En nu gaat het eindelijk regenen! Potverdrie / Mehercle, net nu ik naar de stad moet fietsen. Gewone fiets, geen tandem. Word ik niet nat van het zweet dan wel van de neergutsende regen. Ach, ik ga gezellig uit eten. Dat maakt alles weer goed. Samen pizza van een meter naar binnen werken. Melk d'r bij. Samen? Missen we iets, meneer? Met wie ik ga? Haha, met drie mentorleerlingen. Werk kan ook leuk zijn. We gaan de Latijntoets van morgen aan onze laars lappen en lekker niet voorbereiden. Zo vreemd moet dat voor leerlingen niet zijn. Hoewel, voor deze pareltjes...
Wat me nu ineens opvalt: die voetballers springen, rennen, koppen, tackelen, duiken fop, schoppen elkaar lek en hun haar zit na hun actie precies hetzelfde als toen ze het veld op kwamen. Ik heb dat ook, dat weet iedereen. Maar ik voetbal niet. Kortom, ik verveel me een beetje bij Mexico tegen Nieuw Zeeland. Ik ga maar eens proefwerken corrigeren. O nee, ik heb niks meer liggen. Het leven van een leraar, elke dag anders.
Ja, dat krijg je d'r van als je tijdens je zware schoolwerk (pleonasme) naar muziek luistert. Dan blijven deuntjes in je hoofd hangen. Nou moet ik eerlijk zeggen dat ik af en toe net een mens ben en dat ik dus selectief onthoud. Voor degenen die even selectief snappen wat ik bedoel volgt hieronder uitleg over het voorgaande. Dus berg je als je qua lerende houding genoeg ellende verdragen hebt vandaag. Komt ie: ik onthoud alleen wat me aanstaat. That's about it. Nou en? Wie niet? Ikke met m'n steenkolen Engels ook. Bah. I hate it.
Wat ik ook altijd in mijn hoofd heb is All day long I think of things but nothing seems to satisfy. Is ook echt zo, hè! Wat je ook bedenkt, het is nooit goed! Ga je links dan had je rechts gemoeten en ben je eens aardig dan kijkt iedereen je hoogst verontwaardigd aan. Of dat nou iets is dat alleen leraren hebben - erg, oké - of alleen classici - heel erg, maar nog uit te houden - of echt alleen ik, dat houdt me nogal van de straat deze dagen. Misschien komt het nog wel ooit goed met me, when I'm wiser and when I'm older zullen we maar zeggen. I know where to start en dat is ook fijn voor mij.
Nou, voor de leergierigen - de mensen die zo'n twee, drie dagen voor een zware toets nog even training willen met ablativus absolutus, gerundivum, NcI, bijvoeglijk naamwoord, vocativus en o ja, doe ook alle conjunctieven er nog maar bij meneer - een stukje levend Latijn. Gratis (voor nop). Venit ille (=komt ie).
In magno fungo,
rubro cum punctis candidis,
nanus cruriminimus huc et illuc se iactabat.
Tum fungus rupit. Faeces!
Gemens ex alto corde,
Ambo cruricula
hoepla in auram.
De goede lezer heeft begrepen dat ik me maar weer aan het algemeen geldende Latijnniveau aangepast heb. Non aliter est.
Heerlijk doezelend liggen we nog steeds voor pampus. Alle drukte, alle emoties van de afgelopen week zijn ingedaald. Het was de tijd van blijdschap en treurnis, de laatste nog opgedeeld in definitieve treurnis en treurnis met mogelijkheden. We hebben ons gelaafd aan dolce far niente, barbecue, helemaal lam zijn, oeverloos handen schudden, plakkerige omhelzingen, cadeautjes. Ik bedoel met we niet mezelf natuurlijk maar de geslaagde dan wel nog niet geslaagde zesdeklassers. Zelf heb ik wel hier en daar handen geschud, maar het echte hand na hand, knuffel na knuffel bewaar ik voor de proclamatie.
Mij rest de vijfde klas, waar hier en daar nog wat geduwd en moed ingesproken moet worden. Huggen mag niet, dus dat worden dan stevige handen en peptalks.
Is mijn leven dan gericht op succesbeleving voor leerlingen, vraag ik mij wel eens af. Na tien seconden mezelf afvragen bedenk ik dat ik het antwoord waarschijnlijk toch niet vind en dan stop ik. Dat had ik vroeger al bij wiskunde, al was ik daar efficiënter. Ik had na twee seconden al door dat ik beter af was als classicus. Hup, volgende opgave, dacht ik dan. En dan leuterde ik wat over Vergilius en zijn onnavolgbare invloed op het hedendaagse wiskundeonderwijs. Nou, dan kreeg ik een twee, want mijn wiskundeleraar was een schaker. Net iets beter dan ik en hij kon slecht tegen zijn verlies. Nou, ik kon slecht tegen wiskunde. Zoals Romeinen vroeger al wisten en zeiden Manus manum lavat, bracht ik dat daar in praktijk. Ik een twee, hij geen schandelijke nederlaag (waarover ik de maandag erop dus ook niet smalend, honend zou ik bijna zeggen, verhaalde). Iedereen min of meer blij.
Ik ga weer door met me geestelijk voorbereiden op de entree van grofweg 140 vierdeklassers. Veel ken ik al van te laat komen. Komt goed.
Hmm, decet? Da's Latijn, in elk geval geen Grieks, want dat zie ik anders wel aan die rare tekentjes. Aha, πρέπει bedoel je. Hoe dan ook, het betekent allebei "het past", in de zin van "het is gepast" . Ff geen humor op zo'n dag met grappen over te veel gegeten en toch die jurk aan: ja hoor, het past. Nog wel ja.
Neen, de uitslag is geweest en hij heeft velen in een gelukzalige stemming gebracht. Anderen zien deze dag het liefst zo snel mogelijk aan zich voorbij trekken en hadden zich er iets totaal anders bij voorgesteld. Bij die leerlingen overheerst het negatieve gevoel het positieve. Begrijpelijk. Juist daarom is het niet gepast (non decet) daar grappen over te maken. Het past (weer decet zonder non) daar slechts bewondering te hebben voor het incasseren van een grote tegenslag en moed in te spreken.
De grote meerderheid viert feest. Thuis in het zwembad, bij de barbecue (beter maar niet verwisselen, die twee locaties, na wat glazen melk), met familie, in een restaurant, in het bos, op een parkeerplaats, in bed, in de open haard, enfin, overal. Het is hen gegund.
Wie we zeker niet mogen vergeten zijn degenen die, na vorige jaren een andere keuze te hebben moeten maken, nu hun diploma behaald hebben. Niet alleen op de JDW'ers zijn we trots (allemaal hè!!), ook op onze oud-JDW'ers.
Degenen die herexamen gaan doen of die gaan herprofileren wens ik veel succes bij de voorbereidingen. Voor degenen die dit jaar het examen niet gehaald hebben: de wereld vergaat niet. Er komen nog kansen voor je. Grijp ze.
Eerst even uitleggen wat er niet bedoeld wordt natuurlijk. Nou, het gaat dus niet om de goedheiligman. Da's pas in december. Het gaat ook niet om een paniekerige kreet van puberale griezeltjes als waarschuwing dat de rest ff moet ophouden met keten in het lokaal als de strenge meester er aan komt. Het gaat zelfs niet over een acteur in movies van bedenkelijk allooi die synchroniciteit in het opwindend ravotten niet hoog in zijn vaandel heeft staan en dat te horen krijgt van zijn alweer teleurgestelde vrouwelijke collega. De release van de nieuwste oerspannende film met Clint - ik leef nog steeds - Eastwood?
Ook al niet. Gaston van de Postcodeloterij dan? Met een prijs, een bos bloemen en een BMW Z8? Lionel Messi naar Ajax?Nee, dat is het allemaal niet nee! Verhip, wie komt er dan? Wát is een beter vragend voornaamwoord. Maar ja, dan moet in de titel "Het komt, het komt" staan, en dat durf ik niet aan.
De uitslag, beste kijkbuiskindertjes! Morgen is het 14 juni 2017 en dan komt de uitslag! Bof, mazelen, rode hond, roodvonk, notenallergie? Nope, examenuitslag. De rrrresultaten! Grrrrr.
Iedereen stikt van de zenuwen. Mooi, let's do it to them before they do it to us, heb ik ooit eens een personage in een politieserie horen zeggen. En gelijk had ie. Zij maken ons nerveus, dan mogen zij die ervaring nu ook eens koesteren.
Ik schat zo in dat half JDW geheel tegen de gewoonte in morgenochtend ruim vóór achten (des ochtends...) het bed uit speert en de radio aan zet voor de N-termen. Zonder te douchen, zonder appelsienensap, nagelbijtend, vloekend, meurend, huilend, schreeuwend, juichend. En waarom? Geen idee, met een leuke N-term weet je nog altijd niet hoe je cijfertjes d'r uit zien. Ouders moeten het hun spruitjes maar vergeven als ze een tikkie edgy zijn. Hoe waren ze vroeger zelf, hè...
Vanuit mijn relaxfauteuil wens ik alle examenkandidaten - haha, zo heten ze nu nog - veel slaap en weinig stress toe.
De bespiegelingen nemen hand over hand toe en worden zelfs elke keer driester: gaat het allemaal goed komen woensdag? Woensdag? Wat is er woensdag? O ja, N-termen, examenuitslag, feest of geen feest, that's the question. Wie is er nou zenuwachtiger? De examenkandidaat of de mensen in zijn omgeving? De leraren, denk ik. Die zijn echt verslaafd aan N-termen. Maar goed, we zien het woensdag wel.
Vroeger was de dag van de uitslag een wonderlijke dag voor leraren. Wonderlijk? Nou, je wist wel dat je 's ochtends naar school ging maar je wist niet hoe laat je de vólgende ochtend weer naar school ging. Óf je eigenlijk nog wel naar school toe kon. En in welk level van gezelligheid je nog verkeerde. Dat zat zo.
Als een leerling geslaagd was was ie blij. Tuurlijk. Maar zijn ouders ook. Een extra schooljaar kost toch gauw een paar mille en een hoop frustratie. Dat kun je beter in een aanzienlijke barbecue stoppen ter gelegenheid van een memorabele gebeurtenis. Slagen of zo, zeker als je dat niet verwacht had. Klinkt herkenbaar. Dat voelden leraren perfect aan en dan was het alleen een kwestie van adresje opzoeken en vervolgens zogenaamd in de buurt zijn. O ja, woont hier IJsbrand niet die vandaag geslaagd is? Is het niet netjes die even persoonlijk te feliciteren? En zijn ouders ook. En zijn ooms, tantes, oma's, opa's, voormalig kindermeisjes, buurmannen ook dan. Meneer pastoor, altijd wel in voor een worst. Al je collega's, die nou net precies hetzelfde briljante plan hadden gehad, vooruit die ook maar de hand schudden. En zo kwam het dan dat je op de ochtend van de uitslag tegen je echtgenoot kon zeggen: schat vanavond eet ik niet mee hoor. Er is iets tussen gekomen. Morgen ben ik er weer bij voor de bloemkool met aardappelen! Laat de deur vanavond ook maar dicht. Ik heb heel veel schoolwerk en die klus ga ik samen met collega's klaren.
Nou, zo gaat het inmiddels niet meer. Je kunt wel langs gaan, maar het zijn besloten feestjes tegenwoordig. Opgeven via Facebook, dat soort gein. Je komt er doodeenvoudig niet binnen. Ze kennen je niet eens! Wie is u? IJsbrand, er staat hier een of andere vage figuur met een colbertje aan en die zegt dat ie je kent. Hij is je leraar zegt ie. Latijns. Ken je niet? Eruit zetten, IJsbrand? Meneer, u wordt bedankt voor bewezen diensten. En nou opzouten graag. Wij willen rustig barbecueën. Glaasje melk kunt u krijgen, maar daarna oprotten svp.
Nee, die blamage besparen we ons tegenwoordig liever. We gaan naar een feestje als we uitgenodigd worden. Anders eten we thuis. Bloemkool.
Het was keigaaf, de personeelsdag! Wat mij betreft doen we er elke week eentje. Veel geleerd. Veel melk. Weinig aan schaapjes gedacht. Niet eigenlijk. Heerlijk. Foto's komen nog. Ik heb ze niet gemaakt maar ze komen wel.
Snif, hik, hi hi, grrr. Mijn emoties volgen elkaar in hoog tempo op. Dat merk ik gewoon. Dat voel ik zelfs, ik ervaar dat echt! Al die emoties moeten mij hebben. Was ik eerst stik zenuwachtig, daarna opgelucht, nu ben ik zelfs opgewonden! Beetje van alles en nog wat opgewonden? Bedenkelijk opgewonden wellicht? Nee, ik ben als een klein kind zo opgewonden. Ik kan mijn gezicht niet meer in de plooi houden. Dat is afgezien van de plooien die er door mijn leeftijd ingevouwen zijn door vadertje tijd.
Niemand die wil weten waardoor die opwinding veroorzaakt wordt, denk ik althans. Jammer, ik ga het toch wereldkundig maken. Morgen, ja ja, morgen is er een heel groot feest. Ben ik jarig? Nope. Heb ik een miljoen gewonnen? Njet. Kan ik met pensioen? Is helemaal geen feest. Ben ik morgen dan 35 jaar getrouwd of zo? Ja, ook, maar dat bedoel ik niet.
Wat dan, Marc? Vertel het ons, please. Nou, er is een uitje met de collega's gepland, een gezellig uitje nota bene! We hoeven niks te leren, te onthouden (wat goed uitkomt met al die liters melk die verzwolgen gaan worden), in workshops met allerlei kleuren etiketjes op een muur te flikkeren, nee. Hoeft allemaal niet! Wereldidee, alleen al daarom. Noem het personeelsdag, medewerkersdag, koffiekamerbevolkersdag, weet ik veel, maar we gaan er gezamenlijk op uit. De paden op, de lanen in zeg maar. Jippie! Allemaal een groen petje op en dan maar volgen, de grote roerganger.
Er is een ontroerend mooi programma gemaakt waar we ook nog eens niet moe van worden. Want dat is natuurlijk wel een onderliggende bedoeling: we mogen niet moe worden, want we hebben nog heeeel veeel te doen dit jaar. Eigenlijk moeten we er juist van opfrissen, van ons uitje. Een enkeling zal er helaas om moverende redenen niet bij kunnen zijn. Dat maakt hem of haar geen slechte collega, maar alleen iemand die zijn afwegingen zorgvuldig maakt. Of iemand die ook een trouwdag viert, zoals my best friends Daan en José. Hoera!
Goed, net als in het primaire onderwijs zijn de leerlingen weer de dupe morgen, want die willen graag les (werd wel een keertje tijd, in juni) en nou mogen ze niet. We zijn toch keihard ook, wij leraren en andere medewerkers hè!
