FB 2022
FB 2022
Vandaag was ik op school. Hoezo, op een maandag in een toetsweek? Nou, ik mocht patrouilleren bij een toets. Om kwart voor 11 was ik eerste reserve bij een toets. Klinkt goed, maar ik heb er geen onderscheiding voor gekregen of zo. Ik hoefde ook niet op te draven trouwens. Dus kon ik mij anderszins nuttig maken. Er lagen nog marsjes en die moesten op. Mandarijntjes ook, maar die moesten niet per se op.
Om één uur was het wel prijs. Ik mocht mijn tronie laten zien in 109, het lokaal van Dick de Gelder. Zijn dartbord hing er nog. Hele brave vierdeklassers maakten onder mijn bezielende leiding hun toets Latijn over verhaaltjes uit het verleden. Ik kende ze niet (die leerlingen, die verhaaltjes kwamen me wel bekend voor), maar deed net of dat wel zo was. Ze mochten pas om 5 voor 1 naar binnen, maar toen had ik alles al lang klaar liggen. Leuk, die paniek in die ogen: meneer, over zes minuten begint de toets al! Mogen we alstublieft naar binnen? Nee. Wachten jullie. En na een minuutje zenuwen: hup, tassen voorin, telefoontjes in de uitstand in de telefoontas, woordenboeken bij de hand en op het scherm een grote aftelklok. Exact om 1 uur begonnen ze hun beproeving voor 10% van het totale cijfer in klas 4. De woordenboeken heb ik natuurlijk gecontroleerd: je wil niet weten wat daar af en toe aan geheugensteuntjes ingeplakt is. Ze waren niet onder de indruk van mijn nors onder mijn borstelige wenkbrauwen vandaan kijkende ogen. Pas toen ik zei dat ze door diagonaal kijken een verticaal cijfer zouden ontvangen werden ze wat losser. Huh, meneer. Is dat humor of wat?
Nou, klokke twee was het feest over. Ik heb er geen een betrapt op spieken, niemand totaal ontredderd zien kijken en iedereen had aan het eind van het uur zijn telefoon terug. Normaal verkoop ik er wel een paar op marktplaats in zo'n loos uurtje. Een tientje vang je zo.
Mijn zware taak voor vandaag was weer volbracht. Morgen heb ik een uur lang een verhoor van een collega die mag uitleggen of zijn sectie zich aan de PTA-regeltjes houdt. Zal hij vast doen. Nou, woensdag ben ik weer eerste reserve en zit ik daarna bij een toets Duits. En zo kom ik de zware week tot aan de vakantie een beetje door. Vakantie!! Jippie! Nakijken!
Nou, Superlatijn is bezig geweest het de Latinisten in het land, en vooruit, ook die op school, weer extra makkelijk te maken. Het examendocument is weer gereed t/m de toetsstof. Ik heb met opgesloten met mijn computer en het beestje heeft me ontzettend geholpen. Andere activiteiten heb ik niet ontplooid. Heb ik dan ook geen voetbal gekeken? Nee. heb ik inderdaad niet. Maar dat was principieel. Niet dat ze er in Qatar of bij de FIFA of KNSB wakker van zullen liggen, hoor. Dat weet ik ook wel. Af en toe heb ik wel beelden binnengekregen (niet als medium of in een seance), maar ja, daar was niet aan te ontkomen. Nederland is er uitgeknikkerd, heb ik gelezen. Nou, dan hebben ze het nog lang volgehouden. Genoeg over het voetballen. Komende week zijn alweer de laatste lessen voor de toetsweek. Ik heb ruimte gecreëerd dus we gaan morgen in de zesde de voorbereidingen doen voor de Ken je Klassieken pubquiz. Er is al een leerlinge langs geweest die zich wil voorbereiden op deelname. Nou, die zijn van harte welkom! Komende woensdag ga ik weer met mijn mentorleerlingen pizza eten. Het mentoruitje is weer in ere hersteld. Vroeger ging ik na de pizza darten met ze. In een café bij het tunneltje, waar ik vroeger ook nog wel eens met vrienden of collega's kwam. Dat was altijd reuze gezellig. Aan de innerlijke mens werd ook goed gedacht daar, want menig schaal met bittergarnituren zou nooit afgerekend zijn als pipo hier zijn mond niet open had gedaan. Op enig moment is die tent dichtgegaan. Schietpartijtje geweest of zo. Dus darten daar zit er niet meer in. Nou ja, dan maken we het op een andere manier gezellig, woensdag. Ik zie er naar uit. Pizza gaat er altijd in.
In een kil Eindhoven nam een debatteam van onze school deel aan het zogenaamde Benelux-debattoernooi. Dit was de eerste ronde en er volgen er nog vier voordat op 1 juli de finale is. Gastheer was ditmaal het Huygens Lyceum in Lampenstad, een school die pas een maand of drie onderdak biedt aan zo'n 1200 leerlingen. Gloednieuw dus. Ik moet zeggen dat de moderne, ruimtelijke indeling mij wel beviel. Al gaat niets boven lokaal 117. Elk lokaal had daar niet alleen een nummer maar ook een naam die onlosmakelijk verbonden is met het vak dat er gegeven wordt.
In de pauze was er een riante lunch beschikbaar. We waren in Brabant en de herinneringen aan mijn afkomst werden weer wakker geschud, weer geactiveerd toen er ook broodjes met speculaasjes tussen bleken te liggen. Natuurlijk heb ik er daar wat van geproefd, maar ik zweer dat ik eerst alle andere broodjes gezond getest heb. Kaas, kaas met komkommer, kaas met sla, ham met kaas, kaas met ham en sla, ham met komkommer, ham met kaas, komkommer en sla, en dit alles in de variaties wit én bruin, voor de zekerheid. Tot zover de loftuitingen over de school. En de lunch.
's Ochtends om half 9 was ons JDW-team Feniks uit Dordt vertrokken. De NS was ons goedgezind. Tot Breda dan. Daar hebben we, geteisterd door vertragingen, de beslissing genomen via 's-Hertogenbosch te reizen om nog min of meer op tijd aan te komen bij het Huygens Lyceum. De bus bij Eindhoven Centraal vertrok wel op tijd en na een paar minuten lopen vanaf de halte Donizettilaan arriveerden we goedgemutst op de plaats van bestemming. Koffie met speculaas was een welkome opwarming, al kon ik vanuit mijn perspectief niet goed zien of iedereen daar ook gebruik van maakte. Het programma startte later. Vanwege? Vertragingen bij de NS. Nou ja. Hadden we ons niet zo hoeven haasten.
Het debatteren verliep iets minder dan vorige keer. Geen prijs, maar het toernooi duurt nog lang. Bij de voorronde van het NK waren alle debaters geroutineerd en door de wol geverfd. Nu waren er, met het oog op de toekomst, ook leerlingen uit de derde en vierde klas gerekruteerd. Nou, die deden het voortreffelijk! Commentaren van de jury varieerden van "presentator in de dop", "mooie niet te overdreven gebaren" (Sverre), "stille kracht", "fijn stemgeluid, heldere argumentatie" (Ju-Lieke), "robuuste houding en ragfijne samenvatting" (Lieske). Ik was net als Nikky en Ilaysa trots op die jonge gasten. Eentje debatteerde helemaal niet mee, maar was jurylid. Voor Ties de eerste keer, maar hij vond het fantastisch.
Debatteren blijft verbazen. Vroeger was ik wel met schaakteams op pad. Van tevoren over de tegenstanders niet dan slechts, achteraf nauwelijks evaluatie over stellingen. Nee. Punten binnen was het belangrijkste. Nu ging het wonderlijk genoeg ook over stellingen, maar er was volop respect voor elkaars argumenten, zeker achteraf. Eén van de mooie dingen aan het debatteren. Ooit heb ik eens iemand horen zeggen dat debaters allemaal kleine Markjes Rutte worden: dat debatteren niet gaat om gelijk hebben, maar om gelijk krijgen, desnoods met verlies aan geheugen. Mij deed het eerder denken aan Protagoras' "de mens is de maat van alle dingen".
Na afloop zijn we naar Happy Italy gelopen en af en toe hebben we, mede daartoe gebracht door luid gejuich, een blik geworpen in een huiskamer waar de tv ons de tussenstand liet zien bij de voetbalwedstrijd Nederland - Verenigde Staten. We hebben lekker gegeten bij Happy Italy (goed geregeld weer, Ilaysa) en na nog een ijsje bij de Mac zijn we teruggekeerd naar het station. Hop, naar huis. Ik was er om 21:30, op tijd voor de thee.
Het was een hartstikke gezellige dag. Maar dat was niet het enige wat me opviel. De debaters zijn zonder meer heel gedreven gepassioneerd met hun hobby bezig. Natuurlijk zijn ze boos op juryleden, die minder goede feedback geven of tot minder goede beslissingen komen voor het team. Toch verdienen juist ook die juryleden een groot compliment. Ze zijn daar op hun vrije zaterdag aanwezig. Er is geen betaling, alleen een reep chocola. Echt waar. Alleen geen koetjesreep maar een Tony Chocolonely-ding. Sommige juryleden zijn er voor het eerst en hebben moeite de juiste toon te treffen bij het geven van hun feedback aan de debaters. Maar daar leren mensen van. Ze zijn zonder meer goed aanspreekbaar en incasseren onze feedback op een prettige wijze.
Het andere wat me opviel was dat we nog steeds, na al die jaren, fantastische leerlingen hebben die elkaar oppeppen, elkaar goede ideeën geven en sowieso, als dingen niet helemaal lekker lopen, uitermate empathisch zijn. Ik was aan het eind van de dag heel trots op ze, nog meer vanwege hun houding en karakter dan om hun debatteertechniek. We hebben een stel pareltjes in huis.
Nikky, bedankt voor alle hulp, je croissantjes, je bemoedigende woorden, je hulp aan die klungelende leraar die zijn NS-kaartjes niet allemaal toegevoegd had aan zijn app. Ilaysa, bedankt voor je gedrevenheid, je luisterend oor, je rustige uitstraling, je relativeringsvermogen. Sverre, bedankt voor je mooie woorden, je opkrabbelen na wat haperingen, je gezelligheid, je gebaren en je empathisch vermogen! Lieske, bedankt voor je verhalen, voor het de weg wijzen met Google Maps, voor de mooie eindbeurten, voor de gezelligheid. Ju-Lieke, bedankt voor je humor, je gezelligheid, je mooie speeches, voor je "stille kracht", je vindingrijkheid. En Ties, bedankt voor je openhartigheid, je verhalen over het zweefvliegen, je verslagen van je bezigheden als jurylid, je gevoel voor humor.
En ongetwijfeld nog veel meer. Op naar de volgende wedstrijd, de finale van het NK op 28 januari in Leiden. Kom op Feniks, vermorzel ze!
Morgen naar PSV. O nee, alleen maar naar Eindhoven. De laatste keer dat ik in Eindhoven was, was ik in het stadion. Dat dus wel. Maar ik was daar toen begeleider van het schaakteam van de school. Morgen ben ik ook begeleider, maar dan van het debatteam. Van de school. Correct mevrouw. Morgen wel een beetje vroeg op, dat is jammer. Kwart over 8 op het station hier. Vinden ze in het weekend geen enkel probleem. Te laat komen? Doen ze niet. En verder hebben ze het allemaal weer geregeld hoor. Beetje treintje reizen, busje pakken, paar uurtjes tot aan de lunch juichen en de "wave" door de lokalen daar, dan dus lunchen. Nou 's middags beetje van hetzelfde en dan terug stiefelen naar het station. Ja, via Happy Italy dan. We gaan weer gezellig pizza eten. Ik zie er naar uit. Beter dan "ik zie er niet uit".
En mochten er prijzen behaald worden, dan hoort u van mij. Nog een week of twee tot de toetsweek. Mjammie!
Komende week heb ik gezellig gesprekken met de ouders van mijn mentorleerlingen. Ik hoop dat ze hun PVA* geschreven hebben, die kiddo's, want anders kan ik de VGM** niet uitvoeren. Nadat we met zijn allen eerst PGFB*** hebben gegeven zijn we via MSBA**** de ouders voor een gesprek gaan uitnodigen. Met hun spruitenkoppie erbij. Dat is dan weer beter voor de DLOS*****. Nou, tijdens dat DHG****** hebben ze hun TVPPVA******* natuurlijk bij zich. De meesten zijn coöperatief, terecht, maar een enkeling KESDSV********. Ik niet natuurlijk. Wonderlijk dat je bij zo iemand tot je een ons weegt kunt uitleggen dat het goed is voor hem, maar dat wil ie dan eerst wel eens zien. Totdat ík een ons weeg. Nou, kan ie lang wachten.
Ik denk dat er voordelen aan zitten. En/want ik mag op school blijven eten. Pizza. Yeah! Twee keer zelfs.
* Plan van Aanpak
** Voort Gang Monitoring
*** Positief Geformuleerde Feedback
**** Microsoft Bookings App
***** Driehoek Leerling Ouders School
****** Drie Hoeks Gesprek
******* Thuis Voorbereide Presentatie Plan Van Aanpak
******** Krijgt Er Spontaan De Schijt Van
Elke donderdagmiddag ben ik vrij. Maar toch weet mijn sectievoorzitter ons, dus ook mij ja, altijd weer te strikken voor een uurtje Latijn praten. Leuk uurtje, met allerlei activiteitjes. Latijnse woorden omschrijven met andere Latijnse woorden. Gebaren mogen niet, dus we zijn echt aangewezen op onze woordenschat. Of we gaan Latijnse teksten parafraseren in het Latijn. Ook gaaf. Twee sectieleden spreken goed Latijn en de derde, die er donderdags nooit bij kan zijn, spreekt vloeiend Latijn. Waarom deze introductio difficilis? Nou, je gaat er zo geleidelijk aan in groeien, in dat Latijn spreken, dat je op sommige onverwachte momenten toch met Latijn op de proppen komt. Zo ook vandaag. Ik geef vaak les in hetzelfde lokaal, maar niet altijd. Dat is niet zo omdat men niet weet wat seniorenbeleid inhoudt, nee, dat is om mij te laten weten dat ik ook maar gewoon een leraar ben. Hup Van Hoon, gewoon wisselen van lokaal als dat voor andere collega's beter uitkomt. Tuurlijk, joh! Geen probleem! Dus vandaag zat ik in lokaal 112. Leuk lokaal, eigenlijk van de sectie wiskunde. De leerlingen zijn aan het werk en zelfs met Latijn. Rust heerst. Gaat op een bepaald moment de deur van het lokaal open en razendsnel weer dicht. Maar voordat ie dicht ging sprak de leerling die de deur opende, waarschijnlijk omdat hij zijn klas niet aangetroffen had, het verheffende woord "Kut!" Ik schatte dat in als een teken van frustratie, maar toch gingen meteen de radertjes draaien in mijn hoofd. Eigenlijk had ik hem meteen moeten corrigeren en "cunnus" moeten zeggen. Dan was ie denk ik geïmponeerd geweest, en verbaasd. Volgende keer, als iemand mij na een slecht cijfer lul noemt, dán zeg ik mentula. Of verpa, net waar ik zin in heb.
