Marcus Valerius MARTIALIS werd rond 40 na Christus geboren in het Noord-Spaanse Bilbao. 25 jaar later kwam hij naar Rome en probeerde daar succes te boeken in de advocatuur. Dat leverde weinig op. Doordat hij cliens was van rijke landgenoten, kon hij het zich permitteren te gaan dichten. In Rome heeft hij ook met de dichtkunst weinig geld verdiend. Toen hij op hoge leeftijd terugkeerde naar Spanje kreeg hij van Plinius het benodigde reisgeld en kreeg hij van een rijke bewonderaarster een landgoed in de buurt van Bilbao, waar hij rond 102 stierf.
Werk
Het meest bekende werk van Martialis zijn twaalf boeken met Epigrammen. Het epigram is van origine een Griekse uitvinding en de Romeinse beoefenaars van het genre der epigrammen hebben het epigram gevormd naar hun eigen inzichten. Zo ook Martialis. Korte puntige gedichtjes met de pointe aan het eind, over van alles en nog wat: de grote stad en het type mensen, bijzondere gebeurtenissen, menselijke gebreken, alles gelardeerd met obsceniteiten hier en daar. De andere werken van Martialis worden op scholen niet gelezen: Xenia (gastgeschenken), Apophoreta (geschenken om mee naar huis te nemen) en een Liber Spectaculorum/De spectaculis (boek van de schouwspelen).