Nou, en daar word ik dus opgewonden van. Ook daarvan bedoel ik eigenlijk, maar dat mag ik niet beweren. Ik ben geen mens maar een leraar immers. Een machine. Haha, eentje met emoties dan in dit geval. Eén ding wil ik in mijn leven nog bereiken. Ik zou graag een spaarkaart ontwerpen, waarop ik de door mij ervaren emoties kan afstrepen. Als ik ze dan alle 100 heb, verdien ik een leuke prijs of zo. Dat is pas echt opwindend.
Geniet morgen, lieve schaapjes van het JDW. Maandag rammen we er weer op los.
Vorige week was ik bloednerveus en nu niet meer. Ja, zo gaat dat. Zo langzamerhand gaan nu de snorharen bij de examenkandidaten alle kanten op staan. Kijk, zo is het tenminste eerlijk verdeeld.
Volgende week woensdag rollen, tien minuten voordat de lessen beginnen, de uitslagen van de Cito-jury binnen en is bekend wie er door mag naar de volgende ronde en wie niet. Dat zijn hectische tien minuten kan ik je wel zeggen. Iedereen gaat meteen zelf aan het rekenen om te zien of hij goed onderhandeld heeft met zijn tweede corrector.
Een Stoïcijn zegt dat zenuwachtig worden geen enkele zin heeft, omdat het fatum toch al vaststaat. Je kunt niets aan de voltrekking van dat fatum doen. Jee, dat is nog eens een geruststelling!
Dus, people, relax! Chill nog een beetje, nu je nog door je ouders met rust gelaten wordt, hier en daar zelfs meelijwekkend, meewarig en begripvol aangekeken wordt. Doe nu de dingen die niet mogen, want ze kijken wel uit met sancties. Pleur de afwas gewoon op het aanrecht, laat extra veel vuile kleren wassen, blijf laat op, en niet te vergeten: melk drinken hè, heel veel melk naar binnen gieten.
Sja, geen ludieke variant op "ik wil" ("Schat, als je nou net geen bruidsmeisje had besprongen wilde ik wel, maar nu wil ik niet".). Het is ook niet een kwestie van kleine kinderen boosheid. "Ik wilde pannenkoeken, en nu krijg ik wéér vitamine C! Maaahaam!" of zoiets. "Ik wilde eerst iets geinigs op mijn superlatijnpagina schrijven, maar ik had geen inspiratie". Is het ook niet hè.
Nee, "Ik wilde" is eerder een inleiding op wat ze in de Kleine Latijnse Grammatica een onvervulbare wens noemen. Utinam, weet je nog, en dan de rest van al die coniunctyfusellende.
Ik wilde dat Londen veilig was, Parijs, Afrika, de hele wereld. Ik wilde dat er geen agressieve geïndoctrineerde malloten rondliepen. Ik wilde dat alle mensen zichzelf konden zijn en dat ze tegelijkertijd ook hun medemensen accepteerden zoals ze zijn. Ik wilde dat toonaangevende mensen, mensen met momentum met wijsheid reageerden in plaats van met zelfingenomen, quasi altruïstische idiotie. Ik wilde dat Facebook geen module had verzonnen waarmee mensen kunnen aangeven dat ze veilig zijn, maar eerlijk is eerlijk: die module voorziet helaas wel in een behoefte. Ik wilde dat ik dit niet had hoeven schrijven, maar ach. Zo voel ik het nu allemaal even.
Ik wilde schrijven over een variant op de Paashaas, een Pinksterbeest, maar ik kwam niet verder dan constateren dat beesten er ook niets aan kunnen doen dat er wezens bestaan die zichzelf mens noemen maar nog moeite zullen hebben de vergelijking met een beest te doorstaan.
Interdum mundus testes sunt (vrij naar mezelf): soms is de wereld kloten.
Ik ben me toch een partij zenuwachtig! Niet gewoon een beetje nerveuzig, wat ongemakkelijk of zo, nee, echt bloedzenuwachtig. Noem mij gerust maar gejaagd, geëxalteerd, jachtig, prikkelbaar, ongedurig, gespannen. Gespannen? Ik bijt mehercle (Latijn voor gvd, maar dat mag niet van Markie - Facebook - Sukkelberg) mijn toch al niet bestaande nagels er helemaal af.
Watsgeburt? Ik wacht op een telefoontje. Heb ik dan een prijs in de loterij gewonnen? Ehm, niet dat ik weet. Gaat mijn Tinderchickie mij bellen? Nee. Heb ik niet, Tinder. Heb ik iets onaardigs gezegd tegen een leerling? Doe ik nooooit! Kan niet tegen snotterende moeders. Verwacht ik een hijger/hijgster? Lijkt mij wel dikke fun, maar dan moet ik eerst nog wel even een geestige reactie bedenken. Word ik alweer opa? Bij mijn weten niet, maar goed, ik was vroeger nogal een losbol. Op mijn opgevoerde brommer, kratje melk achterop en dáárachter pas een van de ontelbare vriendinnen, wapperende haren (de mijne, niet de hare - ik val op kortharigen) in de wind, leren broek, sigaretje achteloos in de linker mondhoek, dat soort macho dus. Nee, geen opa. Denk het niet.
Wat is het dan waar ik, doorgaans een koele kikker, zo hakketakzenuwachtig van word? Denk eens na. Het is mei, bijna juni. Einde van het jaar. Voor de meeste zesdeklassers einde carrière JDW, de meeste dus. Nou, nou? De tweede corrector! Yes! De tweede corrector gaat bellen. Die gaat me helemaal doorzagen over wat ik allemaal goed heb gerekend. Sja, ik moest toch íets goed rekenen! Nou, en dan gaan we bekvechten en op mijn aandringen gaan we er dan toch als fatsoenlijke collega's uit komen. Met de punten voor El Hono de stoere classicus. Haha, stoere classicus. Klinkt net zo onlogisch als schitterende chaos, fabuleuze wanprestatie en meer van dat soort humoristische droogkloterij.
Enfin, het gaat om de punten. Om de gemiddelden en de punten. Altijd. Mehercle!
Even voor de duidelijkheid: woensdag wordt de kersverse winnaar van de ronde van Italië (waarvoor niets dan hulde!) in Maastricht gehuldigd. Hoewel we wellicht nog langer op een nieuwe giro winnaar moeten wachten dan op een kampioenschap van 010 wordt er geen schoolvrij gegeven om die onvergetelijke knalfuif bij te wonen. Ongeacht wat bureau leerplicht afdeling Maastricht daarvan vindt. Helder?
Tom Dumoulin, van harte jongen!
Vita beata, een platte neus
Puf, puf, puf, wat is het weer zwaar. Zonder melk, zonder schaapjes, zonder collega schaapherders. Het gaat maar om vier dagen, maar ik heb duidelijk ontwenningsverschijnselen. Geestelijk ben ik in zwaar weer. Wil je dat ik dat uitleg? Nee? Mooi, ik doe het toch. Ik ervaar een soort van dilemma, mijn gemoed ervaart tweespalt. Niet eentje van het soort: neem ik een Bastaardmelkje of een Delirium Tremens melk? Maar echt eentje waardoor ik geestelijk uit het evenwicht ben gerold.
Enerzijds ben ik afscheid aan het nemen van dit schooljaar. Je kent dat wel. Beetje doen alsof ik de soepelheid zelve ben, om arme lammetjes niet te veel te frustreren. Nadenken over de speeches die ik ga houden bij de diplomering. In de vijfde klas Latijnse tekstjes er doorheen rammen om maar precies hetzelfde gedaan te hebben als de dierbare vakcollega's. Zo kom ik mijn tijd aardig door. Ook omdat het nogal bedenkelijke tekstjes zijn. Je mot wat. Enfin, voorlopig klagen ze niet en zie ik alleen maar een blos op de tere wangetjes verschijnen als er weer eens een woord vertaald wordt waarbij ze echt never nooit de associatie hadden, dat die Romeinen zich ook al met de oefeningen ter voortplanting bezig hielden. Wie de toekomende tijd van esse (=zijn) verkeerd opzoekt - want ja, waarom zou je die vorm ook kennen hè? - ziet meteen dat ook de Italianen van weleer op het gebied van promiscuïteit van wanten wisten.
Anderzijds ben ik het volgende cursusjaar weer aan het voorbereiden. Ik ga de toetsen nog weer wat gemakkelijker maken om te zorgen dat alle gemiddeldes weer tiptop in orde zijn. Zonder gemiddeldes is een schoolleven niet mogelijk, dat weet iedereen. Ik ben de namen van de vierdeklassers uit het hoofd aan het leren en ik buig me al over het examendocument. Veel verder dan me erover buigen doe ik niet, want dat vind ik al een hele inspanning.
Waar gaat die hele zooi volgend jaar over? Wil iedereen weten natuurlijk. Over een gelukkig leven. Halleluja. Wij Nederlanders zijn volgens onderzoeken onwijs gelukkig! Gelukkig met onze partner, met de hond, cavia, kat, konijn, krokodil, met ons leven, met ons werk, met ons karakter en inderdaad ook met onszelf. Waarom dan Latijnse teksten bestuderen over een "gelukkig leven"? Omdat het altijd beter kan. Iemand die nog geen platte neus heeft, die is pas gelukkig als ie er eentje heeft. Hoe kom ik aan een platte neus? Niet door een lel voor mijn harses, nee. Maar door het woordenboek Latijn-Nederlands. Een oetlulleke dat de eerste persoon meervoud van de coniunctivus praesens van esse (simus) op moet zoeken verdient gewoon een platte neus. Die wil ik hem dan nog wel bezorgen ook. Met een linkse hoek.
Na twee weken ontiegelijk rekening houden met de examenkandidaten kunnen we nu de druk van de ketel halen. Alles, alles, alles ist vorbei, alles is vorbei (geen idee hoe het verder gaat). Het is stil, in de gyhymzaal, en meer van dat soort stadionliedjes blijken nu prima van toepassing te zijn. Hoe vaak zie je dát?
De tafeltjes in de gymzaal kunnen weer opgeborgen, de vloertegels weer terug naar de diverse werkkamers, er kan dus weer gewoon gegymd worden daarzo. Onderbouwertjes mogen weer blèren wat ze willen in de gangen, lokalen en andere krochten van de school, je hoeft niet meer samen met een kandidaat naar de plee te lopen, iedereen kan gewoon weer zelf zijn papier komen halen, je mag als leraar gewoon weer app'en, kortom, het wordt er een stuk leefbaarder door. Het leven gaat zijn gewone gangetje weer. Nou ja, JDW en normale gangetje is af en toe een onmogelijke combinatie.
Vriendelijk heetten we de kandidaten in de afgelopen twee weken elke ochtend en middag welkom, even vriendelijk wensten we ze succes en als het examen klaar was vroegen we zo mogelijk nog vriendelijker en in ieder geval belangstellend hoe het gegaan was. Op de gang, want we moesten onze harses houden voor de langwerkers. Welaan, die pret gaat nu even ophouden. Nu is er weer les. Hè, hè.
Over een paar weken weten we meer. Pffft.
Het lijkt fun, maar het is gewoon het onderwerp van een gedichtje. Wie dacht dat er weer een tropenrooster gedraaid gaat worden op school, mooi niet. Ten eerste vindt de voorgenomen hittegolf plaats tijdens het hemelvaartreces en niet daarna, ten tweede kunnen we al die gemiste onderwijstijd natuurlijk niet op onze buik blijven schrijven. Hoewel daar bij mij vrij veel plaats voor is, dat dan weer wel.
Nee (zag je die witregel voorbij schieten?), dan toch liever de situatie in dat gedichtje. Het is een gedichtje van Ovidius die met zijn af en toe scabreuze versjes keizer Augustus eens even lekker tegen de omvangrijke en goed geïsoleerde scheentjes wilde schoppen.
Stel je voor: de dichter ligt lekker uit te puffen van de drukke ochtend. Versje schrijven, prakkezeren, ff poepen, weer versje schrijven, voor je het weet is het half 1. Siëstatijd. Z'n bedje staat in - wie zal het verbazen? - de slaapkamer en de luikjes zijn half dicht. Niet die van zijn oogjes, maar de luiken voor de ramen (waar natuurlijk geen glas in zat, hè). Beetje vaag licht. En dan komt zijn vriendin binnen. Hij heeft haar verzonnen, maar een man alleen moet wát, vanzelfsprekend. Ze heeft wel iets aan, maar het heeft niet veel om het lijf. Bovendien trekt de dichter dat wel voor haar naar beneden. In goede harmonie, dat spreekt voor zich. Ze stribbelt voor de vorm tegen. Zo ervaart hij het.
In het gedicht is te lezen, hoe zijn ogen haar mooie ogen overslaan en uitkomen bij haar schouders. Enfin, gaan jullie zelf maar verder lezen (Ovidius, Amores, 1,5), maar die ogen bestrijken uiteindelijk, laten we zeggen, maar een heel beperkt gedeelte. Wordt het nog spannender dan dit? Nee, niet op FB vrienden. Die censureren dat. Tenzij ze, zoals zovelen, geen Latijn begrijpen.
Kijk, en dat soort teksten laten wij onze vijfdeklassers nu lezen. En dan maar hopen dat ze meer plezier hebben in Cicero en Seneca, het kekke duo, dan de zesdeklassers hadden in Livius.
Het is weekend. Ja ja. Nou, hier wordt 24 uur per dag door gebuffeld hoor. Examentijd hè. Streepje hier, streepje daar, ik ben net een zebra. Vanavond ben ik uitgeput dus dan moet ik even bijkomen. Maar nu ben ik nog fris als een hoentje. Professore Di Hoen, zoals ik in Arpino genoemd word, doet zijn naam wat dat betreft eer aan: professore Di Hoentje is dan beter.
Gisteren heb ik mezelf een uitstapje cadeau gedaan. Ik heb eerst de vijfdeklassers van nu bang gemaakt en laten zien hoe het allemaal niet moet en daarna ben ik naar Rotterdam gegaan. Eens zien of daar nog wat overeind stond na alle feestelijkheden. Nou, het viel mee, moet ik zeggen. Ik bezocht het plaatselijke Marnix-gymnasium en ik werd daar met open armen ontvangen. Goed voor mijn magere ego.
Komend weekend is een lang weekend. Hemelvaart. Vroeger ging ik dan nog wel eens op mijn opgevoerde brommer naar een popconcert om me daar helemaal vol te laten lopen met melk en achter de vrouwen aan te gaan. In die volgorde. Helaas, vorig jaar kwam ik er achter dat ze daar tegenwoordig geen melk meer hebben. De vrouwen waren er nog steeds, maar nu waren ze semi-bejaard en kwamen ze spontaan achter hun rollator naar me toe om te vragen of ik hulp nodig had. Bleek ik verkeerd gereden te zijn en bij een concert van een tribute bandje van André Hazes uit gekomen te zijn. Dan is de kick er voor mij wel af. Mijn jachtluipaardeninstinct en de snelheid van datzelfde beestje moeten wel op de proef gesteld worden anders is er geen reet aan. Bovendien vond mijn vrouw het ook geen goed idee. Die was er wel niet bij, maar ik weet een beetje hoe dat gaat. Kortom, dan ben ik uitgeluld.