Gisteren was het zaterdag. De middelste van drie dagen vrij. Geen schoolbesognes, normaal gesproken. Nu was ik met leerlingen op pad. Watskeburt, Bert? Het schooldebatteam, met de welluidende naam Feniks, zat zonder begeleider. De collega die zich over dit groepje getalenteerde sprekers had ontfermd was vertrokken naar een andere school. Tja, wat doe je in geval van geestelijke nood? Dan vraag je een classicus om hulp. Aan de ene kant heb je dan iemand in huis die zich bij retorica niet voelt als een Ajaxsupporter bij een lezing over mindfulness, aan de andere kant hebben die classici toch zeeën van tijd. Goed, even checken bij de schoolleiding of ik dit ernaast kon doen. "Doen!" was het antwoord in koor. "Het gaat je energie geven!". Nou, toen was ik om. Goh, energie! Daar doen we het voor hoor!
Timing was ook prima: net voor de eerste voorronde van het NK debatteren werd ik aangesteld als begeleider, coach, sympathisant, super opi, whatever. Vijf meiden uit 5 en 6. Twee oud-leerlingen, met de nodige praktische ervaring, waren er ook bij. Allebei uitermate geschikt en stimulerend. Kim en Christiaan, mensen als jullie zijn hard nodig! Overigens was Nikky uit klas 6 reserve en waren de vier dames uit de vijfde gewoon aan zet. Nou, dat deden Rebekka, Rosa, Ilaysa en Isabel met verve en met zo'n enthousiasme dat het een hele middag een groot plezier was om naar te kijken, en te luisteren. In de les zijn ze ook aan het praten, maar ik zal het denk ik maar gewoon oefenen noemen.
Voor mij was het hele gebeuren vrij nieuw, inhoudelijk gezien. Een enkele keer ben ik wel eens bij een debat aanwezig geweest op school. Maar dat mag geen naam hebben. Het team heeft een topprestatie geleverd. Er waren prijzen voor de meest originele outfit (hele team), voor de beste individuele debater (Isabel) en er waren drie plaatsen voor toegang tot het enige echte NK Debatteren. Dat is op 28 januari in Nijmegen. Zie ik dat ook weer eens. Eén keer raden wie ook door mochten... Begint met Johan en eindigt op de Witt-gymnasium!!! Yeah!!
En toen de hele uitslag op internet stond bleek dat ons team de rest weggeblazen had. Eerste! En Bij de individuele competitie Isabel op de eerste plaats, Rebekka op de tweede, Ilaysa op de vierde plaats en Rosa op de negende plaats!
Enorme bewondering voor deze Power Girls! En de team spirit werd extra kracht gegeven door Nikky als supersub, Christiaan en Kim als geweldige inspiratoren. Ik heb alleen maar gezorgd dat we steeds de goede trein en bus namen. O nee, zelfs dat deed Feniks. Ik liep er ook bij en kon het tempo van lopen beter bijbenen dan het tempo van argumenteren. Zo sprak d'ouwe zak. Sint is weer in het land hè.
Het eten achteraf bij de Italiaan in Utrecht was meer dan verdiend. En lekker. Dat merk ik dan weer terloops op.
Ik ga d'r weer eens vandeur.
O nee. Dat klopt niet, vandeur. Het is "vandoor". Nou ja, deur, door, dier, daar, duur, het zijn, zeker als je flink gezopen hebt, allemaal details.
Maar hoe kom ik daar nou op? Want ik wil niet met de deur in huis vallen. O ja, iemand gebruikte een zo .. als-uitdrukking, waarvan ik - en niet alleen ik - dacht, mwah, is dat nou een gelukkige vergelijking? Iemand was zo autistisch als een deur. Ehm, ja. Sja. Verloopt de informatieverwerking bij een deur anders dan bij een niet-deur? Kan een deur minder goed sociale situaties inschatten dan laten we zeggen een poort? Een poort is toch redelijk verwant aan een deur? Toch? Neemt een deur de opmerkingen van iemand heel letterlijk? En een deur, is die overgevoelig voor prikkels? Of juist ongevoelig? Ik zat er wel mee. Dus ik ben eens in het spectrum van het verschijnsel deur gedoken. Nou, daar ben ik nu nog steeds mee bezig. Het is namelijk bepaald geen open deur voor mij. En ik wil in zo'n situatie wel altijd een stok achter de deur houden, speciaal voor de onderdeurtjes die niet met mij door één deur kunnen. Want als ik een dergelijk gesprek voor de deur heb, wijs ik zo iemand liefst meteen de deur. Of, zoals Normaal al zong: We goan Deurdonderen (https://www.youtube.com/watch?v=A6sxmo_6j9s).
Afijn, zo helder als glas toch, dit? Glas is in zekere zin helder te noemen. Een kanarie is geel. Niet een klein beetje geel, nee zo geel als een kanarie. O ja. Logisch. Zo doof als een kwartel, en ja hoor, een kwartel hoort niets. Nou ja, laat maar. Een beetje zoekwerk en je vindt alle zo .. als-uitdrukkingen in het Nederlands. En ja hoor. Je kunt een deur inderdaad gebruiken als vergelijkingsmateriaal. Weet je hoe? Zo gek als een deur. Dát was het! Deuren zijn gek, niet autistisch. Dat doet de deur echt dicht!
Zo, toetsen klaar. Nu nog iemand vinden die ze wil kopen. Nee hoor. Ik ga zulke briljante toetsen echt niet verkopen. Paarlen voor .. enfin, het zij duidelijk. Komende weken ga ik er echt tegenaan. Zo heb ik al een stuk of vijftien leerlingen weten te strikken voor deelname aan de klassieke olympiaden. Oké, dat weten ze nog niet allemaal. Ik ben naar ze toe gegaan, in de les. Dat hoort hè. In de les sta ik geen dingen meer uit te leggen en ben ik ook niet de hele tijd aan het woord. Nee, ik varieer didactisch. En pedagogisch ook wel een beetje. Dus ik ben ook super positief naar mijn leerlingen toe. Al bakken ze er niks van, al kunnen ze geen ablativus onderscheiden van dramatische ironie, al kunnen ze nog geen chocola maken van Serpens in horto est, het doet me niks. Dus ik naar een paar van die gasten toe. Druk bezig waren ze. Met hun laptopje, met hun socials, met elkaar en af en toe ook met Latijn. Getalletje onder de tien zei ik tegen eentje. Zeven. Ja hoor! Hij mocht meedoen. Jippie. Waaraan dan meneer? Ja, dat vertel ik je snel. In je studieplanner. Maar ik beloof je dat het geen gangbang is, oké? Hij keek teleurgesteld, maar dat maakte mij niet uit. Ik was didactisch aan het variëren geweest en daar ging het me om. Beetje algemene en dus nuttige kennis kon ook geen kwaad. Dus ik naar de volgende. Met wie is André Hazes tegenwoordig? Met wie niet, was het laconieke antwoord. Ik rekende het goed. Jij mag ook meedoen, zei ik tegen haar. Knipoog, wink wink, nudge nudge.
En zo rommel ik wel vijftien deelnemers bij elkaar. Ze mogen satire gaan vertalen, nou ja, daar vragen over beantwoorden. Niet van een stand-upcomedian nee. Nee, van Horatius. Humorist van zijn eigen tijd. De Griekjes heb ik niet in de les, en dat wil ik graag zo houden. Maar die mogen wel meedoen aan die olympiaden. Aristophanes of zo.
Drukke week zo. Ons weekend begint tegenwoordig donderdagavond al. We gaan eten bij Hanny en André, de ouders van twee oud-leerlingen van mij. Vrijdag bij een collega langs om te vertellen over Australië, en dan is het weer echt weekend.
Wat minder is, is dat we niet meer op dinsdag bij onze huis-Griek kunnen gaan eten. Die sluit de deuren op dinsdag. Pffft, dat wordt zoeken naar een andere dag om gezellig met onze collega's te gaan eten. Want ja, we hadden dinsdag 11 oktober alweer een hele rits aanmeldingen om lekker Grieks te gaan eten. Nou ja, dat wordt dus of een andere dag of een andere tent. Het zijn belangrijke beslissingen die ik deze week ga nemen. Goh. Wat zijn we lekker belangrijk.
Vroeger schaakte ik. Niet zoals Jupiter alles wat een rok droeg. Nee, ik bedreef de denksport. Vanaf mijn vijfde schaak ik. Leuk, die houten poppetjes op een strategisch en tactisch verantwoorde wijze heen en weer schuiven. Nou zijn het tegenwoordig kunststof poppetjes, maar het idee is hetzelfde. Aanvankelijk zat ik naast mijn vader die er zondagochtenden wel pap van lustte: schaken tegen Rinus en tegen Wim. Maar op den duur bewoog ik mij, onafhankelijk van mijn vader, op mijn stalen paard in gezwinde draf op de vrijdagavonden richting BSV. In 't Swaentje, in Bergen op Zoom. Ik werd er in 1974 jeugdkampioen, omdat mijn grootste rivaal zich de kaas totaal onnodig van het brood liet eten. Na elke clubavond sloop ik dan 's avonds via het door mijn ouders op een kier gelaten slaapkamerraam naar binnen.
Al die jaren ben ik blijven schaken. Bij BSV, toen bij LSG in Leiden (waar ik studeerde) en later in Dordt, bij schaakclub Dordrecht. Lange partijen, korte partijen, snelschaken. Supersnel schaken (1 minuut-partijtjes). Alleen theorie leren, dat was me een beetje te gortig. Nooit heel veel aan gedaan. Samen met een aantal schaakminnaars heb ik een aantal jaren het NK Blitzchess georganiseerd, in het grote Mercure hotel vlakbij de A16. Wereldtoppers haalden we daar binnen, echt waar. Timman, Sokolov, Piket, Anderson, Van Wely, Böhm, Seirawan, dat soort gasten.
Maar zo langzamerhand beperkte het schaken zich voor mij tot heel veel potjes blitzchess op mijn iPad en tot een simultaan als er bij ons op school een Open Dag was. Want ja, JdW en schaken, dat klikte wel.
Op school had ik nog wel, in een soort van toevallige blik in de toekomst, borden en stukken en een paar schaakklokken geregeld. Dat kwam goed uit, want het werd weer eens tijd voor het echte werk. En zo schaakte ik dit jaar voor het eerst weer driedimensionaal tegen Thomas. Thomas was vorig jaar nieuw bij ons en hij liet zich ontvallen dat zijn ELO-rating zo rond de 1800 lag. Het schoolschaakteam heeft het vorig jaar wat minder gedaan, maar het jaar daarvoor heel prima. De eerste bord speelster is Dana. Dana is niet zo lang, maar kan heel goed schaken. Ze wilde eigenlijk vorig jaar haar teamleider - ikke dus - weleens uitdagen, maar dat kwam er niet van. Begint met Co eindigt op rona. Maar Dana (ELO-rating rond de 1850) had dit jaar meer succes met het uitdagen van haar teamleider. Vorige week speelde ik vier potjes tegen Thomas. Vijf minuten per persoon per partij. Zeg maar, om er in te komen. Nou, twee keer kansloos er af, maar daarna twee keer gewonnen. Dus in mijn onnozelheid dacht ik gisteren vlak voor het vierde uur: Nou, kom maar op, Dana! Ik zal het kort houden. Teamlijder is een betere job voor mij. 4-0. Zelfde speeltempo als tegen Thomas. Weggevaagd. Geen toeschouwers, gelukkig. Bij mijn potjes tegen Thomas liep de rector toevallig binnen. Hier hoefde niemand mijn afgang op te merken. Sympathiek van Dana was dat ze vond dat ze in twee van de vier potjes - ehm partijen - goed weggekomen was. Aardige meid, Dana. Beleefd, vriendelijk, empathisch. Maar wel haar weg hakkend naar mijn arme koning. Het waren 13 geweldige minuten. En die les erna, dat waren gelukkig vierdeklassers. En die merkten weinig van mijn deplorabele gemoedstoestand. Die waren druk met ablativus absolutus, dat soort ellende.
Zo. Weekend nu. Effe frustraties van me af rammen op de iPad.
Afgelopen vrijdag was mijn tweede vrije vrijdag. De eerste vierde ik 's middags mijn verjaardag. Kan gebeuren. Afgelopen vrijdag was de personeelsdag. Nou leek de inschrijving wel vrij, maar toch werd je wel degelijk verondersteld aanwezig te zijn als je op vrijdag werkt. Zo niet, dan mocht je wegblijven. Sommige collega's deden dat, anderen waren toch nog druk op school en waren er daarom niet bij. Nou, eerlijk is eerlijk, ze hebben wel wat gemist. Julia, Wendelien en Alinda hadden een mooi programma in elkaar gezet. We moesten, wat zeg ik, we móchten ervoor naar Rotjeknor. Eerst maar eens eindje gelopen voor we op het Eendrachtsplein in het voormalig politiebureau aan de koffie gingen. De tent wordt momenteel gerund door ex-gedetineerden en heette dan ook Heilige Boontjes. Bezoekje is de moeite waard. Spoiler: op de wc kun je je handen in onschuld wassen. Gek, maar onwillekeurig ga je toch naar die gasten kijken die de koffie brengen. Bij de een denk je, ja daar moet ik niet per ongeluk tegenaan lopen. Een ander moet in een jolige bui een oud vrouwtje hebben laten struikelen en daarvoor enige tijd vastgezeten hebben. Maar goed, dat wij onderwijzers ook weer niet al te veel mensenkennis hebben. Na de koffie, met vegan bosbessencake of zoiets in mijn geval, was het gelukkig tijd voor een heel ander type cultuur. Ik behoorde tot de groep waarvan de leden kennelijk hadden gekozen voor een bezoek aan Rotterdam 40-45. Zeer indrukwekkend. Het bombardement van Rotterdam in 1940, iedereen heeft dat in zijn parate kennis. Maar met filmbeelden en overgebleven voorwerpen komt het allemaal toch verrekte dichtbij. Brieven van jongens die afscheid nemen van hun familie omdat ze over enkele uren gefusilleerd worden, brr. De rillingen over je lijf. Vitrines vol met spulletjes die je met één daverende klap terugbrengen naar de inwoners van de stad die het overkwam. Goed dat dit bezoek in de personeelsdag verwerkt was. Van bezoekers aan het andere museum heb ik alleen verhalen gehoord van collega's die nogal geobsedeerd waren door de omvang van de penis van een of andere potvis of zo. Maar ook dat museum zal zeker de moeite waard zijn geweest. Echt! Ik ben niet sarcastisch. Ben ik nooit. Na een enorme wandeling, onder leiding van onze Rotterdamkenner Jan Willem, haalden we het eetcafé Dudok op ons tandvlees. Er waren nogal wat broodjes besteld en sja, die moest wel op, zeg maar. Ik heb mijn best gedaan. De middag was van een hele andere orde. In groepjes mochten we Rotterdam doorkruisen om 88 gekke opdrachten te doen. Voor iedere goed uitgevoerde opdracht was een punt te verdienen. Verrichte opdrachten moesten, voorzien van het nodige bewijsmateriaal (wij collega's vertrouwen elkaar blind, zoals je ziet), ingeleverd worden bij Julia. We hebben met zijn zessen, Maarten, Sophie, Rens, Nick, Marloes en ondergetekende, keihard gewerkt, maar uiteindelijk was slechts een 5e plaats ons deel. Maar we hebben een Jan gevonden, met twee volstrekte vreemden een boom geknuffeld, iemand met oranje schoenveters op de foto gezet, een bakkie pleur gevraagd (niet gekregen), bloemetjes in ons haar gedaan (nee, nee, bij mij was het mijn borsthaar hè...), het alfabet achterstevoren opgezegd, een vlieg gefotografeerd, en nog veel meer aparte opdrachten. Enfin, 5e dus. Ik ben verdorie zelfs met een gozerd met een 010-shirt op de foto gegaan! En nog maar 5e... De borrel achteraf in café Apart maakte weer veel goed. De weg naar huis duurde niet lang maar was ook bijzonder aangenaam. Een oud-leerlinge van de school groette mij en wilde zelfs voor mij opstaan. Doei! 62 is nog niet zo oud, dat mensen voor me op moeten staan. Maar het was een heel gezellig gesprek. Ik had haar niet eens les gegeven, want ze was in de derde van school gegaan. Kwam ze op het Dalton Lyceum terecht. Maar ja, daar geen klassieke talen gevolgd. En toch moest ik de groeten doen aan mijn vrouw. Die had naast haar gezeten bij de diploma uitreiking, een paar jaar geleden. Het was een geweldig leuke dag die ik voor geen verlofdag had willen missen. Denk ik. Vrijdag gewoon lekker vrij!!!