Dussssssss ... dat wordt gewoon boodschappen doen en aan de aantrekkelijke dingen van het leven alleen maar denken.
Alle examenkandidaten Latijn, of ze me nou volgen of niet, of ze wel eens moeten lachen om mijn gebazel of niet, of ze Latijn helemaal tof vinden of niet, of ze streven naar een acht of naar een vier, of ze hard gewerkt hebben of niet, of ze klassieke talen gaan studeren of kwantummechanica, of ze bevlogen zijn of bevlogenheid pretenderen, of ze melk drinken (net als ik) of zich zwaar aan de zwier vol laten lopen met spiritualia (onder het mom dat dat toch "Latijns" is), of ze voor Ajax zijn of voor 010 of alleen maar van korfballen houden (het schijnt dat de leerplichtambtenaren momenteel bijeen zijn om te bepalen of er massaal schoolvrij moet worden gegeven bij het niet degraderen van Emma. Of was dat voetbal? Kweet 't nie meer), of ze van rookworst houden of van speklappen, of ze een mobieltje hebben om te gamen en te app'en of om te telefoneren, wens ik woensdag 17 mei 2017 van 9:00 tot 12:00 uur heel veel succes. Daarna ook, maar vooral voor Latijn. Moge het een meesterwerk worden! Vivat lingua Latina!
Het is een zwaar leven, het is een heeeel zwaar leven. Brigitte Kaandorp bracht de gedachte al op geheel eigen wijze ten gehore (https://www.youtube.com/watch?v=JLNvBvJ-F00, na de reclame natuurlijk), maar ik heb het allemaal aan den lijve mogen ondervinden. In Italië. Bij 28 graden. Op een terrasje, verdulleme! Terwijl anderen aan het werk waren. Tja, dat was zwaar.
Ik zal nu een vrij uitgebreide impressie geven voordat ik, helemaal aan het eind, het hoogtepunt zal benoemen.
Vrij uitgebreide impressie.
Zo, dat was het! Leuk hè?
Nou, dan nu die climax. Niet de leerlingen mochten op het podium, maar ik! Ik werd door een behoorlijk luid sprekende Italiaanse geïnterviewd. Formeel ging het over het aantal keren dat ik al in Arpino was gekomen als leraar (professore, ofwel, voor mijn matties, prof), 19 keer. Maar eigenlijk wilde zij mijn emotie van dichtbij mee maken. Goed, ik heb er dus wat tranen en gezucht aan toegevoegd. De handen wat voor de geopende mond geslagen, in volstrekt ongeloof, starend naar de einder (die er niet was, omdat er - net als thuis - huizen voor staan), nou ik deed het voortreffelijk, al zeg ik het zelf. Wat ik precies zeg, is nauwelijks te verstaan. Niet omdat die interviewster zo luid sprak (wat me bij haar ook opviel), maar omdat een of andere geluidspipo gemeend heeft er goed aan te doen wat Europese muziek onder de beelden te zetten. Waarvoor dank (dit is sarcastisch bedoeld). Wil je het toch zien? Delen mag!!
(https://www.youtube.com/watch?v=hDrFuwn4jGs , en dan bij 1 u 54).
O ja, over delen gesproken. Weer gedeeld 11e geworden. Zwaar hè
Vanaf morgen bevind ik me op dienstreis door Zuid-Europa, door Italië om precies te zijn. Ik zie daar enorm tegen op, maar zeg dat liever niet hardop natuurlijk. Ik ga gewoon net doen alsof ik keihard aan het werk ben in Rome, Arpino en aanverwante artikelen. De zon zal mijn weinig behaarde hoofd teisteren. Het aangename zuchtje wind garandeert dat die paar haren die er nog zitten niet weg waaien. Mochten zich nu op school door mijn afwezigheid problemen voordoen dan volgt hier een lijst met instructies, just in case of emergency. Vrij te interpreteren. Gaat ie.
- Ben je te laat? Foei! Zing de volgende dag om kwart voor acht bij de balie drie keer Hand in hand, kameraden. Behalve als Jan er is. Dan vijf keer Op een slof en een ouwe voetbalschoen.
- Ben je te vroeg? Erg dom. Zing tien keer Hand in hand, kameraden. Of zing net zolang door tot je het gebouw uit gekickt wordt. Als Jan er is, dan weer Op een slof en een ouwe voetbalschoen graag.
- Ben je ziek, zwak, misselijk? Jammer voor je. Maak tien diepe kniebuigingen en hoop dat je je daarna beter voelt. Lukt toch niet. Van een bezoekje aan de conrector word je alleen maar zieker.
- De les uit gestuurd? Fijn. Nu zal het rustiger zijn voor die arme collega van mij. Verzin een overtuigend, samenhangend verhaal voor als ik weer terug ben, neem je verhaal met drie goede vrienden in 5 trainingssessies door, koop je leraar in kwestie om en hoop er het beste van. Probleem opgelost. Misschien.
- Wil je een medeleerling op zijn bek slaan, omdat hij irritant is? Liever niet op school. Anders moeten er allerlei formulieren worden ingevuld. En als ik érgens slecht tegen kan....
- Heb je een uurtje gespijbeld? Zing het Italiaanse volkslied. Lukt dat niet, dan mag je het vrijdag aanstaande onder de bezielende leiding van een leerjaarcoördinator 10 keer overschrijven.
- Voel je de neiging opkomen je huiswerk niet te maken? Heel gauw onderdrukken.
- Wil je op de hoogte blijven van mijn wederwaardigheden? Check your mobile. Geen idee of ik antwoord.
- Zit je verlegen om een schouderklopje? Ga iemand zoeken die dat lastige klusje wil doen, maar ik geef je weinig kans. Oplossing: prijs je zelf door jezelf tweemaal een schouderklopje te geven met je linkerhand op je rechterschouder. Als je daar nog niet voldoende zelfvertrouwen van krijgt, schiet dan een willekeurige docent aan (niet af) die je helpen wil. Niemand!
Zo. Dan kan iedereen toch gewoon door.
Deze uitspraak van wijlen JC is vanmiddag wel erg van toepassing op mijn gemoed. Voor de duidelijkheid, JC is niet Jesus Christ (die van de rockopera/-musical dan wel film, want dan is het JCS met de S van Superstar) maar degene naar wie een voetbalveldje in Amsterdam vernoemd gaat worden.
Wat is het geval? In Rotterdam kan de club die al het hele seizoen bovenaan staat in de vaderlandse voetbalcompetitie landskampioen worden. Dan hoeft er alleen maar gewonnen te worden van de "nogal verhevene" (Nederlandse vertaling à la klas 5 van het woordje excelsior). Nou, dat gaat over een goed uurtje natuurlijk realiteit zijn en ik moet eerlijk zeggen: volkomen terecht, echt wel verdiend, kon eerder, niks aan te doen, beetje jammer, best kloten. * Als je het tegen kleintjes laat liggen verdien je het ook niet om kampioen te worden. Maar goed. Ik kan dus in alle gemoedsrust mijn schoolwerk voorbereiden zonder zenuwachtig elke keer op Flashscore te koekeloeren. Fatum is fatum en daar kan een simpele ziel als ik geen invloed op uitoefenen. Ik bedoel, als Jupiter daar al geen invloed op heeft dan ik al helemaal niet. Fatum is gelijk aan de wil van Jupiter en niet aan de wil van Marc - 020 - de Hoon. Voor de zielepietschaapjes die met de voorbereiding van het examen Latijn bezig zijn: dit was nou een argumentatio a fortiori in het wild. Voor nop. Van de meester gekregen.
* hier heb ik bewust en in mijn onnavolgbare schranderheid geen voegwoord geplaatst, maar zelfs de grootste oelenwappert kan hier zelf "maar" invullen, op voorwaarde dat hij weet dat "maar" een nevenschikkend voegwoord is natuurlijk. Een adversatief asyndeton is dat. Doen we d'r gratis bij. Voor hen die ook nog iets wijzer willen worden van Superlatijn, de Facebookvariant.
Dat wilde ik maar even kwijt. Overigens was ik gisteren in Rotjeknor, even kijken of de dranghekken op de Coolsingel al goed stonden. Ik ging er des avonds ook nog naar JCS (wie weet het nog?) in Ahoy, maar dat natuurlijk terzijde. Ze stonden er nog, die dranghekken. Sja, er moeten straks, en niet te vergeten morgen (!) wel miljoenen uitzinnige supporters, fans, hooligans en andere wezens tegengehouden worden!
Onder hen tot mijn onmetelijke verbazing ook leerplichtige scholieren, Rotterdamse scholieren dan. Het is wel bedenkelijk dat, nota bene op voorspraak van bureau leerplicht, het aanstaande kampioenschap van 010 als een zodanig gewichtige omstandigheid beschouwd wordt dat er verlof kan worden aangevraagd, via de officiële weg althans, voor het bijwonen van de huldiging van het kampioensteam. Dan is de nood wel erg hoog hoor. Maar goed, dat snap ik ook wel weer. Bijna twee decades beetje leuk mee voetballen, maar geen kampioenschap, dan wil je nu wel eens een feestje bouwen. Ik denk dat die scholiertjes over de dranghekken heen en weer gemikt gaan worden. Dus ik ben blij dat in Dordt de leerlingen met 010-neigingen alleen maar veelvuldig naar de huisarts moeten op maandagochtend. Ik hoop echt dat ze snel beter zijn. Echt genezen zeg maar.
Hè, wat is dat dat nou weer?
Zit ik me hier geestelijk voor te bereiden op weer een flink aantal weken school, word ik plots geraakt door een straal van een ding dat ik hier in Nederland deze vakantie niet gezien heb. Krijg nou niks! Dat is de zon! Het moet niet veel gekker worden. Straks krijgen we weer een tropenrooster. Huppakee, 17 graden, verkort lesrooster! Nou, daar zit ik dan met twee leerlingen in het prachtige Italië. Daar is het strakblauw en warm! Moet ik met lede ogen aanzien dat het hier ineens ook strakblauw en warm is. Daar kan ik zo slecht tegen! Ik ben soms best beminnelijk, maar bij zoiets kan ik echt sarcastisch worden. En dat gebeurt me zelden.
Met twee leerlingen in Italië? Is het weer zo ver? Ja, ja, ik heb inderdaad weer een dienstreis te voltooien. Deze boek ik onder de naam Ciceroconcours, deel 19. De dametjes Selma en Annemijn gaan zich uitermate hard inspannen om weer een vorstelijke prijs voor het Nederlandse volk binnen te slepen. Zij zijn door mijn immer gedreven lessen Cicero totaal begeesterd geraakt en willen nu echt los gaan. Arpino is niet veilig. Die tekst wordt gelezen alsof het de Privé is. Het commentaar doen ze fluitend. Bij wijze van spreken dan, want anders krijgt de professore (ikke dus) nog een reprimande van de organisatie. Best lekker, maar niet nu.
Overigens, die prijs, daar is ook één probleem mee. Het erbij behorende certificaat is van het formaatje A0. Da's dus echt groot. En het is niet van een soort papier dat gemakkelijk op te vouwen is. Dus dat ding moeten we nog ergens zien te lozen dan. Verder zijn er wat boeken, nepkunst en een paar eurootjes inbegrepen bij die prijs. Niet veel, hooguit acht à negenhonderd. Dus dat wordt een lekker hapje eten in La Carbonara in plaats van snel een pizza scoren bij een vage tent. Altijd beter dan een restitutio propter victoriam, teruggeven omdat we gewonnen hebben.
Ik wens Selma en Annemijn veel succes en hoop dat zij het een paar dagen met mij kunnen uithouden.
Arpino! Toen wij daar samen waren - tempus fugit - leefden de oude mevrouw en meneer Rea nog. Daar waren wij toen te gast. Philemon en Baucis toonden zij zich ons. Fruar itinere, sed erit iter ultimum. Inopia pecuniae iterum causa erit finiendi ad Arpinum itineris.
PS Bij de prijsuitreiking werd professore De Goon naar voren geroepen. Het podium was al vreemd voor mij, maar ik werd ook nog geïnterviewd. Het moiste eerbetoon ooit daar in Arpino. Dat ik niet jok, deze keer, bewijst de foto.
Hè, wat is dat dat nou weer?
Zit ik me hier geestelijk voor te bereiden op weer een flink aantal weken school, word ik plots geraakt door een straal van een ding dat ik hier in Nederland deze vakantie niet gezien heb. Krijg nou niks! Dat is de zon! Het moet niet veel gekker worden. Straks krijgen we weer een tropenrooster. Huppakee, 17 graden, verkort lesrooster! Nou, daar zit ik dan met twee leerlingen in het prachtige Italië. Daar is het strakblauw en warm! Moet ik met lede ogen aanzien dat het hier ineens ook strakblauw en warm is. Daar kan ik zo Gek begin hè, ik leek. Alsof ik m'n Nederlands niet helemaal machtig ben. Zo van, jij expert, ik leek. Indianentaal, klukklukgebrabbel. Maar die puntjes geven aan dat het een aposiopesis is! Aha, nu zijn we een stuk verder! Tuurlijk! We moeten na dit koppelwerkwoord nog een aanvulling neerzetten. Ik leek bijvoorbeeld zo maf als een pannenkoek. Of ik leek een wijs man. Of ik leek onaangedaan. Dat soort leek. De leek leek expert en de expert bleek een leek. Koppelwerkwoorden, altijd dikke shit.
Nou, in mijn geval was het "ik leek van de aardbodem verdwenen". Leek! Niet echt dus. Ik zat met mijn dikke dibbes in het fraaie Griekenland. Rhodos was het doel van onze drang naar cultuur gebleken. Dat komt zo. Ik zei een poosje geleden o.a. tegen mijn vrouw "getalletje onder de tien". Dan weet ik al dat ze daar niet meer intrapt en dat ze dan iets wil zeggen van "Er gaat geen getalletje onder de tien genoemd worden, liefste van me." Klinkt toch altijd nog beter dan "Nee, boerenlul." Ik dacht "oké, de eerste letter die ze noemt, dat wordt de eerste letter van de vakantiebestemming". Nou, dat was de R. Eigenlijk de E, maar ik wilde graag naar Rhodos, dus ik hield de R maar aan. Zo is het gekomen. Spannend, niet?
Goed, wij met het vliegtuig naar Rhodos. We hadden het zwaar daar. 26 graden, allemaal terrasjes, aardige mensen, leuke taal, weinig toeristen. En nu zijn we weer terug. Ik heb heel erg aan alle zielige examenkandidaten gedacht. Zeker 23 seconden. Die arme schaapjes moeten in deze vakantie hun hele structuur omgooien om aan het Latijn leren te gaan. Geen terrasjes, geen aardige mensen, klotentaal en al helemaal geen 26 graden. Ik hoop echt dat ze het allemaal halen, dat diploma.
Mijn gehoor is nog wel goed. Dat verbaast menigeen misschien maar ik heb daar al sterke staaltjes van laten zien. Eh, laten horen. Eh, nou ja, getoond. Zo hoor ik op dit eigenste moment, ipso tempore dus, al nippend van mijn koele glas melk, mijn glas koele melk (al die stomme enallagai ook), hoe de examenschaapjes keihard ploeteren voor hun slotceremonie bij deze school. Voor wie denkt dat ik het examen zelf bedoel, nee nee, wees niet ongerust. Daar werken de schaapjes en lammetjes net zo hard voor als voor hun gewone schoolwerk. Dat valt dus reuze mee. Nee, de slotceremonie is de proclamatie eindexamens! Normaal gesproken blèr ik aan het begin van de sessie het volkslied van het jdw, het Eia dus, zodat het ergste meteen geweest is. Behalve het opnoemen van de helaas nog niet geslaagden. Dat is ook erg erg. Maar nu is er een loterij gaande waarbij iemand de prijs gaat winnen die recht geeft op het eenmalig fatsoenlijk ten gehore brengen van het schoolliedje. Ik weet zelfs al wie hem gaat winnen, want ik heb de loterij zelf bedacht. Ideaal.
Voor wie van pseudolatijn houdt, en wie doet dat niet in de zesde, heb ik hier de tekst van het liedje. Mocht je in de vakantie per ongeluk zo los gaan dat je geheugen een zware klap oploopt, geen nood, de tekst staat ook op het ei. Het ei? Ja dat redelijk uit de kluiten gewassen auditorium in de vorm van een ei, dat de kantine zo klein maakt. Dát ei. Nou, daar staat dus die tekst op. Geen idee wie dat nou weer bedacht heeft, maar hij had wel kloten. Ha, Latijn op een ei schrijven! De Pasen is net geweest, lullo. Hij, die tekst dus, gaat als volgt: Eia cantemus ( wat natuurlijk een coniunctivus adhortativus is), sodales carmen eloquentiae, cui ( voor één keer lekker gymnasiaal uit te spreken als kui, en niet als koeie of zo, gek Latijn) studemus ( wat dan weer geen coniunctivus adhortativus is, toch?) nos ( heeft niks met de omroep te maken) amici fervida cupidine. Namque magni semper aestimabitur facundia vivat ergo fiat nobis nobilis sodalitas. Hier en daar heb ik de interpunctie maar weggelaten, want niemand doet daar toch ooit iets mee. Al met al is het een leuk liedje geworden, maar het is best een lastige melodie. Enfin, luister maar bij de diplomauitreiking! Even mijn melk opdrinken. Hik.
Mocht men na deze dag niets meer van mij vernemen, dan ben ik ten prooi gevallen aan de wraaklust van de zesderangs schaapjes. Die noemden we tot voor kort nog examenkandidaten. Zij botvieren hun primaire gevoelens vandaag in wat eufemistisch ook wel kolderdag genoemd wordt. Een voordeel is wel dat zij allen zo vroeg aanwezig zijn dat het vroegmelden van allemaal in één dag kwijtgescholden kan worden. Ze zien er allen ook zo snoezig zomers uit en klaar voor het strand dat ik me afvraag of nu in de examenstress gewoon alle remmen los gaan - niet omdat het moet maar omdat het kan - of dat ze sinds jaar en dag al zo naar school hebben willen gaan en dat dat er nu ineens uitkomt. Sommigen gooien met toiletrollen en doen dat zo bedreven dat ik denk dat ze dat thuis ook altijd doen, in plaats van huiswerk Latijn. Het enthousiasme straalt van de onschuldige meisjesgezichten, de ooienkoppies dus, af. Zo'n kind gun je toch een fanta.
De kantine is omgetoverd in iets dat er veel aantrekkelijker uit ziet dan normaal en het slot op het hek "aan de brandweerzijde " gaat er om "vaif voor vaif" af. Misschien. De barbecue start hoogstwaarschijnlijk na het derde uur, maar ook dat is nog niet zeker. Het schijnt dat de supermarkten staken. Elk nadeel heb z'n voordeel.
Maar goed, mocht ik bezwijken aan de lolligheden van mijn lieve en gewaardeerde schaapjes, dan zult u deze stukjes voortaan mogen missen.
De tijden veranderen, zeg. Waar een leerling vroeger bedeesd wegkeek als de adelaarsblik van een hooggeachte leraar hem of haar getroffen had, wordt dezelfde leraar nu bejegend met het populaire "Hoi". Of, zoals ik net mocht ervaren, met een vette knipoog. Ik waande me in de kroeg van vroeger, waar ik al milkshake slurpend genoot van de zeer beperkte aandacht van het andere geslacht. Dat laatste kan ook veroorzaakt zijn doordát ik milkshake slurpte. Of mílkshake slurpte. Of milkshake slúrpte. Accenten bestaan niet voor de kat zijn viool dus ik dacht dat ik er maar eens een paar moest gebruiken.
Ik heb aan dat kroegenbezoek overigens, behalve een zenuwtrekje met mijn linkeroog en wat andere tics, niet meer over gehouden dan een licht minderwaardigheidscomplex. En een buikje, nou ja een buik vol milkshake.
Vermoedelijk probeerde dat gastje met zijn (!) - ja ook dat nog - vette knipoog geen diepere relatie tot stand te brengen dan die van leraar, al dan niet hooggeacht, en vaste strafklant op de vrijdagmiddag annex vroegmelder op elke dag van de week, inclusief de zaterdag en de zondag, maar wilde hij alleen de ijzige kou die altijd optreedt als ik ergens langsloop wat te dempen met een zogenaamd vriendelijk gebaar. Dat hoop ik tenminste. Of hij had spontaan zelf een tic, waarbij hij in een soort van allergische reactie op mijn verschijning zijn linkeroog zodanig dichtknijpt dat hij mij nauwelijks meer waarneemt. Kan ook. Ach, het is geen kwaad jong. En hij moest nog naar de les. Ook weer een nieuwe gewaarwording voor hem misschien.
Stilte is moeilijk, silentium difficile est
Sommigen vinden twee keer twee al moeilijk. Zelf haak ik af bij drie keer drie. Maar er zijn gewoon technische foefjes om dat op te lossen. Zo heb je een telraam (een abacus) en een rekenmachine. In de laatste categorie heb je de rekenmachines van de kantoorboekhandels en die van de Action zeg maar. Die eerste gaan jaren mee, die andere doen het alleen als het zonnig is. Bij vier keer vier komt de pc in beeld als allesoplosser en bij vijf keer vijf loont het de moeite Ludo Dekker in te schakelen, want anders kom je daar niet uit. Maar om drie uur lang stil te zitten en ook stil te zijn, zoals je dat bij de meeste examens moet kunnen, dáár heb je zitvlees, discipline, uithoudingsvermogen voor nodig. En een kussentje op je stoel ja.
Als je bij het examen oeverloos kwekt (de Joëlleziekte), ben je in principe aan te merken als verdacht van fraude. Dat wil je echt niet. Mag je dan bij een examen helemaal niets zeggen? Nee. Helemaal niks. Noppes, nada, niente, nihil. Wil je naar de plee, dan moet je je vinger opsteken (wel je wijsvinger gebruiken en niet je middelvinger, anders laten de surveillanten je een tijdje extra wachten) en dan wachten tot een van de surveillanten je ziet. Maar hopen dat meneer Koch weinig surveilleert dus.
De surveillant kan bij opgestoken vingers, afhankelijk van de gekozen vinger, uit drie opties kiezen: 1) hé, eentje die naar de wc wil. 2) zo, eentje die extra papier wil (en dan dus geen pleepapier) of 3) nou moe, het examen is zeker aan de pittige kant. Bij de eerste twee opties moet er ingegrepen worden. De kandidaat moet tot aan de plee begeleid worden of de kandidaat heeft weer zo akelig onhandig groot geschreven dat er weer meer van dat dure dubbele papier nodig is. Bij de derde optie lacht de surveillant in zijn vuistje, lichtelijk demonstratief ook. Ingrijpen hoeft daar niet. Juist niet.
Maar goed, de examentrainingen wijzen uit dat stil zijn erg moeilijk is. Er wordt wat afgeluld over de meest onzinnige onderwerpen. Ik hoop wel dat er op papier meer samenhangende antwoorden worden geformuleerd. Dat hoop ik ja. Ik hoop wel meer, maar dat komt lang niet altijd uit. Ik denk maar zo: mijn schaapjes hebben de Olympische gedachte hoog in het vaandel staan. Meedoen is belangrijker dan winnen. Die schaapjes toch hè.
Van onze slaperige verslaggever ter ontbijten.
De vermiste eieren zijn in goede gezondheid aangetroffen. Ja, we dachten dat ie het zou vergeten, ons verstoppen met de Pasen, aldus ei nummer 6. Dus dat hebben we zelf gedaan. Goed, de kop is er af, o nee, dat moet juist nog, voegde ei nummer 3 er aan toe. Ei nummer 7 meende dat de roervariant ook in aanmerking kwam. Nu is het wachten tot iedereen is opgestaan. Van Hem weten we al dat ie opgestaan is. Ik hoorde z'n wekker.
Van onze correspondent ter plaatse. Zojuist is bekend geworden dat de paaseieren die dit weekend de feestelijkheden rond Pasen zouden opluisteren vermist zijn. Ze zijn het laatst gezien in een kartonnen doos in de omgeving van de koelkast, aldus een bezorgde paashaas. De politie doet grootschalig buurtonderzoek en verwacht morgen meer mededelingen te kunnen doen omtrent de vermissing. Een haan die mogelijk met de vermissing te maken zou hebben antwoordde desgevraagd dat ze niet van hem konden zijn. Buurtbewoners tonen zich ongerust en geven aan dat hen nooit iets over de eieren opgevallen is. Er zaten wel een paar dooiers tussen, zo wist een van hen te melden. Wie meer weet over de eieren kan zich in verbinding stellen met de paashaas. Een signalement: de eieren zijn ovaal van vorm, en ze zijn waarschijnlijk gekleed in een gekleurde eierschaal. Eén van de vermiste eieren is incognito. Hij heeft een vaalbruine kleur en een heel klein veertje aan de bovenkant. Later meer over deze verdwijning. Mocht er eerder iets te melden zijn over de verblijfplaats van de eieren, dan zal onze correspondent ter plaatse dat nieuws de wereld in slingeren. Reuters.
Hoera weekend! Hoezee Pasen! Jippie paasweekend! Hoi hoi hoi, geen schoolwerk! Luieren, niks doen, netflixen, boemelen, lekker eten (pondje minder vlees, veel vezels, eiwitproducten, gras, tarwe, gierst, peulvruchten en andere groene annex verstandige zooi, taugé, ook lekker), beetje leuteren met anderen. Amerikaanse gast comfortabel gevoel geven, yeah, you're right, you're always so right you know, echt pretty awkward wat you say. Comes helemaal goed! See you when I see you en "the balls"! Zalig eastern.
Goh meneer, is het niet koud daarboven? Dat is echt een heel oud grapje, maar ja, dat zeg je dan weer niet hè. Bang om op een teer hartje te trappen, bevreesd om het helemaal totaal aan smurrie te stampen, te terughoudend om nog professioneel over te komen. Gelukkig zijn er ook van de vrouwelijke kunne die het even willen aaien, dat geschoren skinheadkoppie (pleo, pleo, pleonasmetje!) van mij. Nou, en dat shaven heb ik helemaal zelf gedaan. Elke paar maanden spaar ik zo een paar tientjes uit en daar kan ik dan leuke dingen van gaan doen.
Doe ik meer dingen zelf? Ja. Vrijwel alles. Eten, drinken, rennen, sportschool, atletiek, alles. Behalve corrigeren, dat heb ik uitbesteed aan een robot. Die zit hier naast mij en die heb ik een of ander discutabel algoritme ingegeven waardoor hij lukraak wat rooie strepen zet. Ideaal. Ik noem hem Gekke Henkie. Toedeloe. Zalig pasen en de mazzel.
Nee hoor, niet marathon deel 3
Hoewel deze reeks berichten kolossale afmetingen gaat aannemen en daardoor misschien juist de term "marathonsuperlatijnberichtenreeksvaneendoorgedraaideleraarklassieketalen" verdient kan ik me voorstellen dat jullie vinden dat ik overdrijf. Ik leg me daar bij neer. Dus dat wordt hem niet.
Nee, net als vorig jaar zie ik erg uit naar de feestelijkheden omtrent het naderende paasfeest. De grootste feestelijkheid zit hem er voor mij in dat er geen school is. Hij is althans niet open. Drie dagen zonder leerlingen, dat is voor mij toch wel zwaar. Over zwaar gesproken, er komen Amerikaanse gasten logeren in Dordrecht en eentje daarvan komt bij ons in huis. Ik heb nog nooit een Amerikaanse gezien die niet over de honderd kilo is en er niet ook zo uitziet. Even voor diegenen die moeite hebben met het verschijnsel litotes: ze wegen allemaal minstens honderd kilo en dan hoef je niet vreselijk te gokken. Voor wie ook nog eens moeite hebben met het fenomeen hyperbool: heel veel zijn minimaal honderd kilo maar heel veel ook niet, en ze zijn er trots op. America first hebben we laatst een keer iemand horen be-we-ren. Lang-zaam spre-ken, Do-nald! Goed, wij hebben voor de zekerheid het logeerbed extra laten verankeren en verzekeren. Voor wie moeite heeft met het verschijnsel nutteloosheid: je kunt verzekeren wat je wilt, maar als er betaald moet worden krijg je toch niks.
Ik ben nog bezig iets te bedenken dat ik aan Kim, zo heet ze, die gast, ga presenteren als iets typisch Hollands met de Pasen. Ik moet, vind ik, de Nederlandse cultuur promoten. Maar veel verder dan op een meubelboulevard gaan koekeloeren naar veel te dure meubels kom ik niet. Ik dacht even aan The Passion, maar ik wil niet meteen haar hoofd op hol brengen. Sja, ieder zo zijn voorkeur. Hangt ervan af hoe ze er uit ziet.
Het paasvuur ontsteken lijkt me keigaaf, maar ik heb dan nog wel een plek nodig en hetzelfde geldt voor het versieren van een paasboom. Waar ik even aan gedacht heb is aan de combinatie van die twee: ik koop een paasboom, versier die, hak hem vervolgens in mootjes en donder hem op een brandstapel. Zou kunnen ja. Veel te veel moeite.
Paasontbijt is leuk, zeker, maar ook weer niet zo leuk. Veel en vet vreten, sja, dat hoef ik niet als iets typisch Hollands te brengen natuurlijk, dat snappen ze daar ook wel. Dingen als gourmetten, waar wij dus van die kleine pokkenpannetjes voor gebruiken, dát hebben ze aan de andere kant van de wereld overigens wel beter begrepen. Daar gaan tenminste grote hompen vlees, vis, tarwebrood met veel vezels en broccoli de binnenhuisbarbecue op. Waar wij een bescheiden glaasje halfmagere melk tot ons nemen (dit meervoud kan worden opgevat als een koninklijk meervoud: voor wie moeite heeft met koninklijk meervoud, jammer dan, jullie sukkels) gieten ze daar een gallon volle melk (ja ja, melk) per uur naar binnen. Sommige dingen zijn daar gewoon wél beter.