Lichtvoetig zweefde ik vandaag door school. Ik vond uiteindelijk de kapstok voor de gewone medewerker, hing mijn jasje daar op en vertrok vroegtijdig richting aula. Gewoon, plekje reserveren. Op zijn Russisch,zeg maar: handdoek meenemen en alvast op het ligbed bij de zee leggen. Ik had mijn zwaarbeladen aktentas bij me. Boeken, Surface, oplaadkabel, Benfica-banner (met Latijn erop: e pluribus unum: één van velen), dat soort dingen. Hup, op een stoel, vlakbij een stopcontact. Telefoon gratis opgeladen. Tja, tegenwoordig, met wat minder, moet je dat soort mogelijkheden benutten! Mensen vroegen me ook of ik afgevallen was. Nou, niet echt nee. Griekenland doet qua eten corpulente dingen met je. Ook al zit er olijfolie in. Nee, ik was niet afgevallen. Er was wel een last van me afgevallen. Martin heeft de coördinatie 5-6 voortvarend aangepakt! Pluim op zijn hoed! Vorig jaar mocht ik bij de openingsvergadering (die waar Léon van Beek altijd zo naar uitkeek) nog tal van mededelingen doen. Deze keer vertelde ik iets over de lief-en leedpot, en dat was mijn bijdrage dan wel weer. Dat ga je volgens mij krijgen wanneer je oud wordt/de tent uitgroeit: ze geven je een heel klein stukje aandacht, doen alsof dat echt niet gemist kon worden en bedanken je vervolgens uitvoerig voor je bijdrage. Ach, ik vind het prima. Ik had verder niets te doen dus ik hoorde het toen iemand vertelde, dat docenten ook kluisjes hadden en dat ze daarin hun Surface bewaarden 's middags, en hun schoolboeken en hun Benfica-banners. Ter plekke, in die vergadering dus, beving mij een nog grotere ontspanning. Niet meer sjouwen met die maffe aktentas, nee gewoon met de vale grijze rugzak naar school voortaan. Daar de spullen ophalen. Om 5 over 8. Het leven lachte mij toe. Over het lachende leven gesproken, we kregen lunch van school! Ik vond wel dat ik alle typen broodjes even moest testen. Stel je voor dat een nieuwe collega na de eerste dag al niet meer thuiskomt of met een zware voedselvergiftiging! Nou, ze waren allemaal prima hoor. Goedgekeurd. In de middag heb ik mij in de sectie best nuttig gemaakt. Wat vragen beantwoord, wat hulp aangeboden, overlegje hier, overlegje daar. En op tijd naar huis. Nu dat gewoon kan. Ik zweef!!
Altijd een beetje nerveus, de dag voordat ik weer begin. Elma ook, pffft. Wat gaat er dan door u heen, meneer Van Hoon, in zo'n doorwaakte, zweterige nacht? Even nadenken. Nou, ehm, nachtmerrieachtige taferelen van niet luisterende leerlingen. Ja, wel luisterend naar hun buurman en hun muziek, maar niet naar mij en Ovidius. Kijk, ik ben geen leerjaarcoördinator meer, hè. Dus dat gewicht is al bij mij weg (nu de rest nog, ik hoor het u al zeggen, en de gniffel denk ik er wel bij). Nu kunnen ze keten zonder directe sanctie. Was toch al zo, want die sancties van mij stelden nou niet heel veel voor. Ik was echt een watje, een pussy, een lievige oude zak. Vannacht droomde ik. Dat weet ik omdat mijn gade mij vertwijfeld wakker ramde, omdat er paniekgeluiden van mijn kant kwamen in plaats van het gebruikelijke gezaag. Ik kwam met mijn nieuwe tas, die ik echt al twintig jaar heb trouwens, lokaal 117 binnen. Of ze het roken! Ze zaten op de listig uit elkaar geplaatste tafels, althans nadat ze die weer naast elkaar gezet hadden. Hier en daar zelfs in een vierkantje. Voor groepswerk. Ze hadden koffie, en ze hadden oortjes in. Ik zette mijn fantastische PowerPoint aan op het digibord. En toen ging ik zitten. Vroeger duurde het dan de eerste les hooguit 30 seconden of de tafels stonden weer uit elkaar en ze hadden hun boeken quasi open voor zich. Nu wachtte ik. Vijf minuten, tien minuten. Ik bedacht dat ik de Frans Tielens tactiek maar eens moest gaar toepassen. Frans Tielens was mijn oude leraar Grieks. Die ging zitten en begon heel zachtjes te praten. Wij zaten op de tafels en daalden na 30 seconden vanzelf af naar onze stoelen. Grrrrrieks doen! Goed, dus ik begon wat te mompelen. Geen reactie. Ik mompelde nog wat nadrukkelijker. En toen zei er eentje: hee, hij is er, maar hij is wel achteruitgegaan zeg. De ander knikte instemmend van ja, de arme lobbes heeft het niet meer op een rijtje. Arme sul. En toen greep ik keihard in, in mijn droom dus hè. Ik verhief mijn stem en herhaalde het laatste woord: sul. Sul is de eerste lettergreep van de geboortestad van onze examenauteur. Nou? Wie? Wie? Wie? Wie? En toen greep mijn vrouw dus in. Wie? Ikke, gewoon, je vrouw! Hoezo wie? Ach arme sul van me. Nee, het was een natte, kleffe nacht. Morgen pak ik het toch anders aan.
De laatste dag. Nou ja, van de vakantie bedoel ik dan. De weken zijn voorbijgevlogen. Het is weer mooi geweest en vandaag heb ik mijn luie karkas maar weer eens richting school vervoerd. Natuurlijk heb ik vele handen geschud, vele verhalen aangehoord en vele ervaringen gedeeld. Ik sta niet echt te popelen, maar ja, als ik een salaris vang, moet ik daar wel iets voor terug doen. Vind ik wel.
De zomer was lang en warm, zeg maar heet. In Nederland toen we terug waren uit Griekenland. In school was het ook warm. Op de kamer van Frank en Martin (ooit die van Sophie en mij) was het ook weer killing hot, maar goed. Daar zit ik niet meer. De kapstok voor het klootjesvolk heb ik gevonden, dus daar hang ik mijn jas op, zet ik mijn paraplu neer en mijn rugtas. Mijn Surface zou ik normaal gesproken op school laten - in een niet nader te noemen kamer of zo - maar nu moet ik gaan bedenken of ik dat ding elke dag van en naar huis neem. Ga ik komend weekend eens over nadenken. En zo zijn er nog wel een paar andere dingetjes waarover ik moet beslissen. Komt vast goed.
Nou, laat die gastjes maar komen! Ik ben er helemaal klaar voor. Het enige dat ik nog moet doen is weer een beetje in de vingers krijgen hoe ik de gepokémonde puberbreinen kan instellen op huiswerk doen, met name Latijn natuurlijk. Ik moet ze leren "schakelen", zoals dat tegenwoordig heet. Hee, ik dacht dat jij Piet heette! Nee, hoor, ik heet Klaas. O, even schakelen. Verrek, ik zie nu dat jij je huiswerk gemaakt hebt! Even schakelen voor mij, hoor. Begrijpen ze meteen. Verdorie, ik ga te hard op die scherpe bocht af. Even schakelen. Ja, dat is wel verstandig dan ja.
Goed, omdat ik verwacht dat ik daar nog beperkt kluifje aan zal hebben, heb ik besloten een cursus te volgen. Ik weet nog niet bij wie, maar het gaat in dit geval ook om de Olympische gedachte: een cursus volgen is belangrijker dan er eentje met een papiertje afronden. Enfin, in die cursus zal ik waarschijnlijk leren hoe ik de arme zielen zodanig kan bespelen dat ze min of meer op hun hoede zijn als ik in de buurt ben of kom. Vroeger was dat automatisch zo, maar met het klimmer der jaren blijk je dan toch ineens minder imposant dan je gedacht had. Even schakelen.
Ik zat eigenlijk te denken aan het opstellen van een reeks gedragsregels die ik dan neutraal en algemeen zal formuleren. Dan kan ik ze daar later, als ik vind dat ze over een bepaalde grens heen gegaan zijn, altijd mee confronteren. Vrijwel alle leerlingen begrijpen onmiddellijk welk type gedrag oké is en wat niet geaccepteerd wordt. Er zijn maar weinig mensen die zo'n lijst met algemene gedragsnormen niet kunnen begrijpen. Yuri van Gelder, niet te verwarren met Dick de Gelder, is er daar eentje van. O ja, en zijn advocaat. Die snappen er niet heel veel van. Eigenlijk moet ik daar half Nederland aan toevoegen, want de ene na de andere imbeciele mening werd op het internet gekwakt door lieden, van wie de meesten niet door enige accurate kennis van zaken gehinderd werden. Gauw over ophouden. Oftewel, even schakelen.
De cursus moet volgens mij niet veel meer dan twee dagen beslaan. En er moet vanzelfsprekend een lunch bij zitten. Ik moet nog eens even op zoek naar iemand die me zo'n cursus kan geven. Ik merk wel dat ik "het" even kwijt ben. Na zes weken geen reet uitvoeren is het toch lastig weer te doen alsof je voor de klas staat en alles in de klauwen hebt. Weet je wat? Ik ga thuis oefenen. In mijn studeerkamer ga ik gewoon alfagedrag vertonen en dan eens zien of de katten ervan onder de indruk raken. Nee, ik ben er helemaal klaar voor.
Wat was het heerlijk stil! Mijn gedachten, jullie gedachten? Maakt niet uit. We zijn gisterenavond van onze lang geplande Griekenland teruggekomen. Drie en een halve week de hortos oppos. Belangrijk was dat we als hele familie een mooie ervaring hebben gehad. Zeker de week in Gialova was top. Na Gialovo scheidden diverse wegen zich. Roxane, Jeffrey, Benjamin en Linnéa keerden samen met Iskander terug naar Nederland. Daar ging Iskander weer aan het werk bij #combigoods, en de Kusnadi's maakten zich op voor Kroatië. En Kroatië voor de Kusnadi's... We brachten Xanthias en Maud naar Athene en gingen zelf door naar de Pilion. Daar hebben we een paar bijzondere dingen meegemaakt. Dat zeg ik niet gauw. Het meest indrukwekkende vond ik, vonden wij dat we bij de wandeling door een kloof vergezeld werden door een hond. Die wandeling begon in het kustdorpje Afissos. Bij de eerste de beste afslag: een hond. Beetje herderachtig, beetje labrador. Blond, vrouwtje. In het begin was de wandeling goed te doen: we hebben meer kloven gelopen, dus dat konden we gerust zeggen. Hond erbij, gezellig. Die gaat heus wel een keer omkeren, naar haar baasje. Dachten wij. Toen werd de wandeling lastiger, zeg maar gerust op bepaalde punten heel lastig. Op één punt té lastig. Hond nog steeds aan onze zijde, beetje voorop, beetje achter ons aan. Kort en goed, ze is echt de complete tocht - het was op den duur echt geen wandeling meer, maar een vermoeiende spierpijn opwekkende klautertocht. Soms met een rood cirkeltje dat ergens op een steen geverfd was. Op de site van de Pilionwandelingen (https://www.pilionwalks.com/index.html) staat als disclaimer dat deze wandeling door de bedenkers voor het laatst in 2017 "gewandeld" is. In anderhalf uur. Wij zijn niet super getrainde wandelaars, maar anderhalf uur is echt bullshit. Minimaal twee en een half uur voor deze jonge sprankelende zestigplussers. Met gelukkig héél goede schoenen aan.
Hoe dan ook, we hebben het weer overleefd, deze kloof. Maar ik was voor het eerst in mijn leven heel blij met een hond. O nee. Tweede keer. Vroeger, toen ik klein was, was ik blij met onze zwarte poedel Blacky. Serieus, dat beest heette Blacky. Je krijgt tegenwoordig voor minder een hoop shit over je heen. Maar het was een lieve poedel. Deze hond, geen idee hoe ze heette. Maar ze was aangenaam gezelschap.
Als ik weer wat inspiratie (nee, geen transpiratie) opgedaan heb, schrijf ik wel weer een stukkie. Jan van Ringelenstein, je bent nog niet van me af, gozerd!
Gisteren was gisteren, vandaag is vandaag. Ik dacht maar eens met een wijze spreuk te beginnen deze keer. Beetje melancholisch ben ik wel. O nee, nostalgisch. Al die moeilijke woorden ook.
Gisteren kreeg ik een idee van hoeveel vrije tijd ik ga krijgen, zodra op 1 augustus mijn coördinatorschap, én mijn staffunctie, stopt. Ik ging lekker in mijn luie stoel (gevalletje enallage: de stoel is niet lui, althans niet bij mijn weten, ík ben lui) metaforen aanhoren op tv. Ze hebben daar een speciale zender voor, zo in de zomer. Zo in juli, als de Tour de France verreden wordt. Dat commentaar! Zo verschrikkelijk nietszeggend, zo'n - je kunt met wat ik zeg nog alle kanten op - prietpraat, zo barstensvol beeldspraak annex wielertermen dat je er een boek over kunt schrijven. Als die Maarten Ducrot aangeeft dat er eentje wel heel erg doorheen zakt, kun je er donder opzeggen dat die renner ergens vooraan eindigt. Het is op een heel aparte manier genieten geblazen.
Nou, daar heb ik dus momenteel tijd voor. Vroeger - vroegûh - verbaasde ik me erover dat een oom van mij zich weken op dé Tour kon verheugen en dat hij uur na uur achter de buis zat om alle ontsnappingen, al het afzien van dichtbij mee te maken. En nu doe ik het zelf ook. Ik degenereer toch wel snel nu.
De staf. Van sinterklaas zeker? Nope. Van een bevallige fee? Ook niet. De staf van een vervaarlijke toverkol? Neehee... De staf van school. Vroeger hadden we een kleine staf en een grote staf. Die kleine staf kwam geregeld bijeen, maar die grote staf een keer of drie per jaar. Wat was het verschil? In de grote staf zaten ook de decanen en de eindexamensecretaris, in de kleine staf alleen de schoolleiding en de leerjaarcoördinatoren. Ik heb de afgelopen dagen mijn, sorry Sophie, ónze kamer uitgemest en in enkele mappen vond ik, keurig in plastic hoesjes, de agenda's van alle stafvergaderingen ooit. Nou ja ooit. Die waar ik deel van uitmaakte. Had kunnen maken. Irritant, die plastic hoesjes. Die kunnen niet bij het oud papier, of dat nou in de papierbak voor privacygevoelige documenten gemikt wordt of gewoon in de blauwe.
De laatste jaren gaat alles digitaal, ook in de staf. Teams begon als noodzaak, maar bleek uitermate handig om efficiënt te vergaderen. Vergaderlijsten, actiepunten, memo's, notities, de hele mikmak is digitaal. En die ontwikkeling is nog lang niet gestopt.
Gisteren vertelde ik Martin, mr. Ras voor insiders, over trucjes die je met Excel uit kunt halen. Dat is van een andere orde dan een trucje dat je met je oren kunt doen, of met een spel kaarten. Zeker in de combinatie met Word is er heel veel mogelijk. Zelf heb ik me de trukendoos van samenvoegen in een jaar of twintig eigengemaakt. Veel uitproberen, veel vragen, veel opzoeken en ik weet er nu aardig wat van af.
Goed, de staf dus en digitalisering. Aantekeningen maken in de vergadering, het hoeft niet meer. Ik ben daar ook niet heel sterk in. En ja, je moet je sterke punten benadrukken.
Of dat lesgeven wordt, geen idee. Ik dacht dat ik minder te doen zou krijgen, maar met vijf klassen, in totaal 19 uur heb ik nog steeds een enorme berg taken gekregen. Ze zullen wel goed gerekend hebben, hoop ik. Ach, programma's rekenen alles uit. Zermelo maakt geen fouten.
Goede vakantie voor ieder die hem heeft!
Zo. Dat was het. Het schooljaar bedoel ik. Laatste jaar als coördinator. Ik heb het ongeveer zo'n dertig jaar gedaan. Heel precies weet ik dat niet. Er is de laatste week nogal wat aandacht besteed aan het stoppen met mijn taak. Het mooiste "afscheid" had ik woensdag, tussen de gangen van de barbecue door. Ik had zelf wat toespraakjes gehouden voor collega's die echt vertrekken, voor Guusje en Lucas (en voor Dineke, maar zij was er niet), en ook voor Sophie die net als ik wel stopt met een taak maar wel op school blijft. Vervolgens was ikzelf het haasje. Zeg maar gerust de haas.
Als eerste sprak Marco, de rector, mij treffend en waarderend toe. Ik moet eerlijk zeggen dat ik anderhalf jaar geleden niet had kunnen denken dat ik zijn woorden zo zou waarderen. En toen nam mijn roomy Sophie gedurende een half uur de regie in handen voor nog wat meer aandacht voor mij dan ikzelf altijd al genereer, met die vage stukjes tekst. Collega's en oud-collega's (Pieter was er weer!) met wie ik nog een bijzonderder band heb dan met anderen (helaas waren er een paar ziek) gaven me een inkijkje in mezelf. Uitspraken van oud-leerlingen over mij, een oud-leerlinge in persona aanwezig, goede adviezen voor de toekomst, het Eia in een viertal zelfgemaakte versies, enfin, ze gaven me een gevoel van trots. Ik had geen toespraakje voorbereid en dat zei ik ook. Vervolgens kwam er toch nog een enigszins samenhangende tekst over de haag van mijn tanden. Bottomline: we kunnen het niet alleen, we hebben elkaar nodig, niet alleen alle collega's maar ook de leerlingen en hun ouders. Dát maakt ons JDW tot wat het is.
Hoewel vrijwel geen collega dit blog nog leest wil ik toch al mijn collega's bedanken voor hun support, hun adviezen, hun wensen, hun geduld, hun kritische houding, hun complimenten, hun zorg voor de leerlingen. Als je zulke collega's hebt ben je als school onverslaanbaar.
Het Eia de volgende dag in de Augustijnenkerk mislukte volledig. Ik heb er niemand over gehoord. Iedereen was vol lof over de Proclamatie eindexamens. Op de borrel later in de museumtuin heb ik mezelf suf gerend met cadeautjes voor leerlingen, die ik bijna allemaal vond. Drankjes en bitterballen, ze gingen aan mijn gok voorbij. Ach, ik was er voor de geslaagden en hun trotse ouders en grootouders. Enkele van de aanwezige ouders waren ooit mijn leerling. Die vonden het extra leuk me te wijzen op hun geslaagde grut. Weer andere ouders hadden mijn mail leuk gevonden, mijn mailtjes zelfs. Er kwam ook EEN OUDER naar me toe, die vertelde dat hij nou die man was van de narrige mailtjes. Ach, het zij hem vergeven, dacht ik.
Vrijdag hadden we de Promotie en deelden we de rapporten uit aan, in mijn geval, de vijfdeklassers die naar de zesde gaan. Traditie is het oplezen van de namen van de bevorderden. Ik vergeet ook weleens iets, het vermelden van cum laude of zo, maar een complete leerlinge niet noemen, dat is me weinig gebeurd. Nu dus wel. Ik zag aan het eind van de lijst van één vijfde klas wel iemand enthousiast zitten wuiven, maar ik dacht dat een ouder verheugd zwaaide, na een weerzien van 30 jaar of zo. Gelukkig heb ik het recht kunnen zetten. Ik heb Nienke naar voren gehaald, haar extra luid genoemd en natuurlijk mijn excuses aangeboden. Gebeurt me niet meer, dat is dan ook wel weer zo.
Na de Promotie was er een borrel gepland, maar die werd afgelast. We zaten niet te wachten op nog meer zieken. Natuurlijk hebben we zelf met een klein groepje nog wel iets gedronken, maar daarna was het Schluß. Het waren een paar mooie jaren.
Vanavond werk ik door. Ja, weet je wel weet je niet, ik had er gewoon zin an. Ik stop even een paar uurtjes om bij te komen van de hectiek van de laatste loodjes. En dan ga ik richting Energiehuis - kolere wat een passende bijnaam eigenlijk: nomen est omen - want er is een schoolfeest. Werk dus. Dat was vroeger chillen met Deep Purple en een baco. Nu is het verdachte figuren laten blazen, proberen wat regelmatige beats te ontdekken in het geluid en waken over de tere zieltjes. Gelukkig hebben we er een paar ervaren feestbeesten onder de collega's bij, dus die laten we vooraan staan. Ik mag de laatste shift want ik ben leerjaarcoördinator. Ehm, ja. Da's toch logisch? De andere coördinatoren zijn ook de lul, alleen eerder op de avond. Ik ga met mijn muntje - hee, die mag ik trouwens zelf naar believen uitdelen - een melkje halen denk ik.
Schoolleiders houden vanaf thuis supervisie en dat zou me er bijna toe verleiden ook maar schoolleider te worden. Dûh nee! Ik zie me al besturen in onze school, met dat mega gele ei, dat auditorium. Ben ik straks een eileider.
Nog vier dagen. Vier dagen vol met regelen, borrelen, speechen (niet in die volgorde, lijkt mij), luisteren naar speeches, handen schudden, foto's (laten) maken en meer van dit soort dingen. Daarna is het weekend en dan is het tijd voor feesten (u kent mij, ik ben nooit uitbundig in dat opzicht) bij goede vrienden die 50 jaar getrouwd zijn (50!!), het bezoeken van mijn moeder en het bijkomen van de vermoeienissen van de afgelopen weken. Vanaf maandag ruim ik mijn spullen in grote shoppers en breng datgene wat een plaats op onze studeerkamer verdient naar huis. Dat is bij nader inzien niet zo veel, want ik ga er thuis geen museum van maken. Veel gaat de papiercontainer in vermoedelijk. Ik ben wat dat betreft nuchter. Zo tegen de dertig jaar heb ik deze klus gedaan en allemaal persoonlijke dingen op de muren geprikt, en dan komt er iemand die het anders gaat doen. Zeker weten dat ie het ook goed gaat doen. Nou, dan ruim ik het veld. Beetje nostalgie, vooruit. Maar ik ga niet zwijmelen.
Zijn mij dingen speciaal bijgebleven? Zeker. In de categorie triest is dat iets wat mij altijd bij zal blijven. De vader van een mentorleerling was ziek, ernstig ziek. De kans bestond dat hij de proclamatie niet meer zou meemaken. Ik heb in mijn nette kloffie enige tijd daarvoor thuis bij die familie die jongen toegesproken zoals ik dat in de Augustijnenkerk zou hebben gedaan. Zijn vader trots, zijn moeder trots, opa en oma en zus trots. Een week later kreeg ik droevig nieuws.
Van een andere orde was mijn csi-uurtje. Een jongen had bijna zeker weten ná het terugkrijgen van zijn werk een goed antwoord genoteerd op de plek waar een rode streep van de docente stond. Zij wist nagenoeg zeker dat daar aanvankelijk helemaal niets had gestaan. Maar hoe bewijs je dat? Eerst vraag je dan zo'n knaap: "Joh, weet je zeker dat je dat antwoord had opgeschreven?" "Ja, meneer, zeker weten. Waarom vraagt u dat?" Trucje van de wedervraag hè. Ging ik niet op in. "De docente beweert dat er niets stond en dat ze daarom een rode streep gezet heeft. Wat is daarop jouw reactie?" "Meneer, ze lult. Ze heeft gewoon een fout gemaakt en weigert die toe te geven." Nou vertrouw ik mijn collega's in het algemeen blind en deze collega altijd. Dus ik ben naar de BiNaSk- ruimte gegaan en heb daar een microscoop geleend. Toen iemand dat ding voor me had scherpgesteld bestudeerde ik de rode streep én het blauwe goede antwoord. Als het klopte wat hij zei stond de blauwe tekst onder de rode streep. U raadt het al: de blauwe tekst stond bovenop de rode streep. Met het blote oog was het niet te zien, maar met een microscoop was het goed te zien. Dus ik, van binnen triomfantelijk, van buiten ijzingwekkend koel, opnieuw naar die knaap toe. "Ik vraag het nog één keer, heb je die tekst pas bij het inzien van de toets geschreven of eerder?" "Meneer, waarom valt u me hiermee lastig? Ik ga mijn ouders informeren. Uw collega heeft haar werk gewoon niet goed gedaan." "Beste ...." - natuurlijk noem ik zijn naam hier niet - "weet wat je doet. Ik heb met een hele dure, supergevoelige microscoop dat werk bestudeerd." Stilte. Je zag 'm denken. Haha, De Hoon met een microscoop, hij weet niet eens hoe je dat schrijft. O nee dat weet ikzelf niet. Stilte. Elkaar aftasten. Figuurlijk. Stare down van een higher level. Verlies nemen, ik zag het besef in zijn ogen groeien. Jeezus... drieletterwoord, vierletterwoord, ik ben de sjaak. "Oké meneer, u heeft me. Ik heb dat later geschreven." Yesssssss! Zo, jongens, ik kwam bij wijze van spreken as high as a kite thuis. Wat heb jij vandaag? O, sprak ik koel. Ik had er eentje te pakken vandaag. Ga zitten, ik vertel je hoe ik hem te pakken kreeg. Zij was trots op mij! Ik mocht het toetje kiezen.
Ach, dit zijn zomaar een paar dingetjes uit mijn leven als leerjaarcoördinator. Nog vier dagen.
Met angst en beven ga ik de komende dagen naar school. Het wordt formeel de laatste schoolweek, al werk ik op mijn ouwelullentempo door in de week daarna. Toch een beetje sado? Nou nee. Ik ben beschikbaar, zoals dat heet. Ehm, Van Hoon, spoor je wel? Beschikbaar waarvoor? Bemiddelaar worden in conflicten zoals die nu actueel zijn? Nee hoor. Die taart laat ik aan mij voorbijgaan. Nee, ik ben beschikbaar om eventueel nog een examen na te kijken. Latijn. Da's mijn vak. Als er op een andere school, in het mooie Utereggg bijvoorbeeld, iemand op het onzalige idee komt zich ook nog eens op een derde tijdvak Latijn te werpen, tja, dan moet er natuurlijk wel een tweede corrector in Dordt zijn, hè. En aangezien onze regio formeel al met vakantie is heeft de overheid in al zijn goedheid besloten alleen al voor die beschikbaarheid extra te dokken. Da's toch chic de friemel, niet?
Verder leef ik in angst omdat ik bij de formele bijeenkomsten deze week graag mijn nieuwe suit wil showen. Ik heb dat pak gisteren gekocht, maar ze gaan het nog wat verbouwen. Mijn bovenstukje past goed (oeps, klinkt bedenkelijker dan ik het bedoel), maar er is wat mis met de broekspijpen en het bassin. Het bassin? Heb je diploma A wel, Hoontje? Ehm nee. Mijn kleinzoon Benjamin wel bijna, maar ik heb dat nooit gehaald nee. Goed, het bassin is waar de "bips" niet te nadrukkelijk in moet uitkomen, maar ook niet volledig moet verzuipen (bassin, hè!). Donderdag bij het zingen van het Eia en de rest van de proclamatie, de borrel, het etentje en het feestje moet ik het zeker aan hebben, dat pak.
Ik heb daar nu al een passende stropdas bij - oke, geleend van zoonlief, niet gekocht - die duidelijk maakt met welke worstelingen ik afgelopen jaar te maken heb gehad. Zo van, ik ga niet expliciet janken of zo, maar een beetje aandacht is wel lekker. Goh! Is die stropdas symbolisch of zo? Nou, hij staat inderdaad vol symbolen ja en - snif - die zeggen - snif snif - wel iets - gebroken stem - over mijn mentale constitutie dit jaar. Combi van moeilijke woorden en wat meelijwekkend gesnif, doet het altijd goed. Ik voel de armen al om mij heen.
O ja, ik moet niet vergeten een big shopper mee te nemen. Voor alle flessen wijn, bier, melk en zo. Ik neem er voor de zekerheid twee mee. Alleen nog iemand regelen die die shoppers tussen de borrel en het etentje even naar mijn huis brengt en ze daar voor de deur zet. Of in de tuin. Ik pas het aloude trucje gewoon toe. Aan een geslaagde die mij dankbaar is voor iets vraag ik, na hem/haar uitvoerig gecomplimenteerd te hebben, of ie met de auto is. Is het antwoord ja, dan zeg ik: getalletje onder de tien? Dat raadt ie natuurlijk in één keer en dan rijden ze met die shopper naar mijn huis. Pfft. Ook weer geregeld.
Weekend. Volkskrant lezen. En dan toch per ongeluk in de lerarenmodus schieten. Wat staat er onder de foto?
MINISTER VAN LANDBOUW HENK STAGHOUWER (CU) DONDERDAG TIJDENS EEN SCHORSING VAN HET KAMERDEBAT OVER HET STIKSTOFBELEID, DIE HEM EEN 'DIKKE ONVOLDOENDE' GAF. FOTO FREEK VAN DEN BERGH / DE VOLKSKRANT
O, o, o. Dat betrekkelijk voornaamwoord ook hè. Ik zoek, dat is een beroepsafwijking, meteen naar het antecedent. Dat moet mannelijk of vrouwelijk zijn, niet onzijdig. (een "de-woord", geen "het-woord"). Wat is het antecedent van "die"? Het kamerdebat en het stikstofbeleid vallen af (allebei onzijdig). Tja, dan blijven er maar vier over. Minister, maar een minister geeft zichzelf hooguit demonstratief een onvoldoende. Die niet dus. Landbouw, mwah. Donderdag, kan ook nog. Maar een dag geeft geen onvoldoendes, bij mijn weten. Dan moet het de schorsing zijn.
Het bedoelde antecedent had zich verstopt: het is natuurlijk de Kamer, die de minister een onvoldoende gaf.
Waar kan iemand zich op zijn vrije zaterdag druk over maken, hè? Onvoldoende, poeh hee, zou Tommie zeggen. Jullie hebben allemaal een onvoldoende (https://www.youtube.com/watch?v=WNPS-SV4lJI).
Onvoldoendes, binnenkort weer zeer actueel....