Nee, in die hoek moet ik het niet zoeken. Een paashaas laten komen met een mand eieren op zijn rug, het is allemaal zo'n gedoe. Eieren verstoppen in de tuin, het kan. Maar met mijn geheugen liggen die er over vijf jaar nog.
Ik weet het: ik heb een zwakte voor cultuur zoals iedereen weet en ik denk dat een leuk museumpje met een of andere schitterende expositie wel een goed idee is. Dan ben ik even een dagje een cultuurpaashaas. En daarna weer heerlijk naar school.
De Rotterdamse marathon is voorbij. Collega's hadden zich erop voorbereid, en ik had me voorgenomen te gaan kijken. Op tv. Niet langs het parcours, dat was me te druk. Te veel verleiding ook, van in de zon liggende en mij tartende terrasjes. Dus dat risico heb ik maar gemeden. Zelf heb ik overigens wel een eigen marathon volbracht. Ik had wat werk van school mee genomen. Dan was het ten eerste daar van mijn bureau af. Dat bureau is maar een paar meter breed en een metertje diep dus daar past niet veel op. En wát er ligt moet er wel een beetje imposant uit blijven zien. Anders denken ze dat je geen bal uitvoert. Nou is dat wel zo, maar dat hoeft de hele goegemeente natuurlijk niet te weten. Al die leerlingen die zich brak komen melden, zijn duidelijk onder de indruk van alle activiteiten die ik zogenaamd tentoonspreid. Dat houd ik graag zo, want van mijn gebektheid, riante postuur en afnemende autoriteit moet ik het niet hebben. Coördinatie? Life's a stage and each must play his part, of beter, zoals het citaat op een betere website luidt: All the world's a stage, and all the men and women merely players. Ikke dus ook. Ik ben ook een player. Hee! Ik ben een player! Dat biedt perspectief! Wat een gewauwel weer.
Ten tweede wilde ik mijn schooltas niet alleen voor de show mee naar huis nemen, maar er ook daadwerkelijk wat gewichtigs mee vervoeren. Behalve mijn dagelijkse portie fruit dan, en bammetjes, en op school te printen materiaal. Goedkoper dan thuis. Echt een Hollander hoor, el Hono. Nou, hoe dan ook, dat is gelukt.
Ten derde, maar dat vind ik echt het minst belangrijke, moest het eens een keertje af, dat werk. Ik kan telekinetisch best veel, maar thuis het werk corrigeren dat op school ligt, nee, dat is me nog een Erasmusbrug (leuk, hè, actueel ook. Gadver, arrogante glans (=Latijn voor eikel, maar dat woord laat FB niet passeren, denk ik. Glans wel, want dat is Latijn voor eikel dus, maar ook Nederlands voor schittering) die ik er ben!) te ver. Nu ik er eens over na denk, dat zou toch best wel een mooie vaardigheid zijn! Ik zit op de ene na de andere cursus, ik maak het ene verplichte schoolreisje na het andere, maar leren hoe ik op afstand iets tot stand kan brengen, dát lijkt me nou eens echt nuttig!
Goed, die marathoncorrectie zit er weer op. 42, bijna 43 stuks zag ik er de laatste 2 uur en 6 minuten. Ze waren niet allemaal, laat ik het neutraal stellen, van indrukwekkend gehalte, maar er waren ook hele goede bij. Zeker 2. Tijdens het verslijten van 3 rode pennen hield ik de tussenstand bij van het eredivisievoetbal. Ik ben, zoals dat in goed Nederlands heet, namelijk een multitasker. Ik ging om de een of andere reden steeds vrolijker corrigeren. Had waarschijnlijk te maken met de hoofdstad van Overijssel.
Morgen en de rest van de weken tot aan de zwaarverdiende meivakantie ga ik mijn schaapkes uit de zesde voor de laatste lessen aanschouwen. Zij mij ook. Ik ga proberen wijze dingen te debiteren, zodat ze in ieder geval het idee hebben dat ik onmisbaar ben. Dat is niet zo, maar daar komen ze vanzelf achter.
Latijn doen we ook nog en dat moet ze het gevoel geven dat het allemaal niet voor niets geweest is. We hebben vele lessen hard gewerkt en ook lol gehad samen. Die Bacchanalia waren me toch een partij komisch! haha, ik kwam af en toe niet meer bij. Hispala ook niet.
Het was toch maar een zootje ongeregeld bij mekaar, die Romeinen. Romulus die zijn broer molt en toch als een held wordt gezien! Scipio die met een rits Romeinse matrones aan het rollebollen is over een godin in de vorm van een zwarte steen. Hallo! Een steen, ja! En wat dan te denken van die twee broertjes die denken dat ze hun moeder vol op de bek moeten pakken om heerser te worden over Rome! Die zijn niet echt snugger, die zooltjes.
Nee, Livius heeft ons weer een hoop wijsheid gebracht en ik stel voor dat we hem daarvoor een beperkt applausje doen toekomen op enig moment. Voor wie denkt "Wat een ellende, die Livius! Ik ga daar echt niet op slagen" is er nog de geruststellende gedachte dat er volgend jaar een nieuwe ronde is met weer nieuwe kansen met het illustere en bijster interessante duo Cicero en Seneca. Heerlijk, die Stoa. Ik zie er al naar uit. Lang stuk tekst weer, hè? Marathontekst. Dûh..
Marathon, deel 2
Nagekomen bericht. De marathon van Rotterdam is uit gelopen door Cecile Gieben en Frank Kooijman! Fantastische prestatie. Gecile liep 4.52:38 en Frank liep 4.14:52. Ik ben plaatsvervangend trots en hoop dat ik geen collega gemist heb. Anders komt er wel een reactie vermoedelijk....
Zo, dat feest
is weer geweest.
Naar huis geracet
tikje bedeesd.
Want in mijn geest
mis ik dat het meest.
Wie dit ook leest,
straks weer paasfeest.
Wie een exposé verwacht over Gerardus Vossius, de taalman, de theoloog en nog veel meer zooi, die moet ik teleurstellen. Het gaat deze keer slechts over de Dordtse Gymnasiastenclub Vossius. Hét Vossius, zoals de club zich de laatste jaren presenteert. Vaak met extra indrukwekkende vaak Engelstalige subtitels als Fresh en momenteel Raw. Fantastische clubs met een enorme drive. Deze versie bevat een mentorleerling van me in het bestuur dus ik ben wat voorzichtig natuurlijk. Hoewel, ik heb nog een proefvertaling van hem liggen....
Hoe dan ook, vanavond zijn alle leraren te gast bij het schoolfeest, al komen ze niet allemaal. Tja, proefwerken nakijken hè. Het schijnt de bedoeling te zijn dat zij, dus ikke ook, daar al patrouillerend de boel in de peiling houden. We schijnen een uniform aan te krijgen en een hippe armband om de bovenarm. Nou, daar zie ik erg naar uit. Wat zijn de plannen? We gaan eerst gezellig alle feestneuzen in een pijpje laten blazen. Dan kunnen we zien of ze binnen mogen of niet. Als een spoortje alcohol hen verraadt, dan is het rechtsomkeert. Halverwege doen we dat dan nog een keer, want onze leerlingen zijn buitengewoon intelligent, met name 's avonds en 's nachts. Overdag wil het reuze meevallen. Blazen dus. En dan nog een keer als ze weg willen, naar pap en mam.
Daarna gaan we dan mee bonken op min of meer melodieuze klanken, wat mijn melancholie naar het headbangen van vroeger oproept. Zo ben ik heel wat wilde haren kwijtgeraakt, bijna allemaal zeg maar.
Nou, en tenslotte gaan we gezellig met elkaar praten, wij leraren dan. De feestneuzen springen waarschijnlijk op wilde wijze rond, tegen elkaar aan en zo nog wat andere acrobatische toestanden. De stelletjes in spe bewegen zich ook op pseudosensuele wijze tegen elkaar aan en de bestaande stelletjes zijn dat morgen niet meer. Zoiets. Al die decadente dingen doen wij niet, behalve de collega's die zich nog willen profileren en degenen die volgend jaar elders les gaan geven.
Zo is ook deze avond snel, wat zeg ik, té snel voorbij. Heerlijk.
Voor mij? Nee, voor de schaapjes. Zij krijgen een herkansing. Omdat de eerste versie wat tegenviel. Hadden ze zó hard gewerkt en zich de pleuris geleerd, vind ik toch nog weer een stuk of veertig fouten en dertien open gelaten vragen/niet gegeven antwoorden. Arme kiddo's. Ik ween om hun leed.
Waarom zou ik een herkansing nodig hebben? Wil ik toch nog, in de nadagen van mijn carrière, een andere job? Wil ik dan toch nog paashaas worden, met een verdikking op mijn rug in plaats van aan de voorkant? Heb ik wellicht ambitie om zweminstructeur te worden? Zodat ik kan zien hoe anderen hun koppie nauwelijks boven water kunnen houden terwijl ik zelf aan de kant sta, aanwijzingen brullen? Nee, niets voor mij. Laat mij maar gewoon leraar zijn. Leraar klassieke talen. Ha! Leerjaarcoördinator!
Weet je wat het wrange is? Nou, Marc, vertel! Oké dan. Mijn vader was ook ooit coördinator. Bij de spoorwegen coördineerde hij wat af. Voor de duidelijkheid, dat was vóór de vertragingen bij de NS. In zijn tijd, toen hij coördineerde, reden ze gewoon op tijd. Hij werkte hard, zag zijn gezin vrij weinig en als ik hem dan vroeg wat hij voor werk deed, sprak hij "Ik ben coördinator van de treinstellen in de regio Vlissingen-Roosendaal". Zo, dacht ik dan. Dat wil ik dus nooit worden, coördinator. Nou, moet je kijken, naar het fatum van de tijd. Ik kon slager worden, voetballer (nou ja, eentje zonder inzicht dan), gemeenteraadslid, schilder en weet ik wat niet al meer, en wat word ik?? Coördinator. Het leven is onverbiddelijk grappig.
Ik heb wel eens gedroomd hoor. Ja, ja, ook van grote successen met eclatante prestaties van mijn briljante volgelingen annex adepten. Maar dan werd ik wakker, met een enorme stapel toetsen naast mijn bed, en dan stond ik weer met twee benen op de grond.
Ik wil denk ik niet eens een herkansing. Ik vind het prima zo. Beetje geinen, beetje mee beppen, wat straffen hier en daar, ik ben 67 voor ik het weet. Gadver, wat een oersaai stukje! Lijkt mij wel.
Kom ik gisteren thuis (de mooie mogelijkheden van een dramatisch praesens openbaren zich hier in de combinatie van het bijwoord gisteren en het gebruik van de onvoltooid tegenwoordige tijd), ná werktijd dus, helemaal van plan een prachtig antwoordmodel te maken voor het testexamen voor mijn schaapjes uit de zesde klas, heb ik het ding weliswaar naar school gemaild om het daar te laten afdrukken en kopiëren (goedkoper), en (hier had iedereen het woordje maar verwacht) dat is ook gelukt. Sterker nog, het ligt klaar voor gebruik. Alleen ... woensdag is de herkansing, en in de verwarring heb ik die klaar gelegd en niet dat testexamen. Ja, dat ligt wel klaar maar voor woensdag. Kanone! Maandagochtend ben ik later dus dat wordt heksen. Voor de schaapjes die daardoor later kunnen beginnen doe ik alvast de antwoorden op de eerste tien vragen hierbij. Dan is alles tenminste op tijd af. En ik zal aangeven waar ik de proefvertaling uit heb gehaald, voor de voorbereiding. Ter compensatie. De arme schaapjes moeten toch al alles weten, nou ja behalve maffe dingen als acrostichon of zo. Nou, van thuis af mailen doe ik niet want dan heeft iedereen van wie ik dat niet wil mijn mailadres. Komen ze. Vraag 1. Hercules wordt later vereerd bij zijn altaar. Vraag 2. ea. Vraag 3. Tempo van vertellen gerelateerd aan de inhoud. Vraag 4. Idem t/m est (r.7). Vraag 5. Semper contrasteert met saepe. Vraag 6. 1. doordat ze opgesloten wordt in het huis van Sulpicia, en 2. doordat Aebutius weg is. Vraag 7. Antwoord C. Vraag 7. Praesens hystericum. Vraag 8
Romulus doodt Remus, niet andersom. Vraag 9. In het Latijnse tekstelement staat niet dat Cacus door Hercules gedood wordt. Vraag 10. litotes (nog wel zelf even toelichten). De tekst komt uit Livius, boek XXVII. Pfft, dit kan in ieder geval niet meer fout gaan. Ik ga voortaan beter opletten, maar ja, dat zeggen de schaapjes ook altijd. Sorry!!!
Ach gosjie. De arme schaapkes puffen en zuchten bij een oefenexamentje bio. Haha! Eitje natuurlijk. Beetje gliadines binden aan antigeenpresenterende cellen, kleptoplastie door middel van endocytose (of was het toch antwoord C?), ze leren nog eens wat zo. Persoonlijk heb ik meer met mangaan-eiwitcomplexen (wat ik ook zelf heb, hè, complexen) dan met thylakoïdmembranen. Nu al zuchten en serieus kijken, en dan moet het echte examen nog komen. Wacht maar op het oefenexamen Latijn! Niet vol met moeilijke woorden, alleen máár moeilijke woorden. Gna gna.
Merry Christmas, a child was born! Zalig Pasen, ook goed. Nou, het was eerder een nightmerry, deze bevalling. Het was ook geen kerstmis, al had ik wel donkere nachten en ijskoude poten. Maar dat terzijde.
*
Geen zorg, er is geen jonge Hoon geboren, althans dat ik weet en zeker niet in dit huis. Dit "kind" was een metafoor voor (metafoortje tussendoortje) een examen Latijn. Ik moest en ik zou een examen Latijn ontwerpen waarmee de schaapjes kunnen oefenen, komende maandag. Nou, dat oefenen bleek - hoe zeg ik dat nou eens mild? - nogal nodig. En dus heb ik, toen zich al weeën bij mij aandienden (kijk, die dikke buik komt natuurlijk niet van de koekjes, slagroomtaart en wagonladingen friet mét) geperst, geperst, gezucht, en nog eens geperst alsof het appelsienen waren. Bij deze metafoor denk ik onwillekeurig aan die arme schapen. Ik ga ze maar appelsienen noemen, sinaasappelen voor de randstedelingen. Omdat je die zo lekker kunt knijpen zonder dat je opgepakt wordt. Haha! Goed. Lijn vasthouden, Marc!