Op school heerst een hete, maar weldadige rust. Zeker op mijn afdeling. De zesdeklassers zien we niet meer, hooguit als er iemand een herexamen muziek komt doen in lokaal 113. Maar verder bereiden ze zich geestelijk voor en qua uitdossing voor op de proclamatie eindexamens. Die is op 7 juli. Verder is dat een rustige week. Vergaderingetje hier, sectieoverlegje daar, barbecuetje zus, examenfeestje zo, promotietje (nee, nee, niet verkeerd lezen), borreltje, schoolliedje, museumtuintje, fotootje, rechtop blijven lopen, afscheid nemen, oude bekenden verwelkomen. Ach, we zijn professionals. We doen het niet voor de poen.
Over poen gesproken, er is een nieuwe CAO hè. Die heeft wat leuke verrassingen in petto, waar wij ouwetjes nog aardig van profiteren. Nou alleen hopen dat we geen corona krijgen en dat de leuke dingen van het leven de overhand weer krijgen. Dan kan die weldadige, maar ook snikhete rust over enige tijd langdurige realiteit worden. Vanmiddag sprak ik Sara. Zij werkt al twintig jaar als werkster op school bij ons. Ze is Engelse, of Ierse, dat weet ik even niet meer. Sara vertelde me dat ze in september 67 wordt en dat ze dus met pensioen mag. Haar partner is 64, dus die mag nog even. We hebben even staan praten en het ging, voor wat ik ervan kon thuisbrengen, qua gezondheid wel weer goed met haar. Houden zo Saar. Pensioen is leuk en op den duur verdiend, maar je moet wel gezond zijn om ervan te kunnen genieten.
Gisteren was ik, in mijn nadagen als coördinator, nog even aan het testen of ik nog streng kon overkomen. Er was herrie op de gang. Laatste lessen en dan alles oké vinden, die tijd heb ik wel gehad. Ik weet het, zielige zure zanikneus ben ik. Voetballende gastjes in de gang. Niemand greep in, dus ik sleepte mijn vermoeide, verhitte, bijna uitgedroogde karkas naar de gang. Er rolde inderdaad een bal, en een vierdeklasser maakte naar mijn idee aanstalten daar tegenaan te gaan schoppen. Aanloopje à la Memphis, maar dan wél raak, zeg maar. Feit bewezen dus. Daar ligt dus die bal, voor lokaal 116 herrie. Ik ga een paar meter voor die bal staan (dat ronde voorwerp, niet dat mannetje dat zijn voet ertegenaan wilde pleuren) en stak mijn hand uit. Ik maakte het zelfs voor hem begrijpelijke gebaar van "kom maar effe hier met dat ding, jochie". Geen woord gesproken. En pipo Klaas Jan Huntelaar ook niet. Geen protest. Dus ja hoor, ik had het nog. Geen onrust meer op die gang, zolang ik nog in functie ben. Boeh!! Schrik! Juist! En trouwens, volgend jaar heb ik Saffie Wijnaldum misschien in mijn les Latijn. Kan ie maar beter vast geïmponeerd zijn. Kijk, zo soms denk ik ook nog wel eens vooruit, hè. Marc Van Hoon Van Gaal de tweede.
Ben ik ergens ingevlogen? Ja en nee. Nee als in, nee, men heeft geen grapje met mij uitgehaald dat ik niet door had. En ja, ik werd net, oké op mijn eigen fiets dan, ingevlogen om te zingen. Was ik Frans Duits geworden? Nee, niet qua zangkunsten en ook niet qua postuur. Nee, er was een avond voor de ouders van alle nieuwe eersteklassers. Vanmiddag waren die eersteklassers er zelf en nu hun ouders. Vanmiddag wilden we de kiddo's, behalve een hoop informatie, ook het schoollied in hun maag splitsen. Nou ben ik geloof ik nog één van de hooguit vijf wezens die het Eia uit het hoofd kennen. De rest leest en zingt tegelijkertijd. Vanmiddag mocht ik meneer Latijn spelen en het Eia toelichten, voorzingen en daarna de massa's opzwepen met dat heerlijke lied! Samen met de rector. Ging best aardig. Ik was er tevreden over, en hij ook.
Maar dat ik vanavond ook moest zingen, dát had ik ff niet meegekregen. Ik was m'n big shopper aan het leeg ruimen en de natuur moest even hoognodig zijn werk doen. Zit ik daar, gaat de telefoon. Amazing Grace, maar dan van Dropkick Murphys (https://www.youtube.com/watch?v=Ip-COzs42LQ). Ik nam niet op maar af, zeg maar. Even later bel ik terug. Nick. Wist ik niet dat ik er vanavond ook moest zijn? Hem was het ook niet duidelijk. Paniek in de tent. Er moet een Eia komen, maar er was geen leadzanger. Mick Jagger was ook al niet beschikbaar, dus dat was driewerf ***. Oh nee, tweewerf. Moeilijk is het niet, maar het blijft Latijns...
Eia cantemus, sodales, carmen eloquentiae,
cui studemus, nos amici, fervida cupidine.
Namque magni semper aestimabitur facundia.
Vivat ergo, fiat nobis, nobilis sodalitas.
Ik trek mijn lange broek aan, overhemdje, en spring op de fiets. Hup naar mijn werk. Zingen met die hap, en met de rector. Het ging fantastisch, eerlijk waar. Zelfde verhaal. Beetje mysterieus uitspreken, tekst toelichten, sappig verhaal erbij en zingen. Men stond op de banken. Luid gejuich ging op, stagediving all over the place. Het was een happening, een event van het zuiverste water. Handtekeningen heb ik maar niet gezet. Met een limo werd ik naar huis gebracht, riante bonus in the pocket. En toen werd ik wakker. In slaap gevallen bij midsummer murders. Ik had hem al eens gezien.
Nu de schoolleiding het personeel heeft ingelicht voel ik mij vrij vanaf deze plaats mijn opvolger als leerjaarcoördinator van harte te feliciteren en veel succes toe te wensen. Hij brengt een hele dosis ervaring met zich mee. Dat is belangrijk, maar nog belangrijker is dat hij een groot empathisch vermogen heeft, belangrijk om zowel bewegingen, de "chemie" binnen het gremium van leerlingen als van docenten en stafleden goed in te schatten. Joviaal, imposante verschijning, humor, "the snipers look", overwicht, beminnelijkheid, tactisch en strategisch vermogen, klasse, sportiviteit, goede stem, het is er allemaal. En hij is voor Ajax. Yes!!
Beste collega, jongen, Martin. Heel veel succes! Je gaat het goed doen, zeker weten!
Deze week komen er nog drie leerlingen hun cijfer voor Latijn verbeteren. In gedachten was ik alweer bij volgend jaar. Ovidius.
Ik zou willen dat meer leerlingen vooruitkeken als het mannetje uit de eerste klas die zich afgelopen donderdag ziek kwam melden. Meneer, mijn eigen coördinatoren zijn er niet, kan ik me bij u ziek melden? Ja hoor, kom maar even verder. Hoe heet je? Terwijl ik zijn naam probeer te duiden en op te zoeken in SOM zegt hij "meneer, dat is zet, aa, ii" en terwijl hij werktuiglijk zijn voornaam spelde keek hij rond. Hij moet mijn bureau gezien hebben waarop twee ballonnen lagen die een 4 en een 0 vormden, 40 dus. Elma en ik waren die dag 40 jaar getrouwd en Sophie was natuurlijk hartstikke attent geweest met die versiering en een fles fantastische Oostenrijkse wijn, die we overigens nog geen uur geleden soldaat gemaakt hebben. Zo, zegt ie, bent u jarig meneer? Kijk! Dat is nou nog eens vooruitdenken! Die man kan ik later tegenkomen als ik echt aan het puberen ben en dan kan ik maar beter een zo goed mogelijke indruk op hem gemaakt hebben. Ha ha, nee hoor, Dat is niet mijn leeftijd. Nee, mijn vrouw en ik zijn vandaag 40 jaar getrouwd. Vandaar! O, maar hoe oud bent u dan meneer? Nou, ik ben begin zestig. Nou, dat zou je niet zeggen, meneer! Fijne dag vandaag! Ik ben morgen weer op school, meneer, mijn moeder is geïnformeerd, als ik morgen nog ziek ben, moet ik via SOM door mijn moeder ziekgemeld worden, en ik moet als ik thuis ben even een mailtje sturen aan u en aan mijn eigen coördinator. Dan weten jullie dat ik veilig thuisgekomen ben. Toch? Helemaal prima, jongeman! Beterschap voor jou!
Ik denk dat ie geen vragen durfde te stellen over het boekje dat links van 40 lag. Ik had er eerlijk gezegd ook geen vraag over kunnen beantwoorden. En over lekkers gesproken, de droppot rechts achter de 40 heb ik vorige week voor het laatst gevuld. Die komt nog wel leeg. Ik zie je over een paar jaar in de vijfde, Zain. Wel Latijn kiezen hoor!
Dit zijn onrustige weken voor examinatoren, dat kan ik je zeggen. Je hebt examens nagekeken en dat heb je optimaal gedaan. Natuurlijk. Maar waar gewerkt wordt worden fouten gemaakt en dus is er een tweede corrector van een andere school. Die checkt of je inderdaad goed nagekeken hebt. Ik zit op de schaal van strengheid ongeveer halverwege. Ik houd me aan het correctievoorschrift. Waar er ruimte is, neem ik die. Ik luister goed naar correctie adviezen vanuit de VCN, maar verder ben ik erg volgzaam. Maar goed, de tweede corrector moet het wel met je scores eens zijn. Dus enkele dagen nadat je je werk bij de administratie ingeleverd hebt, voorzien van de goede krabbels op de goede plekken, wacht je 's avonds achter je PC op contact van de andere kant. Ehm, niet dat ik verwacht dat ik een belletje krijg van een overledene, dûh.
Ook vrouwlief heeft gecorrigeerd en ook zij wacht in spanning. Is het een redelijk iemand? Is het een vreselijk temerige betweterige irritante collega die vindt dat alles wat jij goed gerekend hebt fout is? Is het iemand die zegt: ja, ik heb uw werk zeer grondig bekeken. En ik vond er hier een puntje bij, daar een puntje af. Dus het eindsaldo was gelijk. Goedenavond verder. Dan weet je ook genoeg. Ook die had te weinig tijd.
Nou ja, afgelopen woensdagavond, tegen achten ging de thuistelefoon. Aha, dacht ik meteen. Een tweede corrector. Dus ik neem op en spreek mijn naam in. "Goedenavond, u spreekt met Marc de Hoon. Wat kan ik voor u doen?" Joh, ik kan zo in een call centre aan de slag. Mevrouw aan de andere kant. "Ja, u spreekt met" - ik zal haar naam hier niet noemen, ook omdat hem vergeten ben - "ik ben de twee..... Wat zei u? Bent u Marc de Hoon? Van Superlatijn?" "Ehm, ja." "Oh, wat geweldig dat ik u nu aan de telefoon heb! Ik laat mijn leerlingen bij ons op school" - een christelijke school, ik heb het even opgezocht - "altijd op uw site kijken. En ze vinden uw examendocument fan--tás ---tisch! Dan komen ze naar me toe, en dan zeggen ze: heeft u dit grapje van meneer superlatijn al gelezen? En dan komen ze niet meer bij! Wat geweldig dat ik u nu spreek. Ehm, o ja. Eh, is uw vrouw thuis - goh, ik weet niet wat me overkomt! - want ik ben haar tweede corrector."
Ik denk nog eens na of ik wel christelijk-verantwoordelijke grapjes heb gemaakt in mijn laatste document. Nou nee, wat hitsige versjes van Martialis. En wat bedenkelijke opmerkingen over Plinius, omdat je anders in slaap valt. Dus die gastjes van die school hebben, onder het mom van informatie verzamelen voor het examen Latijn, vunzige bacchanalen beleefd. Tja, op De Hoon zijn teksten ga je lekker.
"Ja hoor, mevrouw. Ik geef u haar even. Fijne avond! O ja, dit gesprek is opgenomen om onze service verder te kunnen verbeteren." Stilte aan de andere kant. "Grapje, mevrouw!"
Ik kan mijn gevoel even niet duiden. Heb ik nou echt vakantie? Nee, het is een lang weekend. Oké, met de bruiloft erin van mijn roomy, maar toch een lang weekend! Heb ik zo weinig meer te doen dat ik een soort van nep-vakantiegevoel heb? Nou, valt wel mee. Ik zit voortdurend dingetjes te doen en ook te maken, voor school ja.
Voel ik misschien dat een zware taak binnenkort van mijn schouders glijdt? Ik denk dat dat het is. Ik ben al bezig met het leeghalen van mijn kamer en heb een soort van drang naar een complete make-over van mijn lokaal. Ik heb alle posters van het prikbord gejast of ik ga dat nog doen. Op de metalen kast in 117 plakte ik jaar na jaar de posters die uitgeverijen van examenbundels Latijn mij toestuurden, in de hoop dat ik hun editie af zou nemen. Ik stelde als goed JDW-er altijd alles uit (de bekende rubberen deadline) en kreeg dan prompt weer extra mooie posters. Die posters op die ijzeren deur, dat was dus een dik pakket geworden. Hup! In één keer eraf. Net een pleister op een wond. Hatsiekiedee, in één ruk eraf!
En zo ga ik alle posters van het Ciceroconcours er ook afhalen. Twintig jaar lang (nou ja, eigenlijk negentien, maar ik rond graag af op ronde getallen) ben ik met leerlingen naar Italië gereisd om te testen of ik ze zo goed les had gegeven dat ze een moeilijke tekst van Cicero konden vertalen. Mwah. Ik ben een slechte leraar dus. De organisatie daar bestond uit bevlogen Cicerofanaten en één van die gasten ontwierp actuele Latijnse teksten (bijvoorbeeld over een tsunami, of over een aardbeving, of over de verderfelijke invloed van mobieltjes op het geestelijk welzijn), pleurde die op een gigantische poster en deelde die dingen dan voor nop uit aan o.a. Nederlandse professori die alles wat gratis was in hun rugzak of koffer propten.
Nou, die gaan dus van mijn prikbord af. Mijn prikbord? Ehm , het eigendom van mijn school natuurlijk. Dat gaat me een ruimte geven, zeg! Echt A0-formaat of zo. Onder het motto: alles wat in grote letters afgedrukt is valt beter op. Nou, mooi niet. Wij onderwijzers weten dat een mededeling "morgen eerste twee uur vrij" in lettergrootte 3 door iedereen gespot wordt. In tegenstelling tot een verzoek in lettergrootte 35 om na elke regel vertaling een regel leeg te laten. Hûh? Waar stond dat, meneer?
Goed, die vrijgekomen ruimte kan ik mooi benutten voor reclame voor mijn nieuwste hobby, het formatief handelen en toetsen. Ik heb net een proeftoets ontworpen voor mijn vijfdeklassers. Kijken wat ze daarmee doen. Afijn, al die ouwe meuk flikker ik d'r dus uit, want ik heb het licht gezien. Dat ik daarvoor 37 jaar in het onderwijs moet zitten, hè. Nu begrijp ik beter wat mensen voelen die "in de Heer" zijn. Wellicht ga ik in mijn vakantie bij mensen langs om literatuur te verkopen. Hup, bellen, deur open, voet tussen de deur en lullen maar. Shit, mijn studieplanner moet ik nog maken. Eerst koffie.