En net toen ik mijn collega eens een vriendelijke blik wilde toewerpen om te bewerkstelligen dat zij dat ding dan maar zou maken, kreeg ik medelijden met mijn schaapjes. Dat was wel een bijzondere gewaarwording, moet ik zeggen. Eentje die ik niet kende. Ach, was wel eens aardig om mee te maken, hoe ik toch menselijk kon zijn. Pretenderen te zijn. Dus ik floepte het testexamen er zelf maar weer uit. Kind geboren. Slingers en feestneuzen, melk en appelsienen, hiep hiep hoera!
Nou, het resultaat is niet onaardig, maar ik ben niet echt objectief natuurlijk. Plaatje d'r bij, voor de simpele zielen. Wat vertaalopgaafjes en zo meer van die shit**. Ik hoef het resultaat niet na te kijken, want dat gaan we "samen doornemen". In de nabespreking. Haha, in de kroeg! O nee, mag niet. piep
* wil zeggen: dit is een witregel, maar dat is met het blote oog ook te zien.
** ik heb gemerkt dat mijn lezers het wel spannend vinden als ik een beetje dirty ben. Om nou te voorkomen dat men denkt aan een acute aanval van Gilles de la Tourette heb ik nu maar één keertje bedenkelijke taal gebruikt. Volgende keer ga ik me daar eens helemaal op storten. Ik zie er naar uit!
Mistroostig kwam de leraar maandagochtend op school. De leerlingen zagen meteen dat er iets niet goed was. Het gezicht van hun geliefde docent toonde de groeven van eenzaam verdriet. Traag sjokte de man, de degelijke lederen schooltas onder de rechterarm geklemd, het trappetje op van het bordes. Hij boog zich om een leeg colaflesje op te rapen, en een boterhammenzakje. Ook de neergesmeten peukjes raapte hij op. Het duidelijk meerdere malen gebruikte condoom liet hij liggen, je wist maar nooit. De deur leek open, maar was het niet. Dus liep hij maar weer om. Eenmaal binnen groette hij de joviale conciërge geheel tegen zijn gewoonte niet. De man keek hem bezorgd na. In gedachten verzonken liep hij door, op weg naar de bestemming van zijn misère, naar de conrector dus. De leerlingen die hem in de gang tegemoet blaatten, hij zag ze niet, hij liep ze bijna omver. Ze waren vrolijk, ja, zij wel. Ook de klapdeur ging verdomme weer eens naar de verkeerde kant open. Dat stomme Latijns ook. Duwen, trekken, is dat nou zo moeilijk? De laatste schreden waren het moeilijkst. Hij hoorde de man al in zijn kamer roken en bijna zag hij hem oreren. Hij liep de kamer in, smeet de tas op de grond, zeeg op zijn knieën, hief zijn armen ten hemel, oké, ten plafonde dan en barstte uit in dierlijk gehuil. "Ha die Marc. Hee, goed weekend gehad?"
Nou was dit het begin van mijn nieuwste roman, maar zo had het in het echt ook wel kunnen gaan. Wat een klotenwedstrijd zeg!
Lente? Mwah, eind van de winter dan. Een beetje bedompt zit ik binnen te typen en tussendoor te corrigeren. Buiten klinkt het geluid van vogels, spelende kinderen, krolse katten. De eerste optimisten hebben de barbecue al aan staan en de lente hangt duidelijk in de lucht. Wat ik dan binnen doe? Ja, goede vraag. Het typen is nog wel leuk, het corrigeren een stuk minder. Maar ja, het mot af. Dusssss gaat deze jongen niet een blokje fietsen, niet een eindje om, niet de barbecue doen ontvlammen, niet een terrasje pakken, niet verder met typ ...
Voor diegenen die de laatste opmerking van mijn eerdere bericht verkeerd (willen) begrijpen en uit de context (willen) halen, moet ik even iets rechtzetten. Het is niet zo dat ik alleen de ballen van dat geinige poppetje in kleur teken! Nee, het hele poppetje dus. En ik realiseer me dat de term "rechtzetten" in dit kader ook weer verkeerd kan worden opgevat. A D M I A J F
K...
Vier puntjes, geen drie. Achter de K van de titel. Even voor de duidelijkheid. Ik wil geen aanslag plegen op jullie vermoeide brains. Aanslagen genoeg dezer dagen en dan heb ik die van de fiscus nog niet eens mee gerekend. Stop Marc, stop! Oké. Fijne avond. O ja. Ik heb met mezelf een afspraak gemaakt. Bij 183 likes op dit bericht teken ik morgen een geinig poppetje op het digibord. In kleur. De ballen. Kort, hè? (Hier staat een wit stukje witregel).
-- witregel
Vandaag was het een van de meer spannende dagen op mijn werk. Ik werd verondersteld vanaf half acht op mijn post te zijn. Nou dat werd kwart over zeven. Uitslover dat ik ben. Bah! Maar goed, kopje koffie d’r bij. Geen punt. Niet eens een appelpunt nee.
-- witregel
Van mij werd ook verwacht dat ik het 8e uur een van de vijfde klassen aangenaam bezig zou houden en anders in ieder geval mezelf zou vermeien. Daarna mocht ik dan de pijp aan Maarten geven. Helaas was diezelfde Maarten in één van zijn eigen ingenieuze opgaven voor beginnende docenten klassieke talen die willen overstappen naar wiskunde de weg kwijt geraakt. Spoorloos! En echt geen kleine gestalte. Dus die pijp houdt hij nog te goed!
-- witregel
De uren dat ik dacht niets te doen te hebben werden echter in razend tempo gevuld met een keur aan activiteiten. En dan blijkt maar weer eens hoe veelzijdig ik ben. Het ene moment zit ik diep verzonken in Catullus’ carmen 85 (odi et amo, je kent het wel van de souvenirs in de mediterrane landen: ik moet ook de indruk wekken dat ik lessen voorbereid), het andere moment ben ik met een zesdeklasser in nood bezig wat themata te bedenken voor een mondeling Nederlands. De boeken die ze gelezen had (oké, nog niet helemaal dan..) gingen over prostitutie, een schuldgevoel bij een oude man die niet weet of het zijn dochter is met wie hij doktertje speelt en zo nog wat meer. O ja, of ik trouwens even wat kopieën kon maken. Tuurlijk meid! Naar dat mondeling zag ze wel uit, geloof ik.
-- witregel
Weer een ander komt vragen of ik een printer heb. Haha, dat is geen informatieve vraag zullen we maar zeggen. Heeft u een printer? Tuurlijk heeft De Hoon een printer en hij zegt vrij zelden nee, dus kan ie mooi mijn literatuurlijst even afdrukken. Of mijn profielwerkstuk, of mijn fraudeloze essay, mijn contract van mijn bijbaantje, mijn bezwaar tegen de bekeuring vanwege het negeren van een rood stoplicht, mijn nieuw te verschijnen roman, mijn valse briefjes van 20 euro.
-- witregel
Tussendoor komen andere leerlingen gezellig kletsen, een of meer dartpijltjes gooien, koffie brengen, slijmen, zich afmelden (“Kan ik me even ziek melden bij u?” Ja, hoor, 10 minuten, is dat goed?), zich ook weer aanmelden, hulp vragen bij Latijn, bij Nederlands, bij relatieproblemen, klagen over toetsen, een lulverhaal ophangen over de reden waarom ze uit een les gestuurd zijn, je kunt het zo gek niet bedenken. Of er komen collega’s aanwaaien, even reageren op een mail van mij, of een pijp zoeken of koffie brengen (ik moet totaal bruin zijn van binnen, en niet van het roken), een goed gesprek voeren, een mopje vertellen, dat soort ontspannende dingen allemaal.
-- witregel
Ik heb natuurlijk alle tijd, ben beleefd opgevoed, ben erg begaan met mijn leerlingen/schaapjes én mijn collega’s (aha, niet vergeten, Nicole!), dus ik leg mijn werk even terzijde en neem de luisterhouding aan. En dan? Wachten en wachten. Maar eindelijk was het zover. Les! Echt waar, die vijfde klas bij mij had zeker nog nooit literatuurlessen gehad! Ze waren vol aandacht, gaven best wel briljante antwoorden zoals “ja” en “nee” (zelfs op het goede moment), “geen idee”, stelden geïnteresseerde vragen als “Zitten we hier bij Latijn?”, “Loopt die klok goed?”, “Heeft u ook (ehm, ook?) wel eens uw vriendinnetje bedrogen met haar beste vriendin?”, dat soort verheven teksten.
-- witregel
Een enkele gymnasiale en toch kritische opmerking rolde ook over de haag van hun tanden (vrij naar Homerus, niet te verwarren met homerun, want dat is bij honkbal): "Moeilijke tekst, meneer!", "Een diep verborgen rationele overweging (haha, pleonasme, sukkel!) vertelt me dat ik zeer waarschijnlijk niet ga toe komen aan mijn huiswerk (hiha, understatement asshole!), meneer!" Keurig toch? Ze zeggen in ieder geval meneer tegen me. Waar ik bij ben althans.
-- witregel
Hoe dan ook, ze waren stil, voorkomend, beschaafd, kortom wat je niet van een vijfdeklas JDW'er zou verwachten. Echt waar, collega’s die last hebben van dat irritante, puberende, brutale, uit alle hoeken en gaten meurende, pizza vretende, flesjes gooiende, vloekende, stoeiende, schooleigendommen vernielende gajes, ik snap daar niets van!
-- witregel
Voor ik het wist had ik er vier gedichtjes doorheen geramd en was de les over. Het zweet gutste van hun voorhoofden, de arme zielen. Kan ook deo geweest zijn, of haargel. Heb je eindelijk Latijn, moet je zelf aan het werk!
-- witregel
Nou, en toen ik even ingedut was na die vermoeiende gebeurtenissen kondigde Roel alweer aan dat de deur aan de brandweerzijde om vijf voor vijf dicht ging. Dag voorbij, dag dag dus eigenlijk. Acht uur, het lijkt heel wat, maar je doet uiteindelijk geen ene fuck. Dat past als opmerking niet in het eerder gememoreerde aanstaande mondeling van de niet nader aan te duiden zesdeklasser in nood. Ik heb niks gezegd, hè! Leraar, elke dag anders.
Vandaag lukt het niet, vandaag probeer ik heel veel energie te stoppen in het nakomen van gedane beloftes, maar ik slaag er niet in. Heeft niets te maken met actualiteit of politici of zo, echt niet. Er zijn ook al geen externe factoren die ik de schuld kan geven, dus ik ben zelf geheel en al verantwoordelijk voor het ontbreken van een wekelijks stuk op superlatijn. Punt nl. Terwijl de likes en de followers/volgers echt niet aan te slepen zijn zit ik op mijn stoel te wachten tot ik een idee krijg om diezelfde followers te geven waar ze recht op menen te hebben. Ik moet deze trouwe Facebookvrienden teleurstellen. Ik heb doodeenvoudig geen transpiratie.
Heel soms merk ik aan mezelf dat ik een beetje in de war raak. Dan haal ik leerlingen, of erger woorden door elkaar en dan breekt het klamme zweet mij uit. Nou kan een beetje inspiratie in mijn geval geen kwaad, maar het stroomt dan in beekjes van mijn weelderige haardos zo langs mijn schouders, tussen de twee borstharen door, zo door de groeven en putten die zich elders op mijn lichaam bevinden. Eén theedoek helpt dan zeg maar even niet meer. Leerlingen verwisselen, ach, dat gebeurt de beste. Bij collega’s wordt het al een tikkie lastiger om vol te houden dat het nog goed met je gaat als je iemand bijvoorbeeld wilt feliciteren die je zou moeten condoleren. Maar woorden door elkaar halen, dat is toch wel een wand aan het teken.
Ik denk dat mijn schattige schaapjes in de transpirerende lessen van de laatste tijd wel opgemerkt hebben dat de meester wat moeite heeft mee te komen. Want eerlijk is eerlijk, vakmatig merken ze niet zo veel op, maar dat soort dingen zien ze uitstekend. Dat verheugt mij enorm, want dan lever ik in ieder geval betrokken burgertjes af in plaats van goede Latinisten. De collega’s – o jee, nu herinner ik me weer dat ik ook mijn collega’s expliciet moet noemen in mijn column! Dat is waar ook, helemaal vergeten! Dat was een uitdrukkelijk verzoek. Nou, hoe gaat het met mijn collega’s? Eerlijk? Ik maak me om mijn collega’s spaarzaam zorgjes. Ze zijn goed bezig, ze helpen de leerlingen goed, ze weten die gastjes echt geweldig te transpireren, dus ze kunnen best zonder mij. Die zin die begon met “De collega’s –“, ik heb echt geen idee meer hoe ik die af wilde maken. Die zin, niet die collega’s. Zie je nou, dat gebeurt er als het niet zo soepeltjes meer loopt. Volgende week beter. Hee, dat klopt wél: volgende week beter. Ik was namelijk vrijdag ziek en volgende week ben ik dat niet meer. Soms is het leven zo verrassend. En Max (z'n moeder): bedankt voor de heerlijke appeltaarten afgelopen maandag. Het was een goed idee van jou om aan te bieden de laatste (bijna laatste) les Latijn wat aantrekkelijker te maken.
Iedereen weet het, alle blikken zijn er op gericht, het is het item van de dag: komende woensdag is het 15 maart, de moeder der dagen. Men hakt op elkaar in, men is het niet eens met de ander, enfin, het is één grote bende. Andermans standpunt doet er niet toe, grof geweld wordt niet geschuwd.
Het kan allemaal gruwelijk uit de hand lopen, echt! Zie je het al voor je? De politicus gaat ’s ochtends, misschien wel tegen zijn gewoonte in, te voet naar de bijeenkomst. Iemand probeert hem via een app’je te waarschuwen dat er iets in de lucht hangt. Maar hij heeft het ding op vliegtuigstand staan. Sja, hij vliegt waarschijnlijk de hele dag van hot naar her, en het is een wat oudere man, dus zo gek is dat niet.
Wanneer hij is aangekomen in de zaal stelt een leger belangstellenden, mensen van de pers, van de beveiliging, collega’s zich in een halve cirkel om hen heen op. Respect man! Goede vent ben jij! Dat lijken ze te willen overbrengen. Niemand heeft meer zicht op hem. Eén man dringt door het cordon en trekt hem aan zijn smetteloze blauwe colbertje. Meneer, meneer! Mag mijn broer hier blijven? Hoeft hij alsjeblieft niet uitgezet te worden? Kunt u daarin bemiddelen? Meneer! Hij kijkt de man hautain aan en wuift hem met zijn arm weg, en zijn vraag ook. Had ie misschien niet moeten doen.
Dan, ineens, voelt hij nattigheid. Dat kan kloppen want iemand probeert hem in de nek te spugen, maar die klodder komt maar half aan. De volgende kwak landt op zijn keurig nette colbertje. Rechts boven, vlak bij zijn pochet, waarop gemikt lijkt te zijn. Hij rochelt nu zelf ook maar eens, verzamelt moed en een lading kwijl en dumpt die op de arm van een van zijn belagers. Oeps, een volgende flatsj kwijl landt op zijn gezicht. Hij probeert zich te beschermen door zijn colbertje over zijn gezicht heen te trekken. Maar de ene na de andere fluim treft hem.