Ik ga mijn LinkedIn weer eens updaten. Nieuwe functie, niet elders. Ik ben bevorderd tot hoofdsurveillant. Ja ja, mijn kwaliteiten zijn onverbloembaar. Promotie en een gigantische salarisstijging. Ik heb nu wat mensen voor me lopen. Heerlijk. Ik overzie de boel, analyseer waar de mogelijke problemen eventueel zouden kunnen opdoemen en grijp dan daadkrachtig in. In managementgelul: ik pleeg een interventie. Nee joh, ik krijg daar gewoon een kick van.
Als hoofdsurveillant draag je veel verantwoordelijkheid en ik moet zeggen, na gisteren heb ik ook inderdaad last van mijn rug.
Stel je voor. Er zitten vijf rijen van twaalf ploeterende scholieren voor je neus. Ze mogen niet afkijken en onder andere door mijn kille blik doen ze dat ook niet.
Ze mogen, helemaal aan het eind van hun carrière, nu eens de lakens uitdelen en een surveillant bij zich roepen. Er zijn een paar scenario's als er een vinger (de wijsvinger, de middelvinger komt na de diplomering) omhoog gaat. Iemand moet naar het toilet. Iemand wil nog een extra blaadje of iemand is klaar met het examen. Als er een vinger omhoog gaat, kijk ik een van mijn ondergeschikten indringend aan. Die herkent mijn blik van vroeger (het zijn vaak oud-leerlingen) en loopt naar de omhooggestoken vinger. Met alvast een blaadje papier. Nou, dan begeleidt de ondersurveillant die leerling naar de plee. Bladje papier niet nodig, althans niet daarvoor. Of hij/zij overhandigt het inderdaad gevraagde blaadje. Óf - en dat is nieuw - de leerling is klaar. Dan overhandigt die leerling zijn werk aan de ondersurveillant. Die checkt eerst of alles qua namen en nummers op het werk staat en brengt dat naar de hoofdsurveillant. Die kijkt nog eens een keer of alles in orde is en noteert dan de vertrektijd op het protocol. Je ziet, ik ben enorm in waarde toegenomen.
Ik heb eens wat zitten experimenteren en zitten bedenken hoe de communicatie efficiënter kan. Hoe we sneller kunnen ingrijpen als er een vinger opgestoken wordt. Gebarentaal, dat is de oplossing.
Stel, er gaat een vinger omhoog. Ik beweeg mijn twee vlakke handen horizontaal een paar keer over elkaar heen en kijk vragend. Zo van, ben je klaar? Knikt ie, dan stuur ik de ondersergeant op hem af. Schudt ie, dan heeft ie misschien papier nodig dus. Ik teken met twee vinger in de lucht de omtrekken van een A4-tje en kijk weer vragend. Is dat het, dan stuur ik de onderluitenant met papier naar de vrager. Bij de mogelijkheid van wc is het lastiger. Is het een jongen, dan sta ik op, houd mijn rechterhand links voor mijn gulp, met de palm naar het "apparaat", zeg maar. Het internationale gebaar voor "ik moet zeiken als een ezel". Maar is het een meisje, dan lukt dat niet. Over een oplossing voor dat probleem ga ik maandag nadenken.
Het allerbelangrijkste van mijn nieuwe functie is dat ik een kwartier voordat het examen afgelopen is ineens hardop mag praten. Ik mag aankondigen dát ze nog een kwartier hebben. Om de sfeer een beetje te ontspannen zeg ik daar vaak achteraan "voor dit examen, niet in je leven". Dat soort humor wordt wel gewaardeerd.
Maandag ga ik eens ff onderhandelen. Ik wil best functioneringsgesprekken houden met de ondergeschikten, maar dan wil ik wel weten wat daar tegenover staat. O nee. Ik wil juist helemaal geen functioneringsgesprekken voeren. Da's waar ook.
Ik heb wel alvast aan tussentijdse evaluatie gedaan. Elke keer als de onderkorporaals een werk kwamen brengen, en alles stond er op, deed ik een duimpje omhoog. En toen het examen klaar was heb ik alle ondermedewerkers een boks gegeven. Gebarentaal. Werkt altijd.
Ik moet nog wennen aan mijn nieuwe baan. En de outlines van mijn functiebeschrijving zijn nog wat vaag. Salaris-technisch gezien is het einddoel nog lang niet bereikt. Daar wordt aan gewerkt. met ellebogen en schouders. En veel geslijm. Yeah Marcie parkie, dream on.
Mañana, mañana. Huh? Gaan we Spaans praten, Van Hoon? Da's toch Spaans? Ja ja, klopt. Het betekent morgen. Morgen als in de dag na vandaag. Morgen beginnen de eindexamens. Vandaag zijn we met een paar man even het sfeertje gaan snuiven in de examenzaal. Die is ook dit jaar weer in een leegstaand flatgebouw aan de Singel. De Singel is lang in Dordt en ik heb geen idee welke stukje Singel het is. Waarom daar? Is de gymzaal niet sober genoeg? Nou, de gymzaal is op zich prima, maar naast ons gebouw wordt het oude gebouw van de Brandweer gesloopt. Ja, écht gesloopt dus. Met teringherrie, stofwolken van gips, brandlucht, steengruis. Kunnen we niet hebben. Herrie naast de examenzaal. Vandaar dus uitgeweken naar een Singel.
Mooie ruimtes daar. Op de eerste, eigenlijk een entresol, vloerbedekking, een paar wc's, een keuken, een ruimte voor de kandidaten die elkaars geram op een laptop niet kunnen velen. Op de vijfde niet nee. Die is vrij basaal. Enfin, die hebben we alleen nodig voor de grote groepen. Dus voor Nederlands, wiskunde en Engels. Komt helemaal goed.
Nou goed, ze hebben gezien waar ze de komende weken afgebeuld worden met allerlei onverwachte vragen en opgaven. En wij ook. We komen langzaam in de stemming voor weer zo'n lekker lange examenperiode. Morgen en vrijdag weer les in de vijfde. Ik ga ze vertellen dat zij nu boven in de boom zitten. Dat we de zesdeklassers veilig afgeleverd hebben. Eens kijken hoe snel ze kapsones gaan krijgen, zo zonder die irritante zesdeklassers die altijd en overal in de watten gelegd moeten worden. Ik geef het een halve week. Dan hebben ze die kapsones. Behalve die paar die nu al denken dat ze er al zijn. Haha, mooi niet.
Mijn lieve, brave, zenuwachtige, quasi-nerveuze, hardwerkende mentorleerlingen en al hun kompanen wens ik heel veel succes. Ik begin maar eens aan hun speeches. Wat was het ook alweer? O ja. Honderd woorden, maximaal 1 minuut. Hum, daar vinden we wel wat op. Hasta mañana, hombres.
Dat was de meivakantie weer. Ik reken deze zondag nog tot de vakantie. Morgen begint het werk weer. De eindexamens starten eind komende week. Donderdag, om precies te zijn. Met muziek en Nederlands. Wij classici kijken altijd uit naar Latijn en Grieks. Die examens zijn volgende week. Heerlijk!
De zesdeklassers hebben we afgeleverd voor het examen. Dat kostte hier en daar heel veel moeite, maar ze starten vrijwel allemaal. En nu moeten ze het zelf doen. Ik heb er best wel vertrouwen in. Echt waar! Ze zijn gewoon optimaal voorbereid.
Het worden ook de laatste maanden in my office. Dat zal echt wel even wennen zijn: geen eigen kamer meer, geen eigen telefoon, geen vaste PC. Maar goed, het is wat het is. Ik ga eens beginnen aan de speeches voor mijn mentorleerlingen. Die mogen uiteindelijk allemaal beginnen aan de centrale examens. Pffft.
De proclamatie zal gelukkig als vanouds in de Augustijnenkerk kunnen plaatsvinden. Donderdag 7 juli. Druk dagje wordt dat weer.
Daarna de vijfde klas afronden, de eindrapportvergadering leiden en dan nog een weekje beschikbaar zijn voor correctie van het examen Latijn, mocht er eentje het derde tijdvak kiezen om dat mooie vak te herkansen. De laatste loodjes. Wat zijn ze heerlijk zwaar.
Onze school hangt van tradities aan elkaar. Nog steeds. Zo was en is er nog steeds een Kleine Avond. Dat was al in de tijd dat mijn gade er leerling was, en toen had de school zelfs ook een Grote Avond. Toen werden die activiteiten georganiseerd door leerlingen die op toneelgebied ambitieus waren en ze werden begeleid door één enkele docent. Tja, kleine school toen. 200, 250 leerlingen, aan de Baden Powelllaan nog. Op de Grote Avond werd een avondvullend toneelstuk opgevoerd en oud-leerlingen, nu acteurs als Vastert van Aardenne en Jacob Derwig speelden hun rollen toen al vol overgave. De Grote Avond heeft op enig moment het loodje gelegd, maar de Kleine Avond is altijd blijven bestaan. Door de impulsen van enkele zeer betrokken collega's en door de afsplitsing van leerlingenvereniging Vossius in Vossius en Musae kregen de optredens op de Kleine Avond allengs meer allure en kwaliteit. Waar de docenten, verplicht aanwezig, vroeger strategisch over de grote zaal in Kunstmin verdeeld werden om de orde te bewaken en vooraf, in pauzes en achteraf indrukwekkend te patrouilleren, was het met de entree van steeds betere performances dringen geblazen wie er alsjeblieft op de Kleine Avond mocht komen.
Corona heeft natuurlijk ook op artistiek gebied zijn verwoestende sporen nagelaten en dus was een Kleine Avond in Kunstmin enige tijd niet mogelijk. Zelfs dit jaar moest er een tussenoplossing bedacht worden. Die tussenoplossing resulteerde in een film. Een film van de beoogde optredens, smeuïg aan elkaar gepraat in een bepaald thema.
Dat thema was dit jaar "First Dates". Er was een Sergio, er was een bartender, er waren gasten, er was keukenpersoneel. Uiteindelijk bleken er niet aan de tafeltjes maar los daarvan voorzichtige relaties te zijn ontstaan. Wat een talenten hebben wij toch op school! Megan als Sergio, Mees en Mees in de keuken, Philip (Markie Rutte) die viel voor de bartender Elisah-Maria, Isa - wat een bende kan er in een boodschappentas, zeg - die uiteindelijk uitkwam bij een jonge getalenteerde tennisser, Mandy als moeder van Max, die een date had met Wulan (dubbel vega kip, alsjeblieft), het deed me denken aan van Koten en De Bie in de rol van Frank en Carla van Putten (https://youtu.be/L-12Rf2DR1s). Mandy die uiteindelijk haar ware vond in de Brabo Mika. Ober Jort die begeesterd was door influencer Nerma (Priscilla) die zich te goed vond voor Brabo Mika. De muziek die gemaakt werd, de dansen die uitgevoerd werden, ze getuigen van nog steeds geweldig JDW-talent.
Patrouilleren, er was geen sprake van. We gingen graag naar The Movies. Niet naar de Kleine Avond, maar in dit geval naar de Kleine Middag. Ook leuk, als begin van de meivakantie.
Nou, werken op zondag is me slecht bevallen, eigenlijk. Ik was buiten de deur en het was heel gezellig en leerzaam en zo. Reuze positieve sfeer bij die gasten die toch redelijk vroeg hun nest uit moesten, voor zo'n gewone zondag. Trein om half 1, dan moet je toch kwart over twaalf wel op. Hartstikke positief allemaal. Zo van, leuk meneer dat u ons uit laat. Ze vertelden honderduit over mijn collega's, en niet alleen de positieve dingetjes. Ik vertelde dat ik mijn oren à la Odysseus met was dichtgesmeerd had om maar langs de Sirenen te kunnen komen. Wat bedoelt u nou, meneer? Even testen of ik mijn oren echt dicht had, natuurlijk! De boefjes. Ha! Odysseus, die kent iedereen! En Sirenen, die kent ook iedereen! Tatuutatuutatuu. In Leiden had ik rekening gehouden met de klophonger, dus de eerste de beste Jumbo werd leeggehaald. En keurig om 2 uur bij het Museum van Oudheden. Planning! Alles verliep dus heel goed, suboptimaal zou mijn baas zeggen. Zeg maar gerust hartstikke positief.
Aan het eind van het museumbezoek werd ik nog, nou ja discreet is het niet te noemen, gewezen op de gratis expositieposters. GRATIS, meneer. Wink wink, nudge nudge. Toen ik er met eentje aan kwam, zei er eentje: er liggen er nog meer, meneer! GRATIS! Pakken die handel. Oké, zuchtte deze ouwe verzamelaar. Ik wilde het sfeertje positief houden.
Later zijn we in het Pakhuis nog wat gaan drinken. En ja hoor: cola, fanta, cassis, ijsthee, en dat was het. Wat bitterhapjes erbij en in die optimistische, die positieve bui heb ik de rekening maar betaald. Terug thuis was ik vol lof over het uitje, dat zo positief verlopen was. Heerlijk geslapen. En de volgende ochtend gewoontegetrouw een thuistest gedaan. Kanone, twee streepjes! Zwanger! O, nee. Positief. Corona. Week in isolatie. En die is nu bijna voorbij, laat ik het verhaaltje positief afsluiten. Nog een paar uurtjes eten op een dienblad voor de deur van de logeerkamer gezet krijgen. Dat red ik wel. Ik bekijk het maar van de zonnige kant. Ik denk maar zo, altijd positief blijven, Marcie Parcie. O nee. Doe dat maar niet.
Vandaag is het zondag. Echt een dag om te relaxen, zegt men wel eens tegen mij. Niks doen? Nou, als het echt niet anders kan. Vandaag ga ik met twaalf apostelen naar een cultureel evenement. Oef! Ik, een cultureel ding doen? Een museum bezoeken? Ja, ik kom best nog wel onverwacht uit de hoek af en toe. Twaalf adepten volgen mij, dat hoop ik althans, van Dordrecht naar Leiden. Daar gaan we een bezoek brengen aan het Rijksmuseum van Oudheden. Aan het Rapenburg is dat ja. We gaan de tentoonstelling over Domitianus bezoeken. We gaan daar weer een nieuwe dimensie toevoegen aan het leven als classicus en klooien met termen als "anchoring" en zo. We hopen dat er bij de NS geen Max Verstappentjes zijn vandaag en dat we op tijd aankomen.
Na het bezoek schuiven we aan in een lokale tent als Barrera of grand café Pakhuis. Mochten wij morgen niet op school verschijnen, dan hebben we daar ongetwijfeld een goede reden voor. Ja, de treinen reden niet. Ze sloegen Dordt over en reden in één keer door naar Parijs. Sorry hoor!
Gisteren heb ik mijzelf verbeterd. Het was niet zo dat ik onzin uitkraamde, of dat ik een woord verkeerd uitsprak of zo. Nee, ik mocht op kosten van de school een cursus bijwonen. Nou was die cursus op zich gratis, dus ik snap de afweging van de school ook wel weer. Zo, die ouwe zeikneus is ff een middagje luchten, laat hem daar maar alles opeten wat los en vast zit. Allemaal lastige vragen stellen! Hup, opzouten jij. Ga maar met je collega naar Leiden of zo. Kun je leren hoe het moet, lesgeven.
De achtergebleven leerlingen had ik zelf op de hoogte gesteld van mijn absentie. Ach, ze zijn niet bang meer voor me, dus ja. Dan maak ik wel een grapje. Dat doet het nog wel aardig. Ze mochten er niet uitgestuurd worden, zei ik. Hahaha! Lachen! Ikke, maar zij ook. Ze komen al nauwelijks meer opdiepen, die van de zesde. Bijna klaar hier, De Hoon pakt je toch niet meer, dus we splitten 'm.