Uiteindelijk zijgt hij neer, vlakbij een monitor waarop nog net zijn grootste politieke rivaal te zien is. Die lacht. Hij niet, uitgegleden over en gebombardeerd met wel 23 zabbers van rochels en slijm. Tegen de laatste spuger kan hij nog net uitbrengen: “Jij ook al, bruut dat je d’r bent.” De woorden zullen 's avonds in Nieuwsuur diepgaand door mevrouw Tweebeeke geanalyseerd worden. Ook Jinek en Pauw zullen er op hun eigen manier aandacht aan besteden. Paul de Leeuw zal er grappen over maken en via Zondag met Lubach zullen de woorden uiteindelijk de status van gevleugeld krijgen. Nee, deze dag liep niet goed voor hem af. Had hij zijn mobieltje maar niet op vliegtuigstand moeten hebben.
Iedereen weet het, woensdag is het 15 maart. Vroeger heette die datum de Iden van maart. In 44 voor Christus werd Caius Iulius Caesar met 23 messteken lek geprikt, met zoals bekend best wel desastreuze gevolgen voor hem. Hij zou er een moord of wat méér voor gepleegd hebben om alleen maar bespuugd te worden. Ja, hij zou echt heel blij geweest zijn als hij had geleefd in deze tijd. Ja ja. Blij is een betrekkelijk begrip. Gedenkt de Iden van maart!
Voor wie gedacht had permanent van superlatijnverhalen vol onzin en stijlfiguren verlost te zijn heb ik een verheugende mededeling. Mooi niet! De midweek in een hutje in het bos heb ik - vrouwlief zat in Trump's country - moeiteloos overleefd, niet omdat er geen open haard was (het bos even niet mee gerekend), maar dankzij de snackbar en de magnetron die mij van voedsel voorzien hebben. Al zat dat dan niet wat je zegt vol vitaminen C. Dus vol energie (en patat ja) sta ik weer aan de start van een nieuwe schoolperiode. Ik moet wel toegeven dat ik een poging gedaan heb om via elke dag tien baantjes trekken in het zwembad bij mijn accommodatie wat gewicht kwijt te raken. Dat is jammerlijk mislukt, ondanks dat ik wel 27 meter gezwommen heb. Dat kan komen doordat de baantjes aan de korte kant waren. Ik heb één keer een bommetje geprobeerd, maar behalve een leeg zwembad leverde dat geen angst bij omzwemmenden op. Was dus niks voor mij.
Helemaal leeg en opgebrand trok ik de vrijdag voor de vakantie, na het bewaken van de strafzittertjes, vrijwel allemaal recidivistjes, richting vakantiebestemming, alwaar ik na wat zoeken aankwam. Aankwam, nu in de zin van "arriveerde". Meteen maakte ik plannen voor een optimale besteding van de vrije dagen, zo kent iedereen mij. Een van mijn gewichtigste (in de zin van "belangrijkste" nu) taken was het completeren van het door iedere gymnasiast in het land en ook door sommige JDW'ers gewilde examendocument. Nou, dat is gelukt! Het staat vol "zeer uitgebreide aantekeningen bij pensumteksten" (sic! << dit is Latijn en het betekent hier "zo, hé! Echt waar!") en kan dienen "als naslagwerk (als je een bepaalde zin niet snapt)", dit alles volgens de examentraining Latijn in Leiden, waar ik heel sneaky een mol verstopt had. Kijk volgende week naar de ontknoping van wie die mol dan is. Ik weet het al..
Een goede psycholoog zal mijn woordkeuze en toelichting daarbij waarschijnlijk duiden als "heeft een issue met zijn imposante voorkomen, met zijn min of meer kogelronde omtrek" of iets dergelijks.
Wie denkt dat ik het daarvoor doe, dus om altruïstisch te zijn of zo, onderschat mijn hang naar Facebooklikes wel enigszins. Dáár doe ik het (wat "het"? Niet het gewone "het" natuurlijk) voor. SIRE (Stichting Ideële Reclame, mooi acroniem trouwens) heeft een goed voorbeeld aan mij, als men wil laten zien hoe het niet moet. Heerlijk. Overigens snap ik wel dat een enkeling bij de examentrainingen gaat proberen in te halen wat hij jarenlang aan huiswerk en intelligente vragen in de les heeft laten liggen.
Over les gesproken: ik heb mijn schaapjes in de zesde gemist. Oké, een beetje dan. Die in de vijfde totaal niet, maar daar zeg ik volgend jaar hetzelfde over en tegen. Goed voor hun ego. Die van 6la2 zie ik alle 31 morgen gelukkig weer. Jemig, het tweede uur, 9 uur, voor sommigen ook echt precies 9.02 en 22 seconden precies. Ik stel me nu alvast maar geestelijk in op die ongeschoren en gezapig kijkende mannekes, met wie ik overigens best, maar dan na het examen, bereid ben een pintje melk achterover te slaan. Ze mochten eens denken. Nee, dan de meiden in die groep: rustig, netjes, altijd alles pico bello op orde, bescheiden, prettig in de discussie, aantekeningen makend, beleefd lachend om grappen, nou ja grappen, van hun docent. Dat is een genot om les aan te geven. Die combi bedoel ik. Ha. Bijna had ik me versproken. Grappig is het, althans vind ik het, dat het bij 6la3 precies omgekeerd lijkt te zijn.
Elke overeenkomst met bestaande personen, levend of dood, berust op puur toeval. Het is maar dat je het weet.
Als je het goed bekijkt, op mijn manier dus, heb ik aan mijn FB-verplichting voldaan. Ik heb ook de jarige vrienden gefeliciteerd dus ik ga vakantie houden. Jullie ook. Geen ellenlang epistel zonder plaatjes en witregels, geen zo goed verstopte humor dat ie niet meer te vinden is, niet dat moreel verplichte liken - alsof dat goed zou zijn voor je toetscijfers - niets van dat al. Ik zou zeggen: Pila et te video postea.
Dit is een witregel en hier staat een plaatje. Goed kijken. O nee, toch niet.
Terwijl de storm langs alle buitenmuren van mijn huis waait zit ik bij de kachel. Klinkt als een deprimerende sinterklaassituatie. Maar dat is het natuurlijk niet. Hallo. 23 februari! Ik bedoel dat de ellendige zaken zich buiten mij afspelen en de positieve dingen mij verwarmen. Ik heb helemaal geen kachel. Ik moet boven op een radiator gaan zitten om het, en dan alleen nog plaatselijk, warm te krijgen. En die storm? Code oranje, beste volgers, windkrachtje 10 met uitschieters naar windstoten van 13 Beaufort. Gelukkig kunnen mijn haren niet wegwaaien, maar anders was ik een biljartbal geweest nu. Tien over rood heeft dan een heel andere lading.
Terwijl ik moed verzamel om weer aan het schoolwerk te gaan, terwijl er beneden thee koud staat te worden, terwijl de mannen van de Premier League zich gereed maken om hun portie 180'ers te gooien vanavond, terwijl mijn inspiratie voor een ludiek stukje Superlatijnstukje weg ebt, terwijl ik dat toch leuk vind om te schrijven, besef ik, sterker nog, realiseer ik me en wel ten volle dat ik straks een hele week zonder de stress van school ben. Dat heet dan voorjaarsvakantie. Ga ik dat redden? Vast. Ik heb heel wat om op te teren namelijk! Ik heb, om toch maar in sinterklaastermen te spreken, een paar hele mooie surprises gehad deze week. En morgen belooft de kers op de slagroomtaart te worden!
Maandagavond was fantastisch. Die gasten kunnen er wat van, de kleine avond was weer een doorslaand succes. Velen waren volkomen zichzelf op het podium, anderen totaal het tegenovergestelde. Trump, een dubieuze groepsleidster/akela met kapiteinspet op, meelopers in de klas, een Indiase taxichauffeur. Prachtige zang van nog prachtiger zangeressen en zangers. Muzikale intermezzo's, en ook lekker losgaan hier en daar. Doe mij nog maar zo'n avond.
Goed, toen dinsdagochtend. Een geweldig nuttige bijeenkomst op school om ook nog eens na te praten over de avond ervoor. Koffie, gebak, warme saucijzen, tompouces, broodjes bal, pakken Icetea, dubbelfrisssss en melk voor mij, you name it, het was er allemaal. En ik moet zeggen: het kwam de stemming best een beetje ten goede. De volgende dagen een aantal geweldig leuke lessen, met uiterst actieve leerlingen. Ik dacht dat ik het weer kon.
Zo had ik in de vijfde klas Catullus, om ze ook een stukje lyrische poëzie bij te brengen. Dat gaat daar sterk over de liefde. Dat was koren op de molen van die jonge testosteronbronnen zeg. Ademloos zaten ze te luisteren, dat had ik nog nooit mee gemaakt! Ik zou bijna de tafeltjes in mijn lokaal weer in duo's neergezet hebben, gewoon om ze zich wat closer te laten voelen met de buurman of buurvrouw. De leukste gedichten moeten we overigens nog krijgen, die carmina waar ze thuis over gaan opscheppen, terwijl ze dat over Latijn in het algemeen nooit doen. Van het gedichtje over de mus (de passer) wisten ze zich uit een grijs verleden, met les van hoe heet die mevrouw nou ook al weer, niet veel meer te herinneren, behalve de woordspeling passer-plasser. Over selectief geheugen gesproken.
Nee, die vakantie kom ik wel door op mijn geheugen. En ook op de toekomst ga ik er eentje nemen (melk dus). Een finale van een vertaalwedstrijd met Kevin, naderende eindexamentrainingen, de laatste lessen. Ik hoop echt dat ze geen galgje willen spelen, de laatste les. En anders heb ik nu al een heel moeilijk woord bedacht. Niet verder vertellen. Desoxyribonucleïnezuur. Schijnt pittig spul te zijn, wat je beter niet kan drinken. Terwijl het waait wordt er van beneden geroepen: Theehee. Je theehee staat klaar. Kijk, dat is nog eens service.
Vesper parvus, de etalage van het JDW
Kan die man nou niet eens ophouden met zijn Latijnse gewauwel? Waarom mot nou alles tegenwoordig in het Latijns gezegd worden? Kan hij niet gewoon kleine avond zeggen en dan zijn muil houden? Ja, dat kan ja. Maar ik doe het lekker toch.
Ik ben namelijk vorige week aangesproken op het feit dat ik mijn gymnasiale profiel niet etaleer, niet voldoende volgens de meneer aan de andere kant van de tafel dan. Die was zelf ook een behoorlijk eind aan het gymnasiaal profileren, maar dat had ik pas door toen hij echt moeilijke woorden ging gebruiken. Toen kon ik het allemaal niet meer volgen. Ik besloot een tactische manoeuvre uit te voeren, te etaleren zeg maar: ik reageerde op alles wat hij aan kritiek etaleerde in het Latijn. Ha, daar had ik hem, bij de kladden. Weet iemand van u waar iemands kladden zitten? Op dezelfde plaats waar zijn lurven zitten, heb ik begrepen, maar dat hielp me niet echt verder. Ik dwaal af. Alweer.
Waarom bent u trots op uw school? Nunc, quia quidcumque volo revera facere possum (nou, omdat ik alles kan doen wat ik wil).
Bent u de enige die er zo over denkt? Ut quaestionem testium! (Wat een klotenvraag!). Dat dacht ik, dat zei ik niet. Voor je het weet word je daar weggestuurd, kun je alsnog les gaan geven. Mooi niet.
Non solus sum, qui ita putet. Multi discipuli praeceptoresque ita putant. (=ik ben niet de enige die zo denkt. Veel leerlingen en leraren denken zo). Zo ging het nog 1 minuut door. Toen had hij er genoeg van. Ik vond dat jammer want ik begon dat net aardig te vinden.
Maar ik heb nog een andere reden om trots te zijn op mijn JDW. Morgenavond is het weer Kleine Avond. Die hele avond wordt georganiseerd door Musae. Ik weet nu al dat het een geweldige avond gaat worden. Wij leraren hoeven daar niet te patrouilleren door de zaal om het rustig te houden. Nee, het niveau van de avond doet dat al jaren lang met gemak. Ik zie er naar uit.
Af en toe maak je dingen mee op school, daar lusten de honden geen brood van. Zo liep ik vandaag, en ik heb echt het gevoel dat ik dat even kwijt moet, rustig door de gangen te sjokken. Leerlingen kennen die typische antisoepele tred, nou ja, gang en noemen mij de sjokbok. Dat is niet echt waar, maar het zou wel kunnen, omdat dat ook een woordgrapje is. En ik houd erg van woordgrapjes. Ik ga het grapje overigens niet uitleggen. Ik ben nu al weer te lang bezig.
Goed, ik sjok daar. Waar valt mijn oog op? Retorische vraag want ik ga het antwoord meteen geven natuurlijk. Je bent een traditionele leraar of niet. Nou, oké. Welk een tafereel ontvouwde zich voor mijn lumina (ogen, metafoortje tussendoortje). Een leerling hield de deur open voor … ja, ja…. nou, nou? Een andere leerling! Meisje, ietsjes ouder. Ik zakte bijna door mijn hoeven en dacht meteen aan de iconische (volkomen overschat woord, zo meent men ook in de Volkskrant) beelden van die spetterende romantische film uit de jaren vijftig, waarin de blonde, robuuste held voor een vrouw, die hij nog niet kent, maar aan het eind van de film des te beter, een deur open houdt. Gewéldig!!
Ff serieus zeg. Dat doe je toch niet als pubertje? Je wilt schoppen tegen van alles en nog wat, zeker tegen deuren! Je wilt de deur helemaal niet open houden voor dat arrogante nufje uit een paar klassen hoger dan jijzelf. Je wilt zeg maar plezier maken met haar, geen goede sier maken.
Nee, d’r is niet veel leuks meer te zien op school. Ik vond het echt een afgang. Nou, dat wilde ik even kwijt.
Velen voor mij hadden ook goede ideeën. Ze gingen de hulp vragen van mensen, en handtekeningen ook, om een idee te kunnen ontwikkelen dat innovatief was. Zo’n idee heb ik nou ook, dus ik start een petitie.
Wat is het idee? Nou, ik zit op een school. Een school is een instelling in een gebouw, dat ook vaak school genoemd wordt. In dat gebouw lopen allemaal mensen rond, en mensjes ook die je nog van alle kanten kunt beïnvloeden. Ze, die groten, zijn er vaak al ’s ochtends vroeg om een uur of half 8. Die kleineren niet, die komen een uurtje later aansjokken. Als ze al komen.
Aan de ene kant heb je personen – die noem je leraar – die iets in hun hoofd hebben dat interessant kan zijn voor de persoontjes aan de andere kant – en die noem je bijvoorbeeld leerling. Paardensnikkel kan ook, maar dat geeft verwarring. Nou zou het volgens mij wel een leuk idee zijn als we een soort van combinatie zouden kunnen maken. Stel, je zet zo’n leraarmens ergens apart in een ruimte en je zet daar, laten we zeggen op een zootje houten stoeltjes, een groepje van die mensjes bij, van die leerlingen dus.