Nou ja, en als ze er dan wel waren en ze zaten zodanig te klootviolen dat ze uit de les gestuurd zouden worden, dan moesten ze van mij een opstel van twee A4-tjes schrijven. En ik gaf zelf de titels alvast. Ik had haast, net wat ruzie gezocht met wat zesdeklassers die een feestje willen, dus heel erg inventief was ik niet. Ze konden kiezen. Sympathiek, al zeg ik het zelf.
1. “Wat gaat meneer De Hoon als ex-coördinator leerjaar 5 en 6 volgend jaar doen met al zijn vrije tijd?”
2. “Meneer De Hoon en korte mailtjes*; contradictio in terminis”
3. “Eindelijk is ie weg, De Hoon”
Ik ben benieuwd maandag.
* geldt soms ook voor blogteksten op deze pagina.
Maar goed, ik heb dus op die cursus geleerd hoe ik de leerlingen activeer. Digitaalwisbordje, answergarden, muddiest point, je kunt me er nu alles over vragen (geen garantie dat ik ook antwoord geef). Ik moet eerlijk zeggen dat ik verwacht had niet al te hard te hoeven werken, maar dat viel dus tegen. Strenge meesteres hoor. Ach, en ik zag hoe de ene workshopgever de adviezen van de andere workshopgever niet opvolgde. Tja, het was een gratis cursus.
In de tweede workshop ging het over "Eurydike vertelt: moderne Nederlandse en Engelse recepties als instrument voor inclusiviteit bij Latijn en Grieks". De mevrouw maakte een rondje langs de velden. In welk aspect ik precies geïnteresseerd was. Recepties, wink wink nudge nudge. Maar nee hoor, mijn poging tot humor werd niet herkend. Of juist wel. Als je iets voor de tachtigste keer hoort lach je niet meer nee. Hoe dan ook, Leiden was leuk. Al kwam ik niet verder dan het Museum van Volkenkunde.
Morgen weer naar Leiden. Rijksmuseum van Oudheden, iets verder weg dus. Twaalf zesdeklassers Latijn gaan mee. Ze denken misschien een tiende hoger te scoren, als gevolg van gekweekte goodwill. Ha ha, no way. Na het museumbezoek drinken we nog ergens wat. Ik melk, en zij waarschijnlijk een Fanta. Mijn collega mag een biertje, want die woont in Leiden. Dan mag dat. Hij heeft mijn verslagje over de cursus al gekregen. Dat was mijn muddiest point even, vanochtend.
Beste meneer Superlatijn. Heet u trouwens echt zo? Ik heb een vraagje. Ik heb heel hard geleerd voor mijn proefwerk en nu heb ik toch maar een 8. Ik ben radeloos, want mijn BFF heeft een 9 en die heeft niks uitgevoerd. Is er misschien iets mis met uw examendocument? Ik had mijn hele woordenboek uit mijn hoofd geleerd en ook alle filmpjes bekeken op YouTube. Ik heb afgekeken, mijn leraar lief aangekeken, maar nee hoor. Helpt u mij? Zo krijg ik geen zakgeld meer van mijn ouders en ik wil een nieuwe scooter kopen. Deze is al één maand. Groetjes van mij.
Yesss! Er zijn, voor zover ik nu kan achterhalen, gisteren geen 1 aprilgrappen met mij uitgehaald. Die veter zit altijd los, dus daar konden ze best gelijk hebben. En zelf heb ik ook geen grappen uitgehaald, dat ik weet. Ja, ik heb van achter het koffieapparaat Frankie op zijn hoofd getikt, maar hij wist wie het was. Dus dat telt niet mee. En ik heb de zesdeklassers uitgenodigd het examengala te organiseren. Dat was ook oprecht. Dat ene jongetje heb ik laten nakomen want hij was op dat moment een boefje. Maar verder was het rustig. Nog drie weken tot aan de vakantie.
Goh, weet je wat ik meegemaakt heb vandaag? Het was iets heel bijzonders voor mij. Ik had dat nog nooit gedaan. Mensen staarden mij vol bewondering aan. En na. Er gingen meteen geruchten over mijn mentale welzijn. Een enkeling sloeg achterover. Beng! Iemand voelde aan mijn voorhoofd, een ander keek meewarig. Een goede collega keek trots. Het regende complimenten. Mensen werden vrolijk, zagen het leven weer zitten, zwierden vol jolijt innig dansend op de werkvloer, namen er een neut op. Of twee. Weet je, ik ga nog eens een keer een korte mail schrijven. Zo.
Nee, nee, ik ben geen 40 geworden. Mijn collega Peter, SOS-lid, kcv-man, historische man, capo di gruppo bij de Romereizen, Vitesse-fan en nog vele takken van sport meer, hij was 40 jaar in dienst. En Peter had zijn eigen feestje georganiseerd. Na een wat rustige organisatieochtend hoefden we nu eens niet onze eigen bammetjes mee te nemen voor de lunch. Voordat we smulden van de broodjes (pseudo)gezond smulden we van het mooie maar ook trieste verhaal over de verzetsheldin Dina (Diet) Barendregt, oud-leerlinge van het Johan de Witt-gymnasium. De plaquette aan de zijkant van lokaal 105 zal Diet altijd in herinnering houden. Die was er zonder Peter niet geweest.
Na de lunch was er een mooi cultureel programma, met een film in The Movies over de oudste stad van Holland, Dordrecht dus, met een bezoek aan het Dordrechts Museum en een blik aan de binnenzijde van de kunstkerk. Dat allemaal bij een graadje of 17, Peter had echt alles goed geregeld. Bij terugkomst in school was er een borrel en een quiz. Een Kahoot-quiz over wetenswaardigheden over Peter. Mama (Maarten en Marc) werd 6e, geloof ik. Alleen de ouzo ontbrak, maar die keuze snap ik ook wel weer.
Af en toe loop ik door de gangen van mijn school. Nee dat doe ik niet af en toe, maar juist vrij vaak. Ik zeg maar zo, alle beweging helpt. Maar dan kom ik iemand tegen en die verwacht dan een boks van mij. Dat begon tijdens de coronatijd en zo heeft die periode toch nog wat leuks opgeleverd. En een leraar die je dan een boks geeft, dat is toch interessant dan. Goed voor het prestige. Dus nu loop ik overal boksen uit te delen, gewoon om iedereen gelijkwaardig te behandelen. Sommigen hebben een ring aan hun vinger dus die boksen dan met hun andere hand. Anderen vinden het juist grappig dat mijn hand een beschadiging op kan lopen. Dus dan boks ik met mijn andere hand. Het luistert dus nogal nauw, een goede boks geven. Het maakt allemaal uit hè.
Boks waarbij je je gesloten hand - meestal mijn rechterhand, maar in geval van ongelooflijke populariteit ook weleens met links of met beide handen - met de duim erbovenop rechtop houdt. Een boks met de rug van mijn hand naar boven, de juiste hoek van boksen, het doet er allemaal toe. Er gaat een wereld voor me open. Straks bij de proclamatie eindexamens: bla die bla ( 1minuut speechen, inclusief applaus), nou Pietje, je gaat rechten doen in Leiden. Veel succes daar en BOKS. Ouders van Pietje. Meneer, mevrouw, gefeliciteerd met Pietje. BOKS. Oma, BOKS, opa - even die stok weg, meneer - BOKS. Uitgestoken handen, doen we niet meer aan. Hug of knuffel? Nope. Een BOKS, die kun je krijgen. Een BOKS van meneer De Hoon? Toch gauw een paar ruggen op de zwarte markt.
Tijdmachines, bestaan die?
Gokkernolle, zou mijn neptante Toos gezegd hebben. Neptante in de zin van, ze bestond wel, maar ze was niet echt mijn tante. Ik heb bij nader inzien niet eens een idee of ze wel Toos heette. Mijn ouders verhaspelden namen weleens. Maar ja, Toos woonde niet heel ver weg en ze had een tv en mijn ouders alleen eentje waar niemand van mocht weten. Nou, en tante Toos sprak het legendarische gokkernolle op de vermaarde 7 juli 1974 toen de bal al na twee minuten in het Duitse doel lag. Later zou ze hetzelfde woord nog twee keer gebruiken. Eén keer toen de bal er aan de andere kant in rolde en daarna nog ergens een keer. Die ben ik vergeten. Kijk, en gokkernolle, gebezigd door een robuuste vrouw van middelbare leeftijd (maar waren ze dat in mijn jongensogen niet allemaal?), met haren op haar bovenlip, dát was nog eens een belevenis! Mijn ouders vergaten hun opvoedkundige correctie meteen. Want ja, tv hè. Goed, ik sprak het ontzag inboezemende woord woensdag, toen mijn roomy zich ziek moest melden. Tegenwoordig gebruiken velen een drieletterig woord om hun onvrede te uiten. Ik had mijn kamer weer een paar dagen voor mij alleen en dus kon ik een hartgrondig GOKKERNOLLE laten horen. Jezus, wat klinkt dat lekker zeg! In zo'n lege ruimte, 's ochtends om vijf voor acht. Wauw! Sophie helpt mij met van alles en nog wat, maar nu kon dat niet. Even sparren, dat lukt niet echt via de app of via Teams of zo. En toch heeft ze zich van haar ziekbedje gehesen en allerlei klusjes gedaan. Ook voor mij. Dus ik ben haar dankbaar! Thanks, Sophie! En dinsdag is ze er weer! Dinsdag, heerlijk! Organisatiedag, ik zie d'r naar uit! Gokkernolle, wat zie ik daar naar uit!
Het was een drukke week, die voorbij vloog. En uiteindelijk was het een hele goede week, waarin ik ontzettend veel heb kunnen doen. En wat ik helemaal fantastisch vond was het overleg over de examentrainingen voor de zesde klas, dinsdag. Sophie dus nog, Maarten, Jeroen en niet te vergeten Esther. Ja, ik zat er wel bij, want ik had het georganiseerd, maar ik heb weinig inbreng gehad. Ideaal! Ik maakte mij een poosje uit de voeten, om wat collega's te porren, en toen ik terugkwam waren ze klaar. Joh, ik ben helemaal niet onmisbaar straks! Ze hadden ook een grapje voor mij bedacht, voor wanneer ik terugkwam. Maarten op mijn stoel, Jeroen op die van Sophie. En weet je, alsof het nooit anders geweest is! Natuurlijk keek ik verbaasd en speelde er een licht geamuseerde glimgrijns om mijn mond. Geen woord ontsnapte echter aan de haag van mijn tanden. Dat doe je niet, in zo'n situatie.
Nee, mijn week was keidruk, maar ook keigaaf. Het leek gokkernolle wel alsof ik in een tijdmachine gestapt was. Hup, maandag heerlijk kleine en grote staf, vrijdag het hele circus van klas 6 opgetuigd. In drie minuten, voor mijn gevoel.
In mijn spaarzame vrije tijd beun ik niet bij natuurlijk. Helemaal geen tijd voor. Tot ik gisteren mijn kans schoon zag. Het was tijdens de les van de zesde klas. Die zitten helemaal uitgeput, zal ik maar schattigjes zeggen, in hun bankjes te wachten tot er iets gebeurt. Nou zouden ze zelf best eens aan de gang kunnen gaan maar ik snap wel dat de lust in Latijn eind van de week, na zes, soms zeven, soms acht jaar wel enigszins weg is. Zeker nu er geen consequenties vastzitten aan een zware onvoldoende. Maar goed, ze waren duf. Heel de dag gewacht voor een heerlijk lesje Martialis. U weet wel, die zo goed met taal is. Echt leuk voor een leraar die bijna kaal is. Eentje wilde mijn assertiviteit annex oplettendheid testen en zei dat ze morgen - vandaag dus - ging trouwen. Dus ik kijk naar haar buik, maar niks hoor.
Aan de andere kant van de lokaal muur voltrok zich een happening zoals ik die nog nooit mee gemaakt had. Watskeburt, Bert? De junior studiecoaches houden voor mij de absenties bij. Dat is mooi maar ze patrouilleren ook bij het strafuur op vrijdagmiddag. Helemaal mooi! Na wat slinkse oproepjes waren er twee lokalen afgeladen vol met boefjes uit de vijfde en de zesde. Ik had de junior studiecoaches natuurlijk moeten instrueren daar geen galgje te doen of dubieuze moppen te vertellen, want dan gaan ze juist spijbelen straks. Nee, ze mogen best chillen, maar dan wel onder het genot van het overschrijven van de volksliederen van Hongarije en IJsland en het overtekenen van dat van Japan.
In het boefjes lokaal zat de aanstaande bruidegom twee uur uit, omdat hij zich "vergist" had. Toen heb ik de bruid, samen met een paar vriendinnen, die ook aan hun mobieltje vastgeplakt waren, mee naar de gang genomen, haar aanstaande uit het boefjeslokaal gehaald en heb ik mijzelf tot babs benoemd. Voor wie bij babs denkt aan de liefkozende afko van Barbara, nee. Babs is een acroniem en staat voor buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Ik had een zak met snoepjes geleend van een vierdeklasser die mij probeerde om te kopen en daar zat een rond ringetje in. Dat kwam goed uit. De bruidegom in spe ging voor de bride-to-be op zijn knieën in de gang voor mijn kamer (pfff, nog vier maanden te gaan) en even later ging ook zij op haar knieën. Ze vroegen elkaar dus ten huwelijk of zo. Toen ze getrouwd waren griste ik het ringetje weer van haar hand en at het op, want ik had net even een flauwte.
Kijk, zo kom ik mijn 8e en 9e uur op vrijdag door tegenwoordig.
Terugblik op au bain-marie! Speciaal voor Ad van der Aa zal ik het kort en humorloos houden deze keer. Het was gezellig. We hadden het nodig enne ja, het was gewoon gezellig. Wie een uitgebreid verslag wil, laat het me weten via mijn socials. LinkedIn, ik lees de berichten. Facebook, volop tekst, instagram, paar foto’s en wat tekst. Geen TikTok nee. Ik ga echt geen dansjes maken. Zo. Klaar.
Al heel wat jaartjes bezoeken wij JDW'ers, met wie dat wil althans, de plaatselijke etablissementen teneinde daar de interne mens te bevredigen. Qua voedsel, dat zet ik er toch maar even bij. Mensen denken tegenwoordig bij bevredigen nogal snel aan bacchanalen (ja ja, één n) en dickpics. Maar goed, da's dus gymnasiumtaal voor: we gaan naar een tent in de stad hiero om eens even lekker te schransen. We noemen ons gezelschap braaf au bain-Marie. Dat is minder verdacht. Vaak bezoeken wij de plaatselijke Griek, en daar zitten we dan met pak 'm beet 10, 15 collega's aan de ouzo, de moussaka, weer de ouzo, dan het geflambeerde ijs en dan pas de ouzo. Om alles weg te krijgen willen we ook nog weleens wat Chardonnay door het strotje laten glijden. Of tonic, zoals ik.
We gaan ook weleens naar een Italiaan, of naar een Afrikaan. Of we eten gewoon thuis. Naar een Chinees zijn we nog nooit geweest. En een sterrenrestaurant, dat hebben we ook nog nooit gedaan. Kijk, we zitten gewoon in het onderwijs, hè. En we willen een bord vol.