Dan zou dus in theorie die ene al die anderen iets kunnen vertellen. Hoeft niet per se indrukwekkend te zijn of gewichtig, nee gewoon dagelijkse zaken. Die belangstellenden, want dat zijn het zeker, luisteren dan zeg maar geconcentreerd naar die persoon vooraan. Zo hier en daar stellen ze een vraag, waar geen sarcasme maar nu eens werklust van af druipt. Na pak ‘m beet een uurtje verkassen en zo de hele dag door.
Dan heb je toch een hele leuke dagbesteding! Zeker als je dat dus een paar uur lang doet. Beetje wisselen af en toe is echt nodig, af en toe wat eten ook. Ik denk dat je een megaleuke dag kunt hebben. Aan het eind van de dag gaat ieder weer zijns weegs en dan is het gewoon toedelodoki, ik zie je morgen. Iedereen blij. Nee, die petitie komt er wel. Gewoon een goed idee is het. Ik heb nog meer ideeën, maar daarover later meer. Toedelodoki.
Hoera, het is weer zondag. Zonder dat ik op mijn taal hoef te letten kan ik weer vrijelijk oreren. Niemand die mij corrigeert op eventuele onjuistheden, maar als dat wel gebeurt klaag ik die persoon gewoon aan. Imageschade, ik vind wel iets. Net als Trump. Die vindt ook allerlei dingen, en als ie ze niet vindt tweet hij gewoon zijn ongenoegen. Ik wil niet als Trump worden, maar zijn haardos zou ik wel willen hebben. Kleurspoelinkje en ik kan weer jaren door.
Nou goed. Of de praeteritio van vorige week begrepen is kan ik niet afleiden uit alle 5 de reacties. Waarvoor dank. Meestal ouwehoer ik over dingen die me bezig houden en een enkele keer is dat een stijlmiddel, ja. Nou en. Ik kom vaak in de stemming voor een nieuw FB-stukje doordat ik de hele boel bij elkaar gezeverd heb over school. Ik denk daarbij aan een inleiding op het jaarboek van mijn zeer gewaardeerde zesdeklassertjes, die ik al een hele tijd moet schrijven. Of aan een herkansing voor mijn arme Latijnleerlingen, die ik al weken geleden tekstueel uit de mouw geschud heb (die herkansing, niet die leerlingen. Hoewel. Misschien een goed idee..), maar die ik nog even moet fatsoeneren en van plaatjes voorzien. Plaatjes hè, je moet ze aanspreken op hun eigen niveau. Laatst geleerd op cursus. Komt goed. Maar daardoor ontwikkel ik dan een soort van lamlendigheid waarmee ik tenminste iets kan. Nou, en dan zie ik dat ik weer een dag of 5, 6, 7 niets van me heb laten horen, en dan ga ik maar weer zitten. Dan krijg ik spontaan allerlei neigingen. Neigingen om in te gaan tegen weer andere neigingen.
Zo is er de neiging tegenwoordig om causale bijzinnen, ik noem maar even een dwarsstraat, om te buigen tot hoofdzinnen. En als er iets is waar ik een hekel aan heb zijn het wel gemolesteerde causale bijzinnen. Die kunnen er toch ook niks aan doen? Ik geef toe, er zijn nog ergere dingen, maar van zo’n arme bijzin die toegetakeld wordt heb ik slapeloze nachten. Soms. Weet je waarom? Omdat ik word daar verdrietig van. Waarom ik daar verdrietig van word? Omdat ik ben graag verdrietig. Waarom ben ik graag verdrietig? Omdat het is goed voor mijn ego. Waarom is het goed voor mijn ego? Omdat ik kom graag menselijk over. Waarom kom ik graag menselijk over? Omdat, weet je, ik heb behoefte aan warmte. Die krijg je niet als je niet menselijk bent. Zo, daarom ben ik tegen bijzinnen die doen alsof ze hoofdzinnen zijn. Althans, tegen mensen die zo spreken. Waarom ben ik daar tegen? Omdat ze moeten potverdorie hun moerstaal goed spreken. Omdat ze moeten want van omdat kunnen onderscheiden.
Voor de rest gaat het goed hoor. Ik heb mijn vriendenvideo op FB bekeken en ik was blij dat het ook echt diepgaand over mij ging. Verder heb ik veel aan mijn examendocument gedaan en dan ben ik altijd een beetje extra trots op mezelf, gewoon omdat ik help graag. Gadver, nou doe ik het zelf ook.
De praeteritio, we kunnen hem het beste maar negeren. Ik kan maar beter niet zeggen dat ik een fan ben van stijlmiddelen, en al helemaal niet fan van de praeteritio, want dan komen ze straks allemaal bij mij om hulp te vragen. En als het dan zo moet zijn dat ze me een expert vinden, dan zou ik dat verslijten voor een aperte onwaarheid. Zo zou ik nog wel uren door kunnen gaan met melden dat ik al mijn proefvertalingen nagekeken heb en dat ik op de Open Dag iedereen verslagen heb met schaken, behalve een goed spelende jongedame die ik met remise heb laten vertrekken, en dat ik voor het eerst van mijn leven met plezier naar een samenvatting van een 010-wedstrijd gekeken heb, maar weet je, ik hou er niet zo van om dat maar allemaal op FB te kwakken. Natuurlijk kan ik erbij zetten dat ik net zuurkool gegeten heb en dat dat voor de nodige indigestie zorgt, maar ja, dan loop je zo te koop met je voorkeuren en problemen, dus ook daar zie ik van af. Ik zeg bij zoiets altijd: Marc, niets van zeggen, niks mee doen, zuurkool is nou eenmaal zuurkool en daardoor verlaten overal waar maar enigszins mogelijk ongecontroleerde luchtstromen je lichaam. Het is ook niet eens fatsoenlijk om te oreren over de ongewenste effecten van zuurkool. Ander onderwerp. School. Is niet leuk, maar dat kun je niet hardop beweren, dat lijkt me duidelijk.
Ik neem het woord liever niet in de mond, en nu dus ook niet, maar het examen komt nu wel met rasse schreden dichterbij. Omdat ik weet dat dat de nodige extra stress veroorzaakt bij de rammekes en ooikes van mijn zesde klas zeg ik dus niet hardop dat ze gerust kunnen zijn zolang ze maar hun huiswerk doen. Dan kan me dat in ieder geval niet kwalijk genomen worden. Nou weet ik wel dat er zeker een stuk of 10 zijn die het woord huiswerk niet eens foutloos kunnen spellen en het dus ook niet doen, maar het gaat te ver om daar namen aan te koppelen als Rutger, Flip, Marieke of zo. Dus die komen weer met een blauw oog weg. Alweer.
Ja ja, ik ben een gelukkig man. Toen ze mij in een stafvergadering onverhoeds vroegen een getalletje onder de tien in mijn hoofd te nemen moest ik meteen denken aan het graven van kuilen voor anderen. Ik wilde evenwel sportief zijn en de anderen ook een gevoel van superioriteit gunnen dus ik zei zes. Nou, dat werd goed gerekend en ik had dus een prijs gewonnen. Ik mocht op kosten van school naar een cursus.
Je hebt natuurlijk ook bij cursussen verschillende soorten en maten, variërend van "leerwegondersteunend interactief ICT'ers nadoen" tot "Hoe leer ik de mennekes en vrouwkes in de klas dat ze niet met tablets moeten gooien zoals vroeger met propjes papier?" Ik mag naar "Gesprekstechniek". Jippie dus.
Waarschijnlijk ga ik daar mijn gesprekken van de laatste weken nader analyseren. Kijken wat ik fout doe. O nee, wat ik goed doe. Hetzelfde resultaat maar dan positief benaderd. Onderwijs hè...
Zo sprak ik met een arts, die mij zei dat ik "allround" wat minder letterlijk moest nemen. Was een vrij kort gesprek trouwens. Weinig analyse aan mogelijk. Ook had ik een paar gesprekken met leerlingen. Daar zei ik wel iets terug. Ze gingen ook echt over iets. Wat weet ik niet meer. Ik moet het nog in SOM zetten.
Er was een heel leuk gesprek met mezelf, herinner ik me vagelijk. Ik denk dat ik dat maar eens ga analyseren morgen. Mij gaat het dan morgen ook alleen maar om de lunch en de thee. Voor wie mij in het wild aan een cursus wil zien deelnemen, ik zit in het van god verlaten Zwijndrecht, in een of ander luxe hotel. Van 9 tot 4. Allemachtig. Hoe kom ik daar mijn tijd door? Ik ben bij nader inzien misschien toch niet zo'n heel gelukkig man. Als het om cursussen gaat dan. Ik jaag liever op leerlingen.
Geschiedenis is helemaal mijn ding. Ik hou van geschiedenis, ik ben er dol op, ik kan niet zonder. Vroeger voelde ik mij altijd al erg aangetrokken door dingen die voorbij waren. Of het nu ging om mijn schoenen met afgesleten zolen en gaten aan de zijkant die mijn moeder uit pure frustratie voor de trein gooide of over mijn talrijke (wishful thinking) relaties, over de griep of over de gymlessen waar ik op de een of andere manier een teringhekel aan had, ik was als een kind zo blij dat het voorbij was.
Tegenwoordig heb ik dat nog steeds. Bezoekje aan de tandarts gaat bij mij altijd gepaard met een paar ijsjes achteraf, gewoon om te vieren dat het weer voorbij is. Moet ik weer eens een column schrijven voor Elsevier, NRC, de Johan of de Donald Duck, ik haal opgelucht adem als het er weer op zit. Als het voorbij is. Het schooljaar voorbij? Zonder gedoe en ruzies met mijn schaapjes of hun ouders of mijn schattige collega's? Heerlijk! Voorbij.
Laatst wilde ik weer twee schaapjes selecteren voor een vertaalwedstrijd in Italië. Nou, hup. Getalletje onder de tien en voorbij was het weer. Dat komt allemaal doordat ik zo veel van geschiedenis hou.
Die oude Romeinen en Grieken, dat is ook allemaal gepasseerde zooi. Die zijn ook met zijn allen voorbij. Ik denk dat ik daarom ooit klassieke talen ben gaan studeren. Ik kick op wat over is.
Een stukje schrijven voor mijn pagina op superlatijn, het is altijd een hele bevalling. Maar goed, het is weer voorbij.
Wit buiten en vol tekst binnen. De nieuwe aflevering van het examendocument is er weer. Zit meer bij de fikkende open haard, neem een goed glas melk, chocomel als je eens uit de band wilt springen en kom tot de ontdekking dat alles toch net anders zat dan je gedacht had.
Tot nu toe ben ik blij met 2017, maar dat zal maandag wel een stukje minder zijn. Het JDW raast in volle vaart op mij af.
De leerlingen willen uitslagen, cijfers, het liefst goede cijfers. Ja, ik ook. Nog een paar maanden zwoegen, ik word er nu al enthousiast van.
Nee maar! 2017 alweer?
Opgejaagd door Facebook, maar niet heus, en in volle overtuiging dat het onfatsoenlijk is anderen te laten wachten doe ik hier een poging nieuw leven te brengen in de brouwerij van Superlatijn. Niet eens zo'n onaardige metafoor, nu ik hem zo in tik. Ik brouw wat af in die grote (er kan veel in ja) ketel (niet Olaf). En soms stroomt er iets uit het tuitje van mijn toetsenbord (jee, ik ben wel bezig) dat borrelt en bruist van de vaak onbewust toegevoegde ingrediënten.
Onbewust ja. Soms flikker ik d'r wat zelf verzonnen humor in, die niemand dan begrijpt. Komt waarschijnlijk doordat ik die dan zelf verzonnen heb. Een andere keer mix ik serieuze kwesties met luchtige zooi, en ook dan loopt het tellertje met likes niet echt hard op. Dat is trouwens de nieuwste deviatie (afwijking), hè. Je post iets en dan wil je likes, duimpjes omhoog. Niet eentje of twee, maar vijfhonderd of zo. Pollicosupermanie heet dat ( sinds 3 seconden dan).
Soms heb ik de neiging een tekst te schrijven die pathos opwekt. Ha! Nu eens zien of al die lessen Latijn niet alleen dodelijk saai zijn gebleken, volstrekt zinloos, zonder enig greintje van humor, respect en nog iets waar ik zo gauw niet op kan komen, maar ook de nodige kennis hebben aangebracht. Pathos? Nou, nou, nou?
Ik moet zeggen, met die teksten blijk ik bij voornamelijk de vrouwen de diepste krochten van hun menselijke zijn te raken, want dan krijg ik behalve wat thumbs up (hint..) ook reacties! Soms zelfs een enkele positieve!
Weer een andere keer debiteer ik wat quasi-schunnige taal. Dan ben ik echt een beetje grof in de muil zeg maar. Dan zeg ik dingen als "pleur op", of "gezeik" of iets dergelijks. Schuttingwoorden doen het helemaal geweldig. Dan zie je uit een bepaalde hoek ineens de likejes komen. Alsof die gasten dan iets hebben van: ha ha, meneer De Hoon zegt wel erg bedenkelijke dingen. Nou liever, dat hij zulke taal uitslaat (lekkerrrrrrrrrrrrrrrrr) dan ik. Als ik dat doe krijg ik last met mijn moeder. Weet je wat, ik zet wel een like. Geniet ik toch een beetje mee. Hijg, hijg.
En taalgrappen doen hun werk altijd. Een enkeling begrijpt die dan niet, maar ja, die mensen moeten er ook zijn.
Dus ik blijk over veel van dat soort zaken wel degelijk na te denken.
Na deze voor mijn doen niet eens zo uitvoerige inleiding wens ik al mijn dierbaren een heel mooi, gezond en succesvol 2017. Daarnaast wens ik al mijn schaapjes op school, rammen én ooien, een extra actief, gelukkig nieuwjaar, vol zelfvertrouwen en goede moed. Dat ze maar allemaal mogen slagen en overgaan. Zo. Dat is gezegd. Al die diep verborgen wensen over veel vakantie, lekker eten, bepaalde cluppies kampioen (020) en andere liever (010) of zeker (040) niet, groot succes voor mijn JDW bij de vertaalwedstrijden (zet hem op, Nadine en Kevin!), mijn eerste echt zelf gegooide 180-er, leuke uitjes met mijn mentorleerlingen, oud-mentorleerlingen, met Wouter en Marijke, met al mijn hartstikke gezellige collega's, het terugdraaien van de pensioengerechtigde leeftijd, de truck met de miljoenen van de postcodeloterij, het bereiken van mijn streefgewicht (oei..), al die wensen noem ik maar even niet. Dit stijlmiddel krijgt iedereen cadeau van mij. Omdat het 2016 is. Wat? 2016? 2017!!! Jee, 2017 alweer?