Maar morgen gaan we naar Merz. Beetje in de buurt van de Dordtse haven, dus een mooie entourage, waar we overigens niet voor gaan. We zijn met maar liefst 32 dus dat geeft aan hoe broodnodig het is dat we weer eens met zijn allen kunnen lachen. En kletsen dan wel roddelen. Nee, niet rodelen. En eten dus. Keuzemenu, om het niet al te ingewikkeld te maken. Wat ik al zeg, we zijn onderwijsmensen. En het leuke is dat we in een apart zaaltje gezet worden waar we om een uur of 8 weer uit mogen komen om mee te doen aan .... een pubquiz. Of pupkwis, zoals sommigen zeggen. Of pppubbbkwizzzzzzz, zoals sommigen aan het eind van de avond zeggen. Er worden al allerlei teams gesmeed met de meest uiteenlopende namen. Want dat hoort bij een pubquiz, een opvallende naam. De gedachte erachter is even simpel als doeltreffend: onderscheid je je niet door je ingenieuze kennis, dan onderscheid je je altijd nog door je ingenieuze naam. Dodo zag ik voorbij komen bijvoorbeeld. Niks voor mij, want dat is een uitgestorven diersoort. Ik ben wel een ouwe lul, maar niet uitgestorven. Nee, dan de naam van een team waar mijn collega Otto en ik bij mogen horen. Oud-leerlinge van mij. Of ik nog belangstelling had bij haar team te komen, want ze zochten nog aanwas. Nou, prima, was mijn reactie. Zeg ik bijna altijd, nou ik er eens over nadenk. Wat hun naam dan was. Slimheid overwint alles, was het antwoord. Ik had even het idee dat ze Latijn toch meer miste dan ze altijd liet blijken en dat ze een naam à la Ovidius' Amor vincit omnia had bedacht, samen met haar Franse partner in crime. Nou spreek ik een beetje Latijn en ik kom graag algemeen ontwikkeld over, erudiet zeg maar. Aha, sprak ik, prudentia vincit omnia! Mooi! Complimentjes geven is goed, hè. Maar nee, de Nederlandse variant was echt wat ze wilden: slimheid overwint alles is, als je het als acroniem leest, gewoon SOA. Kijk, die had ik niet zien aankomen. Mezelf wel, maar die niet. Sja, dan is SOA (niet een soa) toch geiniger dan PVO. Otto en ik gaan in hun team. Tenzij er nog een team komt dat So you fear I like it stronger heet. Dan wil ik daar in.
Vandaag las ik een Latijns epigram. Het was van Martialis en het ging op enig moment over droge haren en natte haren. Droge haren werden geassocieerd met eenvoud, fatsoen, moreel besef. En natte haren, waar dan reukwater ingesmeerd was in die tijd, dat stond meer voor losbandigheid, frivoliteit, een lascieve houding zeg maar. Nou, jullie kennen mij. Weinig haren te zien, behalve onder de neus en op de kin en wangen. Maar die ga ik niet meer wassen. Dan blijven ze droog en dan blijf ik goed overkomen. Ik wilde nog even naar buiten, maar mwah, geen goed idee, als ik droog wilde blijven.
Martialis heeft trouwens ook behoorlijk obscene gedichten geschreven. Epigrammen heten die dingen. De onverwachte wending, de clou (niet mijn dierbare collega's Daan en José), zit 'm in de laatste regel. Elke zesdeklasser zat op die bedenkelijke rijmpjes te wachten. Maar nee hoor. Gna, gna. Geen gore lessen helaas, geen geile teksten, geen rode konen. Ik zou er hier wel eentje kunnen plaatsen, in vertaling* dan. Eén probleem, het is niet echt zwaar over de streep. De dichter zet een kennis, Candidus geheten, weer met twee benen op de grond.
Het heet "Candidus’ bezit". Let op het rijmen.
De dingen die je hebt, heb je alleen,
en, Candidus, hier zijn ze één voor één:
je huizen in het veld heb je alleen,
je kluizen vol met geld heb je alleen,
je goud en porselein heb je alleen,
je oude flessen wijn heb je alleen,
je geniaal talent heb je alleen,
je hart dat niemand kent heb je alleen.
Al wat ik hier vermeld heb je alleen,
maar niet je vrouw, want die heeft iedereen.
Zo! Die zit! Kan Candidus eens even over nadenken!
* In de majestueuze vertaling van Frans van Dooren.
Wij leven van vakantie naar vakantie tegenwoordig. Ehm, nou ja van toetsweek naar toetsweek dan. Komende week is het weer zover. Dan krijgen onze schaapjes weer de nodige intelligente vragen door hun strotje geduwd. Behalve de zesdeklassers dan. Die doen gewoon lekker niet mee. Haha, nee die zullen we eind maart eens bij de lurfjes pakken. Ik ben nu al een geraffineerde toets aan het maken voor ze. Sommigen denken dat ze dat wel kunnen hebben, omdat er weer een wegduimregeling is. Even uitleggen, wat dat is. Het is niet een regeling waarbij je duim in enen pleitmans is. Het is een tegemoetkoming aan de leerlingen die misschien net zakken omdat ze een onvoldoende te veel hebben. En dan mag zo'n gezakte peer zijn cijfer voor dat vak onzichtbaar maken door er zijn duim overheen te leggen. Dat mag met alle onbelangrijke vakken: economie, Latijn, natuurkunde, Grieks, Duits, Frans, aardrijkskunde, geschiedenis, kunst, scheikunde, biologie. Hup, duim d'r op en slagen met die hap. Maar als dat nou een onvoldoende is voor een belangrijk vak, dus voor Nederlands of Engels of wiskunde, dan hebben ze er nog niks aan. Daar mag geen duim op.
Nou ja, er zijn er dus in de klas die hun duim al in de aanslag hebben. Het vak Latijn is ineens leuk geworden, want je kunt er niet op zakken! Da's toch fantastisch! Ik gun het die lieve onnozele schaapjes echt van harte!
Nou ja. Die toets mag dus super geraffineerd zijn. Ik berokken er geen schade mee. Dus ik blijf een toffe peer.
Gisteren waaide het een beetje: Jupiter liet een behoorlijke scheet, zeg maar. Nou, en toen hebben we iedereen naar huis gestuurd. Dat was wel fijn, want zo konden we geen loswaaiende dakpannen van het schoolgebouw op ons hoofd krijgen. Dat kon nu alleen thuis.
Overmorgen toetsweek dus. Verder niks te doen. Houden zo. Nog 5 maanden.
Vandaag heb ik een prachtige tentoonstelling bezocht in Leiden. Centraal stond keizer Domitianus. Veel kwam me bekend voor, want met mijn zesdeklassers lezen we over deze keizer. Ik heb zelfs boeken gekocht. Ik had een aanval van culturitis. Morgen worden er op school valentijnsrozen en, dit jaar, ook valentijnschocola uitgedeeld. Ik hoop niks te krijgen. Je weet nooit welke conclusies mensen trekken als ik ineens 10 rozen krijg of zo.
Wauw. De techniek staat voor niets. Ik zit voor het forum. Open Dag JDW 2022. Komt dat zien!
Nieuwe week, nieuwe kansen. Zo begon ik maandag. Wat nieuwe dingetjes geprobeerd en het ging wel aardig. Alle zesdeklassers hebben hun toets ingezien en sommigen kregen een "Aha-Erlebnis" en gaan die toets dus herkansen.
Ik zie er nooit zo naar uit, maar we hadden zelfs een aardige stafmeeting. Online reclame voor een extra tool om besprekingen over leerlingen beter te maken. Want ja, een staf zonder opbrengst, dat kan natuurlijk niet. We hebben vrij snel een beslissing genomen, maar gelukkig wil zo'n bedrijf eerst het hele team overtuigen zodat niet de indruk ontstaat dat de staf alles regelt en het team niets te zeggen heeft. Prima. Ik zie ernaar uit.
Dinsdag en woensdag geen les, maar wel heel druk. Donderdag was er een online studiedag. Allerlei onderwerpen, maar met de leerling centraal. Eentje wel heel centraal. Voordeel van online organisatiedag annex studiedag: uitslapen, af en toe eens gewoon weglopen, naar de plee wanneer ik dat wil en niet tussen de lessen door, de deur opendoen voor de DHL én niemand die kan zien hoe ik er nou thuis in het algemeen bij loop. Rust dus van met elkaar zinvol praten over onderwijs, over leerlingen, tegelijkertijd onrust omdat er weer twee blokuren uitvallen. Ook in de kwetsbare examenklas. Daar ben ik wel klaar mee, met die blokuren.
En vrijdag was het eigenlijk een topdag. Zo eentje waar alles klopt. Nou ja, het meeste. Allerlei gesprekken tussen de les van de vijfde en die van de zesde in. En in de zesde heb ik, terwijl ik eigenlijk een groot stuk Panegyricus van Plinius met de leerlingen moest doornemen, een gesprek ingelast over de documentaire van BOOS over de wantoestanden bij TVOH. Ze waren zo blij dat ik dat deed, dat ik spontaan begon te blozen. Dat vind ik nou zo goed, meneer, dat u daarover het gesprek aan gaat. We hebben het er twintig minuten over gehad. Wat mij opviel, maar niet verbaasde was dat met name de meisjes los kwamen en heel genuanceerde uitspraken deden. En de paar jongens gaven zeker ook blijk van empathie. Het was een fantastische ervaring. En ze gingen daarna serieus aan het werk met een tekst die in den lande, bij classici dan, nogal wat negatieve reacties oproept. Draak van een slijmrede. Wat een arrogante eikel. Wat bedoelt ie daar nou eigenlijk? Goed, als ik vertel dat ik jullie er nog wel eens iets over zal vertellen heb ik vanaf dat moment geen volgers meer. Terwijl het daar toch in het leven om te doen schijnt te zijn.
Op hetzelfde moment waren twee topleerlingen, eentje uit de vijfde en eentje uit de zesde, bezig met de tweede ronde van de klassieke olympiaden, Latijn. Tekst van Suetonius (de Henk van der Meijden van de oudheid, noemde ik hem vroeger) over het leven van Julius Caesar. Met vragen over de tekst en een creatieve opdracht. Ze zaten in een lokaal in een beveiligde digitale omgeving van exam.net rustig te werken. De organisatie had een linnen tas voor ze, met een reep chocola en een balpen. Ze flipten bijna, Mengmeng en Anouk! Ik ben heel trots op die twee meiden, want enige ondersteuning kon ik ze niet bieden, dus ze hebben alles zelf gedaan.
En 's avonds was mijn dag helemaal goed, toen de acteur en oud-JDW'er Jacob Derwig (toen ik op het JDW begon, zat hij in de 5e of de 6e) de Slimste Mens bleek te zijn.
Even nagenieten nu. Schoolwerk doen. Cooling down, zeg maar.
Afgelopen week was het de eerste week na de kerstvakantie. Niks bijzonders natuurlijk, maar ik had me iets voorgenomen m.b.t. het programma Latijn voor de vijfde en zesde. Nou, dat is redelijk gelukt en ik was dus niet ontevreden. Zelfs weer hier en daar optimistisch. Ik heb zelfs een extra inhaaltoets gemaakt voor een paar zesdeklassers die die toets eerst nog moeten maken voordat ze hem eventueel ook nog mogen herkansen. Tja, corona maakt ons onderwijsmensen mild en begripvol. Soft, zou iemand kunnen zeggen. We doen ons best.
Afgelopen week heb ik ook een paar officiële mededelingen gedaan aan mijn gesprekspartner in de schoolleiding over mijn toekomst. Is dat ook weer van mijn bordje af. En ik heb de leerlingen uit de vijfde en zesde een mail gestuurd, in de oude, vertrouwde stijl. Geen korte mail, wel een humoristisch bedoelde mail. Met onderliggend een hele serieuze boodschap. Onderin had ik in een heel klein lettertype een aankondiging gedaan van mijn plannen voor volgend jaar. Kunnen ze zich vast geestelijk voorbereiden. Nou worden die plannen komende week voor iedereen die de kamer gaat betreden van mijn gewaardeerde roomy Sophie Elisabeth en mij heel snel duidelijk, namelijk dat er iets wezenlijks gaat veranderen. De volle muren met foto's, teksten, plaatjes en zo worden lege witte muren vol minieme gaatjes. Echt van die gaatjes waar een narcotica-agent blij van wordt. Waarschijnlijk moet er wel een laagje over de muren heen gestuukt worden, waardoor het weer heerlijk kille ijzig bleke muren worden. Dan kan mijn opvolger daar weer dingen ophangen. Maar hoogstwaarschijnlijk alleen maar na voor elke afbeelding toestemming gevraagd te hebben. Dat hoort bij professionaliteit: geen gedoe met foto's die duidelijk maken dat zelfs een leerjaarcoördinator een mens is, geen lollige plaatjes, geen hele prijzenkast aan lintjes en oorkondes. Alleen schema's graag, en jaarplanners. Nee, dan dank ik uit de grond van mijn hart de voormalig conrector Karin. Toen ik haar vroeg of ik iets mocht ophangen gaf ze onmiddellijk toestemming: als ik maar netjes een punaise gebruikte. Of ze nou een punaise zei of punaises, daaraan heb ik geen actieve herinnering.
Aan de andere kant van de kamer gaat het prikbord leeg, waarbij het wel zo is dat het dartbord tot halverwege juli mag blijven hangen. Ik moet, zeker in die laatste fase van het schooljaar, mijn frustratie kunnen botvieren op dat bord. De rest haal ik zelf wel weg. Mijn monitor mag mijn opvolger hebben. Tenzij zij of hij alleen maar met een Surface mag werken die aan een docking-station ligt te creperen. Dan schenk ik hem aan het goede doel. Mijn laatjes liggen nogal vol en ook de kasten liggen mudvol. Komt wel goed.
Hoe dan ook, waar weinig leerlingen hun schoolmail nog lijken te lezen, kwamen er nu toch een paar vragen of het wel goed met mij ging. Lief van ze. Zesdeklassers. Ze hadden braaf die hele lange mail gelezen, tot en met het laatste woord. Ik denk dat ik ook zo'n paasei verstop in de Latijnse tekst van het examenpensum!
Eén van hen zei: Meneer, ik vind het ontzettend jammer, maar ik ga de nadelige gevolgen ervan niet meer meemaken, want ik ga slagen. Kijk, dat ontroert mij dus dubbel.
Onderwijs, elke dag anders. Dat ga ik volgend jaar aan den lijve ervaren, maar wel in minder lesuren. Hoewel ik me hooguit incidenteel een ouwe lul voel ga ik toch een structureel seniorenverlof opnemen. Het zal anders zijn. Anders dan ik eerst gedacht had. Die vijf jaar, die .... ik ga koffie drinken, mensen. Er wordt van beneden geroepen. En je kent me: als ze me roepen, dan kom ik ook.
Nou, de vakantie is weer voorbij. Eindelijk hoor! Ik kan niet wachten om morgen weer naar school te gaan! Ik heb mijn rugtas al ingepakt. Cup-a-soup, vijf pakjes plus ééntje gratis van het boodschappenpakket: ze zitten er in. Zuurtjes, voor als ik toch weer ga hoesten en door deze en gene word aangemerkt als COVID-verdachte. Morgen bammetjes erbij doen, een appeltje en deze jongen kan er weer tegenaan! Oké. Wat klopt hier niet?
Die spullen in een tas, klopt. Tas zelf is rugtas, check. Cup-a-soup? We zijn er dol op, roomy Sophie Elisabeth en ik. Zuurtjes dan misschien? Nee, hoor klopt als een bus. Nou, ja. Dan geef ik het op hoor. Kom op, zeg 't ons, Van Hoon. Please, help ons uit de droom. Nou, dit gaat wel over mij, maar pak 'm beet 10 jaar geleden. Nu is het eerder: Nou, de vakantie is voorbij. Nog vijf en een half jaar. Over zuurtjes gesproken... Over zeven weken weer vakantie.